HET HELE OfCDlWUS MOEI
l iCHT WORDEK
Een land dat boeiend is
130 AUTEURS OP
troeven
EERS
EN D
UURR
Ferdinand
Ongunstige
loting
IN GESPREK MEI
EN
ANNY MATT1
WIM SPEKKING
II
-Dé Zweden
ORCHIDEEËN
IN JE
EIGEN TUIN
FIGUUR-
FOTOGRAFIE
OOK NAAR
ITALIË
EINDSTRIJD
Bruckner-motetten
Julie Felix
Condon-Gershwin
VOOR DE WIT EN
VAN DER LANS
DE STEM
11
„Als het tot de taak van het
onderwijs hoort, goed te leren
lezen, dan behoort daartoe ook
het begrip voor de taak van de
schrijver en voor de positie van
het schrijverschap in onze cul
tuur, er is geen reden, hem voor
een halfgod te houden, levent'
van hemelse spijzen, er is oo!
geen reden hem voor een pari.'
te houden, onaanraakbaar on
zijn buitenissigheid. Hij is éét
van ons allen, eenzijdig be
gaafd zoals er zovelen zijn er
daardoor in dit ene opzicht be
langrijk. Hemzelf te horen over
zijn werk of over de moderne
literatuur in het algemeen, kan
alleen maar winst zijn. Winst
voor de literatuur, maar binnen
het onderwijs ook voor de
school. Eenvoudig omdat de
school beter school wordt door
minder schools te zijn".
Dat zegt Garmt Stuiveling,
voorzitter van de Vereniging
van Letterkundigen over het
werk van het bureau „Schrij-
vers op school". De organisatie
die door middel van lezingen,
door de schrijvers op scholen,
voornamelijk middelbare, te
houden, het contact tussen
jeugd en literatuur tracht te be
vorderen. Het initiatief daartoe
werd genomen door het Utrecht
se schrijversechtpaar Anny Mat-
ti en Wim Spekking.
(Van een onzer redacteuren)
J2)e hervorming van ons onderwijs
als geheel laat veel te wensen
over.
Vernieuwing in de vorm van toevoe-
Ting van nieuwe vakken schijnt moei
lijk, zo niet onmogelijk. Op de lage
re en middelbare scholen ontbreekt
het bijbrengen van kennis over mens
en maatschappij bijna geheel. Juist
die kennis echter is voor de algeme
ne vorming en voor de latere aan
passing uiterst noodzakelijk. De scho
len hebben de ontwikkelingen van
de wetenschappen in dit opzicht
psychologie, sociologie culturele an
tropologie bijna volstrekt gene
geerd. .,De ervaring uit de praktijk
iccrt, dat naarmate men voortschrijdt
in zijn individuele loopbaan, men
meer en meer het vakgebied verlaat
en de behoefte gevoelt aan maat
schappelijk en psychologisch inzicht.
JTen bedrijfsingenieur ziet zich met
vakbonden en ondernemingsraad
geconfronteerd, moet onderhandelen,
organiseren vergaderen, allerlei han
delingen waarvoor hij geen formele
opleiding heeft genoten; een ambte
naar wordt bewindsman, zakenman,
organisator, enz. Zoals elk van deze
functionarissen op zijn middelbare
school terugvalt wat zijn Frans of En
gels betreft, zou hij oveneens op een
elementaire psychologische en socio
logische kennis en inzicht moeten
kunnen terugvallen".
J-Jiermee raakt de Groningse hoog
leraar dr. L. Gadourek de kern
van het probleem dat vanuit de ver
schillende studierichtingen op acade
misch niveau grondig wordt behan
deld in „Onderwijs en wetenschap".
Een jubileum-uitgave die onlangs
verscheen naar aanleiding van het
150-jarig bestaan van uitgeverij J.
Noorduijn en Zoon N.V. te Gorin-
chem (16,50).
