TEGENSLAGEN, MAAR VOORAL TECHNISCH FALEN Bemande maanvliicht voor Russen nauwelijks mogelijk In Irak weer tijd voor bekentenissen Aletta Jacobs vocht voor het kiesrecht VROUWEN MOGEN PAS VIJFTIG JAAR STEMMEN onaanvaardbaar Rusland eerste moeilijke jaren ruimteplatform weinig ervaring hoofdbrekens Firma Bewijs Radikaal DE STEM VAN WOENSDAG 9 JULI 1969 7 =SS 0 De Proton, de lichte Russische onbemande proef-satelliet, die na de eerste verrassing door de Amerikaanse Sender werd overschaduwd. (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG De definitieve beslissing is gevallen. Indien alles goed blijft gaan zal op zondag 20 juli, om negen uur 23 in de avond, Nederlandse tijd, het landingsvaartuig van de Apollo-11 met de astronauten Armstrong en Aldrin een zachte landing maken op de maan. Tien uur later, of wel even na zeven uur de volgende morgen, zal het luik van het ruimteschip open gaan en zal het de 38-jarige Neil Armstrong zijn die langs een trapje op een van de Inndingspoten naar beneden zal klauteren om als eerste mens voet te zetten op de maanbodem. We kunnen ons natuurlijk af vragen of Armstrong inderdaad de eerste mens zal worden, die in het gruis van de woeste metgezel van de aarde kan rondstappen en of er geen kans bestaat dat een nog onbekende Russische kosmo naut hem voor zal gaan. Helemaal ten onrechte is deze vraag niet, vooral indien we ons herinneren wat er al zo vaak in het verleden gebeurd is. Al eer der zijn we in afwachting geweest van bepaalde Amerikaanse ruim- teproeven, maar werd de primeur daarvan steeds weggekaapt door soortgelijke en net iets eerder plaatshebbende Russische experi menten. De tijd lijkt echter voorbij, dat we nog verder op dit soort van ervarin gen dienen af te gaan. Natuurlijk, theoretisch is de kans nog steeds aan wezig dat de Sovjet-Unie gebruik zal maken van het enkele dagen open zijnde „maanlanceervenster" in be gin juli. Dit is en blijft echter louter en alleen theorie. Er bestaan op dit moment praktische gronden te over om aan te tonen dat een Russische bemande maanlanding in de zeer na bije toekomst zo niet onmogelijk, dan toch in elk geval onaanvaardbaar ris kant is voor de erbij betrokken be manning. En dan doelen we nog niet eens op een toespraak van de Russi sche kosmonaut Leonov tijdens een bezoek aan Tokio, waarin hij onder meer zei dat een Russische bemande maanlanding niet eerder dan eind 1969-begin 1970 zal plaatsvinden. Indien we nog eens even terug duiken in de maar net achter ons liegende jaren, dan valt 't niet moei lijk op te merken, dat 's werelds «etste kunstmaan de Spoetnik 1 was dat het een Russische sonde was die als eerste door mensenhanden ge maakte voorwerp op de maan te pletter sloeg: dat de eens nog onbe kende achterzijde van de maan voor het eerst door een Loenik werd ge fotografeerd; dat de eerste ruimte vaarder (de inmiddels om het leven gekomen Gagarin) een Rus was; dat de eerste onbemande zachte maan landing door de Loena 9 werd uitge voerd; dat het eerste driepersoons ruimtevaartuig de Woschod I was; dat de eerste ruimtewandeling van uit de Woschod II plaats vond en ten slotte dat ook het eerste toestel dat de dampkring van Venus binnen vloog van Russische makelij was. Nadat in oktober 1964 de Woschod I met Komarov, Yegorov en Feos- tikov een overhaaste landing moest maken omdat de twee laatstgenoem de kosmonauten ernstig last hadden van desoriëntatieverschijnselen èn na de door technische mankementen slechts ternauwernood geslaagde te rugkeer op aarde van de Woschod II met Beljajev en Leonov in maart 1965, was het ineens afgelopen met bemande Russische ruimtevluchten. Om de een of andere reden waren de Russische ingenieurs niet in staat de problemen met de Woschod- capsules op te lossen, hetgeen uit eindelijk leidde tot het geheel afge lasten van het eigenlijk nog nieuwe programma. Toch