Merck Rond ware 'Voor mij was deze Tour de France te zwaar" "Fransen zijn heel anders" "HOE KOM IK UIT PARIJS? "Mijn mentaliteit is nog niet goed" BEUGELS: NIET PRETTIG Het viel tegen Karstens 'Tk heb goed Eef Dolman maakte zich druk gereden" Haast: "Ik heb aan opgeven gedacht" tour Verbaasd HARM OTTENBROS: Bewondering Wereldkampioenschap Jules van der Flaes 55 Nooit makkelijk Sterker „Ik staak" (Van onze speciale vers PARUS Eddy Mi crootste van alle wielerl die er zijn geweest. Dat wi zamerhand wel duidelijk. I zijn prestaties, mag hij 2 i grootste in lengte noemei 182 meter steekt hij cenl boven Bobet, Anquetil er k nog een merkwaardig beschouwen van de con supervedetten en ook J Eddy Merckx op. Hij heeft namelijk eei lage polsslag: 34. In gewic inhoud is hij nagenoeg Coppi, Bobet en Anquetil in onderstaand overzicht Merck Bobet Anc Lengte 1-82 1.79 - Gewicht 74 kg 74 kg Longinh. 6% 1. 6'/2 1. Polsslag 34 46 DE (Van PARIJS Op het gr(j de France, die de gesc Merckx, de Belg met de aangeduide en nog een en die daardoor zondi Tour van na de oorlog verrassing mogelijk was maakt het mogelijk, da wil oplegde op een wijze Wie het verloop van d laat gaan, ziet weer voorste gelid rijden met een kracht en ambi sace) reeds de Tour hes Merckx dwong in die eei de andere favorieten tot spanningen dat zij blü wai en deze momenten wari zich eindelijk zelf wat r Het gevoel van onmacht deze super-man vrat aan h van het peloton. Een voor e zij door de knieën en veran concurrenten van eerder ze vedetten in in feite zielig die gretig de door de mei geboden geschenken (ritz geon, Van Springel, Dane vaardden. Alleen Gimond Janssen kregen geen cadi de meester was nog boos c waagd hadden te ageren opzienbarende vrijspraak pingaffaire in de Giro. En 1 ziekte van deze Tour de vi van de activiteiten veroorz het virus Merckx, zette Het kwam zover dat Wagtmans op weg naar L middellijk een poging de Van Springel in de afdalin finish te achterhalen, sta dat Merckx riep: „niet de Men kan er niet aan twi Eddy Merckx onder alle o heden deze Tour gewonnen hen, maar er zijn toch og geweest dat men hem d thans dicht bij een nede kunnen brengen. Luister ploegleider van Merckx, Driessens: „Op de col Fc Eddy er door. Als Pingeon 5,®" keer had gedemarri Eddy moeten lossen. reed met mijn aut Merckx en wilde hem iel Maar ik zag zulke dikke z Pels (Driessens hield duinr vinger een centimeter van j1''1 gezicht en ik zag in dat hij ontzettend leed e mets gevraagd en me et baasd over het gebrek aan mj de concurrentie". Er was in deze Tour ook dopingcontrole, de meest Be' die w'i o°it mt hebben. Een controle, die werd door corrupte dokte men aanvankelijk nog in verkeren dat het ditmaal IjJF.bet eerst ernst w: ritd tegen de stimuleren! l" de Tour. achteraf h'< ongelukkige Duitser Rudi nvi ge"akt werd om de sch over de buitenwere'd op t her 'S "a.me,"k de gewoon neren doktoren in de T01 l®'?"1, elk 'aar op ziin edette in de kraag te grij] Weliswaar een die de bel eet, j et minst schaadt, ^«vedette Vorig jaar w| van J63" Stabhnsky die t dftn.plan was afscheid tr lil ]far R,udi Al tig die dat nadrukkelijk had was M6 T°,ur shsoluut toen h!Bri er bii mcl ken toert j™ont Ferrand t, ™d s avonds laat werden rTrr-\rtSPn wat t< horen im1?