PARIS
Gezag en prestige
BOEKJE OPEN OVER BEDERF VAN LEEFMILIEU
Nederland een
isvat
NIEUWE GUERRILLA-TACTIEK VAN VIETCONG
5EN?
Muktiegroepggi
Mogen we in dit democratisch
land misschien weten
waaraan we kapot gaan55
Niemand begrijpt hoe zoveel Amerikaanse
soldaten kunnen worden teruggetrokken
1
Lang genoeg
DR. CORN. VERHOEVEN.
25
rijse correspondent
'.ver van de Franse
onderzoek ingesteld
van de magiër Com-
s men weet beweert
kunnen genezen door
met zijn adem te bla-
>r hen te bidden. Hij
worden vervolgd
'.en jonge vrouw van
aan tuberculose on-
i gestorven. De lood-
ien vervolgd wegens
en van bijstand aan
komt uit een gezin
:n. In zijn jeugd werk-
>t zelfstandig loodgie-
kreeg twee kinderen,
og volkomen atheïst,
ekere dag omstreeks
God hem in een vlam
De vlam maakte een
geraas dat alleen de
jrde maar verteerde
fs aangenaam om naar
■.ei tegen René, dat hij
had om alle ziekten
enezen. „Hoe moet ik
g René. „Moet ik met
hen blazen?". „Zo je
Daarna verdween de
dat ogenblik af tot
bekeerd, ging naar
rde verpleegster met
iet, blies over de voet
■as zodat de verpleeg-
en kon weglopen.
jaren hield de lood-
,m van de vlam voor
,t Christus met baard
hem verscheen en zei
taan moesten worden
eigen gebed en door
René zelf. René at
meer, maar lag van
11 middernacht in ge
in. Hij bad als het
ende band. De gene-
n na de tiende dag
De toeloop van men-
jken van analfabeten
n werd zo groot dat
René hen niet meer
ten want zie zélf, zei
miserabele toestand
it was ook zo. Want
Oas de loodgieter zijn
geraakt en wist niet
ie grond stond of te-
zweefde. Herhaalde
Christus zelf en liet
de smarten aan het
oorboorde handen en
en. Op een dag stond
ation van Compiegne
,n vol zieken op weg
oorbij rijden. Christus
ation naast hem staan
en te hebben met al
de verre reis onder-
urdes terwijl zij bij
Igieter, in Compiegne,
genezen. Van dat
René al zijn geld aan
pastoor. Tot God zelf
od want genezingen
ijn. De pastoor kreeg
en van dat ogenblik
dgieter, begon de vij-
de kerk. Maar René
zogenaamd zieken te
hoeft hen niet te zien
Het is voldoende dat
n, want hij bidt voor
vidueel, hetzij collec-
van Compiegne die oj
t waanzinnige of een
plichter is, misschien
het enige geval in
s is het geval bekend
en vroegere ingenieur,
stig jaar, die voor vijf
kaarten verkoopt te-
man heet Paul Pe-
mt in Val-de-Marne.
r pas een beginneling,
ntvangt al dertig brie-
Hij heeft zijn eerste
n uit een oud boekje
lissionarissen en daar-
le mensen bloot staan
stralen die kanker
faken, maar zodra men
el kaarten koopt tegen
n tegen deze gevrees-
jwaard. Ik zag laatst
het televisiescherm,
\n ik constateerde on-
de man kanker had.
het zelf wist heb ik
em te genezen. In
n duizenden mensen
lij genezen zijn. Toen
van Petitjean van-
g hij gratis een stel
lou die in je porte
e-ingenieur; voortaan
'cel risico meer.
