igazi|n nensteller iffeur rtarbeiders mannen meisjes ens IDER Zwart in „Het structurele geweld maakt me gek" KLEURLINGEN VEROVEREN RECLAMEWERELD A. BORST, DIRECTEUR VAN DE CULTURELE RAAD ZEELAND (Ik wil gewoon werken) 55 uit: ten toeslag en 43 3'IA uur ledewerkers in het gerede /verk en een bazenkursus n om ook kontinudiensten enst (15,4% toeslag en 43 ichten aan lBRIEK SYNTHESE N.V., mar 240, tg Personeelzaken. igeving recte indiensttreding van fruit. larden op ons bedrijf zijn gebleken geschiktheid kan volgen. n bij de chef van deze af- je functies bij de direktie, ie inlichtingen 551 1446 n Zeeuws Vlaanderen d van W ren zonder grondige lem. (Van een onzer verslaggevers) LONDEN Een opvallend verschijnsel in de Amerikaanse en Engelse reclamewereld is de toenemende verschijning van kleurlingen in adverten ties. Het manifesteert zich voornamelijk in de grote internationale tijdschrif ten, maar langzaam maar zeker beginnen zij ook op te duiken in dames- en familiebladen. In Londen bestaat sinds kort een reclamebureau dat zich spe cialiseert in het brengen van gekleurde modellen, zowel mannen als vrou wen. Het bureau is genaamd „Blackboys", naar een song uit de pop-musical „Hair". Het bureau werd opgezet door twee blanken, die wel wat zagen in „zwart", de kledingontwerper David Mainmann en fotograaf Richard Dunkly. Drie jaar geleden hadden anderen al eens eerder geprobeerd een bureau voor ne germodellen op te zetten. De tijd bleek er toen echter nog niet helemaal rijp voor te zijn. „Blackboys" heeft op het ogenblik de beschikking over 26 mo gen produkten die worden aangeprezen door kleurlingen. Drie jaar geleden is het pas dat het eerste niet-blanke fotomodel in het Westen, Donyale Luna, werd „ontdekt" door fotograaf David Bailey. Nog weigeren echter de twee grootste damesbladen in Groot-Britannië zwarte gezichten op hun blanke pagina's. Mainmann is van mening dat binnen een jaar ook deze bastions van de blanke middenklasse aan het zwarte offensief ten offer zullen vallen. „Zwart is mooi", is de lijfspreuk van Blackboys topmodel Enid Rose. Zij Is zelf overigens het rondwandelende bewijs voor deze stelling. Haar weekloon bedraagt zo'n 1300, geen wonder als men bedenkt dat ze ongeveer 90 ont vangt voor een uur poseren voor de camera. Voor een modeshow krijgt ze 75 gulden. Op de vraag hoe dat mogelijk is, antwoordt ze simpeltjes: „Nu word ik bewonderd, acht jaar geleden alleen maar gechanteerd". Het mooiste voorbeeld van het succes van de gekleurde modellen, is wel dellen, die in teint variëren van heel lichtbruin tot pikzwart. Zij komen uit West-Indië, India, Hongkong en uit Afrika. „Hoewel er de laatste jaren wel kleurlingen model stonden voor foto's, is de grote doorbraak toch pas dit jaar gekomen", vindt David Mainmann. Hij gelooft wel dat het succes van zijn bureau in de eerste plaats te danken is aan de nieuwigheid. Hij hoopt echter dat als het nieuwe er af is de vraag zal blijven bestaan. „Het is eigenlijk heel eenvoudig, want als zij kleding sho wen, dan ziet dat er wel zo verschrikkelijk goed uit". Bij het succes komt ongetwijfeld een zeer sterk seksueel element om de hoek kijken. Mainmann zegt: „Daar zit wel iets in". Voor de rest wil hij er niet te veel op in gaan, want hij is als de dood voor negatieve kanten aan het werk met de gekleurde modellen. De vooroordelen zijn toch al zo wijd verbreid, al nemen zij met de dag af. Er zijn echter nog advertentiebureaus genoeg die