De Groningse socioloog draagt een
aantal klemmende argumenten aan
om naast de gevestigde schooltypen
blijkbaar onaantastbaar nieuwe
schoolvormen te ontwikkelen. Opdat
de vernieuwing van het onderwijs
kan plaatsvinden, gebaseerd op de
verworvenheden van wetenschappe
lijk onderzoek.
„Het invoegen van de maatschap
pijwetenschappen in de lesprogram
ma's van de scholen heeft dan een
van de grootste anomaliën (onge
rechtigdheden) van de tegenwoordi
ge sociale ontwikkeling op: het ver
waarlozen van maatschappijwe
tenschappen ten tijde van groeiende
behoefte aan inzicht in het gedrag
van de mens".
■^/at voor de „menswetenschappen"
geldt, is duidelijk niet minder van
betekenis voor de wijze waarop
school en wetenschap op vele andere
terreinen langs elkaar heen bestaan;
taal. literatuur, wiskunde, biologie
en de expressie. Een reeks hooglera
ren behandelt die verschillende vak
gebieden en legt de verbinding tussen
.,de school" en „de universiteit".
oud-directeur van het Onderwijs
kundig Studiecentrum te Amster
dam, drs. A. J. S. van Dam, verdiept
zich in het slothoofdstuk in de ver
anderingen die in het onderwijs nood
zakelijk zijn.
Als wjj wetenschapsbeoefenaren wil
len kweken, zal de belangstellin,
voor de verschillende vakgebieden
reeds op de middelbare scholen moe
ten worden gewekt. Daarom is het
uiterst belangrijk dat de inhoud van
de schoolvakken up to date is. De
ontwikkelingen in de wetenschappen
voltrekken zich steeds sneller. Daar
om moet reeds op de school bij de
leerlingen de overtuiging worden ge
kweekt dat ieder mens die wil oorde
len over een probleem van deze tijd,
voortdurend zijn kennis moet herzien
en uitbreiden, ij moet leren die ken
nis kritisch te hanteren.
Destaande waarden, tradities, con
venties, normen zullen verande
ren. Zoals wij n ual zo treffend ge
demonstreerd zien in de houding te
genover het celibaat, tegen homo
seksualiteit e.d. Het is nodig te le
ren nadenken over verschillende mo
gelijke toekomsten door de conse
quenties van bepaalde keuzen te
overwegen en op grond van dit na
denken, als er gekozen moet worden,
te beslissen".
Het hele onderwijs moet toekomst
gericht worden gemaakt. Het vak
.toekomststudie" zal moeten worden
ingevoerd. Naast de bestudering van
het verleden een onvervangbaar
middel om het heden te relative
ren.
Een fraaie uitgave naar vorm en
inhoud, een waardevolle bijdrage op
hoog niveau in de discussie die reeds
jaren aan de gang is over de school
van en voor de toekomst die de men
sen zal moeten leveren die bereid zijn
bij te dragen tot de vergroting van
onze kennis.
JACQUES LEVIJ
55T a' hebben een paar vrienden, artiesten, die overal op school-
I concerten spelen. Dat heeft ons eigenlijk op het idee gebracht.
Waarom tenslotte wel muziek maar geen schrijvers op de scho
len? Kijk, de kernvraag is, hoe integreer je kunst in de maatschappij
en met name in het onderwijs. Een groot probleem is daarbij, hoe pas
je de individualist, die de schrijver is, in de school in". Wim Spekking,
schrijver, lid van het curatorium dat toezicht houdt op het bureau
„Schrijvers op school" zegt het wat fel. Zijn vrouw, Anny Matti,
hoofd van het bureau, valt hem bij: „We willen natuurlijk geen selec
tief groepje topauteurs, dat de lezingen houdt. Iedereen heeft het
recht de schrijver te vragen die hij zelf wil en elk lid van de vereni
ging van letterkundigen kan zich bij ons opgeven om lezingen te
houden".
