PROF. DR. L. KUKENHEIM IN LEIDEN DE MAAT VOL VOOR DE UNIVERSITEIT House niet gezien.... house of enqian Polen 30 jaar geleden door Nazi's veroverd Het weer in de afgelopen zomer maanden PARIS TANGWENA-STAM CONTRA IAN SMITH c'est nbank uw geld ®r ons doen? ht voor Overbelasting Voorhistorisch graf ontdekt in Spanje AASGIEREN ZWAARD BEZIG HOUDEN „We laten ons niet verjagen - Hier wonen de geesten van onze voorvaderen" 14 DE STEM VAN DINSDAG 2 SEPTEMBER 1969 9 jk voor al onze heden naar de iedereen de zelen; bovendien n, dus altijd wel CB 69-05 een doorwrochte leerken- :t geen echt suède is. Velen t ook duurder vooral omdat goeie borg voering in zit. 28). n. Hij' zal deze broek veel want hij is gemaakt van vollen flanel. Ideaal Voor agens, f24,50 (maat 122). grappig model met rits en Gemaakt van prachtige zich graag laat dragen èn (maat 116) ;eker, de hoge (spaanse) hoog mode, deze winter, mrlijk zwart, het materiaal: 25,50 (maat 140). ivers. Geen jongens-garde- t zonder een coltrui, ideaal ils hij ook nog contrast zoals deze 100% Shetland deuren: f 15,50 (maat 140) pantalon. Met wijd uit- Kost f 22,- (maat 140) en de leuke ceintuur er voor (Van een onzer redacteuren) LEIDEN Er heerst toenemendee onrust in de univer sitaire wereld. Massificatie is er de hoofdoorzaak van. Stu- 8enten en docenten gaan er onder gebukt. De toegang tot de niversiteit wordt verruimd. Juist in een periode dat zij de geboortengolf moet opvangen. Er komen daardoor jongelui jaar de universiteit wier vooropleiding onvoldoende is. Op ^et moment dat de universiteit uit haar krachten is gegroeid, rijgt ze nieuwe lasten te dragen. Bomen moeten worden gesnoeid om ze tot volle wasdom te laten komen. In een bos moet worden gerooid om de krachtige en levensvatbare gewas- en de ruimte te geven. Men zal de universiteit de mogelijkheid moeten ge- jen zich te ontdoen van studenten wier studieresultaten te kort schieten, ieker als men haar verplicht meer en meer studenten op te nemen. De Leidse universiteit telt nu leer dan 10 000 studenten. De ge- irenzone is bereikt. Men leeft er te dicht op elkaar. Dat bevordert je agressiviteit. Het universitaire ïdrijf dreigt onbestuurbaar te wor- in. De papieren rompslomp neemt irustbarende vormen aan. Steeds leer verplichtingen die niet rccht- Ireeks met de leeropdracht te ma- jen hebben, drukken als 'n loden 1st op de docenten. De traagheid in de ambtelijke molens en per- sctionisme zijn grote vijanden, ik van het academisch bedrijf. [Sommige verlangens van de stu- enten zijn alleszins redelijk. De ^assacolleges zouden moeten wor- en vervangen door kleine werk- foepen, Dat zou het. contact tus- en docent eri studenten bevorde- en. Maar dat eist een aanzienlijke Jtbreiding van het docentenkorps. Er is geen geld voor!. ]Het is terecht dat de studenten pspraal: willen bij de organisatie het onderwijs. Zij zijn van |et huidige systeem de dupe. Zij innen op dit terrein als deskun- Igen worden beschouwd. Ze zijn plfs de enige deskundigen, om it ze het hele studieprogramma (eemaken. Ook zijn ze in hoge mate in jaat te oordelen over de sociale orzieningen die voor hen dienen te worden getroffen. Zij alleen ken- in de noden immers van zeer na- Pi J„Hun deskundigheid wordt ech ter zeer twijfelachtig als het er om at de inhoud van een vak te be llen. Nog twijfelachtiger is hun deskundigheid als benoemingen aan de orde zijn en beheersproblemen zich voordoen. Beheren is een apart vak. Hier zijn studenten even incompetent als trampassagiers die de wagenbestuurders zouden moe ten kiezen. „De studenten verla ten na enige tijd de universiteit. Ve len zitten, dat