Ir. J. van Dixhoorn:
WATER IS HET GROOTSTE
VUILNISVAT
VAN NEDERLAND"
OP 64
VELDEN
n v
If
(Van een onzer verslaggevers)
HOEK VAN HOLLAND - De ramp voltrekt zich zoals gewoonlijk
razendsnel, een kwestie van minuten slechts, waarin de kapitein van de
Torrey Canyon gedwongen wordt om de rol van machteloze
toeschouwer te spelen. Natuurlijk wist hij donders goed, dat hij in
berucht water manoeuvreerde - Lands End, de kale zuidwest-punt van
Engeland is immers al eeuwen een steen des aanstoots, die zijn
ronselaars (zandbanken, klippenen rotsformaties) kilometers ver in de
oceaan heeft geposteerd. Honderden schepen hebben hier op die
eindeloos golvende dodenakker hun eigen zeemansgraf gegraven; talloze
koopvaarders zijn, misleid door de dwaallichten op de kust van
Cornwall, te pletter geslagen. De kapitein kan dus moeilijk zijn
onwetendheid als waterdicht excuus aanvoeren.
smal agt
boete
napalm
bar onsportief
infrarood
geen bliksem
ft. J. MUHR1NG
m
1*
mt
muziek
van de
twintigste eei
tw- p's)aar kHer i
I
DE STEM-VAN ZATERDAG 12 JULI 1969
Maar wat is de macht van
maritieme kennis, als de storm
zijn mokerslagen in de scheeps
wand stanst en pafferige mist de
verschillen tussen land en zee
heeft uitgedund
De Torrey Canyon, een stalen
tankerreus van 300 meter lengte,
biedt dan ook nauwelijks tegen
stand en laat zich als een ver
doofde dronkaard naar de slacht
bank van de Seven Stones leiden.
De messcherpe rotsen doen
daarna het geroutineerde beuls
werk, als blikopeners snijden ze
zes van de achttien tanks aan
flarden, de overige reservoirs
worden gebeukt als bussen in
een gooi- en smijttent.
De gevolgen zijn rampzalig: de
Torrey Canyon is op slag een bloe
dend dier geworden, dat in zijn ster
vensuur 30.000 ton ruwe olie ver
liest. De grauwe stroom kleurt het
water donkergrijs en legt een dikke,
moddervette koek van 30 kilometer
op de golven. Log wiegend op de
wind maakt de vlek zich langzaam
los van het wrak en uiterst omzich
tig zoekt hij zijn prooi. Zullen het de
Scilly-eilanden worden, waar hij aan
land zal gaan of zal 'n felle zuidwes
ter hem op de witte zandstranden
van Devon en Cornwall drijven?
Zijn koers is voorlopig onbereken
baar en zelfs in Nederland, België
en Frankrijk houdt men er rekening
mee, dat de olie naar het vasteland
van Europa zal kruipen.
Na enkele dagen blijkt dat Corn
wall het kind van de rekening is ge
worden. De olie legt een glimmende
lijkwade over de badplaatsen en ver
nielt de fauna over een afstand van
tientallen kilometers.
Kranten publiceren dramatische fo
to's van vogels, die in een glinste
rend pantser van teer en drek de ver
stikkingsdood hebben gevonden, hui
lende natuurbeschermers proberen te
redden, wat er te redden valt en or
ganiseren massale schoonmaakdien
sten, waarbij ze gebruik maken van
middelen, ie chemische fabrieken
en op buit beluste doe het zeivers
hen aanpraten.
steeds groter en de welvaart gooit
onvermijdelijk steeds meer olie op
de golven. De Noordzee is al jaren
een zilte Kalverstraat, waarin een
ononderbroken pantoffelparade plaats
vindt van grote en kleine schepen,
het Nauw van Calais is een beruchte
flessehals geworden, waardoor de
kapiteins op hoop van zegen hun
vaak explosieve lading loodsen.
Wat Nederland betreft: met de
Noordzee als buurman en enkele gro
te rivieren als commensaal zit het tot
over de oren in de problemen van de
watervervuiling. Een lek in een Rijn
aak vol giftige stoffen is al ruim vol
doende om een heirleger van dode
vissen bij Lobith ons land te laten
binnentrekken, een steelse olielozing
door een piratenkapitein kan de oor
zaak zijn van een massale strandver-
vuiling, waarbij de dagjesmensen de
kleverige tering naar de nering moe
ten zetten.