hadden vanaf 1961 tot en met de vlucht van de Woschod II in het totaal elf kosmonauten 433 ruimte-uren verzameld, terwijl zes Amerikaanse astronauten niet ver der waren gekomen dan 54 uur. Terwijl men in Rusland tobde met het Woschod-programma en een nieuw programma dat we later zou den gaan kennen onder de naam Soyoez, begon het Amerikaanse ruimtevaartbureau aan een serie van tien bemande Geminivluchten. Toen deze eind 1966 beëindigd werd, wa ren het 19 Amerikaanse astronauten geworden die samen 1994 uur ruim te-ervaring hadden opgedaan. Het Russische totaal was op 433 uur blij ven staan. Maar natuurlijk, niet alleen de uren telden. De langste Gemini- vlucht had 14 dagen in beslag ge nomen, ofwel negen dagen langer dan de langste bemande missie van de Russen. Daarenboven hadden di verse Amerikanen een ruimtewande ling gemaakt. Het allerbelangrijkste was echter dat met de Gemini's de diverse rendez-vous- en koppelings- oefeningen werden volbracht waar door men een techniek onder de knie kreeg, die voor een maanexoeditie onontbeerlijk zal zijn. Nog even hield men in Amerika de adem in, toen op 23 april 1967 de Soyoez I werd gelanceerd, met aan boord de kosmonaut Komarov. Het was min of meer een publiek geheim geworden.dat hij de volgen de dag gevolgd zou worden door de Soyoez II, bemand door drie andere kosmonauten, die hun eenzam® col lega in de ruimte hadden moeten opzoeken voor het uitvoeren van de eerste Russische koppelingsmamoeu- vre. Het experiment voord echter geen doorgang. De Soyoez II bleef aan de grond omdat de Soyoez I een aantal defecten vertoonden, die Ko marov dwongen terug te keren. Toen hij ver genoeg in de dampkring was doorgedrongen om de parachutes uit te laten, klapten deze dicht. Ko marov zou de ramp niet overleven. De Russische ruimtegeieerdien kre gen er een nieuw en onnoemelijk groot probleem bij. Uit hernieuwde onbemande test vluchten met de Soyoez, waaron der die van de Sonde's 4, -5 en -6, waarvan de laatste twee na een vlucht achter de maan langs op aarde terugkeerden, mag afgeleid worden dat dit project bedoeld is er de maan mee te bestormen. Voor het eerst is dit nu ook de finitief bevestigd door kosmonaut Leonov tijdens zijn bezoek aian Ja pan. Uit de vlucht van kosmonaut Be- regovoy in de Soyoez III, die in ok tober 1968 de onbemande Soyoez II zeer dicht naderde en uit de vluch ten van de Soyoez IV en -V in ja nuari j.l. waar in het totaal vier kosmonauten bij waren betrokken, hebben veel waarnemers afgeleid dat de Russen bezig zijn een ruim- teplatform op te bouwen in plaats van zich voor te bereiden op een bemande maanlanding. Daarbij mag echter niet verge ten worden dat een bemande Sov- jet-maanvlucht geheel gebaseerd zal zijn op een rendez-vousprocedure in een lage aardbaan. Het idee van een ruimteplatform is dus niet zo gek, maar het is daarbij wel dege lijk een onderdeel van het maanpro- gramma. Ook de Amerikanen hebben er in dertijd sterk over gedacht dit prin cipe te volgen. Thans hangt het welslagen van hun landingsexpeditie geheel af van het maanbaanrendez- vous tussen het Apollo-moederschip en het van de maan terugkerende landingsvaartuig. Hoewel men in de Sovjet-Unie nu enige praktische ervaring heeft op gedaan bij het manoeuvreren in de ruimte, is de verkregen basis waar op verder aan het maanlandingspro ject moet worden gebouwd met niet veel meer te vergelijken dan met wat de Amerikanen al halverwege 1966 hadden gepresteerd. De vraag blijft nu nog of de Rus sen mogelijk de „maanrace" zou den hebben gewonnen indien hun eerste bemande Soyoez niet zou zyn verongelukt. Het antwoord hierop moet „neen' Tuiden. Weliswaar had Komarov's dood in het programma een flinke vertraging tot gevolg, maar ook andere, nog belangrijker factoren hebben een rol gespeeld, te weten de vele moeilijkheden, die zijn opgetreden bij de