J—Jet is al weer een paar jaar gele
den dat de eerste wankele schre
den tot oprichting van het bureau
werden gezet. Midden 1967 horen de
middelbare scholen en kweekscholen
voor het eerst van de mogelijkheid
een schrijver op school te, kunnen zien
en horen door een informatieve brief
uitgaand van de Vereniging van Let
terkundigen.
Er kwam zo'n enthousiaste reactie
uit het hele land dat de Vereniging
van Letterkundigen, samen met de
Vereniging van Toneel-, radio- en te
levisieschrijvers de stichting Doneto
verzocht een bureau voor schoollezin-
gen op te richten. Dat was in juli
'68. Het bureau kreeg de naam Schrij
vers op School en begon te draaien
onder leiding van Anny Matti onder
supertoezieht van een curatorium be
staande uit mr. Hans Keuls, Jacoba
Eggink, Huub Oosterhuis, Wim Spek
king en Mischa de Vreede.
In januari 1969 gingen de lezingen
van start. En het succes was meteen
zo groot dat voor de laatste maan
den van het afgelopen schooljaar
honderdvijftien lezingen konden wor
den gegeven door 42 schrijvers. Lera
ren en leerlingen schreven bijvalsbe
tuigingen naar het bureau. Het ini
tiatief sloeg in als een bom.
Jet is natuurlijk niet de bedoeling
dat de auteur de plaats van de
leraar Nederlands inneemt. Het is
een surplus, een extra, waaraan de
leraar Nederlands normaal in zijn
programma nooit toekomt. De kunst
komt zo van binnenuit de school bin
nen, niet van buitenaf door de Ie
raar", zegt Wim Spekking ter ver
klaring.
„Ik heb zelf een lezing gehouden
hier voor een MAVO in Utrecht Na
tuurlijk je moet je aanpassen aan het
niveau van je leerlingen. Gymnasias
ten moet je nu eenmaal anders aan
pakken dan leerlingen van de laag
ste klassen van het MAVO. Och, ik
heb toen mijn onderwerp heel alge
meen gehouden maar ze luister
den met open mond". En Anny
Matti: „Het is ook eigenlijk van te
voren de bedoeling dat de auteur die
de lezing gaat houden van te voren
even contact opneemt met de school.
Dan weet hij zo'n beetje de verlan
gens van die school en de leraar Ne
derlands is daardoor in staat de komst
van de auteur voor te bereiden. En
zo'n lesuur gaat dan meestal ook zo,
dat de grootste helft besteed wordt
aan de lezing, maar dat er nog ruim
tijd overblijft voor vragen of een dis
cussie met de schrijver".
kosten van zo'n lezing, vormen
die soms voor de scholen geen
problemen?
Anny Matti: „Per lezing van een
lesuur vijftig minuten - krijgt
de auteur honderd gulden. Daarnaast
moet de school zijn treinreis eerste
klas betalen en een tientje bemidde-
lingskosten. Voor een tweede lesuur
aansluitend moet nog eens vijftig gul
den worden gerekend. Dat is echt niet
te veel". Wim Spekking: „Deze lezin
gen zijn natuurlijk een mes dat aan
twee kanten snijdt. Enerzijds de be
langstelling van de jeugd stimuleren
voor de literatuur en het contact
van de schrijver vergroten met de
jeugd, maar anderzijds ook de au
teurs in het leven houden. De bedra
gen die de auteurs ontvangen als sti
pendia, als aanvullend honorarium,
zijn te laag. Men zou de auteurs moe
ten gelijkschakelen wat dat betreft
met de acteurs op deze wijze kan
een auteur nog wat verdienen en te
vens zijn bekendheid vergroten". An
ny Matti; „het werkt als een sneeuw
bal. De leerlingen gaan boeken ko
pen van die auteur, vaak zo sterk,
dat er in een bepaalde stad geen boe
ken meer van hem te krijgen zijn.
In Nederland is het zo dat een au
teur zichzelf moet bewijzen. De le
zingen zijn daar een middel toe".