blijkt tussentijds, ge woon in de verkeerde tram". Er is een essentieel verschil tus sen de fluctuerende studentenbe volking van een universiteit, een he- Arogene massa, en de mensen die een binding voor het leven aan gaan met die universiteit en die ^ch geheel aan onderwijs en on- ferzoek willen wijden. Die studenten hebben een ge meenschappelijk kenmerk. Ze heb ben allen een collegekaart. Maar er zijn talloze studenten die „al leen maar" hun diploma willen ha len. Die hard moeten studeren om hun student-zijn waar te maken. Zij willen verder komen in de maatschappij die zij kennen en ma ken zich helemaal niet druk over een maatschappij die vagelijk door het hoofd speelt van hervormers, meer geïnspireerd door mystiek dan begaafd met zin voor werkelijk heid, meer gewapend met ideolo gieën dan met ervaring, beter voorzien van leuzen dan van bruik bare ideeën. Oeverloze discussies waarbij men woorden gebruikt zonder dat men 't over hun betekenis en inhoud eens verwerven met voortdurende in spanning van alle krachten. En dan spreekt men smalend van „vakidio tie", waartoe de universiteit op leidt- Smalend degradeert men die universiteit dan tot „kennisfabriek" Als wij echter praktisch zouden willen zijn dan moeten we begrij pen dat niet met „een schone lei" kan worden begonnen, noch met het leggen van grondslagen. De lei is niet schoon te krijgen en er is al tijd een gegeven situatie. Daarop dient men voort te bouwen. „Opgedrongen dogmatisme is in strijd met de traditionele liberale geest van de Leidse universiteit. Die is verdraagzaam en geeft vol op gelegenheid tot vrije menings uiting. Dit impliceert ook, dat er een mogelijkheid moet zijn voor de individu om aan de dwang van Professor dr. L. Kukenheim Ezn heeft gisteren het ambt van rector- magnificus van de Leidse Universiteit, de oudste instelling van we tenschappelijk hoger onderwijs in ons land, overgedragen aan professor dr. J, Goslings. Hij deed dat in een „traditionele" overdrachtsrede, die wat inhoud en felheid betreft met de geijkte traditie heeft gebroken. Hij deed dat met begrip voor de zakelijke argumenten van de studenten-oppositie, maar met volstrekte afwijzing van oppositie om de oppositie zelf. Hij deed dat met een groot gevoel van verantwoor delijkheid voor de problemen waarmee in toenemende mate het do centencorps heeft te worstelen. Met afwijzing van het beroep dat „de buitenwereld" steeds sterker gaat doen op de tijd, de deskundigheid en de werkkracht van allen die in het universitaire bedrijf zijn op genomen. De Nederlandse Universiteit is op de verkeerde weg. Dat is de con clusie die men uit zijn peroratie moet trekken. Niet alleen de studenten oppositie is daaraan schuld. Ook de vloed van studenten die zij niet meer behoorlijk kan opvangen en begeleiden, ook de ambtelijke administratieve papierwinkel, ook het steeds verder vervagen van de „taak" van de Universiteit spelen een belangrijke negatieve rol. Veelzeggend is het motto dat de scheidende rector voor zijn „harte- kreet" gebruikte, Jesaja 49.17: „Uwe verstoorders en uwe verwoesters zullen van U uitgaan." is. Miljoenen guldens aan man uren zijn het afgelopen academisch jaar verpraat, in notulen verdwe nen. „Gesprekken worden onvrucht baar en woorden verliezen hun zin als „destructief" tot „constructief" wordt omgepraat, als „bezetters" als „bevrijders" worden geprezen". Het behalen van praktische resul taten wordt ernstig belemmerd door een permanente behoefte aan theoretische grondslagen en een zwelgen in vaagheden. Vak manschap immers kan men alleen groepssystemen te ontkomen". De taak van de Universiteit in