ontwikkeling van lanceerraketten. In het verleden waren het juist naar verhouding bij zonder krachtige raketten waaraan de Russen hun suprematie in de ruimte te danken hadden, totdat in februari 1966 de eerste Saturnus IB vamaf Cape Kennedy werd gelan ceerd. Vanaf dat moment waren het de Amerikanen geworden die over de sterkste ruimteraketten beschik ten. Later kwam daar nog de huidige Saturnus 5 bij, de raket die de Apol lo's naar de maan zou brengen. Tezelfdertijd echter bleven de Rus sen op het oude niveau hangen. Het basisontwerp van de raket, waar mee Joeri Gagarin 1961 in een baan om de aarde werd gebracht. En zelfs het beeld van een Soyoez- lancering in 1969 wijkt nog nauwe lijks af van dat van een Wostok, vele jaren geleden. Het geringe ver schil bestaat slechts uit een ver beterde tweede trap. Toch moet men in de Sovjet-Unie op dit moment over een veel sterkere raket beschikken. Lichtere versies daarvan lanceerden reeds onbemande proefsatellieten van het type Proton en zorgden voor de aanvankelijk ver rassende, maar spoedig al door de Amerikanen overschaduwde maan- vluchten van de Sonde 5 en -6. En toch zelfs met deze lichtere versie, waarmee overigens een bemande vlucht om de maan qua stuwvermo- gen mogelijk moet zijn, is nog nooit een bemande capsule gelanceerd. En de zware uitvoering, de grote Russische maanraket waar iedereen op dit moment zo tegen op kijkt, heeft nog helemaal niet gevlogen. Er zijn echter duidelijke aanwij zingen dat dit monsterapparaat ster ker is dan de Amerikaanse Saturnus 5, hetgeen niet wegneemt dat van laatstgenoemde raket er al vijf zijn gelanceerd. Het is al met al duidelijk, dat een bemande maanvlucht voor de Russen nog nauwelijks binnen bereik ligt. Hun kosmonauten hebben slechts een minimum aan ervaring opgedaan bij het uitvoeren van ren- dez-vousprocedures. De langste be mande Sovjet-vlucht vond in 1963 plaats en duurde vijf dagen. Een maanretourtje met landing zal daar entegen ruim acht dagen in beslag nemen. Van een maanlandingsvaartuig of in elk geval van een Soyoez met de ingebouwde capaciteit een zach te landing op de maan te maken en daarvan ook veilig te starten is op dit moment nog helemaal niets be kend. Ook zo'n toestel zal echter een paar onbemande en-of beman de testvluchten nodig hebben alvo rens een geschiktheidsverklaring te indien de Russen inderdaad plan zijn begin volgend jaar te Armstrong en Aldrin al in juli hopen te volbrengen, dan staat ons de komende zes maanden nog heel veel te wachten in de ruimte vaart. In dat geval n.l. zullen we er getuige van zijn hoe de Russische monsterraket wordt beproefd. Russi sche kosmonauten zullen in ploegen om de aarde gaan draaien voor het beoefenen van de rendez-vous- en koppelingsmanoeuvres, daarbij ge bruik makend van een al of niet met bemanning gelanceerd landings vaartuig. En dit zelfde landingsvaartuig nu is het dat de Amerikanen op dit mo ment nog hoofdbrekens bezorgt. Het is n.l. een bekend feit in de Rus sische ruimtevaart, dat aLle beman de capsules zijn voorzien van 'n in stallatie voor afstamdbesturing. Dat wil zeggen dat een zeer groot deel van de manoeuvres die een dergelijk vaartuig uitvoert, geleid worden van af stations op de grond. Dit betekent dus ook dat 'n maanlandings-Soyoez ook zonder bemanning naar de maan geschoten kan worden voor het uit voeren van een landing en vervol gens ook gestart kan worden voor de terugkeer naar de aarde. Al in maart j.l. kwamen berichten door in het westen dat de lancering van zo'n Russische maanlander op het punt stond plaats te vinden. Natuurlijk, het toestel heeft nog nooit gevlogen en om het maar meteen bij de eer ste testvlucht naar de maan te schie ten is wel een beetje veel van het goede. Maar het is zonder meer aan te nemen dat, wanneer de Russen 'n dergelijk toestel lanceergereed hebben, zij graag het risico van