TEGENSLAGEN, MAAR VOORAL TECHNISCH FALEN
Bemande maanvliicht
voor Russen
nauwelijks mogelijk
In Irak weer
tijd voor
bekentenissen
Aletta Jacobs vocht voor het kiesrecht
VROUWEN MOGEN PAS VIJFTIG JAAR STEMMEN
onaanvaardbaar
Rusland eerste
moeilijke jaren
ruimteplatform
weinig ervaring
hoofdbrekens
Firma
Bewijs
Radikaal
DE STEM VAN WOENSDAG 9 JULI 1969
7
=SS
0
De Proton, de lichte Russische onbemande proef-satelliet, die na de eerste
verrassing door de Amerikaanse Sender werd overschaduwd.
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG De definitieve beslissing is gevallen. Indien
alles goed blijft gaan zal op zondag 20 juli, om negen
uur 23 in de avond, Nederlandse tijd, het landingsvaartuig
van de Apollo-11 met de astronauten Armstrong en Aldrin
een zachte landing maken op de maan. Tien uur later, of
wel even na zeven uur de volgende morgen, zal het luik
van het ruimteschip open gaan en zal het de 38-jarige
Neil Armstrong zijn die langs een trapje op een van de
Inndingspoten naar beneden zal klauteren om als eerste
mens voet te zetten op de maanbodem.
We kunnen ons natuurlijk af
vragen of Armstrong inderdaad
de eerste mens zal worden, die in
het gruis van de woeste metgezel
van de aarde kan rondstappen en
of er geen kans bestaat dat een
nog onbekende Russische kosmo
naut hem voor zal gaan.
Helemaal ten onrechte is deze
vraag niet, vooral indien we ons
herinneren wat er al zo vaak in
het verleden gebeurd is. Al eer
der zijn we in afwachting geweest
van bepaalde Amerikaanse ruim-
teproeven, maar werd de primeur
daarvan steeds weggekaapt door
soortgelijke en net iets eerder
plaatshebbende Russische experi
menten.
De tijd lijkt echter voorbij, dat we
nog verder op dit soort van ervarin
gen dienen af te gaan. Natuurlijk,
theoretisch is de kans nog steeds aan
wezig dat de Sovjet-Unie gebruik zal
maken van het enkele dagen open
zijnde „maanlanceervenster" in be
gin juli. Dit is en blijft echter louter
en alleen theorie. Er bestaan op dit
moment praktische gronden te over
om aan te tonen dat een Russische
bemande maanlanding in de zeer na
bije toekomst zo niet onmogelijk, dan
toch in elk geval onaanvaardbaar ris
kant is voor de erbij betrokken be
manning. En dan doelen we nog niet
eens op een toespraak van de Russi
sche kosmonaut Leonov tijdens een
bezoek aan Tokio, waarin hij onder
meer zei dat een Russische bemande
maanlanding niet eerder dan eind
1969-begin 1970 zal plaatsvinden.
Indien we nog eens even terug
duiken in de maar net achter ons
liegende jaren, dan valt 't niet moei
lijk op te merken, dat 's werelds
«etste kunstmaan de Spoetnik 1 was
dat het een Russische sonde was die
als eerste door mensenhanden ge
maakte voorwerp op de maan te
pletter sloeg: dat de eens nog onbe
kende achterzijde van de maan voor
het eerst door een Loenik werd ge
fotografeerd; dat de eerste ruimte
vaarder (de inmiddels om het leven
gekomen Gagarin) een Rus was; dat
de eerste onbemande zachte maan
landing door de Loena 9 werd uitge
voerd; dat het eerste driepersoons
ruimtevaartuig de Woschod I was;
dat de eerste ruimtewandeling van
uit de Woschod II plaats vond en ten
slotte dat ook het eerste toestel dat
de dampkring van Venus binnen
vloog van Russische makelij was.
