HET HELE OfCDlWUS MOEI l iCHT WORDEK Een land dat boeiend is 130 AUTEURS OP troeven EERS EN D UURR Ferdinand Ongunstige loting IN GESPREK MEI EN ANNY MATT1 WIM SPEKKING II -Dé Zweden ORCHIDEEËN IN JE EIGEN TUIN FIGUUR- FOTOGRAFIE OOK NAAR ITALIË EINDSTRIJD Bruckner-motetten Julie Felix Condon-Gershwin VOOR DE WIT EN VAN DER LANS DE STEM 11 „Als het tot de taak van het onderwijs hoort, goed te leren lezen, dan behoort daartoe ook het begrip voor de taak van de schrijver en voor de positie van het schrijverschap in onze cul tuur, er is geen reden, hem voor een halfgod te houden, levent' van hemelse spijzen, er is oo! geen reden hem voor een pari.' te houden, onaanraakbaar on zijn buitenissigheid. Hij is éét van ons allen, eenzijdig be gaafd zoals er zovelen zijn er daardoor in dit ene opzicht be langrijk. Hemzelf te horen over zijn werk of over de moderne literatuur in het algemeen, kan alleen maar winst zijn. Winst voor de literatuur, maar binnen het onderwijs ook voor de school. Eenvoudig omdat de school beter school wordt door minder schools te zijn". Dat zegt Garmt Stuiveling, voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen over het werk van het bureau „Schrij- vers op school". De organisatie die door middel van lezingen, door de schrijvers op scholen, voornamelijk middelbare, te houden, het contact tussen jeugd en literatuur tracht te be vorderen. Het initiatief daartoe werd genomen door het Utrecht se schrijversechtpaar Anny Mat- ti en Wim Spekking. (Van een onzer redacteuren) J2)e hervorming van ons onderwijs als geheel laat veel te wensen over. Vernieuwing in de vorm van toevoe- Ting van nieuwe vakken schijnt moei lijk, zo niet onmogelijk. Op de lage re en middelbare scholen ontbreekt het bijbrengen van kennis over mens en maatschappij bijna geheel. Juist die kennis echter is voor de algeme ne vorming en voor de latere aan passing uiterst noodzakelijk. De scho len hebben de ontwikkelingen van de wetenschappen in dit opzicht psychologie, sociologie culturele an tropologie bijna volstrekt gene geerd. .,De ervaring uit de praktijk iccrt, dat naarmate men voortschrijdt in zijn individuele loopbaan, men meer en meer het vakgebied verlaat en de behoefte gevoelt aan maat schappelijk en psychologisch inzicht. JTen bedrijfsingenieur ziet zich met vakbonden en ondernemingsraad geconfronteerd, moet onderhandelen, organiseren vergaderen, allerlei han delingen waarvoor hij geen formele opleiding heeft genoten; een ambte naar wordt bewindsman, zakenman, organisator, enz. Zoals elk van deze functionarissen op zijn middelbare school terugvalt wat zijn Frans of En gels betreft, zou hij oveneens op een elementaire psychologische en socio logische kennis en inzicht moeten kunnen terugvallen". J-Jiermee raakt de Groningse hoog leraar dr. L. Gadourek de kern van het probleem dat vanuit de ver schillende studierichtingen op acade misch niveau grondig wordt behan deld in „Onderwijs en wetenschap". Een jubileum-uitgave die onlangs verscheen naar aanleiding van het 150-jarig bestaan van uitgeverij J. Noorduijn en Zoon N.V. te Gorin- chem (16,50). De Groningse socioloog draagt een aantal klemmende argumenten aan om naast de gevestigde schooltypen blijkbaar onaantastbaar nieuwe schoolvormen te ontwikkelen. Opdat de vernieuwing van het onderwijs kan plaatsvinden, gebaseerd op de verworvenheden van wetenschappe lijk onderzoek. „Het invoegen van de maatschap pijwetenschappen in de lesprogram ma's van de scholen heeft dan een van de grootste anomaliën (onge rechtigdheden) van de tegenwoordi ge sociale ontwikkeling op: het ver waarlozen van maatschappijwe tenschappen ten tijde van groeiende behoefte aan inzicht in het gedrag van de mens". ■^/at voor de „menswetenschappen" geldt, is duidelijk niet minder van