bevreesd zijn voor eventuele weerstanden van consumenten te- de „Come to London"-campagne, een soort VW-actie, waarbij o.a. twee ne gerinnen buitenlanders uitnodigen naar de Engelse hoofdstad te komen. AI de belangrijke modehuizen hebben verder minstens één kleurlinge onder de mannequins voor het showen van de nieuwe collecties. De British Council overweegt op het ogenblik om gekleurde modellen naar Jamaica te sturen om daar Engelse kleding te showen. In Amerika verschijnt overigens al een paar jaar een tijdschrift speciaal voor negers, Ebony geheten, dat een miljoenen-oplage heeft en ook in Ne derland verkrijgbaar is. Het is een blad door en voor kleurlingen. Niet al leen de keuze van de artikelen, maar ook de advertenties tonen dit duide lijk. Het is verbluffend om bijvoorbeeld de reclame van de Amerikaanse grote automobielfabrieken te zien. Grote sleeën van auto's en daarbij char mant of sexy kijkende gekleurde fotomodellen. Precies dezelfde adver tenties als in andere bladen, alleen met negers. „Het cultuurplan van de Zeeuwse Culturele Raad is in derdaad een weinig ideolo gisch stuk. Het heeft geen vi sie. Allemaal best. Maar per soonlijk ben ik nogal benauwd voor ideologieën. Daarmee kun je alle kanten op. Ik ben pragmatisch ingesteld. We moeten in Zeeland eerst wat instrumenten hebben om het culturele leven op gang te brengen, dan zal de ideologie wel komen". In het oude patriciërshuis aan de I Dam in Middelburg zit de directeur I van de culturele raad, A. L. Borst, I temidden van een cultureel verleden I te werken aan de cultuur voor mor- I gen in de provincie van de toekomst. I Hij wil wel praten over het plan (het rode boekje van Mes), maar er vooral I iets mee doen. „We zijn met het I plan de boer op geweest om er met anderen over te praten en dat zal I in de komende tijd nog veel meer ge beuren. Maar wat me dan tegenvalt I is bijvoorbeeld het huilen van de fe- I deratie van jongerengroepen van de I PvdA over het cultuurplan onlangs I in Aardenburg. Juist van de jongeren I verwacht je een concrete doe-menta- I liteit, maar dit werkt mee aan de I grote vertraging. Voor termen als ,,al- I gemeen welzijn" e.d. koop je niet I veel". Twee gepolijste bureau's en een ta- I fel met paperassen in een barokke ka- I mer. Dat is alles. Het ene schilderij I aan de muur is verdwenen. Het was een Zeeuwse schilder, die een prijs I won. Hij kreeg zijn prijs, maar het be kroonde schilderij werd niet aange- I kocht. ,Toen heb ik 't maar gekocht". I Geen geld voor cultuur in Zeeland? I En dat zegt Borst, enigszins verras- I send misschien: „Geen geld is geen I probleem". Maar er volgt: „Het is een kwestie van keuze. En deze keuze I ligt niet primair bij de culturele ont- I plooiing. Toch doet de provincie pro- I centueel veel; relatief waarschijnlijk I wel het meest van alle provincies. I Dat komt omdat de gemeenten hier zo I klein zijn en zelf niets kunnen doen; alles moet dus van de provincie ko men. Als de provincie bijvoorbeeld de beroepskunst bij de uitvoeringen niet zo bleef steunen, zou het morgen af gelopen zijn. De gemeentegrens wijzigingen zal in de financiële positie verbetering brengen Is de nieuwe provinciale cultuurno ta Van de provincie Noord-Brabant een inspirerend model voor Zeeland? „Ja, het is een navolgenswaardig voorbeeld", zegt de Zeeuwse directeur „Daarin is duidelijk alles onderzocht. Er is hier nog te weinig onderzocht. Daarbij zou ik de nadruk willen leg gen op 't