iaar onzes heren 1969
ir
DE STEM VAN ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1969
21
CIMNGCN pÖllMrcwNGED^i..K.^EJ!:,.NG^,..,^EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN MPE'}J^EN
•CN PEILINGFN PCII iwr CMINGOECY. .K.£ILL,ING,ÊttPEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILINGEN ..PEILINGEN MJ
'pFfLINGEN PFl! imcsm mii PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ,klPEIL NGEN-PEIL NGEN PEIUNGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE«
4
4
^oals u elders in DE STEM kunt lezen, proberen in het gevangeniswezen
werkzame geestelijke verzorgers van allerlei richtingen een actie op
gang te brengen voor de vrijlating van de drie Duitse oorlogsmisdadigers,
die in Breda gevangen zitten. In feite heeft deze actie een breder doel:
een einde te maken aan gevangenisstraffen van een dusdanig lange duur,
dat een gevangene als een compleet wrak de gevagenis verlaat. In de ge
geven (politieke) situatie zal deze actie zich echter wel toespitsen op de
drie Duitse oorlogsmisdadigers.
Nederand staat aan de vooravond van de 25ste verjaardag van de be
vrijding. Dit is een moment om je af te vragen: heeft de wraakoefening op
die drie Duitsers niet lang genoeg geduurd?
Wij beantwoorden die vraag bevestigend.
Het jarenlange gezeur over medezeggenschap in het bedrijfsleven is bij
Tomade in Etten-Leur eri Zwijnarecht omgezet in de daad. Bij wijze
van experiment (niet helemaal nieuw) gaat men in enkele afdelingen in
produktiegroepen werken die reminiscenties oproepen aan reeds vaak
opgebloeide en afgestorven commune-idealen. Hef belangrijkste bij
dit experiment lijkt voorlopig dat de betrokkenen bepaald niet van on
realistisch utopisme beticht kunnen worden.
De voor een groot deel ongeschoolde arbeiders krijgen eerst een
opleiding, niet tot vak-idioot, maar 1of mensen die weten wat er behalve
met hun eigen machine ook in het hele bedrijf aan de hand is. Verder
krijgen de mensen mèt de inspraak die veel groter lijkt dan in de door
snee-ondernemingsraad, ook corresponderende verantwoordelijkheid, als
groep èn individueel. Dit zijn een aantal reële voorwaarden. Dat de di
rectie voorts erkent dat economische motieven voorop staan (efficiënter
werken en werving van personeel), wekt de indruk dat men het spel eer
lijk en open wil gaan spelen.
Want openheid is hierbij noodzakelijk van de zijde der werknemers
èn van de zijde der directie.
Wat ook noodzakelijk is. wil dit experiment kans van slagen hebben
en dat hopen wij van harte is een zorgvuldige keuze van de mensen
die tussen twee vuren komen te zitten, de chefs van de produktiegroepen.
Zo'n figuur kan immers alles bederven. Maar dat is het risico in een echte
democratie: meer mensen die de zaak kunnen bederven, maar ook meer
die positieve bijdragen kunnen leveren.
J)elkens als ik een gezagsdra
ger in het openbaar tof zie
doen, begrijp ik iets meer van de
zozeer betreurde gezagscrisis,
die overal schijnt te woeden. Ik
begrijp die crisis het best als een
vraag naar de aard van het ge
zag. Het gejuich van een menig
te en de joviale gebaren van een
hoge ome, bijvoorbeeld de kleine
knuffeltjes en de geruststellende
bulderlachjes van de heer Ri
chard Nixon, dus: dat toffe ge
doe aan de ene kant en het wat
zielige enthousiasme daarvoor
aan de andere kant, dat maakt
ineens de gezagscrisis in mij
enorm virulent. Zou het dan
waar zijn dat het gezag steunt op
deze comedie? En wat voor men
sen moeten het wel zijn die zo'n
komedie willen spelen en er alles
voor over hebben daarin de
hoofdrol te spelen?
Ik heb een kleine aanwijzing.
Het is maar een woord, en wie
woorden niet belangrijk vindt,
hoeft zich een overweging die
van een woord uitgaat, niet aan
te trekken. Persoonlijk vind ik
woorden nogal veelzeggend: ik
zou trouwens niet weten wat
woorden anders moeten doen dan
iets zeggen. Zelfs aan de aflei
ding en de „oorspronkelijke" be
tekenis van woorden hecht ik
enige waarde. Afleiding en bete
kenis zijn overigens twee zaken,
zoals nog zal blijken. Beide vind
ik interessant en belangrijk, voor
al in verbinding met elkaar.
