VRAAGTEKEN MOET EEN PUNT WORDEN BELANGRIJK EXPERIMENT IN REKKEN „Open" inrichting ging weer „dicht 99 w I NIEUW. f 1,00 f 2,25 f 2,50 f 2,00 f 0,10 f 2,50 ,Absend Bewijs Gemiddelde Ongenuanceerd Gestoord Interesse Drie en een half uur heeft de heer R Vegelien, directeur van de Rek- kênse Inrichtingen uitgetrokken voor het interview. „Rekken doen" in een half uur of een uur vindt hij nonsens. Ook al omdat het uit meer dere inrichtingen bestaat. Dat er voer een aantal colleges van B. el, \V„ die graag geïnformeerd wilden worden over een van deze open inrichtingen en wel die voor ter beschikking gestelden van de regering: Oldenkotte- Na voorzien te zijn van koffie en een sigaar hoorden de edelachtbare heren van directeur Vegelien dat „het baar lijk nonsens was slechts 'n halfuur tje in zijn domein door te brengen" „Ik kan u dan enkel zeggen wat u niet weet" was zijn conclusie, waar aan hij de uitnodiging verbond af zonderlijk nog eens een middag naar Rekken te komen. Die uitnodiging is gehonoreerd en zo werkt de heer Vegelien aan een stukje public relations, dat ten doel heeft het grote publiek beter op de hoogte van het doen en laten in Rekken te brengen. „Soms lopen laat!" De bevolking werd apart in- ingelicht. Directeur Vegelien heeft er geen bezwaar tegen dat ik praat met de ter beschikking gestelden. „Wan neer u dat alleen wilt doen, dus zon der het groepspersoneel, dan staat u dat vrij". Dat spreken-met slaat veldje heen is een omheining opge richt, voorzien van prikkeldraad. Dan komen de verhalen. Een jongeman, 30 jaar, veroor deeld wegens diefstal. Eerder opge nomen geweest in het open pavil joen. Weggelopen. Een jaar lang on der water gebleven- In die periode me, een teleurstelling. Vooral om dat er in dat jaar niets gebeurd was". Een oudere t.b.r.'er. Was met proef verlof en werkte als voorman in een Oldenzaals bedrijf hoewel hij van huisuit vertegenwoordiger is. Werd naar zijn zeggen geheel on- dat je als ter beschikking gestelde van de regering „het haasje bent". „Je bent nergens zeker van, je wacht allsmaar af. En die onzeker heid breekt je de nek"- Weer een ander. Was varensgezel, waarna hij „een paar maal ver keerd ging". Zijn reactie: „Je moet we toch weer achteraan", geeft hij toe. „Dat hebben we gemerkt bij het Sluis-internaat in Enschede, toen er allerlei onlustgevoelens op doken. In allerijl hebben we toen een persconferentie belegd waar journalisten konden worden geïnfor meerd. Maar au fond waren we te op mensen, die verblijven in de sinds maart 1969 geopende geslo ten afdeling van de inrichting Ol denkotte. De ramen zijn daar voor zien "an ijzeren spijlen, er zijn slui zen gemaakt, waardoor ontsnappen bemoeilijkt wordt. Regelmatig rin kelen sleutelbossen. Om het sport- leerde hij een meisje kennen, er kwamen trouwplannen, hij biechtte zijn verleden op. Daaruit vloeide voort dat hij weer contact opnam met Rekken. Via een predikant. Hij kwam vrijwillig terug en werd op gesloten in de gesloten afdelpng. „Dat was een enorme klap voor verwacht opgehaald door politie mensen, omdat er twijfel was ont staan over zijn handel en wandel op dinsdag. „Ik wacht nu maar af" zegt hij. „Ik begrijp het niet. Je wordt op deze manier van de ene onzekerheid naar de andere gesleept". Ook hij is van mening als 'n heilige leven om hier niet meer terug te komen. Schrijft u maar, dat het hier een rotzooi is. Een bende! Als ik de kans krijg smeer ik 'em". Een gesprek met mensen, die ver blijven in de gesloten afdeling vam de inrichting Oldenkotte is een ge sprek