Geweld - en de dubbele
bodem van de moraal
Toen de derde dinsdag ansa?""»
in september nog een R ODE was...
Ditmaal gewaarschuwd
Achttien jaar voldoende
Goedkope sanering
Politieke moord
waarop zij
politiek stoelen?
Begrijpen een
Den Uyl of
een Vondeling
werkelijk iets
van de bodem
GERECHTIGHEID
ACTUEEL
DUIDELIJK
19
21
N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN[PEILINGEN ....PEILINGEN IMGSN'^VEILI
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIU
•EN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN .PEILINGEN PEILINGEN PJ'LJNGEN PEILNGEN ^PEIUNGEN PEILIUGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN Ktii
Jan Oudegeest, vakbewegingsman en tenslotte voorzitter van de SDAP, „verklaart"
arbeiders de actiepunten van zijn partij.
Staat u mij toe» dat ik het waag duidelijk en zonder om
wegen te zeggen: ik heb respect voor hen die door hun ge
weten gedreven zich gedwongen zien te kiezen voor het
gebruik van geweld niet het al te gemakkelijke geweld
van de „salon-guerilleros", maar het geweld van hen die
hun oprechtheid door het offer van hun leven hebben be
wezen. Het komt mij voor dat de nagedachtenis van Ca-
millo Torres en Che Guevara evenveel eerbied verdiept
als die van dominee Martin Luther King. Wie ik aanklaag,
dat zijn de eigenlijke geweldplegers en allen die, ter rech
ter of ter linker zijde, de gerechtighid schade doen en de
vrede verhinderen. Ik voor mij meen de weg te moeten
gaan van een pelgrim voor de vrede: ikzelf wil duizend
maal liever omgebracht worden dan zelf doden".
(Bisschop Helder Camara geciteerd uit
Junge Kirche 29, 1968 (7), 439).
Zo luidde het antwoord van de
kleine, dynamische Braziliaanse
fechop, die naar de laatste we
ken bekend werd, moeilijkheden
met „Rome" heeft gekregen
omdat hij zijn mond niet kan, en
niet wil houden, op de vraag: Is
feweld de enige uitweg?
Bisschop Camara die in het
katijns-Amerika van vandaag
een centrale figuur aan het wor
den is in de discussie (en de
strijd) om sociale rechten voor
de onderdrukte massa's is
®et deze woorden geciteerd in de
Paperback „De rijke christenen
en de arme Lazarus", waarin de
Westduitser H. Gollwitzer enige
consequenties trekt uit de (hal-
ve) besluiten van Uppsala.
.Be christelijke kerken, vere-
jj'Sd in de Wereldraad, hebben
daar, in juli van het vorig jaar,
voor het eerst ontdekt en ook ge
jogd, dat zij een boodschap heb-
opn voor de wereld en de politi-
C1 die haar regeren. Maar de
eisen die in Uppsala gesteld zijn,
"loeten door de kerken nog waar
gomaakt worden. Eisen die voor
al gericht waren tot de „ontwik-
kolde" wereld- tot de „rijke
christenen", die verplichtingen
hebben ten opzichte van de ont
wikkelingslanden, de derde we
reld, de „arme Lazarus".
Voor wat betreft het wereld
deel van- bisschop Camara zijn
vooral twee gezichtspunten in de
discussie rond. Het Geweld (bij
de revolutie), die Gollwitzer naar
voren brengt, belangwekkend.
Het ene is de gedachte, hier
boven reeds uitgesproken door
Helder Camara zelf, en waar
over Gollwitzer schrijft: „Waar
om is er in het genoemde ver
slag uit Uppsala (van sectie IV,
over oorlog en vrede) met geen
woord van gerept, dat het initia
tief tot het geweld toch niet uit
gaat van de revolutionairen,
maar dat hun geweld een reac
tie is op het daaraan vooraf
gaande geweld waarmee de on
derdrukking gepaard gaat"?
Het tweede gezichtspunt be
treft het verschil (of niet) tussen
oorlogsgeweld en revolutionair
geweld. Gollwitzer: „Wie mili
taire dienstverenigbaar acht
met een christelijk leven en de
deelname aan een gewelddadige
revolutie niet, wie dus tegenover
de oorlog een niet-pacifistische
houding aanneemt en tegenover
de revolutie wel, houdt er een
dubbele moraal op na".
