ITE-REIZEN NAAR DE MAAN OF MARS BINNEN KORTE TIJD MOGELIJK? /AREN LOPER In 2000: retourtje mars zesduizend gulden [BIEDINGEN R KARSTENS kkerop-vlag "science fiction" prognose vakanties toerisme is verplaatsen behoefte neemt toe vakairtiespreiding DE STEM ïweldig". Toerisme in de 21e eeuw heeft zijn beste prestatie Nederlandse kampioenschap >s een derde plaats in 1965 irt Van Blerck als volgt: „I snelheid van een Steylen. I ms daarvoor moet je net als] i doet ook tweemaal op linen. Bovendien heb ik hef zware botten te hebben eni lenen, geen typische Iopershe- lee, echte voetballersbenen.l Is ik de snelheid van Steylenl die is nog kampioen geweest: 800 meter had ik zeker tot| tinkers behoord", nschede „een van de pret-l narathons die ik ken, alle dor-| pen uit, het publiek klapt jel terugweg gewoon naar En-I heeft Van Blerck zich zeerl ezet voorbereid. Samen metl ïbgenoot Huub Westen „die) t ver brengen als hij doorzet"" :t hij de trainingsschema's vanj :r Rinkel van de nationale| che commissie afgewerkt. De-| k beperkt hij zich tot relaxen] j ondervond hij medewerking! in werkgever, die hem twee| vrij gaf om zich te concenJ wens voor Enschede is zijn| ijd (2 uur 42 minuten en 6 se ll te verbeteren tot 2.36. „Dat droomtijd. Als het weer mee- ik misschien een kans", aldi lerck. HEIN GROOTHUIS. Van onze sportredactie) 1SENBEEK Gerben Kar- leeft dezer dagen enkele aan- ;en gehad van buitenlandse] Zijn prestaties van de laat- I waren voor de Italiaanse Germanovox (dat o.a. Kit-1 dienst heeft) en Scic (Adorni) e het Franse Sonolor (waar san Stablinski ploegleider is) ing om Karstens te benade- contract met Peugeot loopt it seizoen af. „Ik weet nog at ik doe", aldus Karsteru h voorgenomen heeft rustig] lachten hoe ver de belangstel- ecies reikt en wat de voor- :n zijn. (ADVERTENTIE) u een café, restaurant, ataria ziet waar de hangt. U bent daar rekerd van kwaliteits dranken. Sinas-vruchte- made, citroen, frambozen, mpagne-pils, bitter-lemon- ;ker óp met recoM (Van een onzer verslaggevers) Chartervluchten met supersoni sche en natuurlijk superluxe ruim teschepen naar de planeten zullen op een dag zo gewoon zijn als een ITE-reis naar de Rivièra- Week endtrips naar ontspanningscentra, zwevend in de oneindige ruimte, horen tot de mogelijkheden van een verschiet dat steeds dichterbij komt. Er zal een dag komen, dat het even normaal is, als nu een zaterdag en zondag pootje baden rond de Scheveningse pier. Groepsreizen met z'n duizend of daaromtrent tegelijk dan, want de vervoerscapaciteit van de toe komstige ruimtemachines zullen tegen die tijd niet meer aan be perkingen gebonden zijn. En zij, die eens iets anders willen, kun nen dan kiezen uit diverse char- terreizen naar de diepzee, met als bizondere sensatie: drie weken in een superdiepzee-hotel in het Phillipijnentrog, het diepste punt van de wereld, tussen de vissen en beschenen door speciale diepzee- zonnen. De Franse ingenieur, socioloog en econoom Jean Fourastié waar schuwt in zijn toekomstgeschriften voor dergelijke utopieën. Feit blijft, dat een ontwikkeling waar we vroe ger honderden jaren voor nodig had der, tegenwoordig in één mensen leeftijd het hele wereldbeeld kan Iveranderen. Toen Jules Verne met zijn superkanon een supergranaat tot voorbij de maan schoot, noem de men dit „sience fiction". Toen Rusland zijn eerste spoetnik om de [aarde liet cirkelen kwamen de kran ten kolommen tekort om dit onbe grijpelijke nieuw3 breed genoeg te (kunnen uitmeten. Nu dienen berich ten ever satellietlanceringen