een mislukking willen lopen in dien het alternatief een geslaagde vlucht is, waarbij het toestel een geringe hoeveelheid maanstof naar de aarde mee terug kan ne men. En indien dat bovendien ook nog tijdens het „maanlanceerven- ster" van begin juli zou kunnen plaatsvinden, betekent dat dat de Amerikanen weliswaar de eerste mensen op de maan gaan neer zetten, maar niet de eerste zullen zijn om monsters van de maan bodem te onderzoeken. Maar nogmaals, de Russen heb ben nog slechts één kans in begin juli om een dergelijke stunt uit te halen en op dit moment ziet het er niet naar uit dat zij er in zullen slagen inderdaad nog iets te red den van het in de afgelopen jaren verloren terrein in de vreedzame verkenning van de maan. door David Hirst BEIROET „Weest niet verbaasd, burgers, als u luistert naar de spionnen, agenten en saboteurs van de CIA en de zionistische benden weest niet verbaasd dat zich daaronder belangrijke politieke per soonlijkheden bevinden, ministers en hoge ambtenaren". Met dit soort preken kondigen de Iraakse televisie-commentatoren „bekentenistijd" aan een regelmatig terugkerend programma waar in vijanden van het volk vertellen hoe ze het verkeerd pad opge gaan zijn. Op de lange en snel langer worden de lijst van agenten van de CIA staan inderdaad grote namen b.v. de voormalige president Abdoel Sa- lam Arif. held van de nationalisten en vertrouweling von Nasser, een voormalige eerste minister, Abdoel Rahman Bazzaz, geleerde en demo craat, generaal Abdoel Aziz Ukaili, efficiënt en rechts georiënteerd be roepsofficier, Foead Rikabi, een so cialistische intellectueel, Mahdi Ha- kim, zoon van het oer-conservatieve hoofd van de Shiite Moslims, Abdoel Razzaq Ndif, de man die achter de greep naar de macht van de Baa- thisten stond en natuurlijk de man die al 40 jaar afwisselend verrader en patriot is, Mustapha Barazani. Naar men verwacht zullen deze en andere leidende figuren binnenkort voor het gerecht moeten verschijnen in het volgende stadium van een ter- reurcampagne die uit de hand dreigt te lopen. Een paar weken geleden be loofden de heersende Baathisten eni ge „verbijsterende'' bekentenissen door de „brains" van het buitenland se spionagenetwerk die eindelijk gevonden wanen. Ze zijn verbijste rend maar- niet in die Baathistische zin van het woord. Als rnen de bekentenissen leest die die gehele voorpagina en meer van de kranten in Irak beslaan verbaast men zich niet over het cynisme van de geesten die deze verhalen samen gesteld hebben dat wordt als van zelfsprekend aangenomen maar over hun onwetendheid en onge rfjmdheden. Er zijn bekende blunders, de inconsequenties met betrekking tot plaats en tijd waardoor de gehele opbouw van het verhaal ondermijnd wordt. En dan is er de grote onwaar schijnlijkheid van een groot spdonage- met. Het geheel draait om een kleine firma die zich specialiseert op het gebied van minerale bronnen. Onder het vorige regime had deze firma veel tijd en energie besteed aan pogin gen om gedaan te krijgen dat Ame rikaanse maatschappijen concessies ter exploitatie van zwavel zouden krijgen, en daarom is er veel on derhandeld met Amerikaanse zaken lieden en de voormalige minister van financiën Robert Andersom Volgens de Baathisten echter is Anderson de Amerikaanse meester spion in het Midden-Oosten en de maatschappij was het verrekenkan- toor waar de beschuldigden naar beweerd wordt, verslag uitbrachten over het denken in hun politieke en commerciële omgeving. Er is het zogenaamde bewijs dat de maatschappij een belangrijke or ganisatie van de CIA was, zoals het argument dat er zo'n hoge huur be taald werd en dat er zulk duur meu bilair gekocht werd dat het onmo gelijk iets anders kon zijn. Dan zijn er de traditionele dingen als wacht woorden en Amerikaanse spionnen die als toeristen verkleed rondlopen - argumenten die misschien voor