'AKENS BEDRIJF LAAT DE HEEFT SLECHTS "ONGEWONE" CONFECTIE 600 JAAR GELEDEN WERD JAN HUS GEBOREN DOOR JOHAN WINKLER Tegen de „macht" Naar het hart In de ban Hij leeft voort DIKKERDS TOT ONS KOMEN (Van een onzer verslaggevers) AKEN „De nieuwe klanten die bij ons binnenkomen, doen de deur open en roepen lachend door de zaak Hallo, hier komt weer zo'n dikkerd". Die mensen voelen zich bij ons thuis. Kijk, en dan zit je natuurlijk goed. Als die mensen in een gewone zaak een pak moeten kopen, staat er een discreet-kijkende ver koper, die zo'n beetje pijnlijk glimlachend de zaak overziet en zegt: „Nou mijnheer. ik zal eens gaan kijken in de grootste maat". Na veel gepas, gemeet en gehijs krijgen ze dan bijna altijd te horen, dat de confectie niet op hun omvang is berekend. Tja, en wij hebben hier niets voor gewone mensen. Hier moet je al héél klein, héél groot of héél dik zijn. Pas dan hebben we keus genoeg. Bedrijfsleider Knops van de heren modezaak Carl Kaufmann in het centrum van Aken gaat ons voor naar een, voor onze begrippen wel érg ruime kleedkamer. „Kijkt u nou bijvoorbeeld eens hier. Trevira. Lichtgewicht. Ja ja, waar vindt een heerban 350 pond in de gewone confectie een lichtge wicht kostuum? En dan ook nog een tikkeltje modieus? Verder ner gens... En mijnheer heeft keus ge noeg. Want in deze maat hebben we nog pakken van tweed, in een dis creet, donker ruitje, in een sjieke streep, enfin, noem maar op". En als zo'n man naar de kleer maker gaat is hii drie keer zoveel geld kwijt. Reken maar na. In zo'n pak gaat meer dan zes meter stof zitten. Jazeker, zes meter. Wat dacht u? Kijk alleen maar even naar deze broek- Als wij de taille willen meten, moeten we twee centimeters aan elkaar knopen. De man die hierin past, heeft een omvang van eén meter 75. We zijn het een keer nagegaan: In iedere pijp past een mud aardappelen. Hier krijgen ze alles voor gewone confectieprijzen. En dan gaan we echt niet failliet hoor. We leggen ge woon het patroon van een hele gro te maat naast dat van een hele kleine. Dan heb je voor die twee pairken evenveel stof nodig als voor twee normale pakken. Zo is onze zaak eigenlijk ontstaan. Eerst was het een gewone winkel. Maar er kwamen hier zoveel men sen binnen, die niet in confectie pas ten. dat we ons zijn gaan specialise ren En nu hebben we klanten uit een groot gedeelte van België, Duits land «n Nederland. Zo hebben we bijvoorbeeld een klant in Den Haag. Die man wordt al maar dikker. Bij hem gaat het o p de eerste plaats om zijn taille. Dat weten we pre cies. Deze man belt ons ieder jaar een keer op, bestelt dan het een en ander. Hij zegt er meteen bij, hoe veel pond er weer bij is gekomen. Nou, en dan weten wij precies, hoe groot, of liever hoe ruim, het pak deze keer moet worden. We sturen het op en een paar dagen later komt er dan altijd een blij telefoon tje, dat het kostuum als gegoten zit. En de heren kunnen hier van al les krijgen, we hebben hier bijvoor beeld overhemdenWat voor 'n juffrouw een normale taillewijdte is, geldt hier al® normaal voor een boord. En dan dassen die extra lang zijn, zwembroeken, sokken, sport- truitjes; alles wat een heer maar aan kan trekken hebben we. Hoe we aan onze klanten komen? Het grootste gedeelte komt op onze advertentie af. We hebben als slag zin „Dir Dicken zu Uns". Dat slaat enorm aan. Ze moeten dan plotse ling geweldig om zichzelf lachen. Ze schamen zich niet meer om hun dikke buiken, maar voelen zich lid van een gezellige dikke-mensen- club. Ook vertellen ze het veel aan elkaar door. Een klant van ons was laatst op vakantie in Knokke. Hij liep daar een andere dikkerd tegen het