betekenis voor de wijze waarop school en wetenschap op vele andere terreinen langs elkaar heen bestaan; taal. literatuur, wiskunde, biologie en de expressie. Een reeks hooglera ren behandelt die verschillende vak gebieden en legt de verbinding tussen .,de school" en „de universiteit". oud-directeur van het Onderwijs kundig Studiecentrum te Amster dam, drs. A. J. S. van Dam, verdiept zich in het slothoofdstuk in de ver anderingen die in het onderwijs nood zakelijk zijn. Als wjj wetenschapsbeoefenaren wil len kweken, zal de belangstellin, voor de verschillende vakgebieden reeds op de middelbare scholen moe ten worden gewekt. Daarom is het uiterst belangrijk dat de inhoud van de schoolvakken up to date is. De ontwikkelingen in de wetenschappen voltrekken zich steeds sneller. Daar om moet reeds op de school bij de leerlingen de overtuiging worden ge kweekt dat ieder mens die wil oorde len over een probleem van deze tijd, voortdurend zijn kennis moet herzien en uitbreiden, ij moet leren die ken nis kritisch te hanteren. Destaande waarden, tradities, con venties, normen zullen verande ren. Zoals wij n ual zo treffend ge demonstreerd zien in de houding te genover het celibaat, tegen homo seksualiteit e.d. Het is nodig te le ren nadenken over verschillende mo gelijke toekomsten door de conse quenties van bepaalde keuzen te overwegen en op grond van dit na denken, als er gekozen moet worden, te beslissen". Het hele onderwijs moet toekomst gericht worden gemaakt. Het vak .toekomststudie" zal moeten worden ingevoerd. Naast de bestudering van het verleden een onvervangbaar middel om het heden te relative ren. Een fraaie uitgave naar vorm en inhoud, een waardevolle bijdrage op hoog niveau in de discussie die reeds jaren aan de gang is over de school van en voor de toekomst die de men sen zal moeten leveren die bereid zijn bij te dragen tot de vergroting van onze kennis. JACQUES LEVIJ 55T a' hebben een paar vrienden, artiesten, die overal op school- I concerten spelen. Dat heeft ons eigenlijk op het idee gebracht. Waarom tenslotte wel muziek maar geen schrijvers op de scho len? Kijk, de kernvraag is, hoe integreer je kunst in de maatschappij en met name in het onderwijs. Een groot probleem is daarbij, hoe pas je de individualist, die de schrijver is, in de school in". Wim Spekking, schrijver, lid van het curatorium dat toezicht houdt op het bureau „Schrijvers op school" zegt het wat fel. Zijn vrouw, Anny Matti, hoofd van het bureau, valt hem bij: „We willen natuurlijk geen selec tief groepje topauteurs, dat de lezingen houdt. Iedereen heeft het recht de schrijver te vragen die hij zelf wil en elk lid van de vereni ging van letterkundigen kan zich bij ons opgeven om lezingen te houden". J—Jet is al weer een paar jaar gele den dat de eerste wankele schre den tot oprichting van het bureau werden gezet. Midden 1967 horen de middelbare scholen en kweekscholen voor het eerst van de mogelijkheid een schrijver op school te, kunnen zien en horen door een informatieve brief uitgaand van de Vereniging van Let terkundigen. Er kwam zo'n enthousiaste reactie uit het hele land dat de Vereniging van Letterkundigen, samen met de Vereniging van Toneel-, radio- en te levisieschrijvers de stichting Doneto verzocht een bureau voor schoollezin- gen op te richten. Dat was in juli '68. Het bureau kreeg de naam Schrij vers op School en begon te draaien onder leiding van Anny Matti onder supertoezieht van een curatorium be staande uit mr. Hans Keuls, Jacoba Eggink, Huub Oosterhuis, Wim Spek king en Mischa de Vreede. In januari 1969 gingen de lezingen van start. En het succes was meteen zo groot dat voor de laatste maan den van het afgelopen schooljaar honderdvijftien lezingen konden wor den gegeven door 42 schrijvers. Lera ren en