JSJu al weer stromen de aanvragen
voor lezingen binnen. De woning
Kernkampplantsoen 91, waar het bu
reau gevestigd is zoemt van de ac
tiviteit. Een gigantisch rooster wordt
opgesteld om aan al de wensen van
schooldirectie en leraren Nederlands
te voldoen. Het is een begrijpelijke
zaak dat als auteur tweehonderd
maal gevraagd woidt en dat ge
beurt hij alle lezingen onmogelijk
kan houden. Daarom kan men een
voorkeurslijst van twaalf acteurs in
dienen. De keuze is groot genoeg
want de lijst vermeldt ruim 130 au
teurs die zich beschikbaar hebben
gesteld om tussen oktober en april
lezingen te houden. Van verscheide
ne scholen is ook reeds het verzoek
uitgegaan om auteurs op ouderavon
den te mogen horen, aan welk ver
zoek het bureau voor zover mogelijk
ook voldoet.
Garmt Stuiveling. „Als men boe
ken mooi vindt, is nieuwsgierigheid
naar de schrijver een geoorloofde men
selijke zaak. En omgekeerd: als een
auteur zijn boeken verkocht weet,
mag hij nieuwsgierig zijn naar de le
zers en hun reactie. De eenzaamheid
waartoe hij veroordeeld is tijdens het
schrijven wordt weerspiegeld
door de eenzaamheid van degene die
zijn boek leest.
Tussen die twee vormen van actieve
eenzaamheid is het werk zelf juist het
contact".
Wim Spakking: „Die sympathie die
je bij een gehoor ontmoet, doet je
gewoon goed. Je .krijgt er meer in
spiratie door. En voor de leerlingen
werkt de aanwezigheid van de auteur
alleen al verrijkend". Het ziet er
naar uit dat het niet lang meer zal
duren of op het lesprogramma van
elke Nederlandse school die zichzelf
respecteert zal op gezette tijden voor
komen: lezing door auteur X. En
niet alleen in Nederland. In België
is Eugene van Itterbeke naar Neder
lands voorbeeld ook zoiets aan het
opzetten.
GERARD CRONE
frèife iC: Fïe'tsher
Hét land mot de> hoegste
levensstandaard'en hal
temgsts sterftecijfer ver» Euifö&aL'
'Toenemend drankgebruik,
hogs xetffTi
Zweden is
ego msuws
jfSek:
Itabo
|tsjndfc>ï| wordt Jktitt®,
echtelijk
betaalt «ieri meer pil belasting
ff Tf dan in vsflk ander
i dustoSMSeerd land ook
ponder twijfel is het gemiddelde
ontwikkelingspeil, als men ken
nis als maatstaf neemt - in Zweden
door de onderwijsexplosie gedaald,
maar de elite binnen de Zweedse en
Amerikaanse onderwijsstelsels steekt
gunstig af vergeleken bij de elite die
overblijft in landen met het selec
tieve systeem. Het lijdt geen twijfel
dat de eisen die op de Zweedse scho
len kan de kennis worden gesteld
gedaald zijn. Dit is een vrij wille
keurig citaat uit het boek van Fre-
dric Fleisher „De Zweden" (uitg. In
üen Toren, Baarn. 15,50). De schrij
ver heeft 15 jaar als student en jour
nalist en gehuwd met een Zweedse
vrouw in dit land doorgebracht. Hij
is daarom in staat geweest een nog
al interessant boek te schrijven
over het levenspatroon van dit land
tot en met de laatste ontwikkelingen.
JTr waren twee punten, die voor ons
boek bijzonder boeiend maakte.
Zweden geldt nog steeds als een fata
morgana van een welvaartsstaat die
velen voor ogen staat. En dat is het
wanneer men over „Zweden" spreekt
dan spreekt men meestal over Stock
holm en enkele andere soortgelijke
steden. Gesprekken m dit land maak
ten ons duidelijk, dat de Zweed zelf
een sterk ondercheid maakt tussen
deze steden en de rest van het land.