Nadat in oktober 1964 de Woschod
I met Komarov, Yegorov en Feos-
tikov een overhaaste landing moest
maken omdat de twee laatstgenoem
de kosmonauten ernstig last hadden
van desoriëntatieverschijnselen èn na
de door technische mankementen
slechts ternauwernood geslaagde te
rugkeer op aarde van de Woschod
II met Beljajev en Leonov in maart
1965, was het ineens afgelopen met
bemande Russische ruimtevluchten.
Om de een of andere reden waren
de Russische ingenieurs niet in
staat de problemen met de Woschod-
capsules op te lossen, hetgeen uit
eindelijk leidde tot het geheel afge
lasten van het eigenlijk nog nieuwe
programma. Toch hadden vanaf 1961
tot en met de vlucht van de Woschod
II in het totaal elf kosmonauten 433
ruimte-uren verzameld, terwijl zes
Amerikaanse astronauten niet ver
der waren gekomen dan 54 uur.
Terwijl men in Rusland tobde met
het Woschod-programma en een
nieuw programma dat we later zou
den gaan kennen onder de naam
Soyoez, begon het Amerikaanse
ruimtevaartbureau aan een serie van
tien bemande Geminivluchten. Toen
deze eind 1966 beëindigd werd, wa
ren het 19 Amerikaanse astronauten
geworden die samen 1994 uur ruim
te-ervaring hadden opgedaan. Het
Russische totaal was op 433 uur blij
ven staan.
Maar natuurlijk, niet alleen de
uren telden. De langste Gemini-
vlucht had 14 dagen in beslag ge
nomen, ofwel negen dagen langer
dan de langste bemande missie van
de Russen. Daarenboven hadden di
verse Amerikanen een ruimtewande
ling gemaakt. Het allerbelangrijkste
was echter dat met de Gemini's de
diverse rendez-vous- en koppelings-
oefeningen werden volbracht waar
door men een techniek onder de knie
kreeg, die voor een maanexoeditie
onontbeerlijk zal zijn.
Nog even hield men in Amerika
de adem in, toen op 23 april 1967
de Soyoez I werd gelanceerd, met
aan boord de kosmonaut Komarov.
Het was min of meer een publiek
geheim geworden.dat hij de volgen
de dag gevolgd zou worden door de
Soyoez II, bemand door drie andere
kosmonauten, die hun eenzam® col
lega in de ruimte hadden moeten
opzoeken voor het uitvoeren van de
eerste Russische koppelingsmamoeu-
vre.
Het experiment voord echter geen
doorgang. De Soyoez II bleef aan
de grond omdat de Soyoez I een
aantal defecten vertoonden, die Ko
marov dwongen terug te keren. Toen
hij ver genoeg in de dampkring was
doorgedrongen om de parachutes
uit te laten, klapten deze dicht. Ko
marov zou de ramp niet overleven.
De Russische ruimtegeieerdien kre
gen er een nieuw en onnoemelijk
groot probleem bij.
Uit hernieuwde onbemande test
vluchten met de Soyoez, waaron
der die van de Sonde's 4, -5 en -6,
waarvan de laatste twee na een
vlucht achter de maan langs op
aarde terugkeerden, mag afgeleid
worden dat dit project bedoeld is
er de maan mee te bestormen.
Voor het eerst is dit nu ook de
finitief bevestigd door kosmonaut
Leonov tijdens zijn bezoek aian Ja
pan.
Uit de vlucht van kosmonaut Be-
regovoy in de Soyoez III, die in ok
tober 1968 de onbemande Soyoez II
zeer dicht naderde en uit de vluch
ten van de Soyoez IV en -V in ja
nuari j.l. waar in het totaal vier
kosmonauten bij waren betrokken,
hebben veel waarnemers afgeleid
dat de Russen bezig zijn een ruim-
teplatform op te bouwen in plaats
van zich voor te bereiden op een
bemande maanlanding.