En wie durft te zeggen dat de
christenen hun handen afgehou
den hebben, maar ook nu afhou
den, van het oorlogsgeweld? En
protesten laten horen, uit naam
van Christus? Vietnam? Midden-
Oosten? Nigeria-Biafra? (En
waarom niet) Noord-Ierland?
Het is duidelijk dat een bemidde
lingspoging of een oproep tot
vrede van de paus alleen niet ge
noeg is.
Deze korte gedachtenschets
heeft slechts willen wijzen op de
dubbele bodem in een stuk chris
telijke moraal. Daartegenover
stelt Gollwitzer kernachtig:
Indien er al niet zonder gro
te zelfoverwinning geweld
moet worden toegestaan, dan
moet de rechtvaardige revolutie
de christen toch op zijn minst
dichter aan het hart liggen dan
de rechtvaardige oorlog".
Het woord van bisschop Cama
ra: „Ikzelf wil duizendmaal lie
ver omgebracht worden dan zelf
doden", mag hierbij echter nooit
vergeten worden. J. L.
(H. Gollwitzer: De rijke chris
tenen en de arme Lazarus, Uitg.
Boekencentrum n.v. Den Haag
f 5,90).
-e N.p.D. wekt steeds meer verontrusting in Duitsland en daarbuiten. De
denkbeelden van Führer Von Thadden, de vele SS'ers en andere oua-
nazi's in de leiding en het optreden van met knuppels, laarzen en helmen
uitgeruste N.P.D.-knokploegen roepen herinneringen op aan een zwart
verleden.
Geüniformeerde knokploegen zijn in West-Duitsiand bij de wet verbo
den, De Duitse justitie laat de lijfwacht van Von Thadden echter zijn gang
gaan. Dezelfde weifelende houding heeft in het begin van de dertiger
laren de S.A. en S.S. de kans gegeven de straat te veroveren.
Er zijn mensen, die zeggen dat de opkomst van de N.P.D. de schuld zou
zijn van pers en t.v. Er zou teveel aandacht aan de Duitse neo-nazi's be
steed worden. Er zijn ook mensen, nu nog, die volhouden dat ze pas na
]945 hebben ontdekt wat voor een figuur Hitler was, Ze hebben ons
nooit gewaarschuwd, zeggen ze.
Ditmaal zijn ze dan wel gewaarschuwd.
Opnieuw heeft de regering het advies gekregen de leeftijd van meer
derjarigheid te verlagen tot achttien jaar. Ditmaal kwam de aanbeve
ling van de Raad voor de Jeugdhervorming.
Jonge mensen moeten op achttienjarige leeftijd hun leven al in dienst
stellen van het vaderland. Dat geeft hun ook het recht hun leven op die
leeftijd naar eigen inzicht in te richten. Bovendien is het een feit, dat de
ionge man en vrouw van vandaag eerder „volwassen" wordt, lichamelijk,
maar ook geestelijk.
Vanzelfsprekend zullen er ook wel jongeren zijn bij wie de ontwikke
ling tot geestelijke rijpheid wat langer duurt. War dan nog? Er zijn ook
heel wat volwassenen, die nooit volwassen zijn geworden.
ruiker-oorlog. Brood-oorlog. Margarine-oorlog. En ga zo maar door.
Voor de consument heeft de huidige prijzenslag, die voornamelijk
tussen de grootwinkelbedrijven wordt gevoerd, wel een paar aantrekke
lijke kanten. Maar voor de hardwerkende kleine middenstander
De prijzenoorlogen van het ogenblik lijken moeilijk verenigbaar met een
geordend middenstandsbeleid. Tenzij dat beleid als eerste doel heeft de
sanering van de detailhandel, het geruisloos doen verdwijnen van kleine
winkeltjes, die geen reden van bestaan meer zouden hebben. Want dat
lukt aardig op het ogenblik En het voordeel van deze sanering is dat ze
Economische Zaken weinig geld kost.