leerlingen schreven bijvalsbe tuigingen naar het bureau. Het ini tiatief sloeg in als een bom. Jet is natuurlijk niet de bedoeling dat de auteur de plaats van de leraar Nederlands inneemt. Het is een surplus, een extra, waaraan de leraar Nederlands normaal in zijn programma nooit toekomt. De kunst komt zo van binnenuit de school bin nen, niet van buitenaf door de Ie raar", zegt Wim Spekking ter ver klaring. „Ik heb zelf een lezing gehouden hier voor een MAVO in Utrecht Na tuurlijk je moet je aanpassen aan het niveau van je leerlingen. Gymnasias ten moet je nu eenmaal anders aan pakken dan leerlingen van de laag ste klassen van het MAVO. Och, ik heb toen mijn onderwerp heel alge meen gehouden maar ze luister den met open mond". En Anny Matti: „Het is ook eigenlijk van te voren de bedoeling dat de auteur die de lezing gaat houden van te voren even contact opneemt met de school. Dan weet hij zo'n beetje de verlan gens van die school en de leraar Ne derlands is daardoor in staat de komst van de auteur voor te bereiden. En zo'n lesuur gaat dan meestal ook zo, dat de grootste helft besteed wordt aan de lezing, maar dat er nog ruim tijd overblijft voor vragen of een dis cussie met de schrijver". kosten van zo'n lezing, vormen die soms voor de scholen geen problemen? Anny Matti: „Per lezing van een lesuur vijftig minuten - krijgt de auteur honderd gulden. Daarnaast moet de school zijn treinreis eerste klas betalen en een tientje bemidde- lingskosten. Voor een tweede lesuur aansluitend moet nog eens vijftig gul den worden gerekend. Dat is echt niet te veel". Wim Spekking: „Deze lezin gen zijn natuurlijk een mes dat aan twee kanten snijdt. Enerzijds de be langstelling van de jeugd stimuleren voor de literatuur en het contact van de schrijver vergroten met de jeugd, maar anderzijds ook de au teurs in het leven houden. De bedra gen die de auteurs ontvangen als sti pendia, als aanvullend honorarium, zijn te laag. Men zou de auteurs moe ten gelijkschakelen wat dat betreft met de acteurs op deze wijze kan een auteur nog wat verdienen en te vens zijn bekendheid vergroten". An ny Matti; „het werkt als een sneeuw bal. De leerlingen gaan boeken ko pen van die auteur, vaak zo sterk, dat er in een bepaalde stad geen boe ken meer van hem te krijgen zijn. In Nederland is het zo dat een au teur zichzelf moet bewijzen. De le zingen zijn daar een middel toe". JSJu al weer stromen de aanvragen voor lezingen binnen. De woning Kernkampplantsoen 91, waar het bu reau gevestigd is zoemt van de ac tiviteit. Een gigantisch rooster wordt opgesteld om aan al de wensen van schooldirectie en leraren Nederlands te voldoen. Het is een begrijpelijke zaak dat als auteur tweehonderd maal gevraagd woidt en dat ge beurt hij alle lezingen onmogelijk kan houden. Daarom kan men een voorkeurslijst van twaalf acteurs in dienen. De keuze is groot genoeg want de lijst vermeldt ruim 130 au teurs die zich beschikbaar hebben gesteld om tussen oktober en april lezingen te houden. Van verscheide ne scholen is ook reeds het verzoek uitgegaan om auteurs op ouderavon den te mogen horen, aan welk ver zoek het bureau voor zover mogelijk ook voldoet. Garmt Stuiveling. „Als men boe ken mooi vindt, is nieuwsgierigheid naar de schrijver een geoorloofde men selijke zaak. En omgekeerd: als een auteur zijn boeken verkocht weet, mag hij nieuwsgierig zijn naar de le zers en hun reactie. De eenzaamheid waartoe hij veroordeeld is tijdens het schrijven wordt weerspiegeld door de eenzaamheid van degene die zijn boek leest. Tussen die twee vormen van actieve eenzaamheid is het werk zelf juist het contact". Wim Spakking: „Die sympathie die je bij een gehoor ontmoet, doet je gewoon goed. Je .krijgt er meer in spiratie door. En voor de leerlingen werkt de aanwezigheid