een kind van twaalf jaar nog wel over tuigend zouden kunnen zijn en de slechte toneelregic waarbij de ene acteur zijn uit het hoofd geleerd" antwoord geeft, voordat de ondervra ger klaar is met zijn vraag. Dan is er de doorzichtig^ politieke motivering van dit alles. (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG Dit jaar is het een halve eeuw geleden dat de Ne derlandse vrouwen volledige kiesrechten kregen. Op 9 augustus 1919 werd op initiatief van het vrijzinnig-democratische Tweede Kamerlid Marchant een wet ingediend, waarbij de mannelijke voorrechten uit de kieswet werden geschrapt. Het kabinet-Cort van der Linden had in 1917 al het algemeen kiesrecht voor mannen ingevoerd, de moge lijkheid geschapen dat vrouwen gekozen konden worden en ook de Weg voor invoering van het vrouwenkiesrecht vr jj gemaakt. In enkele jaren verdriedubbelde het aantal kiezers voor de Tweede Kamer. In 1915 waren er ruim een miljoen kiezers, in 1921 een kleine 3.3 miljoen- Bait de invoering vam het actief Kiesrecht voor vrouwen in 1919 heel vlot verliep, is voor een belangrijk oeei te danken aan de woelige tijds omstandigheden. Niet dat alle gees ten er rijp voor waren. Bij de be handeling vam de wetsvoorstellen in de Tweede Kamer waren er aan rechtse zijde nog wel ernstige be denkingen: de vrouw hoorde in het gezin thuis en moest zich niet met zulke wereldse zaken als kiezen be zighouden. In navolging van Kuyper vulde een deel van rechts wel kies recht geven aan weduwen, die hun eigen boontjes moesten doppen. An deren waren met de linkse fracties van oordeel dat aan vrouwen geen Te^T en "W'dhten worden onthouden. Met de invoering van het vrouwen kiesrecht dat in 1922 in de grondwet werd vastgelegd, liep Nederland niet voorop, maar het kwam ook be slist niet achteraan. Landen als Au stralië en Nieuw-Zeeland waren al vlak na 1890 voorgegaan. Gelijk met ons land kregen de vrouwen in Oos tenrijk en Luxemburg hun kiesrech ten. Engeland volgde in 1928. In België kregen de vrouwen echter pas hun volledige rechten in 1948. Zwitserland heeft nog steeds geen vrouwenkiesrecht. In Portugal be staat het alleen voor wouwen die be paalde diploma's kunnen tonen. Het eerste vrouwelijke Kamerlid was Suze Groeneweg, die in 1918 wat, kleur kwam brengen tussen def- tig-donkere kostuums aan het Bin nenhof. Negentien jaar, tot 1937, zou de vroegere onderwijzeres deel uit maken v-an de sociaal-democratische fractie. Een felle socialiste, die de armoe van dichtbij had gezien. Ze miste, vond men, soms wel smaak. „De sluitzegelblouse van Suze Groeheweg maakt ons tureluurs", schreef een journalist. In 1921 kreeg Suze Groeneweg ver sterking van een seksegenote, met wie zij heel weinig gemeen had. Voor de Vrijheidsbond kwam Johan- ne Westerman in de Tweede Kamer, een stijlvolle directrice van een def tige Haagse meisjesschool. Na de verkiezingen in 1922 kwamen er vijf vrouwelijke kamerleden bij. Mr. Liz zy van Dorp werd Kamerlid voor de liberale partij, mevrouw Bakker- Nort voor de vrijzinnig-democraten, mevrouw De Vries-Bruijns als twee de vrouw in de socialistische fractie. Aan de rechterzijde kwamen twee vrouwen. De christelijk-historische fractie kreeg de beste spreekster in mr. Frida Katz. Mevrouw Bronsweld- Vitriniga bracht het vrouwelijke ele ment in de rooms-katholieke kamer fractie. Zij en haar man waren be keerlingen. Haar schoonvader was een hervormde predikant in Utrecht, fel anti-papist en bestrijder van Kuy- pers coalitiepolitiek. Een jarenlange strijd is aan de invoering van het vrouwenkiesrecht voorafgegaan. Er bestond een ver eniging voor vrouwenkiesrecht, die bijvoorbeeld prentbriefkaarten aan de vrouw bracht met de volgende poëtische tekst: Op het kantoor als klerk, Doen wij 't zelfde werk; In de fabriek werken we geliek; Voor de klas komen we beiden te pas; Om ziekte te weeren strijden