als wel kome bladvulling. Het wordt pas |weer interessant, als straks inder- de eerste mensen Ot> de maan (landen. Toen de heer Alva Edison, met veel pijn en moeite, erin ge slaagd was een beetje licht te krij gen van een verkoolde katoendiraad en een batterij, lachte iedereen zich de ram-bam, terwijl er nu laser stralen z n met een energie, groot genoeg om de Mount Everest te [verpulveren. Toen de Fransman iPathé zijn eerste bewegende schim men uit zijn lichtdoos haalde en dat jiilm noemde, stond de wereld op lijn kop. Nu hebben we televisie en [we vinden dat heel gewoon Toen de gebroeders Wright een gammele lat- (tenvliegtuigje de lucht in kregen, was er opnieuw wereldnieuws ge maakt. Nu is de hemel vol met duizenden vliegtuigen, die met dui- leüngwekkende snelheid over duize lingwekkende afstanden elk uur van de dag en de nacht duizenden men sen van de ene kant van de aardbol naar de andere vliegen. De stoom machines veroorzaakten een sociale 'evolutie. Nu staan ze in het muse- em en varen atoomduikboten onder det poolijs door voor een kwartje handstof. Als de upperten van Europa voor 1150 met vakantie gaat, doet ze dat Per postkoets. Andere mogelijkhe den zjjn er niet. Je haalt er zo'n dertig kilometer per dag mee, als le een paar goeie knollen versieren ®nt. Zeven kilometer per uur was een helse snelheid in die tijd. Nu is vakantie een gemeengoed geworden en de meeste mensen gaan steeds verder weg om een bruine neus te «alen en eens een paar weken uit te rusten. Je kunt zeggen, dat je een prog- aose voor de toekomst zelden of «ooit exact kunt geven- En dat kun f z?ter niet op het stuk van het I '-'-«isme, omdat dit van zoveel fac- I «en afhankelijk is, zoveel factoren I nun onderlinge samenhang, dat «t gewoon onmogelijk is om nu al, met enige procenten zekerheid te I ?in' '10e we straks, na dat ma- I pohe jaar tweeduizend, met va- I «antie zullen gaan. Hoe èn: waar- fe,en' Aan de hand van de ontwik- I ehtigen uit het verleden, de toe- I 3* van nu en de verwachte ont- I :;relitl«en (vooral technische, die I «rr>.een uitbreiding van het toeris- Hi! ïepa'end zijn) kun je enige in hei geven hoe het straks, in "h algemeen, op het stuk van het ««isme in de wereld uit zou kün- I Jen zien. J® de oudheid al waren er diver- t,nV0Traen van toerisme: de Romei- aa, adden hun buitenverblijven ovei-r lcust' ^"n heirscharen die jj Europa uitzwierven kun je, net soo t beschouwen als een toe van toeristen, ofschoon dat I een andere betekenis had dan in fAat' in de toekomst, opnieuw «e dimensies voor ons zal schiii is heslist een groot ver- 1 tussen de grote volksverhui- het jaar vierhonderd en de toaJa volksverhuizing in de schoo,,iuni' juli en augustus, of- «ich wetenschapsmensen, die ■aomenteel met het toerisme bezig houden, deze vormen wel de gelijk in acht nemen. Net als de wintersport, waarvan de eerste be wijzen dateren van een jaar of vijf duizend geleden. Uit die tijd hebben we namelijk, vooral in Scandinavië rotstekeningen gevonden, waaruit blijkt, dat onze voorouders zich toen al volop aan de sneeuwgeneugten hebben gewijd, ofschoon ze toen waarschijnlijk niet de après-ski en het diner bij kaarslicht kenden. Kaarsen waren er niet eens toen. Als je van het toerisme een huis zou bouwen, zou je het fundament op twee pilaren kunnen zetten: het verkeer en de welvaart. Het toeris me is pas enigszins op gang geko men, toen, na 1850, de spoorwegen gestalte kregen. De eerste toeristen centra onstonden langs de spoorlij nen. Toerisme betekent, dat de men sen