\yelnu, het bedoelde woord is
„prestige". De betekenis die
wij daaraan hechten en die
wen naar eigen goeddunken even
nebben. Zelf is hij niets, zijn
grapjes zijn niet leuk en zijn ge
baren stellen op zich zelf niets
voor.
Zelfs voor lauwe vereerders
van zo'n omwolkt en mystiek ge
zag, zelfs voor mensen die geen
enkel belang hechten aan de
„oorspronkelijke" betekenis van
woorden, moet het toch een klei
ne schok zijn te vernemen, dat
„prestige" niets anders betekent
dan: bedrog, begoocheling. Het
woord is namelijk afkomstig uit
het Latijn, die heerlijke taal die
helemaal gemaakt is om er de
waarheid mee te zeggen. Het La
tijnse woord „praestigiae" heeft
deze betekenis eeuwen lang ge
had en die doorgegeven aan de
moderne talen. Het is dus niet
zover gezocht „prestige" met
„bedrog" te vertalen. We hoeven
daarvoor helemaal niet weg te
kruipen in de krochten van een
oergesehiedenis; we hoeven al
leen iets verder te kijken dan
onze neus lang is. Eergisteren
nog was het bedrog en de ge
schiedenis heet er toch te zijn
om daar allerlei nuttige leringen
uit te trekken.
J}en andere en misschien min
der interessante vraag is,
hoe het Latijnse woord aan deze
betekenis komt en hoe het ont
staan is Dat leert ons iets over
de voorstellingswereld, waarbin
nen dit „bedrog" geplaatst moet
worden. Het is vrij eenvoudig te
zeggen. „Praestigiae" schijnt af
geleid te zijn van „praestringere"
dat zoiets betekent als: voorbin
den, verblinden. De vraag wat er
dan voorgebonden wordt, zal wel
tueel voor de enige en ware be
tekenis mag houden, zonder zich
van herkomst en vroegere bete
kenis iets aan te trekken is
nogal nobel. Prestige is iets als:
Sczag, moreel overwicht, per
soonlijke superioriteit. Iemand
die prestige heeft wordt met
weer aandacht beluisterd dan
con ander, de kans dat iedereen
doet wat hij vraagt, is groter, hij
hoeft invloed en gezag. Gewoon
lijk staan gezag en prestige los
van de inhoud van iemands
woorden. Het prestige is niet he
lemaal redelijk te verantwoorden.
Als dat niet zo was, zou ik wel
eens willen weten, hoeveel men
sen enige aandacht zouden be
steden aan hetgeen de heer Nixon
te zeggen heeft, en wie er een
warm gevoel van binnen zou
kfijgen bij zijn kleine knuffeltjes
oo grapjes. Zijn prestige is dat
van Amerika, dat hem om een
ot andere reden tot president ge
kozen heeft om namens de Vere
ngde Staten te oreren, te lachen
en knuffeltjes weg te geven. Hij
heeft geen gezag omdat hij let
terlijk iets te zeggen heeft, orn
aat wat hij zegt zo belangrijk
wijkt te zijn, maar hij heeft iets
zeggen, figuurlijk, omdat hem
gezag gegeven is. Het prestige is
t ®.n Pro<lukt van zijn voor-
reffelijke geest, maar een wolk
We anderen om hem heen gelegd
beantwoord moeten worden met:
een blinddoek. Prestige heeft ie
mand dus wanneer hij erin slaagt
anderen te begoochelen en een
rad voor ogen te draaien, althans
wanneer we ons even aan een
aloude betekenis van het woord
houden. Die betekenis heeft trou
wens tot voor kort ook in de mo
derne talen stand gehouden en
bestaat in het Frans vrolijk voort
naast die van „zedelijk over
wicht".