Daarbij mag echter niet verge
ten worden dat een bemande Sov-
jet-maanvlucht geheel gebaseerd
zal zijn op een rendez-vousprocedure
in een lage aardbaan. Het idee van
een ruimteplatform is dus niet zo
gek, maar het is daarbij wel dege
lijk een onderdeel van het maanpro-
gramma.
Ook de Amerikanen hebben er in
dertijd sterk over gedacht dit prin
cipe te volgen. Thans hangt het
welslagen van hun landingsexpeditie
geheel af van het maanbaanrendez-
vous tussen het Apollo-moederschip
en het van de maan terugkerende
landingsvaartuig.
Hoewel men in de Sovjet-Unie nu
enige praktische ervaring heeft op
gedaan bij het manoeuvreren in de
ruimte, is de verkregen basis waar
op verder aan het maanlandingspro
ject moet worden gebouwd met niet
veel meer te vergelijken dan met
wat de Amerikanen al halverwege
1966 hadden gepresteerd.
De vraag blijft nu nog of de Rus
sen mogelijk de „maanrace" zou
den hebben gewonnen indien hun
eerste bemande Soyoez niet zou zyn
verongelukt. Het antwoord hierop
moet „neen' Tuiden. Weliswaar had
Komarov's dood in het programma
een flinke vertraging tot gevolg,
maar ook andere, nog belangrijker
factoren hebben een rol gespeeld,
te weten de vele moeilijkheden, die
zijn opgetreden bij de ontwikkeling
van lanceerraketten. In het verleden
waren het juist naar verhouding bij
zonder krachtige raketten waaraan
de Russen hun suprematie in de
ruimte te danken hadden, totdat in
februari 1966 de eerste Saturnus IB
vamaf Cape Kennedy werd gelan
ceerd. Vanaf dat moment waren het
de Amerikanen geworden die over
de sterkste ruimteraketten beschik
ten.
Later kwam daar nog de huidige
Saturnus 5 bij, de raket die de Apol
lo's naar de maan zou brengen.
Tezelfdertijd echter bleven de Rus
sen op het oude niveau hangen. Het
basisontwerp van de raket, waar
mee Joeri Gagarin 1961 in een baan
om de aarde werd gebracht.
En zelfs het beeld van een Soyoez-
lancering in 1969 wijkt nog nauwe
lijks af van dat van een Wostok,
vele jaren geleden. Het geringe ver
schil bestaat slechts uit een ver
beterde tweede trap.
Toch moet men in de Sovjet-Unie
op dit moment over een veel sterkere
raket beschikken. Lichtere versies
daarvan lanceerden reeds onbemande
proefsatellieten van het type Proton
en zorgden voor de aanvankelijk ver
rassende, maar spoedig al door de
Amerikanen overschaduwde maan-
vluchten van de Sonde 5 en -6. En
toch zelfs met deze lichtere versie,
waarmee overigens een bemande
vlucht om de maan qua stuwvermo-
gen mogelijk moet zijn, is nog nooit
een bemande capsule gelanceerd.
En de zware uitvoering, de grote
Russische maanraket waar iedereen
op dit moment zo tegen op kijkt,
heeft nog helemaal niet gevlogen.
Er zijn echter duidelijke aanwij
zingen dat dit monsterapparaat ster
ker is dan de Amerikaanse Saturnus
5, hetgeen niet wegneemt dat van
laatstgenoemde raket er al vijf zijn
gelanceerd.
Het is al met al duidelijk, dat
een bemande maanvlucht voor de
Russen nog nauwelijks binnen bereik
ligt. Hun kosmonauten hebben
slechts een minimum aan ervaring
opgedaan bij het uitvoeren van ren-
dez-vousprocedures. De langste be
mande Sovjet-vlucht vond in 1963
plaats en duurde vijf dagen. Een
maanretourtje met landing zal daar
entegen ruim acht dagen in beslag
nemen.