een wereld van geweld kan niet zijn geweld aan geweld toe te voegen. Haar plicht is onwetendheid te be strijden. Zij wil informatie geven, ook over zichzelf. De rëele meoi- lijkheden worden allerminst ver licht als geen deskundigheid aanwe zig is en als blinde agressiviteit steeds weer aanstuurt op nieuwe conflicten. Daarbij is onthullend dat publikaties van de Studenten Vak Beweging, vooral cahier nummer 3, bewijzen dat in bepaalde geval len de interesse voor het universi taire bestel slechts een voorwend sel is om te komen tot revolutie. Het wetenschappelijk korps is overbelast. Er is een vloed van studenten, van vergaderingen, van verzoeken die men moet beantwoor den, van adviezen die moeten wor den uitgebracht over rapporten van de regering of van de Acade mische Raad. In korte tijd ver schenen: het rapport-Maris, het rapport-van Os, het rapport-Pos- thumus, het rapport-Dalmulder, het rapport-Van Overbeek, het rapport- Rooy, het rapport-Wester! De Academische Raad produ ceerde vorig jaar een pak papier van 1947 gestencilde vellen, ruim drieen een halve kilo! De rapporten in brochurevorm niet meegerekend. Dossiers breiden zich op verbazing wekkende manier uit. Iedereen moet in alles gekend worden. Al les moet worden „doorgespeeld". De vermenigvuldiging van de pro cedures schijnt eindeloos- Maar er komt zo langzamerhand een einde aan de bereidwilligheid van de docenten nog meer taken op zich te nemen. Zij hebben weinig of geen tijd meer om onderwijs te ge ven. En het is binnen hun eigenlij ke taak al zo moeilijk een even wicht te vinden tussen college ge ven en onderzoek, lezingen beluis teren en ze zelf houden, commissie vergaderingen bijwonen en serieus voorbereiden. „De universiteit kan niet door gaan met de taak over te nemen van de middelbare scholen, waar deze te kort schieten in de voorop leiding en voelt niet de behoefte om Berlitz-scholen en Schoevers' instituten concurrentie aan te doen". Niet alleen zal een academische carrière steeds minder aantrekke lijk worden. Landelijk is er zelfs nu al een vertrek uit het weten schappelijk korps. Men kan ver wachten dat steeds meer leden van dit korps een goed heenkomen zul len zoeken, als hun te weinig arm slag geboden wordt, als elke be slissing een reeks vergaderingen noodzakelijk maakt. Het aantal ver gaderingen heeft een epidemisch karakter. „Bij de docenten individueel en bij de Universiteit als geheel is de maat vol!". (ADVERTENTIE) Wij, van House of England, hebben eens getracht wat goedkopere kostuums in te kopen. Gelukkig voor u is het bij een poging gebleven. Wij zijn zó geschrokken van de slordige manier waarop goedkope stoffen met zéér alge mene dessins tot kostuums verwerkt worden, dat we besloten onze klanten hier nooit mee de deur uit te sturen. Daarom zijn we bij onze oude stelregel gebleven: House of England verkoopt zijn kostuums voor het geld dat ze waard zijn. De exclusiviteit (slechts 18 stuks per dessin) krijgt u erbij cadeau. Er is ook geen noodzaak om ze hoger te prijzen om ze tijdens de opruiming voor bijv. ioo.- minder als koopjes van de hand te doen, want House of England ruimt niet op. Wij zetten onze zaken liever op de degelijke, moderne voet voort. Dat bezorgt ons geen ge wetenswroeging. Nee, House niet gezien... u toch ook niet? alleen het allernieuwste, alleen het allerbeste Overal in Nederland vlakbij: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Eindhoven, Arnhem, Hilversum, Maastricht, Breda, Alkmaar, Groningen, Bussum. (Van onze redactie buitenland) SANTANDER Een groep Ame rikaanse en Spaanse archeologen heeft in de omgeving van Santander in