,fiet water", zegt ir. J. van Dix
hoorn dan ook terecht, „is het groot
ste vuilnisvat van Nederland, ieder
een die wat kwijt wil, kiepert het
vrijblijvend in de plomp. Geen mens
die het ziet en het eigen erf blijft
schoon. Mijn liefje wat wil je nog
meer".
Ir. van Dixhoorn staat aan het
hoofd van de dienst Havenmonden,
'n kleine onderafdeling van Rijkswa
terstaat, waarin 150 gebrevetteerde
vrijbuiters en koopvaardijofficieren
ontspannen met miljoenenprojecten
spelen. De gigantische havenwerken
in IJmuiden, Scheveningen en aan de
monding van de Nieuwe Waterweg
ressorteren onder deze dienst en tus
sen die reuzenbedrijven door probeert
men ook nog een afdoende oplossing
voor de olievervuilinig te vinden.
Voor deze laatste bemoeienissen
wordt per week 15 mille uitgetrokken
wat op de totale weekuitgaven van
4 miljoen gulden de hartige slok op
de borrel betekent.
Op zee wordt ondertussen een com
plete vestzakoorlog rondom de Tor
rey Canyon, Nederlandse en Engelse
bergers hebben eerst geprobeerd
om het wrak los te trekken te
vergeefs daarna hebben straalja
gers een vracht napalmbommen op
de oliekoek gegooid, die groot genoeg
is om een middelgrote stad in vlam
men te doen opgaan.
De olie brandt wel even, maar de
vlek wordt nauwelijks kleiner. Tuss
die krijgshaftige bedrijven door heeft
een Nederlander het genereuze aan
bod gedaan om met zijn wondermid
del Cleanasol de mammoetvlek naar
de zeebodem te zenden: een aardige
geste, maar de Britten hebben zelf
inmiddels een snaakser plan uitge
broed.
De Torrey Canyon zal volgens de
regels van de krijgskunst worden ge
bombardeerd en vernietigd. Daartoe
stijgt op een vriendelijke lentemor
gen een indrukwekkende luchtvloot
op, die de schroothoop op volle zee
uren lang bestookt met bommen en
raketten. Een glorieus moment voor
de Engelse natie, die na vele jaren
weer eens met trots een overwinning
kan melden: „De Torrey Canyon
heeft de stugge stalen kop gebogen,
de vijand, hij is niet meer".
Wat nu nog overblijft is het le
vensgrote vraagstuk van de deskun
digen, hoe dergelijke rampen in de
toekomst voorkomen of ingedamd
kunnen worden. De tankers worden
„Die ramp met de Torrey Canyon",
zegt de heer Van Dixhoorn, „is echt
niet de aanleiding geweest om de
oliebestrijding krachtig ter hand te
nemen. In feite is het een van de
oudste internationale problemen, die
nog steeds niet opgelost zijn. Het
vraagstuk is al in de volkerenbond
gehandeld en na de tweede Wereld
oorlog op nieuw ter discussie ge
steld. Het resultaat was de Conven
tie van Londen, waar een interna
tionaal verdrag werd gesloten, dat
door de meeste landen geratificeerd
is.
In de wet op de olieverontreiniging
staat bijvoorbeeld, dat iedere kapi
tein van een tanker verplicht is een
dagjournaal bij te houden. Hij mag
ook geen olie of bulk over boord zet
ten.
Dat is natuurlijk prachtig, maar als
je nou weet, dat een overtreding op
onze rivieren bestraft wordt met
een boete van zo'n 30 gulden, dan be
grijp je, dat er geen hond is, die
er zich iets van aantrekt.
In India betaal je voor het over
boord zetten van olie 10.000 pond en
dat hakt er beter in.
Een andere moeilijkheid is, dat
nog steeds een aantal landen het
verdrag niet geratificeerd hebben.
Het zijn de overbekende vlaggen:
Liberia, Honduras noem ze maar op.
Een schip dat onder die vlag vaart,
kan rustig zijn bulk over boord pom
pen en zie hem daarna maar eens
te achterhalen.
Gelukkig kunnen we rekenen op de
steun van de reguliere scheepvaart,
die het bar ontsportief vindt om een
ander met de rotzooi op te schepen.
We krijgen bijvoorbeeld regelmatig
meldingen van de officieren van de
Hoek van Holland - Harwich-lijn, die
-«w
BIJ DE FOTO'S
(van boven naar onder)
De ramp met de Torrey
Canyon is nog steeds voor alle
oliebestrijders een afschrikwek
kend voorbeeld.
De bemanning van de „Smal
Agt" bestaat uit zes koppen, die
tussen de Hoekse wal en het
schip wachten op het sein tot de
aanval.