met teleurgestelde, ontmoe digde, onzekere mensen. Mensen die niet spreken over hun „verle den". Mensen, die enkel vooruit kijken, maar die t.b.r. met zich meedragen. Ze vergeten veel. Ver geten, zoals gezegd hun „verleden vergeten dat ze recidivisten zijn; mensen, die meerdere malen zijn „doorgezakt". „Mensen ook, die nog nooit „het spijt me" hebben ge zegd", vertelt een pas aangestelde groepsleider. Tussen de t.b.r. en de maatschappij gaapt een kloof, die gedicht moet worden door de be handeling die de eersten in deze Rekkense Inrichting Oldenkotte moeten ondergaan. „Het vraagteken moet weg- Het moet eindelijk eens een punt wor den" zegt één van de ter beschik- kinggestelden. LU 1 p. St. i geschieden ter uitkomt, ïf 8200 Kcal/u. Model ehamerd beige/bruin, e, antraciet en bruin/ 5 Vi;- Er is een verplicht sportpro gramma voor de verpleegden in Oldenkotte. En zelfs komt men uit in competitieverhand. Er worden echter enkel thuis wed strijden gespeeld (Van een onzer verslaggevers) REKKEN Directeur R. Vegelien (47) is 12 jaar verbonden aan de Rekken se Inrichtingen. Aan de wand hangt een meisjeskop van Paul Citroen. Buiten droomt het rustieke land schap van de Gelderse Ach terhoek. In de kamer klinkt de bedacht zame stem van de directeur. „Opsluiting is ook maar opslui ting", zegt die stem. „Na 1945 is de zorg voor de ter beschikking van de regering gestelden pas goed op gang gekomen. Er is een taakverdeling gekomen tussen de diverse instituten die op dit ter rein werkzaam zijn. In Rekken staat de arbeidstherapie nogal op de voorgrond. ontstond bij de inirchtingen met zich het feit voor dat er een te kort aan plaatsingsmogelijkheden ontstond bij de inrichtingen met een meer gesloten karakter, ter wijl bij de open instituten de situ atie net andersom lag". Vandaar dat in 1968 het paviljoen De Schuppe B verbouwd werd. Met de komst van de tralies, de sleu tels en toegangssluizen verdween het open karakter in deze vleugel. Een experiment was geboren. Directeur Vegelien ziet de gesloten afdeling als een aanloopmogelijkheid tot de terugkeer naar de maatschap pij. Die terugkeer zal in de meeste gevallen via het open paviljoen ge schieden. van de regering gestelden - red.) „De verpleegden (ter beschikking hebben de neiging hun problematiek niet voldoende onder ogen te zien. Maar wij diepen de oorzaken van de ontsporingen waar mogelijk uit. Dat gaat vaak niet gemakkelijk. Over de meer oppervlakkige dingen wil len ze wei praten. Maar al gauw ko men wij op punten, waarop ze „neen" zeggen. Maar dan moeten we doorgaan. En uiteraard moeten de mensen be geleid worden om over dit dieptepunt „heen te komen". Uit onze woorden valt op te maken dat mensen, die op deze manier onder druk komen te staan, soms in een flits besluiten er vandoor te gaan. Dat kan in een open inrichting. Om te voorkomen dat de behande ling op elk willekeurig moment on derbroken kan worden, is de geslo ten afdeling op Oldenkotte geïntrodu ceerd. Het gebeurt ook dat de behan deling „in de ruimte" niet voldoende revenuen oplevert. In zulke gevallen komt terugplaatsing naar het geslo ten paviljoen voor. En de derde re den dat De Schuppe B werd ver bouwd is gelegen aan het feit dat ter beschikking gestelden te vaak en te lang in een Huis van Bewaring moesten verblijven, waardoor de weg terug onnodig gerekt werd. „De voor afgaande vrijheidsberoving moet soe peler gemaakt worden", meent de heer Vegelien. „Er moeten aanlopen ontstaan, ook naar handelingsbereid heid". In die zin ziet de heer Vegelien de gesloten