Spanje in een grot het graf ge vonden van een zogenaamde holen- mens. In het graf troffen geleerden het vrij goed geconserveerde fossiele lijk van een volwassen persoon aan. Op dezelfde plaats heeft men ook nog een graf gevonden waarvan de af drukken doen vermoeden, dat het van een kind is geweest. Aan de jong ste ontdekking wordt een grote waar de gehecht. WARSCHAU (AP) Maandag dertig jaar geleden begon om 04.45 uur de Tweede Wereldoorlog nadat de nazitroepen Polen waren binnengevallen. Sergeant Edward Luczynski werd in het Westerplatte-garnizoen bij de haven van Danzig uit zijn bed geworpen door drie dynamiet- ontploffingen. En hij wist dat het oorlog was toen de mitrailleur kogels overal insloegen. Tadeusz Orzechowski, inspecteur bij de Poolse douane, lag op zijn buik. Het bloed stroomde uit zijn oor. Het gevolg van een trap tegen zijn hoofd, die hij van een S.A.'er had gekregen. ïn het zuiden van Polen werd majoor Franciszek Skibinski gewekt door het gedreun van zware bommenwerpers en het inslaan van bommen op het vliegveld Krakau. Hij holde naar het hoofdkwartier van de 10e cavaleriebrigade om orders te halen. Uit het noorden, westen en zuiden rukten Duitsers te voet, in tanks en in vliegtuigen Polen binnen om meer „Lebensraum" te veroveren voor de op macht beluste Fuhrer. Ondanks dapper optreden van som mige Poolse eenheden hadden de in aantal en techniek oppermachtige Duitsers reeds in de eerste week de Poolse verdediging ontwricht en 19 sept. moest het grootste deel van het leger capituleren. Een aantal eenhe den hield echter stand tot begin ok tober. De 42 Duitse divisies rekenden snel af met de 35 Poolse divisies, waar van de meeste niet gemotoriseerd waren. In de lucht hadden de 1.500 toestellen van Hermann Goering bin nen 48 uur afgerekend met de 400 Poolse vliegtuigen. Toen de Poolse nederlaag zich be gon af te tekenen, trokken half sep tember als aasgieren de Sowjetlegers binnen. Dit gebeurde op grond van het op 23 aug. met Duitsland geslo ten non-agressieverdrag en een ge heim protocol over de verdeling van Polen. De militaire positie van Polen was onhoudbaar, speciaal nadat Hitler in maart 1939 Tsjechoslowakije had be zet en de regering te Warschau dus van drie kanten omsingeld was. Misschien was nog fataler het blin de vertrouwen van Polen, dat Frank rijk en Groot Brittannië te hulp zouden komen. De werkloosheid van deze twee landen aan het westelijke front stelden de Duitsers in staat DEN HAAG (ANP) De drie zo mermaanden juni, juli en augustus hebben ditmaal meer warm weer gebracht dan de laatste jaren het ge val is geweest, aldus heeft het KN MI meegedeeld. Vooral tussen 12 juli en 13 augus tus bereikte de temperatuur herhaal delijk zomerse waarden. In De Bilt Werden deze drie maanden in totaal 23 zomerse dagen opgetekend waar op de temperatuur tot 25 graden of meer opliep, tegen negentien van de ze warme dagen normaal. Het was voor het eerst sinds 1959 dat het aan tal zomerse dagen groter is dan nor maal en ook, dat de gemiddelde tem peratuur van de zomer hoger is dan de normale waarde. Juli was de warmste maand en augustus bleef daar maar weinig on der. De zon heeft te De Bilt 595 uur geschenen tegen 607 uur normaal. Ook deze zomer was dus wat aan de sombere kant. Na de bijzonder zon nige zomer van 1959 zijn te De Bilt alle zomers op die van 1967 na te somber geweest. Gemiddeld over het gehele land is ruim 250 mm. regen gevallen tegen 214 mm. normaal. Augustus was een bijzonder natte maand, gemiddeld viel toen onge veer 150 mm. regen nadat juni en juli samen 102 mm. regen hadden opgeleverd. Zowel te Vlissingen als te