Uuiveringwekkend is het drama, dat zich thans in Tsjechoslowakije rond
Alexander Dubcek afspeelt. De Slowaakse ex-partijleider, voor mil
joenen Tsjechoslowaken het symbool van de vrijheid, zit gevangen in het
web van intriges, dat de Russen en hun Tsjechoslowaakse handlangers ge
sponnen hebben. Dubcek loopt nog vrij rond maar de strop ligt al om zijn
nek en wordt iedere dag nauwer aangehaald.
De ene functie na de andere wordt hem ontnomen. De kritiek wordt
net de dag heviger. Vrienden verdwijnen van het politieke toneel; vijan
den bezetten nu de hoogste posten.
Het drama-Dubcek is politieke moord met voorbedachte rade volgens
beproefd Russisch recept. Misschien kan Dubcek de strop nog ontgaan. Mis
schien mag hij blijven leven als hij in 't openbaar schuld bekent en hielenlik
ker wordt van de bezetter van zijn land. Maar dan is zijn geest vermoord.
Wat de Russen ook denken te „bewijzen", niemand zal hen geloven.
Van deze politieke moord is heel de wereld getuige. Bij deze landgzame,
wrede marteling - tot - de - dood - erop - volgt kijkt heel de wereld toe.
Met afschuw en woede. Machteloze woede.
r s; 1 "BJ IS ~8 Een van de befaamde illustraties van Albert Hoeken,
vVan een onzer redacteuren)
TILBURG De geschiedenis van het georganiseerde de-
mocratisch-socialisme in ons land voor de oorlog, is het boei
ende, vaak met hartebloed gemaakte verhaal van de SDAP.
Het is, objectief beschouwd' de staalkaart van gebeurtenissen
die onder de drang van een nationale en internationale reali
teit in perspectief gezien logisch past in het totaalbeeld van
onze vaderlandse politieke geschiedenis.
Een historicus kan dat stuk, Maar zulk een benadering, hoe
voor velen onzer voor een groot wetenschappelijk ook, vertelt ons
deel nog contemporaine historie in feite niets van de opkomst en
kundig en met gebruik van een groei, de strijd en tegenslagen, de
deel van het onnoemelijk uitge- achtergronden van fouten en
breide bronnenmateriaal beschrij- hartstochten. Want juist die ge
ven. Dat is nuttig, omdat deze schiedenis van de SDAP opge-
generatie gewoon dient te we- richt door de „twaalf apostelen'
ten hoe het allemaal zo geworden °P 26 augustus 1894 is veel
meer dan een stuk droge historie.
Het is het verhaal van mannen en
vrouwen, velen met name genoemd
en velen meer naamloos, die vaak
met grote offers in hun persoonlijke
leven van zoals een van de be
kendste socialistische liederen zegt
„de verworpenen der aarde" vol
waardige burgers van onze samen
leving hebben helpen maken-
Slechts als dat verhaal verweven
wordt met „de feiten achter de fei
ten" krijgen gebeurtenissen reliëf,
beginnen besluiten die achteraf on
juist zijn gebleken, begrijpelijk te
worden en kan er een besef baan
breken dat ook déze beweging is ge
maakt door mensen, met hun diep
geloof in humaniteit, in de waardig
heid van de mens, met hun klein-
menselijke eerzuchten en hun ro
mantische zucht naar vliegende ro
de vaandels, strijdliederen, retoriek,
protest.
Dat kan eigenlijk alleen maar op
papier gezet worden, tientallen ja
ren na dato, door mensen die het
zelf allemaal aan den lijve hebben
gevoeld. Die de sfeer van beslissen
de congressen hebben geproefd, die
weten wat de befaamde „rode dins
dagen" demonstraties voor het
algemeen kiesrecht op de derde
dinsdag in september in Den Haag
voor geestdrift vermochten op te
roepen bij tienduizenden, die in de
donkere achterzaaltjes van armoe
dige cafeetjes voor de eerste keer
in hun leven over historisch mate
rialisme, over allerlei nu achter
haalde theorieën van Marx, over
een achturige werkdag, over staats
pensioen voor iedereen, over cultuur
die niet alleen maar voor de „rij
ken" was.