Wat Fleisher doet is een totaalbeeld
geven van het levenspatroon. Voor
degenen, die dit land willen bezoeken
- of er om welke reden dan ook voor
geïnteresseerd zijn - is het een zeer
instructief boek; temeer omdat het
buiten de grote steden om vrij moei
lijk is met Zeden te praten; de mees
te ouderen spreken enkel Zweeds.
JTen ander frapperend feit von
den wij, dat er zo langzamerhand
- buiten de eeuwig zingende bossen
en ruige vlakten om het maatschap
pelijk beeld van ons land en Zwe
den in grote lijnen niet zoveel ver
schilpunten meer vertoont, ook al
„besteden Zweedse studenten weinig
aandacht aan protesten en eisen van
studentenorganisaties in de V.S. en
elders, omdat ze zich verzekerd we
ten van hun onafhankelijkheid". Ook
in Zweden is cultuur nog een res-
tantpost op de begroting en aj geven
wij - op enkele uitzonderingen na -
niet zo hoog op over het Zweedse
cultureleleven - interessant blijft het
kennis nemen van de kunstenaars
(on) situatie daar.
pieisher schetst de historische aan
loop en de huidige ontwikkeling en
experimenten in de politiek, de indu
strie en het privéleven; de medische
ontwikkelingen; het drankgebruik;
de seksualiteit; het onderwijs; de ar
beidsorganisaties; de plaats van de
vrouw; de kerk; de pers; het belas
tingstelsel etc. Kortom een ontwikke
ling, die boeiend is en aanzet tot ver
gelijkend lezen-
HENK EGBERS
£Je orchidee is voor de meeste I
mensen nog altijd de exotische I
kleurige bloem, omgeven door een I
geheimzinnig waas en bovena] is het I
'n erg dure bloem. Steeds meer men
sen gaan er de laatste tijd toe over I
zelf orchideeën te kweken en tot bloei j
te brengen. Veelal thuis op de ven
sterbank of in een speciaal glazen
kastje en ook wel in de tuin. Deze
liefhebberij hoeft nog niet eens zo
erg veel te kosten. Vee) zorgzaam
heid wordt wel gevraagd voor deze
platen- die uiteraard het best gedijen
in een omgeving die het meest over-
eenkomt met 't tropische regenwoud.
En een dergelijk klimaat in ons land j
nabootsen vergt de nodige zorg en
improvisatie-
F)e orchideeënkenners Wolfgang
Haber in „Orchideeën in huis"
en Otakar Sadovsky in: Orchideeën
in eigen tuin (uitg. J. Veen A'dam)
zijn voor de genen die het willen pro
beren uitstekende gidsen- resp. voor
de huiskweek en de tuincultuur. Ha
ber vertelt heel interessante dingen
over de omgeving, waar de wonder
lijke bloemen vandaan komen en hoe
ze tenslotte ook hier tot bloei kun
nen worden gebracht. Sadovsky be
strijkt het gebied van de orchidee in
eigen tuin. Zijn boek is technischer
en behandelt voornamelijk de „aard-
orchidee uit de gematigde zone"
Als men beide boeken doorbladert
raakt men al gauw geboeid door de
sprookjeswereld van vormen en kleu
ren van de ruim 20.000 orchideeën-
soorten. Dat wordt met vele kleuren
illustraties nog eens duidelijk onder
streept.
Qp een hinderlijk superieure toon
vertelt de schrijver Hans Borre-
bach over zijn geweldige feeling voor
en ervaring met naaktfotografie, over
zijn niet te evenaren inzicht in de
psyche van 't naaktmodel en over zijn
weergaloze techniek om het naaktmo
del feilloos op papier te zetten. Flink
wat foto's in kleur en zwart-wit moet
de ademloos lezende amateur-foto
graaf van het vakmanschap van de
schrijver overtuigen. Helaas hebben
wij minder „optische agressiviteit"
en „losheid van pose" in het afge
beelde materiaal ontdekt dan Hans
Borrebach zo ijverig heeft gedoceerd.
Weinig mensen zullen op dit boek
„Figuurfotografie" (uitg. L. Veen-
A'dam) hebben zitten wachten.