Ik geloof dat deze merkwaardi
ge gelijktijdigheid toch wel iets
bemoedigends heeft. We kunnen
in een zwak ogenblik wel eens
gevoelig zijn voor de magische
charme en de tovermacht, de in
palmende knuffeltjes etc. van een
leider, maar we zijn ons daarvan
terdege bewust geworden. Ook
de leider wordt geleid We weten
dat hij niet verder kan lopen dan
zijn door ons vastgehouden lei
band lang is. We hoeven de
mystiek van het gezag niet lan
ger te dulden dan we
zelf willen. Een gezagscrisis is
tamelijk overbodig. Als ik de
heer Nixon zijn kleine stuntjes
zie uithalen, voel ik behalve een
zekere ergernis, ook wel iets
van macht: hij vertoont de
kunstjes, maar wij zijn de domp
teurs. De vraag over het gezag
kan ook zo gesteld worden: wie
is hier eigenlijk de goochelaar
en wie de begoochelde?
DEN HAAG „Vies water, vuile lucht, vergiftigde grond:
zoiets noemen ze nog Nederland. We vermoorden het levende
water, we verpesten de lucht boven ons land> we bederven
onze kostbare grond met alle soorten chemische middelen.
Mogen we dan misschien ook nog het democratische recht
opeisen om te weten, waaraan we kapot gaan
Met deze zeer mannelijke en zeer stoere taal heeft ir. Z. Salverda
de oorlog verklaard aan dat Nederland, dat langzaam maar zeker
een groot vuilnisvat aan liet worden is. Zijn oorlogsverklaring, sa
mengevat in 78 pagina's tekst, is niet zo maar een aantal loze op
merkingen.
Ir. Salverda weet namelijk waarover hij praat, wanneer hij vanachter
zijn schrijfbureau de aanval opent op vernietiging van water, lucht en
grond. „Een verbijsterend gebeuren, dat zich haast onmerkbaar voltrekt,
steeds sneller en onafwendbaar".
Ir. Z. Salverda staat in zijn verbijs
tering niet alleen. Kort voordat zijn
brochure „Uit zelfbehoud" verscheen,
werd de Rijn vergiftigd. De overheid
kan achteraf weliswaar allerlei ge
ruststellende verklaringen afgeven,
feit blijft, dat Nederland aan een
ramp ontsnapt is. Een kleine of gro
tere ramp, dat doet niets ter zake.
Een kleine ramp op dit moment kan
door de vergiftiging van de Rijn uit
groeien tot een grote ramp op de
lange duur. Boezemwater en grond-
kwellen kunnen daardoor voor zeer
lange tijd verpest worden, met alle
gevolgen van dien voor drinkwater,
voor grondvervuiling en daardoor
voor de gezondheid van mens en dier.
In zijn rapport over de vergiftiging
van de Rijn schreef Ir. C. van der
Veen, directeur van de Amsterdam
se waterleiding: „De Rijn is een van
de meest verontreinigde rivieren ter
wereld en is op weg het openbaar
riool van Europa te worden". Ir. Sal
verda vult zijn collega Van der Veen
in zijn brochure onmiddellijk aan:
„Per etmaal komen met het Rijnwa
ter 50 miljoen kg. zouten ons land
binnen. Als we deze zouten een jaar
aan de rivier zouden onttrekken, dan
zou dit een duinenrij van droog zout
worden van gemiddeld 50 meter
breed en 25 meter hoog over een af
stand van 10 kilometer. Daarbij komt
dan nog een hoeveelheid van rond
9 miljoen kg. olie-afval per maand,
dat gespuid wordt door de duizen
den gemotoriseerde rijnaken. Deze
stoffen bederven niet alleen het ri
vierwater, maar tasten ook het bo
demwater aanAls we toeval
lig nog een paling in de Rijn kun
nen vangen, moeten we hem weken
lang laten uitluchten in schoon wa
ter. De befaamde Rijnzalm bestaat
al lang niet meer
Mensen als Van der Veen, Salver
da, leden van de natuurbescherming,
landbouwexperts ergeren zich dik
wijls mateloos aan de geruststellen
de verklaringen, waarmee de over
heid dit soort ernstige zaken probeert
te sussen. Nog onlangs liet de cen
trale overheid weten, dat het in en
boven Nederland nog lang niet zo erg
is als bijvoorbeeld in het Ruhrge-
bied. Wat dan nog. Men wijst ook
bijzonder graag naar de afschuwe
lijke Londense mist, die Nederland
niet kent. „Weliswaar neemt de
lucht-, water- en bodemverontreini
ging toe, maar een langdurige studie
is nog nodig om afgewogen maatre
gelen te kunnen vinden" en, is dik
wijls het droge commentaar van over-
heidszijde.