van de auteur alleen al verrijkend". Het ziet er naar uit dat het niet lang meer zal duren of op het lesprogramma van elke Nederlandse school die zichzelf respecteert zal op gezette tijden voor komen: lezing door auteur X. En niet alleen in Nederland. In België is Eugene van Itterbeke naar Neder lands voorbeeld ook zoiets aan het opzetten. GERARD CRONE frèife iC: Fïe'tsher Hét land mot de> hoegste levensstandaard'en hal temgsts sterftecijfer ver» Euifö&aL' 'Toenemend drankgebruik, hogs xetffTi Zweden is ego msuws jfSek: Itabo |tsjndfc>ï| wordt Jktitt®, echtelijk betaalt «ieri meer pil belasting ff Tf dan in vsflk ander i dustoSMSeerd land ook ponder twijfel is het gemiddelde ontwikkelingspeil, als men ken nis als maatstaf neemt - in Zweden door de onderwijsexplosie gedaald, maar de elite binnen de Zweedse en Amerikaanse onderwijsstelsels steekt gunstig af vergeleken bij de elite die overblijft in landen met het selec tieve systeem. Het lijdt geen twijfel dat de eisen die op de Zweedse scho len kan de kennis worden gesteld gedaald zijn. Dit is een vrij wille keurig citaat uit het boek van Fre- dric Fleisher „De Zweden" (uitg. In üen Toren, Baarn. 15,50). De schrij ver heeft 15 jaar als student en jour nalist en gehuwd met een Zweedse vrouw in dit land doorgebracht. Hij is daarom in staat geweest een nog al interessant boek te schrijven over het levenspatroon van dit land tot en met de laatste ontwikkelingen. JTr waren twee punten, die voor ons boek bijzonder boeiend maakte. Zweden geldt nog steeds als een fata morgana van een welvaartsstaat die velen voor ogen staat. En dat is het wanneer men over „Zweden" spreekt dan spreekt men meestal over Stock holm en enkele andere soortgelijke steden. Gesprekken m dit land maak ten ons duidelijk, dat de Zweed zelf een sterk ondercheid maakt tussen deze steden en de rest van het land. Wat Fleisher doet is een totaalbeeld geven van het levenspatroon. Voor degenen, die dit land willen bezoeken - of er om welke reden dan ook voor geïnteresseerd zijn - is het een zeer instructief boek; temeer omdat het buiten de grote steden om vrij moei lijk is met Zeden te praten; de mees te ouderen spreken enkel Zweeds. JTen ander frapperend feit von den wij, dat er zo langzamerhand - buiten de eeuwig zingende bossen en ruige vlakten om het maatschap pelijk beeld van ons land en Zwe den in grote lijnen niet zoveel ver schilpunten meer vertoont, ook al „besteden Zweedse studenten weinig aandacht aan protesten en eisen van studentenorganisaties in de V.S. en elders, omdat ze zich verzekerd we ten van hun onafhankelijkheid". Ook in Zweden is cultuur nog een res- tantpost op de begroting en aj geven wij - op enkele uitzonderingen na - niet zo hoog op over het Zweedse cultureleleven - interessant blijft het kennis nemen van de kunstenaars (on) situatie daar. pieisher schetst de historische aan loop en de huidige ontwikkeling en experimenten in de politiek, de indu strie en het privéleven; de medische ontwikkelingen; het drankgebruik; de seksualiteit; het onderwijs; de ar beidsorganisaties; de plaats van de vrouw; de kerk; de pers; het belas tingstelsel etc. Kortom een ontwikke ling, die boeiend is en aanzet tot ver gelijkend lezen- HENK EGBERS £Je orchidee is voor de meeste I mensen nog altijd de exotische I kleurige bloem, omgeven door een I geheimzinnig waas en bovena] is het I 'n erg dure bloem. Steeds meer men sen gaan er de laatste tijd toe over I zelf orchideeën te kweken en tot bloei j te brengen. Veelal thuis op de ven sterbank of in een speciaal glazen kastje en ook wel in de tuin. Deze liefhebberij hoeft nog niet eens zo erg veel te kosten. Vee) zorgzaam heid wordt wel gevraagd voor deze platen- die uiteraard het best gedijen in een omgeving die het meest over- eenkomt