zich ergens naar toe moeten kunnen verplaatsen. Het betekent ook, dat de mensen die zich ver plaatsen tijd moeten hebben om dat te doen en de kosten daaraan ver bonden, moeten kunnen betalen. Busvervoer heeft het toerisme nieuwe mogelijkheden gegeven. Men was niet meer gebonden aan de ho tels en de pensions langs de spoor lijnen. Men kon verder weg nieuwe centra stichten. In de jaren dertig maken de an nalen melding van de eerste groeps reizen. De Duitse arbeiders door de nazi's verenigd in de beweging „Kraft durch Freude", begonnen op kleine schaal per trein groeps- reisjes te maken met name ook naar de „geannexeerde" gebieden- De Duitsers hadden nieuwe „Le- bensraum'* geschapen. Tot in die jaren de Duitse sociologisch geograaf Wigand Ritter heeft het opgeschreven, hebben de spoorlijnen de groei en de ontwikkeling van het toerisme getekend, toen nog slechts een aangelegenheid voor de wat we noemen „gegoede middenstand". Dat kon ook niet anders. In de in dustrie moesten de mensen zowat dag en nacht werken. Ze hadden al leen 's zondags vrij en dan waren ze zo moe, dat ze er niet aan dach ten mèèr te doen dan een straatje om te lopen. Bovendien verdienden ze zo weinig, dat het begrip „met vakantie gaan" oneindig ver van hun alledag verwijderd lag. De boe ren konden niet en kunnen voor het grootste gedeelte vandaag de dag nog niet met vakantie, omdat je een boerderij, waar bijna het hele jaar door geoogst, gezaaid, geëgd en gemolken moet worden, niet zo maar een paar weken per jaar in de steek laten om op de ski's te staan of eventueel in een luie stoel aan een strand te zitten. Wat er dus overbleef, waren de rijke mensen. Zij hadden tijd en geld genoeg om eens wat anders te doen. Reizen en trekken zit de men sen van alle tijden nu eenmaal in het bloed. En als ze de kans krij gen gaan ze het doen. Zes ruimtevaarders zouden rond Pasen 1985 een reis naar Mars kunnen maken, drie weken rondbrengen op de planeet om dan net weer voor Allerheiligen van het volgende jaar terug te keren op aarde. Het ruimte vaartuig bestaat uit een combinatie, ontwikkeld uit het Apollo/Saturnus- maanproject. Deskundigen van North American Aviation zijn er reeds druk mee bezig. Naarmate de sociale verhoudin gen in Europa en de wereld zo hier en daar een beetje menselijker wer den, begonnen steeds meer mensen te denken over vakantie. Dat had de Engelsman Cook goed begrepen. Hij stichtte het eerste reisbureau ter wereld, huurde treinen en ho tels af en begon op kleine schaal met groepsreizen. Hij fusieerde met het Franse reisbureau Wagon Lits, dat ook zoiets wilde en samen bouw den ze voor de oorlog een voor die tijd al heel redelijk reisbureau op. Dan komt de tweede wereldoor log. En al de wereld daarna een beetje tot rust komt en in 1955 in Nederland de vijfdaagse werkweek en het vakantiegeld gemeengoed zijn geworden, worden de mensen opeens vakantieminded. Intussen is de wereld door de groei van het ver keer snelle vliegtuigen, snelle schepen en een enorme groei van het personen-autopark opeens heel klein geworden- De televisie brengt vreemde landen en volken de huiskamer binnen en prikkelt tot zèlf-onderzoek, het zelf te gaan zien en te beleven. Opeens is het toerisme een we reldindustrie geworden. Miljoenen trekken elk jaar erop uit, ergens naar toe. De welvaart is gestegen, de vervoersmogelijkheden zijn er ge komen en breiden zich van dag tot dag uit, volledig verzorgde groeps reizen tegen redelijke prijzen ma ken het steeds meer mensen moge lijk vreemde landen te