De „Smal Agt" beschikt over
twee reuze-armen van vijftien
meter lengte, die een nevel
gordijn van detergent over een
olievlek kunnen leggen.
Met een kleine blusser de
vuurzee in.
Nauwelijks voorstelbaar is dat
deze vlammenzee in een paar
seconden gedoofd is.
de Noordzee als hun broekzak kenn
Er gaat geen dag voorbij of er is
wel ergens tussen Engeland en Ne
derland 'n olievlek, die mogelijk ge
vaar kan opleveren. Het is dan zaak
om er zo gauw mogelijk bij te zijn.
Diezelfde steun krijgen we ook van
de Marine Luchtvaartdienst, van het
Loodswezen en de burgerluchtvaart.
We zitten nu weer achter een
vuilak aan, die in de buurt van Pet
ten zijn olieresten over boord heeft
gepompt. Een Liberiaan, wat dacht
je. We weten nu dus, wie het gedaan
heeft, maar voordat we hem te pak
ken hébben, zal er echt nog heel -wat
vuil water door de zee vloeien. We
hebben in 1969 trouwens al tientallen
vlekken opgespoord, maar de meeste
leveren geen gevaar op.
Wat de bestrijding betreft: als enig
land in Europa beschikt Nederland
sinds enkele maanden over een spe
ciaal vaartuig, de Smal Agt, dat
„stand by" ligt in de haven van Hoek
van Holland.
Het is een oude coaster, waarmee
stenen vervoerd werden voor de ha
venwerken en die daarna voor 2,5
ton is omgebouwd. Het schip heeft
twee tanks met een totaal laadver
mogen van 200 kubieke meter deter
gent, die door twee armen van vijf
tien meter lengte over de olievlek
worden uitgesproeid.
Wij hebben voorlopig de emulgator-
methode gekozen, omdat we daar de
beste resultaten mee bereikt hebben.
We hadden de keuze uit zo'n veertig
verschillende merken, die uitgebreid
getest zijn. Daarbij werd nagegaan,
hoe de werking en de giftigheids
graad was, of het spul snel leverbaar
en betaalbaar was en tenslotte werd
nagegaan wat de eventuele gevaren
bij gebruik waren.
Er zijn naast het emulgeren ove
rigens nog vele andere methoden om
de olievervuiling te bestrijden. In an
dere landen heeft men al uitgebrei
de proeven genomen met het bezin
ken (Zweden heeft het met boom
schors, andere met zand en silico
nen) het verbranden, het afzuigen
(Spanje met name) het afschermen
en de dweilmethode, waarbij een
worst van polyutereen rondom de
vlek wordt gelegd.
„Als er tien jaar geleden een man
bij me was gekomen, die had gezegd:
Man gooi er toch zand op en ver
brand het hele zooitje, dan had ik
hem waarschijnlijk laten opsluiten,
maar nou doen we het zelf.
Het spul, dat we gebruiken, lijkt op
zuurkool, die drie jaar oud is, en we
verwachten er een hoop van. Het
gaat er om, wat raak ik kwijt? Brandt
het effe en blijft er een dikke koek
over, dan gaan we mooi door een
zijdeur linksaf. Dat is het risico van
een experiment.
De resultaten van onze nieuwe
proef worden weer doorgegeven aan
de landen, die met ons in het Inter
nationaal Maritiem Comité zitten.
De bestrijding van de olievervuilinig
is 'n Europese zaak geworden, waar
bij Engelsen, Duitsers, Denen, Hol
landers en Belgen de ervaringen uit
wisselen. Dat is een bittere noodzaak,
want in je eentje kun je onmogelijk
effectief werken.
Neem alleen het probleem van het
opsporen van een olieveld. Hoe voor
de donder vind je nou zo'n vlek? Ik
heb al gezegd, dat we tips van alle
kanten binnen krijgen, maar daar
naast moet je je kunnen dekken via
andere methoden. Op het oog al
leen kun je nu eenmaal niet altijd re
kenen. Daarom proberen we het met
infrarood, waarbij de uitstralings-
coëfficiënt wordt bepaald. Ook een
methode. En dan heb j® altijd nog
je neus.
Olie kun je goddank op een behoor
lijke afstand ruiken. Er heeft hier tij
den lang een spotprent gehangen,
waarop je een schip ziet met 35 her
dershonden op het voordek. Dat was
dan de reukbrigade van Havenmon
den. Haha".
Ir. van Dixhoorn wil ook nog even
zijn stokpaard opzadelen. Hij blijft
weliswaar monter, maar het zit hem
niettemin hoog.