Maastricht kan van de natste au gustus worden gesproken sedert het begin der metingen van de neerslag meer dan een eeuw geleden hun volledige aandacht te schenken aan de Blitz-krieg in het oosten. Maar te Westerplatte gaven sgt. Luczynski en nog 181 militairen het voorbeeld van koppige en heldhaftige tegenstand dat het Poolse geduren de de gehele bezetting zou onderschei den. Ofschoon slechts beschikkend over voorraden voor 12 uur hield het gar nizoen zeven dagen stand. Van alle kanten werd de sterkte dagelijks be stookt o.a- door een slagschip op slechts 800 m afstand. Door dysenterie, gebrek aan voed sel en munitie moesten de mannen capituleren. De verdedigers hadden slechts 15 man verloren maar hon derden Duitsers gedood. Luczynski, die nu 54 en brandweer inspecteur bij de Poolse spoorwegen is, herinnert zich hoe de garnizoens commandant majoor Henryk Suchar- ski zijn zwaard aan een Duitse gene raal had aangeboden als teken van de capitualtie. „Die generaal wilde het niet aan nemen. Hij salueerde voor de majoor en vertelde hem het zwaard te hou den, omdat hij een dapper soldaat was. Sucharski heeft het de gehele tijd dat hij krijgsgevangene was het zwaard mogen houden totdat hij door de Amerikanen in een krijgsgevan genenkamp werd bevrijd". De vroegere inspecteur der douane Orzechowski herinnert zich nog le vendig hoe hij en nog negen doua neambtenaren door een groep S.S- 'ers gevangen werd genomen aan de grens tussen Danzig (nu het Poolse Gdansk) en de toenmalige Duitse stad Marienburg (nu Marbork). „Nadat zij ons tegen de grond ge knuppeld hadden stonden zij daar hun halfautomatische wapens op ons gericht. De man die mij bedreigde zag er uit als een wilde. Zijn vinger trilde aan de trekker. God zij dank kwam er op dat ogenblik een aantal Duitse legerofficieren toehollen die ze weerhielden ons neer te schie ten". „Maar er waren geen legerofficie ren in de buurt om te verhinderen, dat een aantal andere S.S.'ers even later in een naburige plaats 21 spoor wegmensen en douanebeambten neer schoten. Zij hadden een troepentran sporttrein laten ontsporen- Zij behoor den zekeT tot de eerste slachtoffers die de nazi's in de oorlog vermoor den". Orzechowski (56) is nu bij de bouw- inspectie te Gdansk. De toenmalige majoor Skibinski, die nu gepensio neerd generaal-majoor is, heeft on der de overweldigende druk van het Duitse 22ste Panzerkorps zich lang zaam uit de Poolse bergen terug moeten trekken. „Wij hebben de Duit sers een aantal malen fors te pakken gehad. Helaas vormden wij de eni ge gepantserde brigade in het leger. Onze taak was de Duitsers bezig te houden om de Fransen en de Britten in het westen in staat te stellen toe te slaan. Toen de geallieerden op 3 sept. Duitsland de oorlog verklaarden gaf ons dit nieuwe hoop, welke wij tot het eind hebben weten te behou den". De eenheid van Skibinski wist zon der haar tanks, welke of verloren gin gen of zonder brandstof geraakten, naar Hongarije te vluchten en werd later opnieuw in Frankrijk en Schot land geformeerd. Zij nam deel aan de invasie in Normandië. Aan het eind van de oorlog had een detache ment van zijn eenheid het genoegen gesmaakt de Duitse capitulatie van Wilhelmshaven in ontvangst te mo gen nemen. (Van onze correspondent Lucas Kleijn) Bonjour madame, zeg ik iedere ochtend tegen de vrouw van mijn boekhandelaar, waar ik de kranten en tijdschriften koop. C'a va? Hoe gaat het? En dan is altijd, haast zonder uit zondering, het antwoord: C a va, pas trop mal. Niet slecht. Tot me dat op een keer begon te vervelen, want ik weetdat de zaken in dat vroeger zo kleine boekwinkeltje uitstekend