Intussen gaat de vervuiling verder.
„Het zeewater langs de Nederlandse
kust is al zo sterk vervuild, dat het
door de inspectie van de volksgezond
heid al lang afgekeurd zou zijn, wan
neer dit water in openbare zwemge-
legenheden aangetroffen zou wor
den," aldus ir. Salverda, laconiek wij
zend op de honderdduizenden, die zo
bijzonder graag een „verfrissende
duik" in zee willen nemen.
Het zal desondanks wel wat over
dreven zijn, wanneer hij in zijn bro
chure zeelieden aanhaalt, die bewe
ren: „Wanneer je het Engelse Ka
naal binnenvaart en het troebele wa
ter ziet, weet je, dat je in de buurt
van Holland bent gekomen". Een
verdraaid sterk verhaal, dat wij nog
nooit hebben gehoord tijdens de ve
le tochten in het Engelse Kanaal.
Per slot van rekening moeten we
ook de Engelsen, Fransen en Bel
gen niet uitpoetsen met hun chemi
sche en andere vervuilingen. En nog
veel minder het vuil, van de inter
nationale scheepvaart zelf, inclusief
de vele natuurlijk onbekende
tankers, die hun olieresten lozen er
gens op de Noordzee of waar ook.
Nederland is ook weer niet overal
de schuld van, al krijg je de indruk
wel uit de brochure „Uit zelfbehoud".
Los van dit alles staat er genoeg
alarmerends in. Het is geen nieuw
verhaal, maar telkens weer een waar
schuwing, dat we in ons land veel
te royaal met het kostbare water
zijn. Het vullen van een bad vergt
zo'n 500 liter water en met het door
trekken van het toilet stroomt tel
kens 10 liter water weg, aldus ir.
Salverda. Voor huishoudelijk en in
dustrieel gebruik hebben we langza
merhand per jaar zo'n slordige 20
duizend miljard liter water nodig.
Ga daar maar eens aan staan met
de voortdurende vergiftiging van het
water door de individuele Nederlan
der, door de chemische landbouwbe-
strijdingsmiddelen, door het industri
ële afvalwater. Een groot deel van
deze „vuiligheid" komt rechtstreeks
in zee terecht (om een „lekkere fris
se" duik in te nemen) een deel rei
nigt zichzelf. Slechts 9 procent wordt
door zuiveringsinstallaties gereinigd.
Maar nog altijd 36 procent vies wa
ter blijft bestaan, dringt overal in en
door en komt dan toch weer ergens
bij ons terecht.
De wet tegen de waterverontreini
ging staat nu op stapel. Als alles
goed gaat moet deze wet op 1 janu
ari 1970 in werking treden. Maar
daarmee is het kwaad nog lang niet
overwonnen. Want de vele maatre
gelen, die deze wet dienen te bege
leiden kunnen pas over een aantal ja
ren werkelijk effectief worden in de
strijd tegen het vuile water. Voorlo
pig blijven we er dus nog mee zit
ten, ook al pleit de Amsterdamse
waterleiding-directeur V.d. Veen
voor een zelfstandig ministerie van
waterstaat en waterhuishouding. Een
zogenaamde grondwaterwet, die nog
voorbereid wordt, moet de wetgeving
op het gebied van de Nederlandse
waterhuishouding vervolmaken.