lijf, juist terwijl hij een zwem broek van ons aanhad. Tja. na een gesprekje kwam die ander ook naar ons. En slaagde natuurlijk, want we hebben alles. Alleen niets voor gewone mensen. Hoewel de nauwkeurige datum van de geboorte van de Tsjechische „hervormer" Jan Hus niet vaststaat en zelfs zijn geboortejaar wis selend wordt aangegeven, is er allicht aanleiding om zich, aansluitend aan de „traditie" die Hus' geboorte in de julimaand van 1369 stelt, op de betekenis van de man te bezinnen die dus zes eeuwen geleden het levenslicht zag. Om in juli 1415 ails martelaar te sterven. Verzet tegen „establishment" Met de duivelsmuts op het hoofd werd hij naar de brandstaple ge leid :een papieren muts met daarop het woord „aartsketter". ..Christus heeft zwaardere doornenkroon gedragen", zei hij, toen ze hem de muts op het hoofd zetten, na hem eerst van zijn pries terkleed te hebben ontdaan. Nog één keer, toen hij reeds op de brandstapel stond vastgebon den de dorre takken en twijgen reikten tot aan zijn hals vroe gen ze hem of hij zijn ketterijen herroepen wilde. Maar hij wei gerde: „Wat ik ook zei en schreef deed ik voor de waarheid, de waarheid!" T°en staken ze het brandhout in brand en daarmee het lijf van Jan Hus. die althans de pijn der vlam- trachtte te verdoven door met luide stem een litanie aan te hef fen. „..die geboren zijt uit de Maagd Maria!" hoorde men hem n°g zingen, maar toen stierf zijn stem. door de rook verstikt en door ue vlammen gesmoord- Het was juli 1415, en er is dan ook nog het vrome verhaal over het vrouwtje dat nog een paar twijgen aandroeg om het vuui aan te wak keren „Snncta simplicitas!" zou Jan Hus op het zien daarvan hebben uitgeroepen Heilige eenvoud het zou een gevleugelu woord worden De man wiens wrede marteldood 20 vaak beschreven werd en die nog JJj zijn doodsuur zijn geloof aan de 1 aagd Maria beleed werd als kotter ter dood gebracht, maar hij stierf s een goed middeleeuws christen, Aifri de zeven sacramenten eerde en aie bijvoorbeeld de geijkte leer lipt ranssuk'stantiatie onaangetast «et, evenals de heersende Marialo- f* Tiï° heel. veel meer °P zuiver Dni- i e §ebied was er slechts een eupK, faking: men zou bij de niet 11s V?ering de leke" eigenlijk weaUeeu het brood doch ook de bétoamri relken en dat is dan de twee 7es,!ie van het „onder gedaanten van de lekenkerk". Hus^n),'? theologisch opzicht was tere H g6en voori0Per van de la- dat mlrs: wel echter was hij tege' he,Te hlJ ?icb met hartstocht tsbl'ishm!- kerkelijke „es- s iment de gevestigde orde, heeft gekeerd: tegen de paus, tegen de priesterlijke hiërarehi, tegen de „macht". En daarmee treedt hij in de lange rij van wie zich in de middel eeuwen reeds tegen verworden or deningen keerden: eerder maat schappelijk opstandeling dan theolo gisch vernieuwer, eerder boetepredi ker dan kamergeleerde, eerder waar- heidsgetuige dan dogmaticus. Hus doceerde aan de Praagse uni versiteit in een woelige tijd, die ook de hogeschool niet onberoerd liet: Duitsers stonden er fel vijandig te genover Tsjechen, hijzelf stond aan het hoofd der „natio", der factie, van de laatsten. Daarin ook, maar vooral in zijn activiteit als volkspre diker lag de wortel van het grote conflict tussen hem en zijn kerkelijke superieuren. Wanneer hij in de nog steeds eer biedig geconserveerde Bethlehemka- pel predikte trok hij drommen hoor ders, want hij sprak, evenals zijn grote voorbeeld, de Engelsman Wycliff dat gedaan had, naar het hart van het volk. Wycliff had de strijd tegen het pausdom aangebonden: Christus is het hoofd der kerk en daarom kan die kerk het ook zonder paus stellen. Hus. die in zijn eigen