\f OSS-GERLING schreef ITALI
AANSE ADRIATISCHE ZEE
(Amstel Reisgiedsen). Het nuttigst is
het voor automobilisten en kampeer
ders.
Uitweidingen over de in steden als
Venetië, Triest, Mantua en Bologna
voorkomende kunstwerken zijn tal
rijk Maar ook de historische beziens
waardigheden van badplaatsen als
Cattolica, Rimini, Riccione en Cese-
natico blijven niet onvermeld. De
steden en dorpen zijn per provincie
gerubriceerd. De meeste badgasten
van de Adria zijn stellig geen uitge
sproken museumbezoekers, maar de
gene die toch behoefte heeft aan een
dergelijk bezoek zonder zich bij een
rondleiding te willen aansluiten is dit
boek een goede gids, Een 14-tal pro
vincies worden tamelijk uitvoerig be
licht.
Het besproken gebied strekt zich
uit van Triëst tot Ancona en van
Venetië tot Ancona. De paperback is
voorzien van 16 kleine foto's en 3
landkaartjes. Achterin treft men
praktische wenken aan, o.a. voor
automomilisten.
Overigens zjjn die wenken
maar erg betrekkelijk. Wat te den
ken van ee overzixht van de gemid
delde lucht- en zeatemperatuur in de
periode april-oktober in een aantal
badplaatsen. Over kleding bij kerk-
kering komt men hier ook het een
en ander aan de weet. Ee lijst met
woorden voor dagelijks gebruik en 'n
van kampeerterreinen besluit deze
informatieve gids.
Een bijzondere plaat met wer
ken van Bruckner. Nu eens niet
zijn symfonieën, grote Mis e.d.,
maar minder gehoorde motetten.
Het is Bruckner ten voeten uit.
Romanticus ondanks zichzelf en
een diepe religieusiteit met een
Walkure-achtige devotie. Van
het uiterste pppp tot het mach
tigste ffff illustreert hij in deze
motetten de liturgische teksten.
De graduale „Locus iste" van
het feest van kerkwijding, waar
mee de plaat begint geeft direct
aanleiding voor een oprechte dra
matiek. Het bekende 7
stemmige Ave Maria is weer
va-n een geheel andere stemming.
In de antifoon „Tota Pulchra"
zingt Richard Holm de tenor-so
lo, afgewisseld met koor en or
gel in een zeer opvallende op
bouw. De variatie aan solo's,
koorpartijen, begeleidingen van
orgel, blazers, orkest, aan toon
soorten (sterk gestoeld op de ou
de kerkelijke toonsoorten), a cap-
pella zang etc is niet alleen ken
merkend voor het muzikale pal
let van Bruckner, maar geeft
aan deze plaat ook een boeiend
en geschakeerd beeld mee. Ba
rok. Het telkens repeterende
„jurejurando" in „Ecce Sacer-
dos" verwijst ernaar en herin
nert aan de levenslange invloed
die het prachtige barokke kloos
ter te St. Forian op Bruckner
gehad heeft. Nu er niet zoveel
priesterwijdingen en koren met
interesse voor Bruckner meer
zijn is het toch wel fijn dit stuk
muziek hier op deze plaat nog
eens gedocumenteerd te hebben.
Behalve het Alleluja-vers „Vir-
ga Jesse" en de graduale „Os
justi" (uit de mis voor Doctores)
horen we no„ zeer illustratieve
Goede week muziek in de „Hym
ne Vexilla Regis" en de gradua
le „Christus Factus", waarbij
Bruckner sterk geinspireerd is
zeer zorgvuldig behandeld moe
ten worden omdat je meer
dan op andere platen iedere
oneffenheid hoort. Maar deze
zorgvuldigheid is deze plaat
waard.
Anton Bruckner: 8 motetten
150, psalm. Maria Stader, Ri
chard Holm, Chor des Bayerischen
Rundjunks - Chor der Deutschen
Oper Berlin, Berliner Philhamoni-
ker-Eugen Jochum (DGG-136552).
door de authentieke melodieëen,
die van uitzonderlijke schoonheid
zijn.