Maar er zal zeer waarschijnlijk nog
heel wat verpest water door het Eu
ropees openbaar riool, de Rijn stro
men, voordat het zover is. En de
honderden stern-meeuwen, die in het
Waddengebied overgebleven zijn van
de 40.000 uit de vijftiger jaren, zul
len door het chemische gif in het
Waddengebied waarschijnlijk nog
meer terugvallen. Om maar niet te
spreken van de visstand in de Ne
derlandse binnenwateren, die pijlsnel
terugloopt. Ondanks het grote belang
van deze visstand voor de duizenden
hengelsportliefhebbers in Nederland.
Ir. Salverda weet wellicht niet, wat
hij met zijn brochure „Uit zelfbehoud
losgeslagen heeft. Of toch wel? Want
ergens schrijft hij zwart op wit: „Het
is nog zeer de vraag of zelfs met
wettelijke bevoegdheid in handen
straks nog een redding van ons ver
knoeide water op korte termijn haal
baar is".
De watervervuiling is nog maar
een onderdeel van de totale veront
reiniging van het Nederlands leefmi
lieu. Er is ook nog zoiets als huis
vuil. Per Nederlander brengen we
ieder jaar 370 kg. huisvuil samen,
dat is zo'n vieze 4 miljard kg. in to
taal per jaar. De jaarlijkse vuilnis-
berg is nu al even groot als de „be
ruchte mijnsteenberg" van de staats
mijn Maürits in Geleen, waarvoor
men nu 200 arbeiders nodig heeft om
in 7 jaar op te ruimen", aldus ir.
Salverda. „Het is ons een zorg, wat
de overheid er verder mee doet. Die
zal er wel raad mee weten", voegt
hij er nog meesmuilend aan toe.
De overheid weet er echter even
min raad mee. Dit soort afvalstof
fen vormt een steeds ernstiger pro
bleem, dat men niet meer weet op
te lossen: noch door verbranding,
noch door het maken van compost,
noch door het te storten in gesloten
mijnen. „En dan zitten we ook nog
met onze autowrakken, met onze af
gedankte ijskasten, meubelen, ma
trassen, die we dan maar ergens
aan een bosrand dumpen, als de op
haaldiensten ze laten liggen
we zullen onze zindelijkheid duur
(Door Ian Wright)
SAIGON Het is nog niet zo
erg lang geleden, dat een Ame
rikaanse legerwoordvoerder nog
al droogjes opmerkte dat de pe
riode van zeven weken „rust" in
Vietnam, geen echte kalmte was.
Meer een periode van herstel,
rust en bevoorrading voor de
troepen van Noord-Vietnam en
het Bevrijdingsfront. Enkele da
gen nadat hij dit had gezegd,
barstte het oorlogsgeweld in
Vietnam weer los.
De tegenstanders van de oorlog
maaktën zich een half jaar geleden
druk over een dergelijke rust. Toen
beschuldigden Averell Harriman en
anderen de militairen ervan, dat zij
blind waren voor wat zijzelf be
schouwden als duidelijks tekenen
van een „vijandelijk" terugtocht en
verminderde oorlogsspanning. Wat
ook de reden geweest mag zijn, het
i- waar, dat het Noordvietnamese le
ger zich verleden jaar tussen septem
ber en december of volkomen koest
hield öf het land verlaten had.
Volgens de inlichtingendienst is
dat nu niet het geval hoewel men
moet toegeven, dat een Noordvietna-
mees regiment zonder dat iemand er
iets van merkt, kan verdwijnen.
Maar sinds verleden jaar hebben
zich een aantal interessante veran
deringen in de tactiek van de Noord -
vietnamezen voorgedaan. Die zouden
erop kunnen wijzen, dat de kalmte
iets anders was dan een adempauze,
die voor de vijand noodzakelijk was
geworden door de voortdurende zwa
re druk van de Amerikanen. Een
strategie, die volgens officiële Ame
rikaanse bronnen verzacht wordt tot
de „aanvallende verdediging", wat
dat dan ook in moge houden.