bezoeken. Zestig procent van de Nederlanders gaan tegenwoordig met vakantie, legen nog maar veertig procent in 1954. De mensen krijgen steeds meer vrije tijd, de tweede vakantie per jaar begint langzaam maar ze ker gemeengoed te worden: 's Zo mers Rivièra, 's-winters wintersport. De toeristencentra schieten als pad destoelen op een herfstige morgen uit de grond. Reisbureaus creëren nieuwe behoeften, ontdekken nieu we vakantielanden en brengen de kleiner wordende wereld binnen het verlangen, de mogelijkheid en de beurs van bijna alle mensen. En de mogelijkheden voor de toe komst zijn nog lang niet uitgeput, wetenschapsmensen beginnen te denken over wat ze noemen het so- ciaal-toerisme. Meer dan de helft van onze gepensioneerden bijvoor beeld gaat niet met vakantie, om dat het budget niet toereikend is. Wat te doen Men wil het vakantieseizoen langer maken, zodat men tenslotte tot een jaarcyclus komt. Goedko pe reizen in vóór- en na-seizoen, vooral voor de groepen, die het op het ogenblik ondanks de gestegen welvaart, nog niet betalen kunnen. Voor de exploitanten is dat ook aan trekkelijk en het zal verdere groei van de toeristen-accommodatie voor al ook aan de Nederlandse kust, een nieuwe stimulans kunnen ge ven. Door betere voorlichting en veranderde opvattingen zal straks ook een groot gedeelte van de hon derdduizend Nederlanders die nu, om religieuze redenen nog niet met vakantie gaan, net als alle anderen, twee of drie weken uitvliegn. Bij het bepalen van de toekomst van het toerisme is het moeilijk een prognose te geven over een zo lange periode als pak weg veertig jaar. Men kan de ontwikkeling van de verkeerstechniek, (zoals gezien zeer belangrijk voor de groei van het toerisme) schatten. Maar er zijn zaken die men niet calculeren kan en die voor het toerisme van de toekomst evenzeer van evident be lang zijn. En dan rijzen er vragen: zal er, vroeg of laat een economi sche wereldcrisis komen, zoals bij voorbeeld in de jaren dertig? Hoe zal de politiek zich ontwikkelen in de potentiële vakantielanden? Grie kenland was hard op weg om een belangrijk toeristenland te worden De politieke ontwikkelingen rond de Acropolis hebben alle gemaakte prognoses doorkruist en hetzelfde zag men na de recente crisis in het nog altijd onrustige midden-oosten, waarvan, toeristisch gezien, heel toeristisch noord-Afrika de gevol gen aan den lijve heeft ervaren. Eén revolutie in Parijs en een boel verwachtingen en voorspellingen over het toerisme van dit jaar klop pen al niet meer. Desondanks, iets korter bij de toe komst blijvend (zo tot 1980), voor spelde dr. G. M. J. Veldkamp, oud- minister van Sociale Zaken en Volks gezondheid, dat het wereld-toerisme zich zo zal ontwikkelen, dat men van geheel nieuwe dimensies zal kunnen spreken. Die nieuwe dimensies ziet ook Jean Fourastié, als hij uitrekent dat de mens van dé 21ste eeuw nog maar veertig weken per jaar zal werken en dat, dertig uur per week, zodat hij zijn hele gemiddelde leven van zevenhonderdduizend uren nog maar veertigduizend uur werkt. Als Fourastié daar de tijd van slapen, levensbehoeften enz. van aftrek, blijft er, in vergelijking met vroeger een énorm, in verge lijking met de dag van vandaag een FRAPPANT aantal uren „vrije tijd" over. Het gemiddelde inkomen, meent Fourastié, zal dan dermate gestegen zijn, dat er geen echte ar moede meer geleden zal worden. Twee belangrijke voorwaarden voor een verdere groei van het toerisme zijn dan voorhanden: tijd en geld. Veldkamp gaat niet zo ver. Hij duidt in de