afdeling als een vergroting van de mogelijkheden. In een verder gesprek met de heer Vegelien valt ook de zin „als je praat over geslotenhied, provoceer je met een". De praktijk heeft hem in het gelijk gesteld. Liepen uit de open in richtingen geregeld mensen weg, ook in Schuppe B heeft zich een con creet aantal gevallen voorgedaan van ontsnapping Waar 't uitgangs punt in Rekken het aankweken en meegeven van verantwoordlijkheids- gevoel is, is de heer Vegelien teleur gesteld over deze pogingen. „We zullen de omheining wellicht aanpassen", zegt hij. Ook ons alar meringssysteem wordt onder de loep genomen, terwijl er eveneens wel meer (bewakings-) personeel zal ko men". Aan de andere kant ontkent hij dat de gesloten afdeling absoluut uitbraakvrij zou moeten worden ge maakt. „We willen ons tot een ver antwoord minimum beperken." Verder ruimt de heer Vegelien plaats in voor een „beschermende reactie uit de groep t.a.v. ontvluchtingspo gingen" hetgeen or oD neerkomt dat hij hoopt dat „de groep" de man met-ontvluchtingsplannen van zijn voornemens probeert af te houden. 99 Een bewijs van zijn filosofie vindt de heer Vegelien in een onderzoek dat een psycholoog eens instelde naar de psyche van iemand die opgesloten zat in een gevangenis. Het bleek dat de man niets van zijn agressie tegen de maatschappij was kwijtgeraakt. Integendeel. Maar die deur ging op een gegeven ogenblik open." De heer Vegelien vindt dat in zo'n geval dg samenleving even zeer en soms nog grotere risico's loopt als die, welke ze loopt met ver pleegden in een open inrichting. „De samenleving moet in die mate be schermd worden dat opname - ver pleging verantwoord is", meent hij. 99 De reactie van hen, die verblijven in de gesloten afdeling van Rekken (mo menteel zo'n 20 delinquenten), is die van „ik vind het absurd". De heer Vegelien hoort dan ook vaak „nu denk je dat je naar een open inrich ting gaat als ter beschikking gestel de van de regering, en nu is weer alles potdicht". Een wrijfpunt is het niet naar de kerk mogen gaan van hen, die in De Schuppe B verblijven. „Als deze mensen onder bewaking naar de kerk zouden gaan, worden ze in nog gro tere mate als onvrije mensen bestem peld" meent de directeur van de Rek kense Inrichtingen. „De kerk moet dan ook maar naar hen toe komen". En inderdaad is er incidenteel be zoek van geestelijken aan De Schup pe B. Hoe lang verblijft een delinquent in het gesloten paviljoen? De heer Ve gelien weet niet recht raad met de ze vraag. „Als er na zes maanden nog geen perspectieven voor over plaatsing naar de open afdeling zijn, dan ga.a.n we ons afvragen of de se lectie in Utrecht van de ter beschik king gestelden wel juist is geweest. In een enkel geval is een man terug gestuurd naar Utrecht. De gemiddelde verblijfsperiode in de open afdeling van Oldenkotte be loopt zo'n 18 maanden. Daarbij wer den de statistieken van 12 jaar gele den bekeken, waarbij de perioden waarin mensen soms 6 of 7 jaar de strafmaat niet het criterium is „vastgehouden" werden meetelde. De Handvaardigheid wordt veelvuldig beoefendevenals sport. heer Vegelien merkt er bij op dat voor de periode dat de man in Olden kotte verblijft. Hij zegt er bij dat „de mensen ver wachten (vaak ten onrechte) dat ze in een ander instituut beter af zijn". „De doorsnee - ter beschikking ge stolde vindt dat het allemaal veel te lang duurt.Zijn gedachten cirkelen steeds weer rond de vraag hoe lang nog?" Heeft de t.b.r. de indruk dat het veel en veel te lang duurt, het grote publiek is de mening toege daan dat