Na de zware verliezen, die de
Noordvietnamezen leden in de offen
sieven van vorig jaar, stelden zij
zich niet meer zo gemakkelijk bloot
aan de Amerikaanse vuurkracht. Om
streeks november bewoog de Viet
cong zich zelden in groepen, die gro
ter waren dan 10 man en kwamen
zij alleen bijeen, als ze tot de aan
val overgingen. Waarna zij zich daar
na weer snel verspreidden. Toen het
voorjaarsoffensief in februari ge
opend werd, kwamen er verdere ver
anderingen in de tactiek aan het
licht. Minder manschappen begaven
zich in de strijd, maar zij waren be
kwamer en leden minder verliezen.
Het februari-offensief duurde langer
dan Amerikaanse militaire experts
hadden voorspeld.
een aantal plaatsen opereerden deze
commando's in kleine groepjes in
plaats van met grote eenheden over
een breed front aan te vallen. Als
het mogelijk was, maakten zij een
opening voor grotere eenheden. Dit
werd „de kleine neus-tactiek" ge
noemd. De Vietcong gebruikte deze
met wisselend succes.
De nieuwe tactiek, gecombineerd
met het afvuren van raketten en
mortiergranaten, heeft de Vietcong
in staat gesteld om zich over een veel
groter gebied te ontplooien en dat
op een zeer belangrijk tijdstip. Mis
schien is het een voorbode voor een
nieuw soort guerrilla-strijd, die door
generaal Giap beschouwd zou worden
als onderdeel van een noodzakelijke
soepelheid.
Als men daar het feit bijvoegt, dat
er (volgens de Zuidvietnamese in
lichtingendienst) meer mijnen en
boobytraps ontdekt worden, meer
valse en misleidende documenten
worden verspreid, dan ziet het mi
litaire beeld er totaal anders uit dan
tijdens de perioden van kalmte aan
zich met politieke taken bezighou
den waarschijnlijk de voorberei
ding voor verkiezingen in hun ei
gen gebieden en dat ze zich momen
teel niet in het regeringsgebied be
geven. Deskundige waarnemers zeg
gen, dat er geen tekenen zijn van
troepenconcentraties, noch van troe
penbewegingen, nog van terreur.
„Voor een dergelijk gebrek aan actie
heb ik geen vergelijking. Er is zeker
niet genoeg bewijsmateriaal om een
politieke opzet uit te schakelen", al
dus een onpartijdig militair waarne
mer.
Dit stelt de Amerikanen voor een
verschrikkelijk probleem. De militai
re reactie van generaal Abrams op
de kleine groepen was snel en ver
standig. Grotere acties, waaraan
meerdere bataljons deelnemen, na
men in aantal af en men ging veel-
vuldiger patrouilleren. Acties, zoals
die op Hamburgei Hill zijn in ieder
geval zinloos. Men stuurt er zelden
30 man op uit, wanneer 5 het ook
kunnen klaren. Er zijn aanwijzingen,
dat commandanten ertoe worden
i
moeten bekopen", meent de schrij
ver.
De luchtverontreiniging is yeer
een andere vijand van ons leefmilieu.
De atmosfeer en stratosfeer wordt
er door besmet en volgens ir. Salver
da helpen torenhoge schoorstenen
niets. Ze kunnen de luchtverontreini
ging wel plaatselijk of per streek
ongedaan maken, maar in de atmos
feer en de stratosfeer doorgedron
gen, komt de vuile lucht toch weer
ergens anders terecht. Zoals Kfeder-
land die vuile lucht weer toege
stroomd krijgt uit luchtlagen boven
andere landen.
Hij begrijpt daarom niet, w^rom
de centrale overheid het aardgas zo
duur heeft gemaakt, dat Nederland
maar zeer langzaam overgaat tot de
ze energie, die geen lucht beclerft.