met 't tropische regenwoud. En een dergelijk klimaat in ons land j nabootsen vergt de nodige zorg en improvisatie- F)e orchideeënkenners Wolfgang Haber in „Orchideeën in huis" en Otakar Sadovsky in: Orchideeën in eigen tuin (uitg. J. Veen A'dam) zijn voor de genen die het willen pro beren uitstekende gidsen- resp. voor de huiskweek en de tuincultuur. Ha ber vertelt heel interessante dingen over de omgeving, waar de wonder lijke bloemen vandaan komen en hoe ze tenslotte ook hier tot bloei kun nen worden gebracht. Sadovsky be strijkt het gebied van de orchidee in eigen tuin. Zijn boek is technischer en behandelt voornamelijk de „aard- orchidee uit de gematigde zone" Als men beide boeken doorbladert raakt men al gauw geboeid door de sprookjeswereld van vormen en kleu ren van de ruim 20.000 orchideeën- soorten. Dat wordt met vele kleuren illustraties nog eens duidelijk onder streept. Qp een hinderlijk superieure toon vertelt de schrijver Hans Borre- bach over zijn geweldige feeling voor en ervaring met naaktfotografie, over zijn niet te evenaren inzicht in de psyche van 't naaktmodel en over zijn weergaloze techniek om het naaktmo del feilloos op papier te zetten. Flink wat foto's in kleur en zwart-wit moet de ademloos lezende amateur-foto graaf van het vakmanschap van de schrijver overtuigen. Helaas hebben wij minder „optische agressiviteit" en „losheid van pose" in het afge beelde materiaal ontdekt dan Hans Borrebach zo ijverig heeft gedoceerd. Weinig mensen zullen op dit boek „Figuurfotografie" (uitg. L. Veen- A'dam) hebben zitten wachten. \f OSS-GERLING schreef ITALI AANSE ADRIATISCHE ZEE (Amstel Reisgiedsen). Het nuttigst is het voor automobilisten en kampeer ders. Uitweidingen over de in steden als Venetië, Triest, Mantua en Bologna voorkomende kunstwerken zijn tal rijk Maar ook de historische beziens waardigheden van badplaatsen als Cattolica, Rimini, Riccione en Cese- natico blijven niet onvermeld. De steden en dorpen zijn per provincie gerubriceerd. De meeste badgasten van de Adria zijn stellig geen uitge sproken museumbezoekers, maar de gene die toch behoefte heeft aan een dergelijk bezoek zonder zich bij een rondleiding te willen aansluiten is dit boek een goede gids, Een 14-tal pro vincies worden tamelijk uitvoerig be licht. Het besproken gebied strekt zich uit van Triëst tot Ancona en van Venetië tot Ancona. De paperback is voorzien van 16 kleine foto's en 3 landkaartjes. Achterin treft men praktische wenken aan, o.a. voor automomilisten. Overigens zjjn die wenken maar erg betrekkelijk. Wat te den ken van ee overzixht van de gemid delde lucht- en zeatemperatuur in de periode april-oktober in een aantal badplaatsen. Over kleding bij kerk- kering komt men hier ook het een en ander aan de weet. Ee lijst met woorden voor dagelijks gebruik en 'n van kampeerterreinen besluit deze informatieve gids. Een bijzondere plaat met wer ken van Bruckner. Nu eens niet zijn symfonieën, grote Mis e.d., maar minder gehoorde motetten. Het is Bruckner ten voeten uit. Romanticus ondanks zichzelf en een diepe religieusiteit met een Walkure-achtige devotie. Van het uiterste pppp tot het mach tigste ffff illustreert hij in deze motetten de liturgische teksten. De graduale „Locus iste" van het feest van kerkwijding, waar mee de plaat begint geeft direct aanleiding voor een oprechte dra matiek. Het bekende 7 stemmige Ave Maria is weer va-n een geheel andere stemming. In de antifoon „Tota Pulchra" zingt Richard Holm de tenor-so lo, afgewisseld met koor en or gel in een zeer opvallende op bouw. De variatie aan solo's, koorpartijen, begeleidingen van orgel, blazers, orkest, aan toon soorten (sterk gestoeld op de ou de kerkelijke toonsoorten), a cap- pella zang etc is niet alleen ken merkend voor het muzikale pal