ontwikkeling op kortere termijn slechts aan, dat er weinig fantasie voor nodig is om uit die ontwikkeling van pakweg een jaar of twintig, een lijn door te trekken naar dat magisch blijvende jaartal 2000. We hebben aangetoond dat in het verleden de ontwikkeling van het verkeer parallel liep met die van het toerisme. Rond 1970 zal het luchtverkeer intensief worden uitge breid: er komen dan z.g. jumbo en De Amerikaanse vereniging voor ruimtevaart heeft vorig jaar een symposium gehouden over „ruimtevaart in het fiscale jaar 2001". Verschillende deskundigen onthulden daar hun toekomstverwachtingen. Het meest spectaculair was de voorspelling, dat er over 35 jaar een economisch transportsysteem zal zijn of worden ontwikkeld voor commerciële reizen naar Mars en Venus. Dr. Eugene B. Konecci van de nationale raad voor lucht- en ruimtevaart, zei dat het dank zij de ontwikkeling van klimaatsystemen voor ruimtevaartuigen en astronauten nog vóór het einde van deze eeuw mogelijk zal zijn een kunstmatig stabiel klimaat te geven door er grote doorzichtige plastic koepels overheen te bouwen. Ook de ver ontreiniging van lucht en water zal met behulp van technieken uit de ruimtevaart met succes kunnen worden be streden. Omstreeks het jaar 2001, aldus dr. Konecci, zullen reizen voor betalende passagiers naar de planeten Venus en Mars een serieuze mogelijkheid zijn. Een retourvlucht naar Mars zou ongeveer 6000 gaan kosten. Een andere deskundige. Daniel J. Fink, van het Amerikaanse ministerie van Defensie, verklaarde dat de wereld in het jaar 2001 er vrijwel totaal anders zal uitzien dan de onze, ten gevolge van ontdekkingen en ontwikkelin gen die nu nog niet te voorzien zijn. Hij durfde wel met zekerheid te voorspellen dat er in het begin van de 21e eeuw drie-dimensionale televisie zal zijn, dat het meeste werk in de ruimte zal worden gedaan door robots, dat een wereldomspannend systeem van communicatiesatellieten het mogelijk zal maken berichten van Amsterdam via de ruimte naar Tokio te sturen en dat het berichtenverkeer van en naar de telecommunicatiesalellieten zal lopen via laser-stralen. Volgens Fink zullen computers bij het internationale berichtenverkeer zorgen voor automatische vertalingen. De telefoon zal in 2001 een videofoon zijn. Op een beeldscherm zal men kunnen zien met wie men spreekt. Draaien van nummers zal niet meer nodig zijn. Men behoeft slechts de telefoon op te nemen, het gewenste nummer te noemen en een computer zorgt er voor dat de juiste verbinding wordt gemaakt, onverschillig of de andere abon nee dichtbij of aan de andere kant van de aardbol woont. Een gesprek tussen bijvoorbeeld een Nederlander en een Japanner zal geen enkel probleem opleveren, ledereen kan in zijn eigen taal spreken en de computer zorgt er voor dat de luisteraar aan de andere kant van de verbinding de vertaalde versie te horen krijgt. Overigens geloven de deskundigen, dat de geweldige toeming van internationale en intercontinentale communi catie, zoals wereldtelevisie via satellieten, zal leiden tot de ontwikkeling van een standaardtaal, die door alle be woners van de aarde naast hun eigen taal zal kunnen worden gesproken en verstaan. mammoetvliegtuigen in de vaart, die met snelheden, groter dan die van het geluid, honderden mensen tegelijk kunnen vervoeren. Men ver wacht dat er in 1971 ruim honderd Boeings zulten vliegen, elk met vierhonderd mensen aan boord. In 1975 zullen dat er al meer dan vierhonderd zijn, naast 170 superso nische vliegtuigen. Dit betekent, dat het luchtverkeer