- moeter n hoe zij verkondigde te w v zi mc TWEEDE SPORTPAGINA DE STEM VAN MAANDAG 21 JULI 1969 JANSSEN: "IK ZAL TERUGKOMEN... (Van onze speciale verslaggever) PARIJS Hjj lag zaterdagavond koortsig in bed. Janssen voelde zich, voor de zoveelste keer in deze Ronde van Frankrijk, niet lekker. De dokter was bij hem geweest en hij had 38.5 temperatuur gemeten. Janssen, zeer timide: „Het heeft me in deze Tour van geen kant mee gezeten. Voor mij was de ronde te zwaar, te veel cols en warme da gen. Ik weet van mezelf dat ik in elke Tour wel een paar slechte dagen heb. Maar andere jaren kon je op de vlakke wegen je toch handhaven door in het peloton te blijven. Maar ditmaal ging het voortdurend omhoog en dan rijdt iedereen voor wat ie waard is. Zo'n slechte dag heeft me mijn plaats in het klassement gekost". (Van onze speciale verslaggever) PARIJS Eef Dolman heeft zich drukker g.-vraagd over de vraag „hoe kom ik uit Parijs", dan „zal ik P-arijs wel halen". Hij zag op tegen de ver keerschaos die Belgische supporters konden veroorzaken en die schrik was groter dan voor de laatste dagen van de Tour. „Ofsclicon deze ronde met zoveel bergen zeker niet geschikt was voor mij, ben ik er toch met een te vreden gevoel uitgekomen. Is het niet over mezelf, dan toch als gehele pres tatie van de ploeg. We hebben het, vooral dank zij Wagtmans natuurlijk niet slecht gedaan. De firma heeft goede publiciteit gehad en daar gaat het toch om. Nu zijn de bazen tevreden, ze gaan vol gend jaar door met de wielersport en wi.i zijn dus weer onder dak. Dat is toch de essentie, nietwaar. Per soonlijke prestaties tellen voor mij natuurlijk zwaar en wat dat be treft was de nederlaag in Brivé eon geweldige klap maar het gaat er in eerste instantie om dat je je brood goed verdient. En dan moet je op een gegeven moment berusten in het feit dat er betere zijn dan jij. Dat is in de hele maatschappij zo. Niet iedereen kan in zijn vak een uitblinker zijn. Ze hebben wel eens tegen me gezegd: „Is het nou niet teleurstellend dat je als wereldkampioen bij de amateurs een ondergeschikte rol hebt bij de profs". „Dan wijs ik er altijd maar op dat ik het als amateur ook nooit makke lijk had. Je moest er meer voor doen dan men uit mijn uitslagen kon op maken. Als je dat weet is het te be grijpen dat het bij de beroepsrenners waar je veel meer klassemannen vindt dan bij de amateurs nog niet helemaal meetelt. En toch ben ik als wielrenner beter geworden. Ik voel me sterker dan in 1966 bij het we reldkampioenschap. Daarom geloof ik zeker dat ik in de toekomst nog wel wat ga presteren". In de toekomst ook, wil Eef Dol man alle grote wielerwedstrijden ge daan hebben die er te rijden zijn. „Ik moet tegen mijn kleinkinderen kun nen zeggen: kijk eens, hier fietste opa in de Tour en dat daar was in Bor deaux-Parijs. Wanneer ik me er goed voor voel zal ik al die koersen nog doen. Zeker Bordeaux - Parijs. Die wedstrijd trekt me, maar ik weet dat ik er nu niet aan moet beginnen". Eef Dolman: „Ik moet tegen mijn kleinkinderen kunnen zeggen: kijk eetil hier fietste opa in de Tour". Vindt .Janssen dat er nu een omme keer in zijn loopbaan is gekomen, dat hij zijn hoogtepunt voorbij is? „Nee, ik zal terugkomen. Dat heb ik trou wens in deze ronde al gedaan. Hoe veel renners zouden er in mijn positie zijn afgestapt? Het vorig seizoen de ronde winnen, dan nu in de Alpen een klap van 20 minuten krijgen. Maar wat doet Janssen? Hij vecht door en komt weer bij de eerste tien in Parijs. Dat is toch karakter? En (Van onze speciale verslaggever) PARIJS Kees Haast heeft, zegt hij, een van zijn zwaarste rondes ge reden. Het was zijn vijfde Tour de France maar nog nooit moest hij zo veel afzien als dit jaar. „In het be gin was het zo erg, dat ik aan op geven dacht. Dat is me in mijn hele wielercarrière niet overkomen. Ik raakte ver achter in het klassement, ik zag dat ik dat verschil onmogelijk nog goed zou kunnen maken en m'n moraal daalde erdoor. Tenslotte heb ik me vastgeklampt aan het idee dat ik toch nog van nut zou kunnen zijn voor de ploeg door Rini Wagtmans