let van Bruckner, maar geeft aan deze plaat ook een boeiend en geschakeerd beeld mee. Ba rok. Het telkens repeterende „jurejurando" in „Ecce Sacer- dos" verwijst ernaar en herin nert aan de levenslange invloed die het prachtige barokke kloos ter te St. Forian op Bruckner gehad heeft. Nu er niet zoveel priesterwijdingen en koren met interesse voor Bruckner meer zijn is het toch wel fijn dit stuk muziek hier op deze plaat nog eens gedocumenteerd te hebben. Behalve het Alleluja-vers „Vir- ga Jesse" en de graduale „Os justi" (uit de mis voor Doctores) horen we no„ zeer illustratieve Goede week muziek in de „Hym ne Vexilla Regis" en de gradua le „Christus Factus", waarbij Bruckner sterk geinspireerd is zeer zorgvuldig behandeld moe ten worden omdat je meer dan op andere platen iedere oneffenheid hoort. Maar deze zorgvuldigheid is deze plaat waard. Anton Bruckner: 8 motetten 150, psalm. Maria Stader, Ri chard Holm, Chor des Bayerischen Rundjunks - Chor der Deutschen Oper Berlin, Berliner Philhamoni- ker-Eugen Jochum (DGG-136552). door de authentieke melodieëen, die van uitzonderlijke schoonheid zijn. Het koor van - de Bayerische Rundfunk geeft van deze muziek onder leiding van Eugen Jochum een feilloos en prachtig gezongen uitvoering met een scherp ge voel voor verhoudingen, wat niet eenvoudig is bij Bruckner. Als „toegift" wordt tenslotte onder dezelfde dirigent door het koor van de Duitse opera te Berlijn en de Berliner Philharmoniker een uitvoering gegeven van Psalm 150. De toonzetting van Bruckners tijdgenoot Franck van deze psalm is een veel gezongen „nummer" geworden, maar hoe ongelooflijk veel mooier is deze zetting van Bruckner. Inderdaad een veel zwaardere opgave, maar met Maria Stader als so liste maken deze uitvoerenden er dan ook alles van. Een zeer fijne plaat met een perfecte we rgav door DGG. De perfectie van de DGG is zo uitstekend, dat ze Verzamelplaten hebben voordelen: je hoort de artiest in ieder geval in een veelzijdig repertoire. Bo vendien zijn op dergelijke platen uiteraard de beste prestaties sa mengebracht en dat maakt het luisteren des te aangenamer. Dat geldt ook voor Julie Felix, die een twaalftal songs zingt op „De wereld van Julie Felix". Lieve liedjes over het algemeen, die ge zongen worden met een stem en een voordracht, die suggereren, dat er ik-weet-niet-wat voor die pe mededelingen worden gedaan. Dat is voerigens bepaaldelijk niet het geval: in „Plane crash at Los Gatos" bijvoorbeeld druipt het valse sentiment van het vi brerend rubato in Julie's stem af. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden, dat er ook nog iets goeds op de plaat staat; „A rumbling in the land" bijvoorbeeld en „Masteis of war", a The world of Julie Felix (Dec- ca SPA 6) swinging forties" in New York en de Dixieland jazz is niet mo gelijk zonder Condon. Bovendien is de naam van deze gitarist ver bonden met namen als Bobby Hacket, Billy Butterfield, Jess Stacy, Joe Sullivan e.a. Condon was meer het ritmisch bindend element in het orkest dan een uitblinkend solist. Zijn repertoire bevatte zowel de „good old bal lads" .als de standaard jazz-klas- siekers (zoals Muskrat Ramble en That's a Plenty). Lee Wiley is daarbij de favoriete vocaliste. Gershwin is de componist, die zoals bij de meeste jazz-musi- ci sterk inspirerend heeft ge werkt op Condon. Deze opname dateert reeds van 1945 toen Con don op Decca een eerste plaat maakte met favoriete nummers van Gershwin uit de twintiger ja ren. Daarbij zijn nu gevoegd twee nummers met Bobby Hacket en zijn orkest met Condon in de rit me-sectie en piano-solo's van res pectievelijk Sullivan en Stacy, vrienden van Condon. Somebody loves me, 's Wonderful, Embra- ceable you. Summertime Fasci nating Rhythm, But not for me e.a. zijn de nummers die