in 1970 verdubbeld en in 1975 verviervoudigd zal zijn. Dat betekent ook: lagere tarieven, waardoor het internationale toeris me op ruime schaal tot ontwikke ling kan komen. De levensstandaard, zowel in Amerika als in Europa, zal verder toenemen. Voor Amerika noemt men een jaarinkomen van 10.000 dollar minimaal voor 45 procent van de mensen. Daardoor zullen de z.g. middenklassen op de toeristen- markt komen samen met grotere aantallen van de jeugdige bevol kingsgroepen, die dan, meer dan nu tot de beroepsbevolking zijn gaan behoren en redelijke inkomens ge nieten. Als men ervan uitgaat, dat de be hoefte aan toerisme in de komende jaren steeds meer zal toenemen en dat, tengevolge van de toenemende vrije tijd (Fourastié) de besteding daarvan meer dan vroeger als een maatschappelijk probleem onder kend wordt, kan men zicih afvragen: in welke richting en op welke ma nier zal deze behoefte in de toe komst moeten worden gedekt. Er zijn zelfs wetenschappelijke institu ten, zoals het Nederlands Weten schappelijk Instituut voor het toeris me in Breda, die ziich sinds kort met deze problematiek bezig houden en waar dat mogelijk is, suggesties aan de hand doen, om de verwachte ontwikkelingen tijdig te onderkennen en maatregelen te nemen. We zullen in de toekomst zien, dat, door het inzetten van reuzen- vliegtuigen op de Trans-Atlantische lijnen, het toerisme uit Amerika naar Europa en omgekeerd sterk zal stijgen. Andere continenten zul len, omdat het luchtverkeer de mo gelijkheden schept, in de mondiale toeristische ontwikkeling niet achter blijven. Denk eens aan de aantrek kelijke toeristische mogelijkheden van de landen in Centraal en Zuid- Amerika, het Caribisch gebied met de Nederlandse Antillen, in welke gebieden men in de komende twin tig jaar een verdrievoudiging van het toerisme verwacht. Hetzelfde geldt voor de Pacific, Afrika en Azië. De actieradius van het toeris me zal zeer snel groeien. De con currentie op de mondiale toeristen- markt zal groot worden en het is de vraag of Europa straks nog zeven tig procent van alle buitenlandse reizen en zestig procent van de mondiale toeristische uitgaven bin nen zijn grenzen kan houden. Waar bij niet uit het oog mag worden ver loren, dat veel potentiële toeristen gebieden liggen in streken, die men, economisch gezien, onder de ont wikkelingslanden kan rangschikken en net voor deze landen het toeris me de kans is om de gammele economie een fundament te geven. Men verwacht voor de toekomst vliegtuigen. Inclusieve tours maken goedkoop reizen mogelijk. Deze rei zen omvatten 'n volledig verzorgd ma en dat speelt precies in de be hoefte van de sociale middengroe pen en de jongeren die straks in steeds groter aantallen bij dit toe risme betrokken zullen zijn, maar het reizen nog moeten leren. Ze zijn met dit soort reizen zeker waar voor hun geld te krijgen. De reis bureaus zullen er wel voor zorgen dat de illusie aan de man wordt ge bracht en dat, dromen werkelijkheid worden. Als men de geschetste groei van het toerisme, over de hele wereld, in de toekomst verwacht, heeft dat consequenties. Op de eerste plaats zullen de vliegvelden moeten worden aangepast aan de steeds grotere aantallen passagiers die men gaat vervoeren straks. Snelle en efficiënte afwerking zijn eerste vereisten. De meeste vliegvelden zijn daar nog lang niet aan toe. Verdere uitbrei ding van de hotel-accommodatie en het creëren van nieuwe centra voor massa-toerisme (waarbij het stede lijk aspect niet uit het oog mag worden verloren, want de