Van een maanlandingsvaartuig of
in elk geval van een Soyoez met
de ingebouwde capaciteit een zach
te landing op de maan te maken en
daarvan ook veilig te starten is op
dit moment nog helemaal niets be
kend. Ook zo'n toestel zal echter
een paar onbemande en-of beman
de testvluchten nodig hebben alvo
rens een geschiktheidsverklaring te
indien de Russen inderdaad
plan zijn begin volgend jaar te
Armstrong en Aldrin al in
juli hopen te volbrengen, dan staat
ons de komende zes maanden nog
heel veel te wachten in de ruimte
vaart. In dat geval n.l. zullen we
er getuige van zijn hoe de Russische
monsterraket wordt beproefd. Russi
sche kosmonauten zullen in ploegen
om de aarde gaan draaien voor het
beoefenen van de rendez-vous- en
koppelingsmanoeuvres, daarbij ge
bruik makend van een al of niet
met bemanning gelanceerd landings
vaartuig.
En dit zelfde landingsvaartuig nu
is het dat de Amerikanen op dit mo
ment nog hoofdbrekens bezorgt. Het
is n.l. een bekend feit in de Rus
sische ruimtevaart, dat aLle beman
de capsules zijn voorzien van 'n in
stallatie voor afstamdbesturing. Dat
wil zeggen dat een zeer groot deel
van de manoeuvres die een dergelijk
vaartuig uitvoert, geleid worden van
af stations op de grond. Dit betekent
dus ook dat 'n maanlandings-Soyoez
ook zonder bemanning naar de maan
geschoten kan worden voor het uit
voeren van een landing en vervol
gens ook gestart kan worden voor
de terugkeer naar de aarde. Al in
maart j.l. kwamen berichten door in
het westen dat de lancering van zo'n
Russische maanlander op het punt
stond plaats te vinden. Natuurlijk,
het toestel heeft nog nooit gevlogen
en om het maar meteen bij de eer
ste testvlucht naar de maan te schie
ten is wel een beetje veel van het
goede.
Maar het is zonder meer aan te
nemen dat, wanneer de Russen 'n
dergelijk toestel lanceergereed
hebben, zij graag het risico van
een mislukking willen lopen in
dien het alternatief een geslaagde
vlucht is, waarbij het toestel een
geringe hoeveelheid maanstof
naar de aarde mee terug kan ne
men. En indien dat bovendien ook
nog tijdens het „maanlanceerven-
ster" van begin juli zou kunnen
plaatsvinden, betekent dat dat de
Amerikanen weliswaar de eerste
mensen op de maan gaan neer
zetten, maar niet de eerste zullen
zijn om monsters van de maan
bodem te onderzoeken.
Maar nogmaals, de Russen heb
ben nog slechts één kans in begin
juli om een dergelijke stunt uit te
halen en op dit moment ziet het
er niet naar uit dat zij er in zullen
slagen inderdaad nog iets te red
den van het in de afgelopen jaren
verloren terrein in de vreedzame
verkenning van de maan.
door David Hirst
BEIROET „Weest niet verbaasd, burgers, als u luistert naar de
spionnen, agenten en saboteurs van de CIA en de zionistische benden
weest niet verbaasd dat zich daaronder belangrijke politieke per
soonlijkheden bevinden, ministers en hoge ambtenaren".
Met dit soort preken kondigen de Iraakse televisie-commentatoren
„bekentenistijd" aan een regelmatig terugkerend programma waar
in vijanden van het volk vertellen hoe ze het verkeerd pad opge
gaan zijn.
Op de lange en snel langer worden
de lijst van agenten van de CIA
staan inderdaad grote namen b.v.
de voormalige president Abdoel Sa-
lam Arif. held van de nationalisten
en vertrouweling von Nasser, een
voormalige eerste minister, Abdoel
Rahman Bazzaz, geleerde en demo
craat, generaal Abdoel Aziz Ukaili,
efficiënt en rechts georiënteerd be
roepsofficier, Foead Rikabi, een so
cialistische intellectueel, Mahdi Ha-
kim, zoon van het oer-conservatieve
hoofd van de Shiite Moslims, Abdoel
Razzaq Ndif, de man die achter de
greep naar de macht van de Baa-
thisten stond en natuurlijk de man
die al 40 jaar afwisselend verrader
en patriot is, Mustapha Barazani.