„Wij moeten kostte wat het kost zien
te voorkomen, dat er rondom de olie
vervuiling allerlei emotionele toe
standen ontstaan", zegt hij, „die
dooie zwarte vogel op de handpalm
van een huilende natuurvriend, die
blote badgast met teer onder zijn
voetzool, die rukken het hele pro
bleem uit zijn verband. Het is natuur
lijk doodzonde, dat een vogel sneu
velt door de olie, maar laten de ken
ners ons dan maar eens zeggen, wat
we moeten doen om die vogels bij
zo'n plek weg te houden.
Dat is nou een mooie klus voor die
mensen. Protesteren en vragen stel
len in de Kamer lossen het probleem
echt niet op. Maar als ze morgen
zeggen: wanneer die vlek geel is,
dan hebben de vogels er geen trek
meer in, dan maken we hem geel.
Dat is het punt niet."
Over de olie zegt hij ook nog
„We kunnen er alles aan doen, we
kunnen bredere geulen graven,
zodat de schepen niet meer in
eikaars vaarwater zitten, we kun
nen geweldig samenwerken met
TNO, het KNMI en noem ze maar
op. Maar als er morgen hier vlak
voor de kust een tanker van
100.000 ton doormidden breekt,
dan kun je de bestrijding toch
mooi vergeten. Reken er op, dat
we dan met onze handspuit en
onze trotse SMAL AGT geen blik
sem kunnen doen.
ii
Onder het motto „wie niet waa
die niet wint" trekt de witspeler in
de onderstaande partij reeds in j(
opening ten aanval. Hij vermijdt hier.!
bij de geijkte paden der theorie, lan.|
ceert een pionoffer en brengt daa
mee psychologisch juist bekeken
zijn tegenstander in paniek.
Wellicht was bij een goede verde.1
diging nog wat te bereiken geweest
De tegenaanval wordt nu door wit gJ
tempowinst weerlegd en dan volri
een slotoffensief, waartegen ge«
kruid meer gewassen is.
De vijandelijke koning neemt nog'
wel de benen, maar wordt op j,
vlucht door 'n venijnige pion mat ge.,
zet. Een fijne partij voor aanvalspd
Iers en andermaal een bewijs, 1,1
aanval de beste verdediging is.
Wit: H. Schauffelberg. Zwart:
Karl.
Gespeeld in het toernooi te Zürid
1969.
Spaans.
1. e2-e4, e7-e5 2. Pgl-f3, Pb8-d|
3. Lfl-b5, Pg8-f6 4. 0-0, Pf6xe4.
(De z.g.n. Rio-variant van de Berlijn,
se verdediging - een belangrijke v«.|
takking van het Spaans)
5. d2-d4, Lf8-e7 6. Tfl-el (Beter i|
6. De2)
6. Pe4-d6 7. d4xe5, Fd6xb5 8. al.|
a4, d7-d6 9. e5-e6 (Een riskant»]
winstpoging)
9. Lc8xe6 10. a4xb5, Pc6-e5 ll|
Pf3-d4, Le6-d7 (Veiliger was 11. ...O-O)
12. f2-f4, Pe5-g6 13. Tal-a3(Met dl;
dreiging 14. Tae3)
13. 0-0 14. f4-f5, Pg6-e5 15. Tal|
h3, Le7-g5 (Om de gevaarlijke wil
aanvalsloper door ruil onschadelijk
maken) 16. Pbl-c3, Lg5xcl 17. Ddli|
cl, c7-c5 18. Pc3-d5
(Prachtig gecombineerd. Na 18.
cd4: 19. Te5; De5: 20. f6!, Lh3: tl
Dg5 moet zwart zijn dame prijsgeves]
om niet mat gezet te wonden)
Stelling na 18. Po3-d5!
I
1
1
18Tf8-e8 19. Th3-g3, DeM
20. Tel-e4 1
(Wederom fraai gecombineerd. lil
mers 20De4: faalt op 21. PicT
met damewinst)
20Dh4-d8 21. Te4xe5!, TeM
22. Dcl-h6, g7-g6 23. Tg3-h3, Te5xs
24. Dh6xh7+, Kg8-f8 25. Dh7-h"
Kf8-e7 26. f5-f6 mat
Stelling na 26. f5-f6 maf.
ER ZIJN NOG STEEDS NOT
MEN - Georges Simenon - A.