experiment als legaal middel tot onderzoek. Ik kan het mis hebben, maar wat ik in het Brabants rap port speur is een te grote socialisatie van de cultuur, waarbij de overheid ook 'n stuk van de uitvoerende werk- 2aamheden voor haar rekening wil nemen. Dat zal wel voor een deel voortkomen uit de wil van een over heid om steeds gedekt te willen zijn. De zin van de cultuur is juist het ongedekt zijn, anders is het ook met haar elasticiteit gedaan". Begint zich nu al af te tekenen wat er met het rode boekje gaat gebeuren? „Praten, ja. Op plaatselijk en provinciaal niveau. Maar dan niet zoals de PvdA-jongeren doen. Dat is 'n partij-politieke stunt, die wil afre kenen met een schuldgevoel uit het verleden, toen er alleen maar ge praat werd over; als ze maar te eten hebben. Bovendien moet je over des kundigheid beschikken als je er in partij-politieke relatie over wil dis cussiëren. Maar dan moeten aHe par tijen het samen opnemen. Maar ieder een kan meepraten over de culturele ontplooiing van dit gewest; daar is geen deskundigheid voor nodig. Het aantal reacties is ai groot. We staan open voor deze veelsoortige kri tiek. Deze zal aan de orde komen tij dens de vergadering van de culture le raad op 8 oktober". Door deze vergadering hoopt Zeeland ook een spits af te bijten, want er wordt sterk over gedacht om deze vergadering openbaar te maken. Tijdens de eerste maanden geleden te Middelburg, werd de vraag gesteld, waarom de raad steeds achter gesloten deuren moest vergaderen. In oktober wordt het ant woord waarschijnlijk gegeven. Direc teur Borst stelt zich van deze open baarheid echter niet zoveel voor. „Wie zal er komen? We maken het hoogstens de pers wat gemakkelijker binnen te komen oni direct verslag uit te kunnen brengen. Voor de rest Maar tevens moeten we ons tege lijk richten op actie-punten, met name op de instrumentering. Dat betekent geldbronnen aanboren en het samen ballen van mankracht en werken. Daaruit zullen primair creatieve cen tra en een goed geoutilleerd muziek onderwijs geboren moeten worden. Dan komt er tekening in de kaart. Ik wil geen kaart invullen; we moe ten het schetsmatig houden. Nee, aan de creatieve vorming bij het onder wijs kunnen we nog weinig beginnen, zolang wiskunde nog belangrijker is. Het systeem deugt niet. Ik ben overi gens bang voor een professionalise ring van al deze zaken. Zo langza merhand komen we terecht in een maatschappij, waarin zes betaalde mensen op een knopje drukken en de rest amuseert zich dan wel. Als je tegenwoordig ook maar één mond opendoet, staan ze direct klaar met: Daar moet een mannetje voor komen. Vooral de Opbouw-organen hebben daar een handje van. Ik: er moet werk komen. Ener moet geld komen; een cultuurfonds O ja, dat is ook zo iets. De nota van de F.J.C. verwijt de culturele raad, dat deze zich beperkt tot de „schone kunsten". Ik vind dat een kreet en de waarheidsgehalte van kreten wil ik niet peilen. „Alles is cultuur" is in dit verband ook zo'n kreet. Ik antwoord daar op: Dan moet je niet bij mij, maar bij de overheid wezen. Die is verantwoor delijk voor de totaliteit. Je moet een culturele raad niet van slag bren gen door deze te laten bemoeien met de totaliteit. Er moet wel voeling zijn met de totaliteit. Iedere afgrenzing van taken is uiteraard vrij willekeu- rig. Maar anders kun je niet wer ken. Ik ben een pragmaticus. Cul tuur en volksontwikkelingals ik de totaliteit wil zou ik me ook met schriftelijke cursussen