zoowel dames als heeren; Maar komt 't op kiezen an; dan kiest alleen de man. Toen de vereniging haar streven met succes bekroond zag, vierden de vrouwen feest. Marchant werd om z'n initiatief-wet gehuldigd. Maar hij wimpelde de lof der vrouwen af: ze moesten niet spreken van de „wet-Marchant", maar van de „wet-Jacobs". Daarmee deed hij eer aan dr. Aletta Jacobs, de eerste vrouwelijke arts van ons land en een vurig feministe. In het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw voerde zij al actie om aan de vrouwen kiesrecht te geven. De SPAD was in 1895 de eerste partij die dit als punt in het partijprogram opnam. Aletta Jacobs had ontdekt dat de grondwet van 1848 sprak van: „de leden der Tweede Kamer worden gekozen door de ingezetenen". Van wege allerlei beperkende bepalingen waren echter de meeste mannen en ook de wouwen uitgesloten. Rond 1848 was het voor de wetgever on denkbaar dat kiesrecht voor vrouwen een vraagpunt zou kunnen zijn. Maar Aletta Jacobs liet het er niet bij zitten. Ze had het lef in de ja ren zeventig mannenvergaderingen te bezoeken en zich zelfs in de dis cussie te mengen. Haar vragen, schrijft zij in haar herinneringen, werden zelfs niet serieus genomen. Er werd gelachen en haar vragen werden wat meewarig met een grap je afgedaan. In 1892 las zij in een brochure van de toenmalige minister president Heemskerk dat de vrou wen volgens de wet niet van het kiesrecht waren uitgesloten. Een jaar later werden de kiezerslijsten ter inzage gelegd. Aletta Jacobs stuur de een verzoek aan b. en w. van Amsterdam om ook op de kiezers lijst te worden geplaatst, daar zij aan alle wettelijke voorwaarden voor de kiesbevoegdheid voldeed. Er was die dag juist vergadering van de gemeenteraad. Burgemeester en wethouders, schreef dr. Jacobs in haar herinneringen, schenen mijn schrijven buitengewoon vermakelijk te vinden. „Onder grote hilariteit werd de brief voorgelezen, zonder dat de raad in zijn geheel, noch een der leden in het bijzonder, de ernst en de betekenis schenen te begrijpen. Zoo dwaas vond men mijn optreden dat zelfs het wettelijke voorschrift, volgens hetwelk 'n antwoord op dus danige verzoeken per deurwaarders- exploit moet worden betekend, buiten beschouwing bleef". Later kreeg zij van b. en w. een briefje met de me dedeling dat haar verzoek was afge wezen, omdat de vrouw geen rech ten had. Tegen deze beslissing ging dr. Ja cobs in beroep bij de rechtbank in Amsterdam, die op 13 april 1883 uit spraak deed met het oordeel „dat het onmoogelijk de bedoeling van den Nederland-chen wetgever kon zijn de vrouw kiesbevoegdheid te geven". De reacties bleven niet uit: „een groot aantal mannen en vrouwen achtten zich geroepen mij de grofste beleedigingen te zenden". Aletta Ja cobs ging in beroep bij de Hoge Raad, welk beroep op 18 mei 1883 werd verworpen. Een van de over wegingen van de Hoge Raad was „dat de vrouw niet geacht kon wor den in het volle genot van hare bur gerlijke en burgerschapsrechten te zijn" omdat zij dat recht mist. Twee jaar later diende de regering voorstellen voor de grondwetwijzi- ginig van 1887 in. De leden der Twee de Kamer worden gekozen door de mannelijke ingezetenen, zo luidde de nieuwe tekst. Dr. Aletta Jacobs had de strijd tegen die wet voorlopig ver loren. Het doel van dit alles is duixMijk de kern der oppositie tegen de toch al zo omstreden Baathisten uit <1® weg te ruimen. Hoeveel belang de Baathisten er aan hechten dat het recht haar loop heeft kan men afleiden uit wat er gebeurd is met Aziz Hajj, een re-vo- luionair in de stijl van Guevara en die enige man dig werkelijk iets te bekennen had. Maar mei? komt voor het feit te staan dat de Baathisten met dit slag mensen tot een soort verbond probeert te komen. In zijn bekentenis zei hij duidelijk dat hij het Baathistiseh licht gezien had. Dus nu is hij een „vrij" man. Hij