gaan en dat er van jaar tot jaar wordt uitgebreid met nieuw per soneel en verbouwingen. Madame, zei ik op een keer, toen er in de vakantietijd weinig klanten waren en er tijd was voor een praatje. Hoe komt dat toch? Als wij in Neder land aan elkaar vragen hoe het gaat, dan zeggen de meeste mensen: goed, of zelfs: best. Het gaat de Fransen toch waarachtig niet zo beroerd, dat ze dag en nacht steen en been moeten klagen. Dat zal ik u vertellen, zei madame, moeder van drie begaafde jongens die al over turf hoogte heen zijn. Om zeven uur, als de motorrijders de zware pakken kranten uoor de deur op het trottoir hebben gedeponeerd, haal ik de ijzeren hekken van de eta lages vandaan en ga zitten wachten op de eerste klanten. Dat duurtzo tot een uur of tien en dan ben ik wel door de meeste kranten heen. U be hoort tot de weinigen, die uit volle borst bonjour madame roepen als zij de winkel binnenkomen. De meeste Fransen zeggen geen stom woord. Ze leggen met een som ber oe-oe-oe de vijftig centimes op de toonbank, pakken hun lijfblad en verdwijnen zonder ook maar één wonr, van goeiendag te zeggen. En als er een bij wijze van uitzondering zijn mond wat meer open doet, is het een en al scepticisme. Zo zijn wij Fransen nu eenmaal. Het zou God verzoeken zijn om te zeggen, dat het goed gaat. Want stel je voor, dat toevallig de ontvanger van de belastingen in de buurt staat en hoort zeggen, dat het die of die goed gaat. Dan zou hij allicht op het idee kunnen komen zijn dossiers na te pluizen om te kijken of die man, wie het zo goed gaat, wel al zijn in komsten precies heeft opgegeven. En verder weet je nooit, wat er in de loop van de dag kan gebeuren. Om zeven uur 'smorgens kun je spring levend maar een uur later ziek of dood zijn. 's Morgens vroeg kan de zon schijnen, maar wie zegt, dat het straks niet gaat plasregenen of dat de bliksem ergens inslaat? Een vrouw in blijde verwachting verwacht ook hier in Frankrijk een Jiewreux eve nement", maar die blijdschap ivordt negen maanden lang getemperd door de angst van alle dagen, of het kind wel recht van lijf en leden ter wereld zal komen en of het geen erfelijke ziekte van voorgeslachten zal mee brengen. Vakantiegangers kunnen urenlang zwijgend naast elkaar in een en het zelfde compartiment zitten. Ze zullen pas hun mond open doen tegen de tijd, dat de trein het eindstation bin nen rijdt, want immers kun je onder weg nooit weten wat er gebeurt. Een koppeling kan breken, de hele trein kan ontsporen, een kind kan bij de tunnel zijn hoofd uit het portier ste ken en op slag dood zijn. Een Franse boer zal nooit over zijn land lopen en zeggen, dat zijn graan of zijn wijn ranken er mooi bij staan, want straks of anders morgen kan er een hagelbui komen, die de hele zaak grondig ver nielt. De Fransman is een scepticus. Al thans in een grote stad als Parijs. Wat hem in de mond bestorven ligt is „bon courage", hou maar moed. Want al leen de hemel weet, wat er allemaal voor beroerdigheden voor ons in het vat liggen. Gedurende zijn lange onder handelingen met Engeland heeft Ian Smith, de Rhodesische pre mier, altijd hoog opgegeven over de steun, die hij kreeg van de stamhoofden. Maar nu, bericht een speciale correspondent uit Salisbury ons, heeft de regering door haar landverdelingspolitiek een stamhoofd tot een bittere vij and gemaakt. SALISBURY Ongeveer 300 Afrikaanse stamleden en hun families, die op het punt staan om verdreven te worden uit hun traditionele berggebie den in het oosten van Rhode- sië, bereiden zich er op voor om iedere poging van de rege ring om hen te verwijderen te weerstaan. De Tangwena stam, die