er vaak nog wel een schep je bovenop kan. Vooral in die gevallen waar het om zedendelicten gaat. En de heer Ve gelien is de eerste om toe te geven dal de samenleving recht heeft op bescherming t.a.v. deze categorie. Vooral de kinderen', zegt hij. „Juist gezien hun afhankelijkheid van de volwassene". Behandeling van deze categorie is zeer moeilijk, mede door de heersen de opvattingen van de samenleving". te verloopt, is zeer geïnteresseerd in de resultaten. De heer Vegelien is dan ook van me ning, dat wellicht meerdere open inrichtingen een gesloten paviljoen zullen krijgen, terwijl de gesloten in stituten meer „opener" mogelijkhe den zullen bieden. Uit alles is oD te maken dat de heer Vegelien niet op ziet tegen het expe riment het karakter van Rekken eni germate te wijzigen. Altijd bij het gevangeniswezen ge werkt hebbende, leidde hij in 1952 een experiment, waarbij een potdichte inrichting in meer of mindere mate „open" werd. In die dagen identificeerde men „open" nog met verwennerij van de gestraften en slapheid in het beleid. De delinquenten werden daar op we- In Oldenkotte worden zgn. psychopa ten verpleegd. Alleen het uitspreken van dat woord vervult de grote „men" met afschuw. In Rekken wil men het daarom ook niet graag horen, omdat naar de me ning van de heer Vegelien, dit woord aan do aandacht van de deskundigen is „ontsnapt" en een scheldwoord is geworden. In de 99 van de 100 geval len denkt men aan een zedenmaniak die de meest afschuwelijke aanran dingen, op zijn conto heeft geschreven. De heer Vegelien weet van dit onbe grip. „Een psychopaat is iemand met een gestoorde persoonlijkheid", zegt hij. „In een aantal gevallen komt dat tot uitdrukking in het plegen van de licten. Dat hoeven beslist niet alleen aberraties op zedelijk gebied te zijn. Ook vermogensdelicten, diefstal- ien, insluipingen en oplichtingen) kunnen daaronder vallen". Vandaar dat in Rekken een staf van psychia ters, psychologen, pedagogen, maatschappelijk werkers samen met de verpleegde in feite de verblijfspe riode bepalen. Medewerking van de laatste is daarbij zonder meer van essentieel belang. Het ministerie van Justitie onder welks supervisie het experiment met de gesloten afdeling van Oldenkot- e Creativiteit krijgt in Rekken veel aandacht. DE HENGST EN HET TARTAREN- MEISJE - Zaharia Stancu - Manteau Brussel-Den Haag. Wie via een boei end verhaal enkele uren leven wil in de sfeer van wat wij nog steeds als de romantische Balkan beschouwen, zij dit boek warm aanbevolen. De uitmuntende vertaling doet de Roe meense auteur alle eer aan. Het verhaal heeft op zeer originele ma nier de liefdesverhouding tot thema tussen een jonge knecht en de doch ter van zijn „meester" een historie, waarin ook paarden een belangrijke rol vervullen. De taal is beeldend, het verhaal boeiend, de karakterte kening uitmuntend. Men maakt ken nis met een geheel andere cultuur, waarvan het hoogtepunt wel het be snijdenisfeest is. Maar even groots is de geschiedenis van de twee jonge gelieven, van wie het meisje ten slotte haar hengst doodt in het be sef de jonge knecht nooit voor goed aan zich te kunnen en mogen binden, omdat hij nu eenmaal geen Tartaar is. EEN HAND VOL VONKEN - Inez van Dullemen (Salemander-serie) - In de Salemander-serie is de tweede druk van dit boek met literaire op stellen verschenen. Opnieuw ervaart men de prachtig beeldende taai en de oorspronkelijkheid der beelden en de geheel eigen wijze waarop de schrijfster haar impresises verwerkt. Die geheel eigen sfeer in bijzonder fascinerend