Naar men verwacht zullen deze en
andere leidende figuren binnenkort
voor het gerecht moeten verschijnen
in het volgende stadium van een ter-
reurcampagne die uit de hand dreigt
te lopen.
Een paar weken geleden be
loofden de heersende Baathisten eni
ge „verbijsterende'' bekentenissen
door de „brains" van het buitenland
se spionagenetwerk die eindelijk
gevonden wanen. Ze zijn verbijste
rend maar- niet in die Baathistische
zin van het woord.
Als rnen de bekentenissen leest die
die gehele voorpagina en meer van
de kranten in Irak beslaan verbaast
men zich niet over het cynisme van
de geesten die deze verhalen samen
gesteld hebben dat wordt als van
zelfsprekend aangenomen maar
over hun onwetendheid en onge
rfjmdheden.
Er zijn bekende blunders, de
inconsequenties met betrekking tot
plaats en tijd waardoor de gehele
opbouw van het verhaal ondermijnd
wordt. En dan is er de grote onwaar
schijnlijkheid van een groot spdonage-
met.
Het geheel draait om een kleine
firma die zich specialiseert op het
gebied van minerale bronnen. Onder
het vorige regime had deze firma
veel tijd en energie besteed aan pogin
gen om gedaan te krijgen dat Ame
rikaanse maatschappijen concessies
ter exploitatie van zwavel zouden
krijgen, en daarom is er veel on
derhandeld met Amerikaanse zaken
lieden en de voormalige minister van
financiën Robert Andersom
Volgens de Baathisten echter is
Anderson de Amerikaanse meester
spion in het Midden-Oosten en de
maatschappij was het verrekenkan-
toor waar de beschuldigden naar
beweerd wordt, verslag uitbrachten
over het denken in hun politieke en
commerciële omgeving.
Er is het zogenaamde bewijs dat
de maatschappij een belangrijke or
ganisatie van de CIA was, zoals het
argument dat er zo'n hoge huur be
taald werd en dat er zulk duur meu
bilair gekocht werd dat het onmo
gelijk iets anders kon zijn. Dan zijn
er de traditionele dingen als wacht
woorden en Amerikaanse spionnen
die als toeristen verkleed rondlopen -
argumenten die misschien voor een
kind van twaalf jaar nog wel over
tuigend zouden kunnen zijn en de
slechte toneelregic waarbij de ene
acteur zijn uit het hoofd geleerd"
antwoord geeft, voordat de ondervra
ger klaar is met zijn vraag. Dan is er
de doorzichtig^ politieke motivering
van dit alles.
(Van een onzer redacteuren)
DEN HAAG Dit jaar is het een halve eeuw geleden dat de Ne
derlandse vrouwen volledige kiesrechten kregen. Op 9 augustus 1919
werd op initiatief van het vrijzinnig-democratische Tweede Kamerlid
Marchant een wet ingediend, waarbij de mannelijke voorrechten uit
de kieswet werden geschrapt. Het kabinet-Cort van der Linden had
in 1917 al het algemeen kiesrecht voor mannen ingevoerd, de moge
lijkheid geschapen dat vrouwen gekozen konden worden en ook de
Weg voor invoering van het vrouwenkiesrecht vr jj gemaakt. In enkele
jaren verdriedubbelde het aantal kiezers voor de Tweede Kamer. In
1915 waren er ruim een miljoen kiezers, in 1921 een kleine 3.3 miljoen-
Bait de invoering vam het actief
Kiesrecht voor vrouwen in 1919 heel
vlot verliep, is voor een belangrijk
oeei te danken aan de woelige tijds
omstandigheden. Niet dat alle gees
ten er rijp voor waren. Bij de be
handeling vam de wetsvoorstellen in
de Tweede Kamer waren er aan
rechtse zijde nog wel ernstige be
denkingen: de vrouw hoorde in het
gezin thuis en moest zich niet met
zulke wereldse zaken als kiezen be
zighouden. In navolging van Kuyper
vulde een deel van rechts wel kies
recht geven aan weduwen, die hun
eigen boontjes moesten doppen. An
deren waren met de linkse fracties
van oordeel dat aan vrouwen geen
Te^T en "W'dhten worden onthouden.