Nu, 75 jaar nadat die SDAP werd
opgericht, is dat boek verschenen.
Het is geschreven door drie gewe
zen redacteuren van Het Volk, Arie
Pleysier, Age Scheffer en Henk van
Hulst. Drie mannen die het alle
maal, in een of andere fase zelf
hebben meegemaakt. Die zelf een
deeltje van die historie hebben hel
pen maken.
En dat maakt „Het roode vaandel
volgen wen" tot een studie, waarvan
de betekenis uit gaat boven die «van
een keihard en zakelijk geschiede
nisverhaal. Dat is het ook. Mis
schien wel in de eerste plaats. Juist,
omdat de kundige auteurs die heel
wat bronnenmateriaal hebben be
studeerd niet het odium op zich
wilden laten van partijdigheid. Zij
hebben er angstvallig voor gewaakt
zich aan de feiten te houden.
Maar zij zijn er en dat is heel
gelukkig in geslaagd die feiten
iets mee te geven van wat zij ken
nelijk nog steeds zien als een van
de gelukkigste gebeurtenissen in
hun leven, hun ontmoeting met dat
democratisch-socialisme. En dan
voelt men achter vele van die dro
ge feiten plotseling een realiteit die
iets Verklaart van de gedrevenheid
van die duizenden die niet moe wer
den zich dag in dag uit in te zetten
voor hun ideaal: het scheppen van
een wereld waarin elk mens waar
dig zou kunnen leven, zonder kom
mer, zonder armoe, zonder honger,
zonder oorlog.
Het moet voor de mens van 1970,
voor wie dat alles slechts geschre
ven verleden is, bijna onbegrijpelijk
zijn dat dit democratisch-socialisme
voor een deel van de vorige gene
ratie een confessie was. Dat het
veel meer was dan een samenbun
deling van krachten om politiek
macht te kunnen gaan uitoefenen.
Al die liederen wie begrijpt ze
nog? al die redevoeringen
wie leest ze nog? al die na
men wie kent ze nog? krij
gen betekenis als men gaat voelen
dat een oprechte religieuze geladen
heid in diepste wezen heel wat van
die mensen dreef- Dan ook gaat
men heel wat beter verstaan, waar
om vaak zo fanatiek op tegenstand
werd gereageerd en waarom de po
litieke tegenstanders van die bewe
ging van petjes-mannen er in feite
doodsbenauwd voor waren, zich
met alle oirbare en vaak ook met
niet oirbare middelen tegen trach
ten te verzetten. Dan krijgt heel
dat turbulente verhaal van politieke
gevechten de doeleinden lijken
ons nu vaak zo onwezenlijk een
fundament dat nog een van de pei
lers vormt van ons sociaal-econo
misch en politieke leven.
De verleiding is groot uit dit boek
te gaan citeren. Om te gaan kiezen
uit de reeks van namen die in het
openbare leven van dit land hun
rol, soms een beslissende rol, heb
ben gespeeld. Uw recensent biedt,
met moeite, weerstand aan die aan
drang. Niet alleen, omdat de keus
zo moeilijk is, maar ook omdat er
zoveel naamlozen zijn die niet min
der dan „de groten" de geschiede
nis van die SDAP hebben gemaakt.
En hoe merkwaardig actueel zijn
bepaalde delen van die histórie. Hoe
hard is de strijd geweest van Troel
stra en zijn medestanders tegen de
anarchisten, tegen de socialisten die
meenden dat de maatschappij van
de ene dag op de andere geheel an
ders zou-zijn. Zij, die legalisten, ver
vingen onder invloed van de voor
naamste stromingen in het interna
tionale socialisme het anarchis
me voor het parlementarisme. Zij
werkten voor de hervorming van de
maatschappij door wetgeving. Maar
ook hun politieke actie was en bleef
revolutionair.
Geen wonder, dat dr. W. Drees in
zijn inleiding op dit boek nuchter en
misschien wat cryptisch opmerkt
dat hij na lezing de gedachte had
dat veel van wat nu in die demo-
cratisch-soeialistische beweging
opnieuw als fel-omstreden strijdpun
ten geldt, in feite door die oude be
weging allang overwonnen was.