„Weliswaar hadden we dan door' het
goedkopere aardgas de dubbeltjes
van de gashandel tijdelijk gemist,
maar de miljoenen voor de dure ap
paratuur om de luchtverontreiniging
te meten, hadden we ons dan waar
schijnlijk kunnen besparen Men
mag gissen naar de motieven van
zo'n beleid. Het dichtstbevolkte Wes-
land gebruikt nog steeds de vuilste
oliesoort, daartoe genoopt door de
belastingfaciliteiten die indirect de
olie-industrie beschermen
Je leest zo'n boekje niet direct in
je zonnestoel, of lui-liggend aan het
strand. Je vraagt je verder af, of
het allemaal wel zo'n vaart zal lo
pen, wat ir. Salverda in deze bro
chure allemaal beweert. Maar wat
wil je: de cijfers en vele gegevens
liegen er niet om. Gegevens, over
het waterbederf door iedereen^ met
daarbij de industrie, met vergiften,
met insecten-strips en -spuiten. Over
het vuil, dat we ieder ogenblik weer
met kilo's tegelijk rondsmijten of la
ten slingeren. Enzovoort enzovoort.
Maar aldus ir. Salverda, „Het, 4s te
verwachten, dat een ernstige versto
ring in ons milieu tenslotte oojk de
geest kan beïnvloeden, al zullen psy
chologen het hier niet mee eens zijn.
Zij kunnen zich per slot van zaken
nog jarenlang uitleven op deze-pro
blemen
TON VAN HOUTEN
(N.a.v.: Ir. Z. Salverda „Uit 'zelf
behoud" (Uitgeverij In den Toren,
Baarn), Ir. C. van der Veen s „De
Rijn, een zieke rivier".)
Tot ver in juni spaarde men man- het front verleden jaar. In ieder ge- aangemoedigd om geen slapende hon-
schappen en materiaal. Bataljons val zijn er veel meer vijandelijke den wakker te maken,
werden „opengebroken" en kregen troepen in het land zelfs al hou- Een passieve verdediging is niet ge-
een speciale commamdotraining. Op den ze zich koest. Men zegt, dat ze noeg. Vandaar dat men kreten hoort
vanuit Washington als „aanvallende
verdediging", waarover men in Viet
nam natuurlijk lacht, of waarover
men verontwaardigd is. Een hoge of
ficier zei onlangs: „In een oorlog be
staat er niet zoiets als een gulden
middenweg. Als je niet hard vecht,
dan verlies je tenslotte nog veel
meer". Men ontkent in Vietnan) ab
soluut, dat er nieuwe richtlijnen voor
het voeren van de oorlog zouden be
staan.
Evenals de bewering van alle sol
daten met wie je hier spreekt, dat de
aanval de enige veilige verdediging
is, wanneer Zuidvietnamezen en
Amerikanen door eer vijand bedreigd
worden, die zichzelf misschien wel
op de aanval voorbereid. „Wij pro
beren de vijand onder druk t hou
den, zodat hij niet tot rust kan ko
men en zich ook niet kan hergroe
peren, waardoor wij hem de baas
kunnen blijven".
Voor de meeste commandanten
schijnt de positie hachelijk. Niemand
begrijpt, hoe 350.000 man voor het
einde van volgend jaar uit Vietnam
kunnen worden teruggetrokken, zo
als Nixon graag zou willen.
President Nixon zal tegen het eind
van deze. maand meer troepenver
minderingen aankondigen. Als de
Vietcong wacht, totdat deze troepen
vertrokken zijn, dan is hij in een
veel betere positie. Het is zeer moei
lijk om op deze tactiek een adequaat
antwoord te vinden. Maar Har^i zal
ook zijn problemen wel hebben? Van
een gewoon Noordvietnameessol
daat maakt men tenslotte ook niet
zomaar een goede guerrillastrijder.
(Copyright The Guardian-De Stem)
niks
JUS
TEL. 3277?