Het koor van - de Bayerische
Rundfunk geeft van deze muziek
onder leiding van Eugen Jochum
een feilloos en prachtig gezongen
uitvoering met een scherp ge
voel voor verhoudingen, wat niet
eenvoudig is bij Bruckner. Als
„toegift" wordt tenslotte onder
dezelfde dirigent door het koor
van de Duitse opera te Berlijn
en de Berliner Philharmoniker
een uitvoering gegeven van
Psalm 150. De toonzetting van
Bruckners tijdgenoot Franck van
deze psalm is een veel gezongen
„nummer" geworden, maar hoe
ongelooflijk veel mooier is deze
zetting van Bruckner. Inderdaad
een veel zwaardere opgave,
maar met Maria Stader als so
liste maken deze uitvoerenden er
dan ook alles van. Een zeer fijne
plaat met een perfecte we rgav
door DGG. De perfectie van de
DGG is zo uitstekend, dat ze
Verzamelplaten hebben voordelen:
je hoort de artiest in ieder geval
in een veelzijdig repertoire. Bo
vendien zijn op dergelijke platen
uiteraard de beste prestaties sa
mengebracht en dat maakt het
luisteren des te aangenamer. Dat
geldt ook voor Julie Felix, die
een twaalftal songs zingt op „De
wereld van Julie Felix". Lieve
liedjes over het algemeen, die ge
zongen worden met een stem en
een voordracht, die suggereren,
dat er ik-weet-niet-wat voor die
pe mededelingen worden gedaan.
Dat is voerigens bepaaldelijk
niet het geval: in „Plane crash
at Los Gatos" bijvoorbeeld druipt
het valse sentiment van het vi
brerend rubato in Julie's stem af.
Eerlijkheidshalve moet gezegd
worden, dat er ook nog iets goeds
op de plaat staat; „A rumbling
in the land" bijvoorbeeld en
„Masteis of war",
a The world of Julie Felix (Dec-
ca SPA 6)
swinging forties" in New York
en de Dixieland jazz is niet mo
gelijk zonder Condon. Bovendien
is de naam van deze gitarist ver
bonden met namen als Bobby
Hacket, Billy Butterfield, Jess
Stacy, Joe Sullivan e.a. Condon
was meer het ritmisch bindend
element in het orkest dan een
uitblinkend solist. Zijn repertoire
bevatte zowel de „good old bal
lads" .als de standaard jazz-klas-
siekers (zoals Muskrat Ramble
en That's a Plenty). Lee Wiley
is daarbij de favoriete vocaliste.
Gershwin is de componist, die
zoals bij de meeste jazz-musi-
ci sterk inspirerend heeft ge
werkt op Condon. Deze opname
dateert reeds van 1945 toen Con
don op Decca een eerste plaat
maakte met favoriete nummers
van Gershwin uit de twintiger ja
ren. Daarbij zijn nu gevoegd twee
nummers met Bobby Hacket en
zijn orkest met Condon in de rit
me-sectie en piano-solo's van res
pectievelijk Sullivan en Stacy,
vrienden van Condon. Somebody
loves me, 's Wonderful, Embra-
ceable you. Summertime Fasci
nating Rhythm, But not for me
e.a. zijn de nummers die dit stuk
jazz-geschiedenis (ook op
de
plaat te horen!) uitstekend R*
lustreeën; nu stereofonisch.
Eddie Condon Co/Gershwir>
Program vol I (Brunswick 313 212
BDY).
psSRfl
De namen van Gershwin en
Eddie Condon op één plaat bij
een levert een historisch docu
ment, waarvan liefhebbers smul
len. Een terugblik op de „The
(Van onze spej
ANTWERPEN De deelncr
voor beroepsrenners hebben er
een rustdag van gemaakt. De
op adem te komen met beide
veel gesproken maar weinig gef
den Patrick Sereu en zijn mof
zich voor korte tijd op de latten
volgd door de Zwitserse stayer
De overige coureurs verkozen h
boven de trainingsrondjes in het
deze dagen verre van ideaal is.