toerist zoekt, ook in zijn vakantie, iets van thuis: de stad). Het gekke is alleen dat de ontwikkeling in de hotellerie veelal trager verloopt, dan die in het reisbureauwezen. Men verwacht dan ook, dat er vroeg of laat kort sluiting tussen beide ontwikkelingen zal ontstaan, ten nadele van de snel le groei van het toerisme. Mensen met visie denken op dit stuk in de richting van geheel nieuwe exploitatievormen, zoals ho- tel-garni, meer en grotere motels, scheiding van bouwer en exploitant van hotels, aantrekken van buiten landse hotelvestigingem (vooral be langrijk voor ontwikkelingslanden, die zelf .niet genoeg kunnen investe ren) concentratie van bestaande ho tels, bijvoorbeeld een centraal reser veringssysteem, centrale admini stratie en bedrijfsvoering. Finan ciering van nieuwe projecten zou een samenspel kunnen zijn tussen luchtvaartmaatschappijen, spoor wegen, brouwerijen en bankinstel lingen. Belangrijker dan de eerste schuch tere pogingen daartoe in onze tijd, zal in de toekomst de vakantiesprei ding worden. Enerzijds om alle groeperingen gelegenheid te geven aan het toerisme deel te nemen, anderzijds om, door verlenging van het seizoen vooral door bet voor- en naseizoen een accent te geven de stimulans om grotere investerin gen te doen en de zekerheid deze rendabel te kunnen maken, een im puls te geven. Samenvattend kan men zeggen, als men over het toerisme in de toekomst spreekt, dat: Het massa-toerisme enorm zal groeien, en dat het verdeeld zal worden over heel de wereld, tenge- een zeer grote uitbreiding v<an de groepreizen met lijn- en charter- volge van de ontwikkeling van, met name, het vliegverkeer, samen met een stijgende welvaart en meer vrije tijd. Verdere ontplooiing van de ont wikkelingslanden door middel van uitbouw van het toerisme, vooral met buitenlandse investeringen in deze landen. Verdere uitgroei van de toeristi sche accommodatie, bouw en uitbrei ding van vliegvelden. Economische en politieke catastrofen uitgesloten, zal het toerisme in de komende twin tig tot dertig jaar een sterke impuls ontvangen: economisch, sociaal en cultureel. Economisch zal het een grote bron van welvaart gaan vor men, sociaal zal het 't levenspa troon van mens en maatschappij om vangrijk wijzigen en cultureel zal het de waarde van het leven voor individu en gemeenschap verdiepen. Ex-minister Veldkamp zegt over dat culturele aspect: „Indien we het toerisme, cultureel, gesproken, zo mogen formuleren, dat het, bewust of onbewust, een zoeken vormt naar een grotere levensvervulling, dan zullen in de toekomst de afstanden zoveel kleiner worden, doch door het kleiner worden van de afstanden zal de wereld voor velen zoveel groter en ruimer worden, de wereld, die op onvergankelijke wijze haar pracht en glorie kent en van wie wij allen kinderen zijn". Goethe schreef: „Men hoeft de wereld niet rond te reizen om te be grijpen dat de hemel overal blauw is". We zouden daaraan toe wiEetn voegen: het is toch wel fijn, dat steeds meer mensen dat er ter plaatse kunnen gaan onderzoeken Zó stelt de Lockheed-fabriek in Californië zich een ruimtevliegtuig voor. Het kleine vliegtuig start op een nor maal vliegveld, bevestigd aan de rug van een groter. Op 46.000 meter hoogte maakt het kleine zich los en ver volgt alleen zijn reis in de ruimte. Het onderste toestel keert terug, en landt als een gewoon straal vliegtuig lm dit ruimtevliegtuig zouden veel minder versnellingskrachten optreden dan in een ruimteraket.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 13