en maakt deze pocket voor de liefhebber tot een bijzonder waardevolle aanwinst. HET RIJK VAN DE BLES - Piet van der Ven. Uitg. J. H. Gotmer, Haarlem - Dit een boek, dat vijf entwintig jaar te laat verschenen is waarschijnlijk had het dan furore ge maakt. Het is een streekroman met alle ingrediënten van dien. De pas tor bonus ontbreek niet evenmin als de stroper, die zich op zijn sterfbed bekeert, zoals dat vroeger heette. Het boek is geschreven in een slechte maar ontwapenend argeloze stijl vol clichés. De schrijver is geen beroepsman, maar iemand, die op zijn ziekbed zich aan het schrijven zette. Het is een prestatie, waar voor we veel respect hebben, maar dat neemt niet weg, dat we het min der geslaagd achten. Het geheel mist diepgang en doorzicht. Het is vlot leesbaar, voor degeen, die geen al te hoge eisen aan zijn lectuur stelt, is het nog verteerbaar. MARTINE BIJL: ELFJE TWAALFJE: „ELFJE Twaalfje, het discoboek van zangeres Martine Bijl, is nog niet zo oud, maar het ziet er althans bij ons in huis al beduimeld uit. Een beter compliment is 'n kinder boek nauwelijks te maken. Twaalf- je is een ding dat niets kan van al les wat een elfje moet kunnen: ze kan niet dansen, niet zingen en zelfs niet vliegen. Je moet dus wel medelijden met haar krijgen. Maar Martine Bijl heeft voor een happy end gezorgd, dank zij de handige muis Schorrepiep. En dus is „Elfje Twaalfje" een lief en waterdicht sprookje. Daarmee is nog niet alles gezegd, want Martine Bijl heeft ook gedacht aan de nog-niet-lezertjes, die het ver haaltje kunnen volgen aan de hand van kleurige plaatjes, echte kijk- olaatjes die naar onze mening de kleintjes heel lang blijven boeien. Achter in het boekje zit: een leuk versierd grammofoonplaatje, waar op Martine Bijl zelf (op muzie' van Henk van der Molen) de geschiede nis van Twaalfje en Schorrepiep nog eens bezingt in twee fijne, poëtische liedjes. Op de titelpagina van het boekje derzijdse afspraken geplaatst. Een stuwende kracht achter deze zaak was de huidige minister van Onderwijs en Wetenschappen dr. G. H. Veringa. „Maar in Rekken", zegt de heer Vegelien, „begon het begrip open heid soms een te ongenuanceerde betekenis te krijgen". Vandaar de tralies, de toegangs sluizen en de sleutelbossen in De Schuppe B. Met daarnaast goed opgeleid deskundig personeel, dat erop moet toezien dat onder be handeling zijnde mensen niet i kunen ontsnappen. „Want mense lijke hulp is altijd nog de beste garantie en niet de materiële voorzieningen" is de heer Vege- lien van mening. Sexplaatjes ontbreken niet, maar plaatjes uit het „familiealbum" overheersen. staat: deel 1. Wat ons betreft mo gen de volgende vlug komen. kl. FRANCIS CLIFFORD: DE DER DE KANT VAN DE MEDAILLE. (Uitgeverij C. de Boer jr.. Bussum. Prijs 9,90.) Anthony Pascoe, 'n bankemployé op een Londense luchthaven, heeft op zekere dag schoon genoeg van zijn sleurleventje. Hij doet een greep in de kas en verdwijnt naar Sapanje. In een klein dorpje wordt hij getrof fen door het noodlot. Een aardbe ving is er de oorzaak van dat zijn koffer met geld bedolven wordt. Zelf overleeft hij de ramp. Hjj besluit het er niet bij te laten zitten en onder neemt een hachelijke speurtocht tussen de puinhopen. Wat hij daar vindt is niet zijn geld maar wei iets anders Een niet te moeilijk verhaaltje, een aardige climax, zelfs een scheutje psychologie hier en daar. Al met al, redelijke spannende ontspanningslec tuur voor liefhebbers van luchtige niemandalletjes.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 11