moeten gaan bemoeien." De kritiek op de raad als een „een zijdig Middelburgs gezelschap". „Dat is historisch zo gegroeid, omdat de culturele raad hier gevestigd is en in Zeeland met zijn moeilijke verbindin gen hier de mensen het best bereik baar zijn. Maar er komt verande ring. Ook in de democratische sa menstelling. Er zijn nu bijvoorbeeld een beeldhouwer en een eigenaar van een of andere autoshop in het gezelschap opgenomen. Ook Terneu- zen hebben we om een afvaardiging gevraagd; maar daar horen we maar niets van. Ik ben blij dat in het cultuurplan de volgende zin is blijven staan (ik heb deze er met de grootste moeite in gekregen): Ten aanzien van de democratisering moet overigens de Raad zelf overwegen in hoeverre hij werkelijk de verschil lende sectoren uit het culturele leven vertegenwoordigt. „We moeten hier niet naar klein- Walcherense oplossingen zoeken. De culturele raad heeft ook zijn bemoeie nissen gehad met de ontwikkelingen in Oostburg, Axel en Terneuzen. Nu staan er voor Hulst weer interessan te plannen op stapel (multi - purpose- project). De zee blijft echter een bar rière. Door de geografische situatie en de geringe bevolking (300.000) blijft Zeeland op dit moment nog slecht bedeeld. Ik ben daarbij één van de directeuren in den lande, die zegt dat hij niet precies weet, wat hij wil. Wat ik wel weet nogmaals is dat we geld en mensen nodig hebben. Dan zit het er misschien iin de toekomst in, dat er bijvoorbeeld crea tieve centra uit geboren worden. Wat ei verder dan nog moet komen moet ja van de ontwikkeling af laten han gen". Zeeland zou misschien meer met Brabant samen kunnen doen. Waar om zou het Brabants Orkest bijvoor beeld geen Zuid-West Nederlands Or kest kunnen worden. Hetzelfde geldt voor Globe en Proloog. Brabant heeft nu het gevoel, dat deze provincie er alleen voor opdraait, terwijl ook Zee land ervan profiteert. Antwoord: „We wilen hier geen vaste band met een orkest of toneelgroep in subsidie- vorm. We kiezen voor de vrijheid. We kiezen voor het systeem van de uitkoopsom, waarvan de Zeeuwse provincie dan zwaar moet subsidië ren. We zijn dan ook niet zo gebonden en hebben een grotere keuze-mogelijk heid. We willen hier nog geen eigen instituten, want dat is een onbetaal bare zaak". En de plannen voor het stichten van een eigen kunstacademie? „Ja, de aanvraag ligt in Den Haag. Maar dat zal voorlopig wel stranden op Rijksfinanciën. Het zou overigens wel wenselijk zijn, dat dit een van de eerste instituten is, die Zeeland krijgt. Op deze wijze zijn we hier in staat een passend kader te kweken om de creatieve vorming van Zee land uit te bouwen. Dit kader zal van grote didactische betekenis kunnen zijn. Er trekken momenteel wel veel kun stenaars uit de Randstad weg om zich in Zeeland rustiger te vestigen". Dat is zo. De moeilijkheid blijft na tuurlijk, dat ze hier wel een rustig werkklimaat vinden, maar geen af zetmarkt. En dan komen ze in de contra - prestatie - regeling terecht". Een nieuw verzwarend hoofdstuk in het lofboek van de Zeeuwse culture le zorgen. Borst voegt daaraan toe, dat hij zich wel eens afvraagt of de ze kunstenaars, die hier de ballotage voor de coratra-prestatievergoeding wel halen deze ook elders gehaald zouden hebben „Er wordt veel gepraat, maar wei nig gedaan", verzucht Borst. „Bin nenkort zijn we negen jaar aan het praten over structuren en organen in structuren". En hij schudt nog een aantal rapport-termen uit zijn mouw. „Het