Zo werd bet middelpunt van d<
belangstelling verplaatst van het!
ovaal naar de Noorderlaan, waai
bijna alle deelnemers een onderko
men hebben gewonden in het Docks
hotel. Zij genoten zichtbaar de stilte
in hun eenvoudig onderkomen, waar
zij slapen voor de helft van de prijs,
die de wielerofficials betalen in het
luxueuse Century Hotel op de Kei-
zerlei.
Staan de coureur» In het Antwerp
ie sportpaleis dag aan dag als kemp
hanen tegenover elkaar, in het ho
tel verdwijnen alle scheidsmuren1
ais bp toverslag. Daar, niet ver van
I de kaden waar de zeereuzen hun la
dingen lossen, gaan de winnaars
broederlijk aan tafel met de over-
i wonnenen van de afgelopen dagen.
Daar leek het alsof er geen wed-f
slrijdzenuwen bestaan, zo ontspan
nen zaten de wielerhelden er bij.
Achter in de eetzaal nestelde zich
Ferdinand Bracke, in burger een
onopvallend tengere man, die op de
piste echter op slag verandert in
een wielei-machine, die als door een
raketmotor aangedreven langs de
cementen rand fietst om dan bin-
nen de zes minuten vijf kilometer
af te leggen. Ferdinand Bracke is
nog steeds dezelfde snelheidsduivel,
die twee jaar geleden de wielerwe-
reld in opschudding bracht door in
Rome het werelduurrecord te ver-
I pulveren.
Hadden de Belgen het vertrouwen
ln hun beste achtervolger verloren,
sinds dinsdag is het weer terug. In
de eerste race bewees de tengere
Belg, dat hij nog niet aan kracht
heeft ingeboet. Tot stomme verba
zing van onze zuiderburen, die niet
meer in Bracke geloofden, omdat
hij zich na de Tour de France ner
gens meer had laten zien, bracht
hij vijf minuten en 56.6 seconden op
de klokken. Een verbetering van
het baanrecord met tnaar liefst 3
1 seconden.
Woensdag' schakelde hij in de
kwartfinale de Fransman Grosskost
uit en nu bereid de oud-uurrecord
houder zich voor op een finale tegen
titelhouder Porter, JaBracke
I denkt al aan een eindstrijd met de
Engelsman. En wat gaat er dan in
I de halve finales gebeuren? Bracke".
..De tijden spreken toch voor zich.
I Tussen de tijden, die Porter en ik
(Van onze speciale verslaggever)
ANTWERPEN De twee Neder
landse stayers in de herkansingen.
Piet de Wit en Piet van der Lans
beben bijzonder ongunstig geloot.
Al moeten namelijk beide ln de
eerste serie rijden, zodat er maxi
maal slechts een van de twee voor
de finale geplaatst kan worden. De
Nederlanders komen vanavond in
be baan tegen de Duitsers Kem
Per, de Zwitser Plattner, de Span
jaard Hortelano en de Italiaan Car-
Wei.
Het tweede zestal, dat vanavond
m een plaats in de eindstrijd rijdt
uat uit de Belg DeLoof, de Duit
—aai. uit ae rselg uemooi, ae uun
Rudolph, de Zwitser Janser. de
„'aan Luciani, de Spanjaard Julia
n de Fransman Raynal.
v De uitslag van de races zijn ook
u belang voor Theo Verschueren
tegenstelling tot wat aanvankelijk
Mb aangenomen is gangmakei
euieman namelijk niet voor de
^ysch-vlaming beschikbaar, om-
fb'J contractueel aan de Italianen
no nden is. Verschueren heeft nu
een kans om achter gangmakei
tenTa. te komen, als zich vanavond
nimnstg geen Spanjaarden voor de
"mie plaatsen.