bekleedt nu een ereplaats bij grote bijeenkomsten van arbeiders en is begonnen artikelen in kranten te schrijven waarin hij de Baathisten prijst. Wie is er verantwoordelijk voor dit alles? De vraag is relevant omdat het betkonid is dat sommige figuren binnen het bewind die een sleutel positie bekleden niet gelukkig met hen zijn. Misschien minder op grond van humane gewetensbezwaren d:an omdat ze bang zijn voor waar dit toe zal leiden- Wijlen president Abdoel Salam Arif en zijn broer in ballingschap de voormalige president Abdoel Rah man Arif waren beide spionnen. Dus zou het niet mogelijk zijn dat hun eigen „strijder-president" Bakr ook eens van spionage beschuldigd zal worden? Ongeloofwaardig? Maar Irakezen geloven dat 't mogelijk is. Het bewijsmateriaal tegen Abdoel Salam Arif bestond uit een foto waar op hij te zien was in gezelschap van een piloot die naar Israël overliep Bakr daarentegen heeft minister Anderson in Bagdad ontmoet. Hij is een -dikke vriend van een van de voornaamst^ figuren van het zogenaamde spionagenet. Hij wilde dat een van hen minister in zijn re gering zou worden en men weet dat hij, met de hulp van iemand anders deelgenomen heeft aan speculatie in onroerend goed, wat nauwelijks in overeenstemming is met zijn socialis tische beginselen. Het is dan ook ge-en wonder dat Bakr geprobeerd heeft zich te-gen de ze spiomnenmanie te verzetten. Een paar maanden ge-leden heeft hij te genover een gehoor, be-taande uit studenten in de medicijnen verklaard dat naar zijn mening iemand als ge neraal Ukaili onmogelijk schuldig aan verraad kon zijn. Het is bekend dat hij een van de beklaagden die toCTiaülig een neef van een van de ministers in het kabinet van de Baathisten__is, beloofd heeft dat hij spoedig vrijgelaten zou worden. De klaarblijkelijke bulpeloosheii van Bakr is er volgens Iraakse waarnemers het bewijs van dat de jongere kaders van die Baathisti sche partij sterker worden. Naar men gelooft bestaan deze uit ru we, half ontwikkelde woestelingen met een dun laagje vernis van de Baathistische ideologie. De laatste keer dlat die Baathisten aan de macht waren vonden deze mensen een natuurlijk onderdak bin nen de nationale garde, de slecht ge disciplineerde militia van de partij. Deze keer schijnen de steunpilaar te zijn van het Baathistische auto nome veiligheidsapparaat dat, als het trouw moet zijn, trouw moet betonen aan de minister van binnenlandse za ken, Salih Ammash. Hij vertegenwoordigt de extremis tische, voornamelijk uit burgers be staande vleugel van het bewind en in beginsel is er de mogelijkheid aan wezig dat hij nog eens overhoop komt te liggen met Bakr en het leger. Men zou in feite kunnen zeggen dat de Baathistische Partij en de veiligheids dienst een en hetzelfde ding is. Ach ter de ideologische schijn laat het manifest van 't bewind aan duidelijk heid weinig te wensen over: „Het veiligheidsapparaat is een van de dingen die direct zonder enig voorbe houd in handen van de partij gege ven moet worden", 'n radicaal nieuw uitgangspunt voor Irak Naar men zegt is het gewone vei ligheidsapparaat, een betrekkelijk po litiek lichaam, nu volledig verlamd. De spionnenmanie is, maar men ge looft, het werk van diezse jongere ele menten, waarschijnlijk gesteund door extremistische leiders. Een verhaal luidt dat het een bureau is, dat uit drie man^ bestaat, allen jonger dan 30 jaar, die de bekentenissen samen stellen en hierin, naar het schijnt, de vrije hand hebben. Binnenkort moeten 82 mensen voor het gerecht verschijnen- Het drie man sterke revolutionair gerechts hof is daarom gereorganiseerd. Ko lonel Witwet is na een korte periode waarin hij gouverneur van de heili ge stad Kerbala was weer tot pre sident benoemd. Hij heeft al 36 men sen naar de gaHg gestuurd. (Copyright The Guardian-De Stem)'

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 5