struetuerele geweld, maakt me gek. Ik wil gewoon werken. En dan denk je steun te krijgen van jongeren. En wat gaan ze doen? Ge woon meewouwelen". Of om ten slotte zijn woorden te citeren uit het Zeeuws Tijdschrift: „Toekomstver kenningen zijn wel erg „in", maar beginnen hier en daar toch steeds met enige wrevel beluisterd te wor den. Immers, het voortdurend met de verre toekomst bezig zijn gaat soms op een alibi lijken, omdat men met de problemen van vandaag geen weg meer weet. De geseculariseerde hemel, waar in wij zalig niets doende, etende van gouden welvaartsbordjes, „begeleid" zullen worden door functionarissen als engelbewaar ders, deze hemel nu, die futuro logen ons weten te voorspellen, steekt nogal af bij de situatie van heden, waarin wij voorttobben met onder andere de BTW en der- zelve trieste gevolgen. Men weet nu, zo moppert men maar al te vaak, precies hoe het maatschap pelijk mechanisme in 2000 zal werken, maar dertig jaar daar voor is men nog niet in staat om het mechanisme van prijzen en lonen te beheersen. Wil men wre velige opmerkingen als boven staande ontgaan, dan zal men zich bij het verkennen van de toe komst bescheiden moeten opstel len, omdat wij nu praten tegen de mensen van vandaag, die er nog geen boodschap aan hebben en over mensen van morgen, die er nog niet bij betrokken kunnen worden". HENK EGBERS Nauwelijks bekend, bekend geweest of nog bekend zijn de auteurs, die in een nieuwe Meulenhoffreeks aan bod komen. De eerste deeltjes, die ver schenen zijn, waren voor ons over het algemeen een interessante ken nismaking of een hernieuwd lezen van teksten, die het meestal wel uit gehouden hebben. De 150 pagina's tellende boekjes zien er typografisch aantrekkelijk uit en zijn betaalbaar 5,per deel). De volgende auteurs kregen we ter inzage: Zamjatin, Apol- linaire, Cortazar, Wolkers en Grass. Vijf kanten van iedere omslag zijn benut voor goede informatie en illus tratie. Zamjatin is een Russische au teur, van wie onder de titel „Teken van Leven" een aantal verhalen bij eengebracht zijn, die grotendeels stammen uit de tijd 1917-1926, waar van ze de gruwelijke sfeer verwoor den. Navrant en ironisch tekent hij in een dromerige fantasiewereld het post-revolutionaire tijdvak als één grote kater. Zijn verteltrant zit vol associatieve gegevens, poëtische en schimmige gestalten. Realiteit en surrealistische beelden overlappen elkaar en vormen zo het navrante bestaan uit die jaren. „Geboren fi losofen. kinderen en het volk, zyn wijs op dezelfde wijze: omdat ze de zelfde domme vragen stellen. Dom alleen maar voor de beschaafde mens, met zijn gemeubileerde ka mers, z'n voortreffelijk closet en z'n prachtig aangeklede dogma", zegt hij. Tijdgenoten als Gorkij, Ilf en Pe- trov, Nabokov, Orwell en Huxley be wonderden hem of ondergingen zijn invloed. In het land zelf ontstond een grote hetze tegen hem. In 1931 richt hij zich in een (te lezen) brief aan Stalin met het verzoek het land te mogen verlaten. Dat mocht. In 1937 sterft hij te Parijs. In Rusland nog steeds doodgezwegen en in ons land nauwelijks bekend, vonden wij het boeiend met hem kennis te ma ken via dit bundeltje. Apollinaire (1880-1918) is nog on langs door onze vaderlandse recht bank als pornograaf gebrandmerkt, na een rechtsgeding dat het Nijmeeg se studentenblad kreeg aangespan nen. Buiten beschouwing gelaten of hij zo betiteld moet worden, is hij meer dan dat. Dat is te volgen in het bundeltje ,.Ketterpaus