dit stuk jazz-geschiedenis (ook op de plaat te horen!) uitstekend R* lustreeën; nu stereofonisch. Eddie Condon Co/Gershwir> Program vol I (Brunswick 313 212 BDY). psSRfl De namen van Gershwin en Eddie Condon op één plaat bij een levert een historisch docu ment, waarvan liefhebbers smul len. Een terugblik op de „The (Van onze spej ANTWERPEN De deelncr voor beroepsrenners hebben er een rustdag van gemaakt. De op adem te komen met beide veel gesproken maar weinig gef den Patrick Sereu en zijn mof zich voor korte tijd op de latten volgd door de Zwitserse stayer De overige coureurs verkozen h boven de trainingsrondjes in het deze dagen verre van ideaal is. Zo werd bet middelpunt van d< belangstelling verplaatst van het! ovaal naar de Noorderlaan, waai bijna alle deelnemers een onderko men hebben gewonden in het Docks hotel. Zij genoten zichtbaar de stilte in hun eenvoudig onderkomen, waar zij slapen voor de helft van de prijs, die de wielerofficials betalen in het luxueuse Century Hotel op de Kei- zerlei. Staan de coureur» In het Antwerp ie sportpaleis dag aan dag als kemp hanen tegenover elkaar, in het ho tel verdwijnen alle scheidsmuren1 ais bp toverslag. Daar, niet ver van I de kaden waar de zeereuzen hun la dingen lossen, gaan de winnaars broederlijk aan tafel met de over- i wonnenen van de afgelopen dagen. Daar leek het alsof er geen wed-f slrijdzenuwen bestaan, zo ontspan nen zaten de wielerhelden er bij. Achter in de eetzaal nestelde zich Ferdinand Bracke, in burger een onopvallend tengere man, die op de piste echter op slag verandert in een wielei-machine, die als door een raketmotor aangedreven langs de cementen rand fietst om dan bin- nen de zes minuten vijf kilometer af te leggen. Ferdinand Bracke is nog steeds dezelfde snelheidsduivel, die twee jaar geleden de wielerwe- reld in opschudding bracht door in Rome het werelduurrecord te ver- I pulveren. Hadden de Belgen het vertrouwen ln hun beste achtervolger verloren, sinds dinsdag is het weer terug. In de eerste race bewees de tengere Belg, dat hij nog niet aan kracht heeft ingeboet. Tot stomme verba zing van onze zuiderburen, die niet meer in Bracke geloofden, omdat hij zich na de Tour de France ner gens meer had laten zien, bracht hij vijf minuten en 56.6 seconden op de klokken. Een verbetering van het baanrecord met tnaar liefst 3 1 seconden. Woensdag' schakelde hij in de kwartfinale de Fransman Grosskost uit en nu bereid de oud-uurrecord houder zich voor op een finale tegen titelhouder Porter, JaBracke I denkt al aan een eindstrijd met de Engelsman. En wat gaat er dan in I de halve finales gebeuren? Bracke". ..De tijden spreken toch voor zich. I Tussen de tijden, die Porter en ik (Van onze speciale verslaggever) ANTWERPEN De twee Neder landse stayers in de herkansingen. Piet de Wit en Piet van der Lans beben bijzonder ongunstig geloot. Al moeten namelijk beide ln de eerste serie rijden, zodat er maxi maal slechts een van de twee voor de finale geplaatst kan worden. De Nederlanders komen vanavond in be baan tegen de Duitsers Kem Per, de Zwitser Plattner, de Span jaard Hortelano en de Italiaan Car- Wei. Het tweede zestal, dat vanavond m een plaats in de eindstrijd rijdt uat uit de Belg DeLoof, de Duit —aai. uit ae rselg uemooi, ae uun Rudolph, de Zwitser Janser. de „'aan Luciani, de Spanjaard Julia n de Fransman Raynal. v De uitslag van de races zijn ook u belang voor Theo Verschueren tegenstelling tot wat aanvankelijk Mb aangenomen is gangmakei euieman namelijk niet voor de ^ysch-vlaming beschikbaar, om- fb'J contractueel aan de Italianen no nden is. Verschueren heeft nu een kans om achter gangmakei tenTa. te komen, als zich vanavond nimnstg geen Spanjaarden voor de "mie plaatsen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 10