te helpen. Dat voelde ik niet als een vernedering. Je kunt natuurlijk zeggen: ja, maar drie jaar geleden ging je als kopman van Te- levizier naar de ronde, nu ben je een knecht, maar dat zie ik anders. Dat kopmanschap van toen was eigenlijk een vergissing. Ik kon niet tegen die druk en mijn prestaties daalden er door. Het heeft me helemaal geen moeite gekost om me in dienst te stellen van Wagtmans. Op de eerste plaats omdat hij een prettige kame raad is in de ploeg en ten tweede omdat hij zelf durft te rijden. Vorig jaar kreeg ik van BIC de opdracht om knecht te zijn van Jiminez. Dat was voor mij veel vermoeiender dan nu, want Jiminez koerste steeds van achteren en viel er een slag dan moest je je uit de naad fietsen om hem bij te v rengen. Met Rini lag dat anders. Die had de capaciteiten en de kwaliteiten om vooraan te rijden en zelf meteen te reageren als er een belangrijk moment kwam. Hij was -oor mij een makkelijke kopman." (Van onze speciale verslafferar) PARIJS Gerben Kustens in Vincennes: tevreden en ommtfa, „Tevreden", lichtte hij toe, Jts ik goed gereden heb. Ik draaiüï lti ker. Stukken beter zelfs dan in toen ik twee etappes won. Het klinki 1 misschien gek, maar het is echt m Het ontbrak me alleen aan walg luk". Waarom Gerben Karstens k I na de Tour ontevreden was? „Omdat j mijn ploegleider Plaud de zaak ver-1 ziekt heeft. Die man snapt nirts m wielrennen. Schrijf het mauitrust, want ik meen het. Niets km i( (t- van. Helemaal niets. Hij ziet maar één renner endaiis I Pingeon. Natuurlijk kan Hoge: wel I wat, maar Plaud moet de hulp aan I hem niet te ver doorvoeren en dat is I gebeurd. Als we 10 km per uur reden, dan drukte hjj ons nog op het h vooral Pingeon niet uit het oog tl I verliezen. Verder heeft hij de aap- val op de ploegenprijs helemaal v keerd beoordeeld. Wjj moesten m rijden en rijden voor het algemeen I klassement, terwijl er maar een paar I waren die zo'n goede vorm haddei I dat ze mee konden tellen. Als F' zoiets ziet, moet hij de zaak niet to! I 't uiterste doordrijven en verder alle vergeten. Hij heeft bijvoorbeeld 1 woon een etappeoverwinning opg offerd toen hij mij terug riep in dl I rit naar Aubagne. Je weet het na- tuurlijk nooit, maar ik geloof dat ik daar had kunnen winnen. Kijk, I als ik dit soort dingen overdenk dan I krijg ik er de pé in. Zo hoeft het niet f van mij. Enfin ik zal het maar I gauw mogelijk vergeten en aan hei I wereldkampioenschap gaan denk» I Daar heb ik veel vertrouwen in. Hel I parcours ligt me uitstekend en van- T middag beloofden Pingeon, Delisle en Letort dat ze voor mij zullen r" rijden. Voor hen is dat niet gesc ze weten dat en ze zijn bereid om mij te steunen". Gerben Karstens: „Plaud helemaal niets van". (Van onze speciale verslaggever) PARIJS Na zijn tweede Tour de France vraagt Harm Ottenbros zich hij ooit zo veel zelfvertrouwen krijgt dat hij een „winnaar" wordt. „Het zal ooit moeten komen", over peinsde hij, „maar hoe en wanneer?". Tweemaal werd hij tweede in deze Tour, Harm Ottenbros. „Ik heb een abonnement op die klassering. In 1967 reed ik ook twee tweede plaatsen in de Ronde van Italië en vorig jaar kwam ik achter Eef Dolman als twee de in het Nederlands kampioenschap. Misschien blijft het succes uit om dat ik de keiharde mentaliteit om te winnen, mis." „Wie weet, dat als ik eens eerste wordt, het meteen goed gaat. Dan ben ik er hopenlijk door. Dat geldt ook voor mijn zelfvertrouwen. Ik voel me onzeker en dat is fout. Maar doe er eens iets aan. Natuurlijk zijn er ook nog wel wat andere oorzaken zoals pech en gewone menselijke ver gissingen. Maar voor mij wordt het tijd dat daar verandering in komt, want zo zou ik nooit