geschriften Wycliff telkens weer citeerde, zei het zijn voorganger na: „Onze tegen woordige bisschoppen en priesters en vooral de domheren em kanun niken, kunnen amper het eind van de mis afwachten; zij hollen de kerk uit, de een naar ae herberg, de an der v/eer ergèns anders heen, om zich Op een voor priesters onwaardi ge wijze te vermaken, ja zelfs om te dansen" Taal van een boetprediker. Taal van een revolutionair, want als re- volutionaii kon, naar een treffend woord van Walter Nigg, ieder wor den aangemerkt die de toenmalige kerk „onder het gezichtspunt van het verval'' durfde beschouwen. Waldo, van de Waldenzen, heeft aat gedaan, Franciscus zag de kerk in een vizioen gevaarlijk wankelen. Wycliff had zijn rebellerende „Lol- larden als evangelische onrustzaai ers" het land ingezonden. En „onder het gezichtspunt van het verval" had ook William Langiands „Pieter de ploeger" de kerk met trieste hoon bezongen: ,,'k Heb ook broeders aanschouwd van alle vier orden. En zij preekten tot 't volk en tot heil van hun bui ken. Zij verdraaiden Gods Woord naar hun eigen gelusten, En zij droe gen htm kleed tot hun eigen profijt- En tenzij zich de kerk op haar op dracht bezinne Zal der mensen mi sère steeds kwalijker worden. De echo van dit „zich op haar op dracht bezinnen" klonk door in het plechtige Latijn waarin Hus' land- en taalgenoot Matej z Janova het pro gram der hoognodige kerkelijke ver nieuwing, en daarmee der vernieti ging 'van het toenmalig „establish ment", had neergelegd: reducere Christi- Jesu ecclesiam ad sua pri- mordia salubra et compemdiosa Christus' kerk herstellen in haar eer ste heilzame staat. Zo ook heeft Jan Hus het gewild, en daarom is hij te'gen de geves tigde machten opgebotst, in kerke lijk, in maatschappelijk en ook in nationaal opzicht. Want het was alles met elkaar verweven, zijn strijd tegen de Duitse factie aan de universiteit, zijn strijd voor de eigen Tsjechische taal in liturgie en bijbelgebruik, zijn strijd tegen alles wat niet strookte met de „zuivere wet Gods", en dus ging het tegen de clerus, tegen de Oostenrijkse keizer en tegen de maatschappelij ke achterstelling van het volk: „de laatsten zullen de eersten zijn, de geringste boer zal de voorrang heb ben boven keizer en koning". Hus, door de ban getroffen, bleef mag alleen goede bevelen gehoor- niettemin doorpreken, want: „men zamen". Later toch uit Praag weg gegaan, heeft hij zich bereid ver klaard voor het concilie van Kon- stanz (1414 - 1417) te verschijnen. Een keizerlijk vrijgeleide werd hem toegezegd, maar tegenover een ket ter mocht zo'n salvus conductus best geschonden worden: Hus werd, vóór hij dan eindelijk voor het con cilie zou venschijnen, eerst nog ge vangen genomen en ip het kasteel Gottlieben bepaald géén toepas selijke n-aam overdag aan de voeten gebonden, 's nachts met de handen aan een muur geketend. Zó kon hij zich op zijn verhoor voorbe reiden. Het was het vourspei van de zo veel latere historie van Luther voor de Rijksdag te Worms: ook nu één man tegenover allen! De stellingen waarop hij wordt be streden weigert hij te herroepen, het vonnis staat bij voorbaat vast, men laat hem amper aan het woord, zijn stem verdrinkt in het hoongelach, als ketter wordt hij aan de wereld lijke rechter overgeleverd en hier bewaarheidt zich wat Hus zelf eens predikte: „Onze pausen en opvol gers van Petrus zijn beulen en scherprechters geworden". Maar hij troost zich: een grotere dan hij is hetzelfde wedervaren: „Allen die een onschuldige overleve ren nan de overheid om ter dood te worden gebracht, handelen gelijk de hogepriesters, schriftgeleerden en Farizeeën, de Jezus Christus