reeds woonde op een afgelegen gebied van de enorme in blank bezit zijnde Gae- resi-ranch, voordat de Engelsen naar Rhodesië kwamen, hebben bevel ge kregen om weg te gaan en om een nieuwe nederzetting te accepteren in een nabijgelegen stamland nog voor 't einde van deze maand. Krachtens de nieuwe wet op de landverdeling is het tehuis van de stam nu „Europees land". Terwijl de regering bezig is om een weg te hakken door de woes te bergen, ter voorbereiding van de gedwongen verhuizing, organiseert de 60 jaar oude stamchef, Rekayi Tan gwena, het lijdelijk verzet tegen de regeringsambtenaren die hem en zijn stam zullen weg voeren. De stamleden zullen niet gaan vechten met de ambtenaren. Zij zullen gaan zitten en weigeren ook maar een stap te ver zetten. „We zullen ons tot de dood verzetten", aldus het stamhoofd. „Als zij ons met geweld verwij deren dan komen wij terug". We moe ten hier leven. De geesten van onze voorvaderen zijn in deze heuvels en onze opperhoofden liggen in de heu vels begraven We zullen deze streek nooit verlaten Dit is ons huis en we sterven liever dan dat we ergens an ders zouden moeten wonen". De strijd van de Tangwena stam om haar woeste berggebied te mo gen behouden begon in 1967. toen de eerste pogingen werden gedaan om hen te verplaatsen naar een ge bied voor Afrikanen. Opperhoofd Tangwena weigerde te gaan en kreeg een boete van 300 gulden, die hij be taalde. Zes maanden later kreeg hij weer een boete van 300 gulden. Dit maal ging hij in beroep en won. Het hof besliste dat de Tangwena stam reeds voor 1902 op het, land woonde, nog voor de koopakte aan de Frans- Britse Mat.ebele-land maatschappij werd gegeven. De stam kon nu al leen nog maar verdreven worden door een regeringsbevel. Dit bevel is nu uitgevaardigd en moet voor het eind van deze maand gehoordzaamd worden. Besprekingen tussen regeringsamb tenaren en stamleden zijn op niets uitgelopen. Opperhoofd Tangwena, die door zijn volk gekozen is, maar die niet door de regering erkend wordt, beschuldigt de regering ervan, dat zij hem heeft proberen om te kopen met 250 gulden plus een erkenning van zijn leidersschap door de rege ring, als hij zijn volk kon overreden om te vertrekken. Met zijn grote grijze baard en ge kleed in verkreukelde kleren sprak het opperhoofd zijn volk op de berg hellingen toe en verklaarde hun de toestand. Hij waarschuwde hun er voor, dat zij de autoriteiten niet uit moesten dagen en ook geen geweld moesten gebruiken Maar de menig te begon te juichen, toen hij eraan toevoegde. „Wij blijven zitten en we verzetten geen voet". De regering heeft ook alle pogin gen om tot een schikking te komen afgewezen Er bestaat in Rhodesië en ook elders veel medeleven met het lot van de Tangwena Een aantal mensen en organisaties hebben aan geboden om het land van de huidi ge eigenaar, William Hamner, te ko pen en het aan de stam te geven, als de regering hen tot Afrikaans gebied wil verklaren. Maar de regering, die bang is voor het scheppen van een precedent, staat dit niet toe. Het kleine dorp van de stam is niet via een weg bereikbaar, misschien wel per jeep. Toen het op perhoofd in 1967 in het gerechtshof moest verschijnen liepen hij en vijf bejaarde stamleden 's-nachts 50 kilo meter door de stromende regen om de volgende dag in de gerechtszaal te verschijnen. Zelfs met hun medewerking zou het transport van de bijna 300 families van de Tangwena-stam met hun vee en hun bezittingen langs de steile bergpaden een riskante zaak zijn. Zonder hun medewerking is dit nog riskanter. (Copyright The Guardian-De Stem).

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 7