een opvallend renner zijn en dat is nodig om be hoorlijk de kost te kunnen verdienen. Ik heb er niets aan dat ik mijn gezin draaiende kan houden. Dat is te wei nig. Het moet zo zijn dat ik wat over kan houden. Een huis bijvoorbeeld, als ik stop met wielrennen. Dan heb ik wat bereikt." „We zullen maar zien hoe het af loopt. Ik laat in ieder geval de moed niet zakken want ik voel me ieder jaar sterker worden. Deze Tour reed ik stukken beter dan die van vorig jaar, toen ik na twaalf dagen uitviel. Ik forceerde me te veel in het begin en dat liep fout af. Nu ben ik gegaan met het idee om verstandig te koer sen, vooral in de bergen. Ik liet me steeds lossen als ik voelde dat het toch niet zou lukken en ik heb dan ook geen enkele dag kapot gezeten. Maar ja, reclame maak je er niet mee en daarom heb ik zo'n spijt van die twee overwinningen die ik net miste." Harm Ottenbros: „Ik heb een abon nement op die tweede plaats". ik heb gemerkt dat de mensen het waarderen. Daarom mag ik weer alle criteria in Frankrijk rijden. Frank rijk, dat is een land met elegance. In Nederland laten ze je meteen vallen. Janssen, zeggen ze, die heeft afge daan. We hebben nou Wagtmans. Maar hier in Frankrijk zijn de men sen gelukkig anders. Die denken: hij is er altijd bij geweest en hij heeft toch heel wat gepresteerd en dus la ten ze je niet vallen. Ze weten dat het niet heeft meegezeten. Na vijf dagen keek ik aan at eflalteen dagen keek ik aan tafel al tegen vijf man aan. De rest van de ploeg was al naar huis. Wat dacht je dat zoiets voor je moreel betekent?". Het is maar gelukkig dat ik vroe ger heb leren afzien. Dat heb ik aan mijn vader te danken. Hij heeft altijd: met de schop gewerkt en ook veel af- gezien. En ik moest dat eerst ook. Maar mijn vader maakte de fout dat hij meende door harder met de schop te werken meer te verdienen. Dan kan je nog veel beter op de fiets afzien". In deze ronde heb ik voor twee ren ners een diepe bewondering gekre gen, voor Eddy Merckx en voor die gekke Portugees, die Agostinlio. Jon gen, die Agostinho kan ook werken. Maar, daar heb je het al weer, die hebben ze ook eerst een grote schop in zijn handen geduwd en op water en brood gezet. Nou komt hij in de Tour en hij moet weer ajzien. Maar dat vindt hij helemaal niet erg. Hij ziet de luxe om zich heen en dan denkt hij: daar kan ik ook wat van meepikken. Ik heb hem in het peloton wel eens in de gaten gehou den want ik vond het eerst maar een rare goser. En ik zag hij hij onderweg zijn ogen uitkeek naar de voorspoed in een land als Frankrijk. En daarom heeft die Agostinho het stuur in zijn handen gepakt-en maar gereden tot hij erbij neerviel. Kijk, dat is karak ter. Daar houd ik van". En Wagmans, Jan? „Ach, ik vind het goed dat ze in Holland na al die jaren ook eens iemand anders hebben. Het was al tijd maar Janssen, zeven jaar lang. Dat gaat tenslotte ook vervelen. Nu is er Wagtmans. Eerlijk gezegd: Hij heeft veel in zijn benen, maar dat in zijn hoofd moet nog groeien". (Van onze speciale verslaggever) PARIJS Eddy Beugels zal aan deze Tour minder prettige herinne ringen bewaren. Ten eerste: omdat hij er niet in slaagde een etappe te winnen. Ten tweede: omdat hij drie keer (zaterdag nog) zwaar ten val kwam en bedekt met schaafwonden Parijs heeft verlaten, zeer zeker een illusie armer. Beugels: „Alles bijeen is het een tegenvaller geworden. Ik had meer verwacht. Dat ik in de eerste etappe niet goed zou kunnen meekomen, wist ik wel, maar later, in de rit naar Revel waarin ik tweede werd, werd de Tour voor mij een desillusie. Als ik op weg naar Revel die Agostinho had kunnen pakken, zou het anders geweest zijn. Maar ik stond 40 