aan Pilatus overleverden". Wat daar in Konstanz geschiedde was, ook en vooral aan de kant van de concilievaders, niet van tragiek ontbloot. Want hier zetelde dan toch een kerkvergadering, die het herstel der kerk beoogde, die een eind maakte aan het schisma dier dagen, met paus en tegen paus en die de kerk daarmee althans haar uiterlijke eenheid hergaf, een kerkvergade ring die zich zelfs, als vergadering aller bisschoppen, boven de paus stelde: een vroege doch voorbarige triomf van het „conciliarisme", dat in onze dagen opnieuw van zich spreken doet Hier zetelde een kerk vergadering die zich onder meer tot doel had gesteld om aan al te duide lijke misstanden in de kerk een eind te maken helaas, zo ver en zo ra dioaal als Hus vermocht zij niet door te denken! De moord, in naam van het daar na rustig voortvergaderende concilie aan Hus begaan, heeft in Bohemen een uiterst bewogen tijdperk inge luid: dat van de Hussietenoorlogen, deze titanenstrijd van een Tsjechisch volk op zoek naar nationale onaf hankelijkheid en gerechtigheid. Een wrede strijd met ontsporingen, ook aan de kant van de radicalere ele menten onder de Hussieten, de op de vreselijkste manier uitgeroeide Ta- borieten, die veel verder dachten dan Hus zelf en die, gegrepen door meer dan apocalyptische vizioenen, toch niet zijn weg te denken uit de grote strijd die de eeuwen door in wisselende vormen om een „hemel op aarde" is gevoerd. Een al te vaak gebruikte uitdruk king geldt bij uitstek voor Hus: zie hier iemand die na zijn dood voort leeft. De Tsjechische kerkgeschiede nis (de Moravische Broeders in de 18de eeuw, de Tsjechisch - Evange lische Broederkerlt na 1918, de Tsje chisch Nationale Kerk na 1920, een „eigen" katholieke kerk zonder paus en zonder celibaat) deze Tsje chische kerkgeschiedenis is zonder Hus' duurzame invloed niet te den ken. Trouwens de kerk niet alleen: de grote Tsjech Frans Palacky had gelijk, toen hij reeds in de dertiger jaren der vorige eeuw stelde dat de tijd van Hus en van het Hussitisme het hoogtepunt heeft gevormd van de Tsjechische historie: in die tijd reeds werd het eigen-Tsjechische humani taire en democratische streven open- baai', dat zich toen, als volmaakte tegenstelling daarvan, tegenover het Duitse aristocratisme ein feodalisme verzette: een soortgelijk verzet als in onze tijd tegen nieuwe onderdruk king is losgebarsten. Losgebarsten in dat Praag waar de theologische factalteit zich met de naam van tooit en waar ook talloze andere din gen er aan herinneren wie het was die op de historie ein de zelfstandige levensdrift van het Tsjechische volk voorgoed zijn stempel heeft gedrukt: een man die op een brandstapel stierf. (En zou men niet mogen zeg gen dat „ergens" in de zelfgekozen vuurdood van de tegen de Russische bezetting protesterende student Jan Palach zich Hus' vuurdood herhaal de?) Het was Hus en ziedaar zijn eeuwige glorie tenslotte om slechts één groot ding te doen: dap pere gehoorzaamheid aan de waar heid- „Zoek de waarheid, houd de waar heid en verdedig de waarheid tot in de dood: want alleen de waarheid zal u vrij maken!" Dat zijn woorden bijbels gefundeerd van de man die voor zes eeuwen geboren werd. En hoor, hoe de echo daarvan tot in het jongste illegale pamflet van Praagse kunstenaars en intelectuelen weerklinkt en door klinkt: „Onze al lereerste plicht is het dienen van de waarheid, het ontdekken van de vrij heid". Hus spreekt nog! Het proces van Jan Hus, zijn vuurdood en de storting van zijn as In de Rijn, zoals uitgebeeld op Middeleeuwse gravures, gewijd het concilie van Konstanz.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 25