Bruna Zoon, Utrecht/Antwer
De tweehonderdste Siménwi is
zer dagen verschenen en het is «*"1
stelbaar dat men het werk van
„veelschrijver" met de nodige res
onder ogen neemt. Het is bijna i
denkbaar dat een auteur van e
gelijk aantal boeken onvern
moet vervallen in clichés, zowel*
stijl als inhoud betreft. Deze 200e»|
ménon is daarom een grote s
Het bevat namelijk de psycholoi
benadering van de oud geworden#
en dat gebeurt op een wijze, die
danig boeit dat men geneigd f'
boek in één ruk uit te lezen. Het b
is sober geschreven met een ter»»
houdendheid, die de inhoud verWJ
Het is het verhaal van een als 1
zeer geslaagd man. wiens prive-lej
echter minder stabiliteit vertoont
men van een bankman zou ver»*-|
ten. Frangois Perret-Latour been
melijk drie huwelijken gekend
daardoor een nogal chaotisch t"
leven beleefd. Als oude man
hij met de gevolgen daarvan P'J#
geconfronteerd, maar de proUe®
waarvoor hij dan komt te staan, »"l
hij op met een haast vanzelfspre»
wjjsheid en in een gemoedsrust
aantoont, dat deze man niets be"
van wat in het verleden is vo®
vallen. Overigens is de manier, w J
op hij de moeilijkheden rondom -
kleindochter, die een buiten-ed>"
kind verwacht, nogal aan de pa®
sche kant en de enige zwakke
in 't boek. Deze zwakke plek,
ménon kennelijk bedoelde
hoogtepunt, is echter niet in s
breuk te doen aan de serene sfest
hij rondom de hoofdpersoon
Het zou te wensen zijn,
dat i»
ouder wordende mens op een o
lijke manier afstand zou weten
men van zijn verleden om W 1
de oude dag door te komen e
dood af te wachten.
Vanmorgen zijl
naar Boedapest
Frans van de
ven. Achter de n
het 23e wereld
Fédération Inte
jeunesses Music
muzikale mond-'
te reduceren tot
ziek" (of J.M.);
ste organisatie
overkoepeld doe
zich erop kan be
de grootste jei
ter wereld te zijr
miljoen leden O'
verspreid. Nedet
afdelingen, waai
land twee zijn (N
singen en Hulst)
slechts één (Einc
besprekingen ga
in Breda tot een
men. Op de val
dapest praten we
gers en A. M. v.
singen die in Ze
voor J.M. Bover
Jur. Naessens, di
van J.M. verzorg
Lierop van de So
Markendael enthi
activiteiten van
jongerenorganisa
Piet Zeegers (l.) eil
de Vorst op pad naars
Zoals wellicht 1
staat J. M. dit
in Nederland,
voorjaar met e
concert hepdacl
nisatip is eigenlijk gei
uit de zogenaamde „jej
ten", die reeds in de ti
ren ontstonden en nu
al plaatsvinden, al lijdei.
bant aan bloedarmoede,
i bakermat van J.M.",
sens „ligt eigenlijk in
I 1940 was het Marcel Cl
in het Brusselse Paleis
I lie Kunsten „Les Jeune;
I cales" introduceerde. 1
I brekende daarbij was d:
f niet slechts concerten
maar dat zij - toen al -
kreeg; in de organisa
voorbereiding zelf, voor
ving zorgde en zich in rr
pen formeerde om jazz
of avant-garde-werken
Nederland kreeg een
van deze organisatie in 1
der directeur Sem Dres
wat ons meer interesse!
J.M. op dit moment in c
betekenen heeft en mog
tekenen krijgt.
£)e Nederlandse afdel
officieus uitgegroeid
C. in plaats van een J.
satie. „Natuurlijk staat
Muziek centraal, maar 1
hand wordt er ook r
dacht besteed aan alle
vormen van Cultuur of
b. h. stuckenschmïdc
D® kunstcriticus Lambe
bosch is ons het liefst wf
jvende" onderwei
snijdt; wanneer hij de
Kr"'Pb door Franse k
Slfrn'jvoor m«n par
bumma duikl of van ,de
zal'kft ?e balans °Pm
Tj-. {f^tgenoemde een
«ij hoeft niemand over k
EerooU ma,^r zel£a de cri
f ro®Pene' of als „elega
een mam van persoonli
lof sympathieën. En
u, y.aa.k al te duidelijl
maat k Se6n k™l
tritor, verstoorde e:
kun**» verzamelbundel
^eeht) hpevenr
ties v interne con
z?f' waarmee T. zijn ar;
schenen2 ,WÊl ee0S Plach
uhst'l interessant boek,1",
ttn:etd de hantee:
or hen die nog gelo-