seconden voor een gesloten spoorwegovergang en dat was te veel." „Als amateur heeft me de wieler sport volledige voldoening geschon ken, maar als beroepsrenner moet ik zeggen: het is tegengevallen. Je komt in je carrière zo ontzettend veel din gen tegen waar je geen verklaring voor hebt, en die je toch verhinderen door te breken. Ik heb er alles voor gedaan een goede professional te worden en op een of andere wijze komt het er niet uit. Welke oorzaken dat heeft weet ik nog niet zeker. Ik ben er nog niet achter of het aan d-e tegenslagen te wjjten is of aan mijn gebrek aan voldoende kwaliteiten. Op het moment dat ik tot de over tuiging kom dat ik geen voldoende kwaliteiten heb voor een goede be roepsrenner, stop ik onmiddellijk. Maar ik hoop nog altijd. Neem nu mijn ploegmaat, de Engelsman Ho- ban. Eddy Beugels: „Alles hijeen is het een tegenvaller geworden". Tien dagen geleden fietste hij nog slechter dan ik. Aan tafel zei hij: ik staak er mee, ik kan die bergen niet eens op. En plotseling komt de om mekeer en wint liij twee etappes. Kijk, daar hoop ik ook op. Want ik heb eveneens het voorbeeld van de grote Louison Bobet voor ogen. Die fietste drie keer de Tour de France en alle drie de keren viel hij uit. Maar Bobet zette door en hij won later de ronde nog drie keer. Daar mee wil ik maar zeggen dat als je kwaliteiten hebt, je met volharding en wilskracht toch moet kunnen doorbreken." Het voorlopig hoofddoel van Eddy Beugels is nu BordeauxParijs, de monsterrit achter derny's. „Het is het enige lichtpunt in het seizoen dat ik nog heb", aldus Beugels. „Als ik in BordeauxParijs eerste of tweede wordt is het seizoen nog goed ook". (Van onze speciale verslaggever) PARIJS Van de drie Belgen die Ton Vissers in zijn Willem Il-ploeg opstelde, heeft er een Parijs gehaald: Jules v.d. Flaes. Uit het enclave-ge bied Baarle. Het is hem tegengeval len, deze Tour de France en dat kwam door een gebrek aan conditie. „Ik had gedacht", zei Van der Flaes „betor te zullen rijden. Vooral de bergetappes zijn me tegengevallen. Bij de amateurs klom ik stukken beter. Toen ging ik goed naar boven, maar nu had ik zelfs al last op de heuvel tjes. Volgens mij komt het door een tekort aan conditie. Ik heb te weinig grote wedstrijden gedaan voor de Tour en dat is funest geworden. Je kunt, daar ben ik nu wel achter, niet volstaan met een Ronde van Luxemburg, een Vierdaag se van Duinkerken en wat kermis- koersen. Daar komt meer voor kijken. Ik heb het er met Ton Vissers over gehad en die was het wel met me eens. Volgend jaar mag ik van hem in principe alle belangrijke koersen meedoen. Dat zal ook zeker mijn am bitie ten goede komen, want afgelo pen seizoen wist ik nooit of ik opge steld zou worden of thuis moest blij ven. Die onzekerheid knaagt aan je interesse voor het werk, dat is nu wél gebleken. Toen het er op aan kwam, kon ik niet ook al wilde ik nog zo graag. Ik heb Parijs gehaald op mijn courage maar eigenlijk is dat toch on voldoende hé". Wat is Janssen verder nog van plan dit seizoen te doen? „Het wereldkam pioenschap natuurlijk. Daarin zal ik terugkomen. Alleen, het is weer zo verdraaid moeilijk je goed voor te be reiden. Nu doe ik weer al die criteria, 's-avonds wordt het laat, je reist van de ene hoek naar de' andere en je rijdt elke dag slechts 100 km. Maar om dat pak geld te laten vallen, daar voor voel ik ook weer niks. Enfin, we zullen wel zien. Een ding kan ilc je nog verzekeren: Als ik geweten had hoeveel ik in deze ronde zou moe ten afzien dan was ik in Roubaix jan Janssen: „Voor Merckx en Agostinho heb ik grote bewondering". niet gestart. i, l

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 8