Er zijn meer van die zaken die dit
boek actueel maken. En misschien
is de les die wij eruit kunnen leren
wel dat men in redelijkheid geen
politiek kan maken als de mensen
er zich niet met hart en ziel bij be
trokken voelen. Als zij min of meer
afwijzend staan tegenover allerlei
gedoe" daar in de zalen aan het
Haagse Binnenhof, omdat zij de zin
ervan nauwelijks meer bevatten.
Waarom kwamen er tienduizenden
op de been op die rode dinsdagen?
Waarom was het volkspetiónnement
voor het algemeen kiesrecht een
zaak die honderdduizenden beroer
de, waarom kwamen tallozen in het
geweer als het om staatspensioen
ging, waarom werd de anti-vloot
wet-actie in de twintiger jaren een
volkszaak, waarom demonstreerden
in de donkere crisisjaren in alle
steden van ons land zovelen voor
het Plan van de Arbeid, een poging
om met economische middelen een
eind te maken aan de massa-werk
loosheid?
Is het, omdat men zich wezenlijk
betrokken voelde bij „de politiek"?
Omdat men de politici in de eigen
beweging groot had zien worden?
Omdat zij nog een taal spraken die
„gewone" mensen konden begrij
pen? Wie zal het zeggen?
In ieder geval komt het verhaal
van dit driemanschap over. Omdat
het er zo nauw bij betrokken is ge
weest-
Pleysier schrijft over de achter
gronden van de „staatsgreep" van
Troelstra in 1918. Over de regering
die in de oorlogsjaren 1914-1918 on
noemelijk veel voedsel liet uitvoe
ren, vooral naar Duitsland. Er
moest immers geld worden ver
diend! Maar in het eigen land werd
honger geleden.
En toen brak de beruchte Spaan
se griep uit. Naast al de onrust die
er al was. De nerveuze spanning, de
ondervoeding, de wilde stakingen,
de schoolkinderen uit arbeidersge
zinnen die thuis niets meer te eten
kregen. En dat krijgt dat alles door*
een zinnetje een diep-menselijka
achtergrond „Zelf heb ik vergeefs
getracht voor mijn stervende kind
wat rijst te bemachtigen, terwijl ik*
voor een ei 38'cent moest betalen".
Dot is contemporaine geschieds-
schrijving van adembenemende rea
liteit.
En dan wordt opeens duidelijk
waarom vele groten uit de huidige
democratisch-socialistische bewe
ging, knappe mensen vaak, zo vlak
blijven. Zij- zijn integer. Zij kennen
alle problemen en worstelen ermee.
Maar begrijpen een Den Uyl of een
Vondeling werkelijk iets van de bo
dem waarop zij politiek stoelen?
Voor hen is politiek een bedrijf, een
dagtaak. Maar is dat wel genoeg.
Kunnen zij daarmee nog begeeste
ring oproepen?
Het heeft er veel van dat de kie
zer in ons land juist aanvoelt dat zo
langzamerhand het echte vuur, de
innerlijke gedrevenheid, ontbreekt.
„Heilig vuur" noemden die pioniers
dat. Hebben niet alle politieke groe
peringen in ons land juist daaraan
op dit ogenblik veel meer behoefte
dan aan al die knappe mensen die
het allemaal zo haarfijn weten. Po
litiek is misschien veel meer een
kwestie van voelen, van beleven,
van geloven. Dit boek kan er ons
veel over vertellen- Met belangstel
ling zien wjj uit naar het vervolg,
dat prof. dr. Fr. de Jong Edz nu
schrijft. („Het .roode vaandel volgen
wij" van A. Pleysier. H. v. Hulst en
A. Scheffer. Uitg. Kruseman, 320
P ™le f 15,90,- paperback,
f 19,50 geb.).
JACQUES LEVIJ
In 1925 nam Pieter J. Troelstra in de Haagse dierentuin afscheid van
SDAP en NVV. Hij werd aan de zaal-ingang ontvangen, door (van links
af): Jan van Zutphen, Suze Groeneweg. Rechts Troelstra.