Cie", dat bevat een eerste Nederlandse vertaling van zijn proza uit de ver halenbundels L'Hérésiarque et Cle en Le poète assasiné, bundels uit res- I.' .'Ill i f Ot afschuwelijkste uit Jan Wolkers pectievelijk 1910 en 1916. De verha len bljjven zestig jaar later leesbaar Er is sprake van een bizarre fanta sie, dikwijls volgespoten met gif; soms nogal goedkoop, vaak verras send. Poëzie en banaliteit vinden el kaar. Verkerend in de kringen van schilders als Matisse, Van Dongen, Picasso, Braque, Dufy, Vlaminck, als ontdekker van Rousseau le Dou anier en als pleitbezorger van De Sade had dit gevolgen voor zijn sti listische vormgevingen (of omge keerd?). Een onuitputtelijke fanta sie. die boeit en irriteert, „schildert" deze verhalenreeks. Een surrealistische fantasie bepa len ook de verhalen van de nog le vende auteur en in ons land welbe kende Julio Cortazan (Het kwijlen van de duivel b.v.). „Brief aan een meisje in Parijs" is de titel van de ze bundel naar het eerst opgenomen verhaal, waarin konijntjes worden gebraakt. Met Paz en Bunuel verte genwoordigt hij momenteel de avant- garde van Latijns Amerika. Hij han teert de taal en zijn fantasie met meesterschap. De verhalen zijn ty pisch door hun leegheid, die er te vens de volheid van uitmaakt. Dro men en hallucinaties verwijzen naar een alledaagse realiteit en de loze realiteit lost zich op in een dromen de fantasie. Hij legt verbindingen, waar ze niet zijn of toch dat ligt aan de lezer. Persoonlijk hebben wij aan dit bundeltje veel genoegen be leefd. „Kat en muis, een herdruk van het bekende boek van Günter Grass. (Katz und Maus). Het is begrijpelijk dat velen niet door zijn eersteling „Die Blechtrommel" heen gekomen zijn en daarom ook maar niet aan dit tweede boek begonnen zijn. Hoe wel er van deze novelle een nóg goedkopere uitgave verscheen, blijft het aanbevelenswaardig om er via deze serie kennis van te nemen. De belevenissen van beide gymnasias ten in het Duitsland van de tweede wereldoorlog is niet zo lokaal- en tijdgebonden. Zijn meedogenloze kri tische ironie tekent algemeen mense lijke en maatschappelijke gegevens, die uitstijgen boven plaats en tijd. Dit boekje is in vele opzichten dub belzinnig, hetgeen een enkeling mo gelijk wat zal shockeren, maar de zin van de dubbele zin is afhankelijk van het leesvermogen. Het is de moeite waard dat hieraan te beste den. Van Jan Wolkers zijn een aantal verhalen bijeengebracht uit Podium, Serpentina's petticoat, Gesponnen Suiker, De hond met de blauwe tong en Horrible Tango. Een dwarsdoor- snee van zijn gehele werk, gebun deld met de titel „Het afschuwelijk ste uit Jan Wolkers". We zullen deze tendentieuze titel maar laten voor wat ze is, de vraag is of hier niet alleen het afschuwelijkste maar ook het beste van Wolkers bijeengebracht is. Blijft: zijn beeldend schrijversta lent. voor de rest is het voor een groot stuk een historische anekdote geworden. „De verschrikkelijke sneeuwman" bleef voor ons over eind als een knap verhaal, maar b.v. „Mattekeesje" en „De wet op het kleinbedrijf' als goedkope en stoere vulgariteit, waarvan het shockeffect alleen niet meer voldoende is om kwaliteit te handhaven. Voor een stuk heeft Wolkers met deze verhalen een bijdrage geleverd in een bepaalde ontwikkeling. maar wat ons betreft was een herdruk van dit alles overbodig. Maar waar schijnlijk zijn er velen, die nog niet aan Wolkers toe zijn. H.E.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 31