Met de invoering van het vrouwen
kiesrecht dat in 1922 in de grondwet
werd vastgelegd, liep Nederland niet
voorop, maar het kwam ook be
slist niet achteraan. Landen als Au
stralië en Nieuw-Zeeland waren al
vlak na 1890 voorgegaan. Gelijk met
ons land kregen de vrouwen in Oos
tenrijk en Luxemburg hun kiesrech
ten. Engeland volgde in 1928. In
België kregen de vrouwen echter
pas hun volledige rechten in 1948.
Zwitserland heeft nog steeds geen
vrouwenkiesrecht. In Portugal be
staat het alleen voor wouwen die be
paalde diploma's kunnen tonen.
Het eerste vrouwelijke Kamerlid
was Suze Groeneweg, die in 1918
wat, kleur kwam brengen tussen def-
tig-donkere kostuums aan het Bin
nenhof. Negentien jaar, tot 1937, zou
de vroegere onderwijzeres deel uit
maken v-an de sociaal-democratische
fractie. Een felle socialiste, die de
armoe van dichtbij had gezien. Ze
miste, vond men, soms wel smaak.
„De sluitzegelblouse van Suze
Groeheweg maakt ons tureluurs",
schreef een journalist.
In 1921 kreeg Suze Groeneweg ver
sterking van een seksegenote, met
wie zij heel weinig gemeen had.
Voor de Vrijheidsbond kwam Johan-
ne Westerman in de Tweede Kamer,
een stijlvolle directrice van een def
tige Haagse meisjesschool. Na de
verkiezingen in 1922 kwamen er vijf
vrouwelijke kamerleden bij. Mr. Liz
zy van Dorp werd Kamerlid voor de
liberale partij, mevrouw Bakker-
Nort voor de vrijzinnig-democraten,
mevrouw De Vries-Bruijns als twee
de vrouw in de socialistische fractie.
Aan de rechterzijde kwamen twee
vrouwen. De christelijk-historische
fractie kreeg de beste spreekster in
mr. Frida Katz. Mevrouw Bronsweld-
Vitriniga bracht het vrouwelijke ele
ment in de rooms-katholieke kamer
fractie. Zij en haar man waren be
keerlingen. Haar schoonvader was
een hervormde predikant in Utrecht,
fel anti-papist en bestrijder van Kuy-
pers coalitiepolitiek.
Een jarenlange strijd is aan de
invoering van het vrouwenkiesrecht
voorafgegaan. Er bestond een ver
eniging voor vrouwenkiesrecht, die
bijvoorbeeld prentbriefkaarten aan
de vrouw bracht met de volgende
poëtische tekst:
Op het kantoor als klerk,
Doen wij 't zelfde werk;
In de fabriek
werken we geliek;
Voor de klas
komen we beiden te pas;
Om ziekte te weeren
strijden zoowel dames als heeren;
Maar komt 't op kiezen an;
dan kiest alleen de man.
Toen de vereniging haar streven
met succes bekroond zag, vierden
de vrouwen feest. Marchant werd
om z'n initiatief-wet gehuldigd. Maar
hij wimpelde de lof der vrouwen af:
ze moesten niet spreken van de
„wet-Marchant", maar van de
„wet-Jacobs".
Daarmee deed hij eer aan dr.
Aletta Jacobs, de eerste vrouwelijke
arts van ons land en een vurig
feministe. In het begin van de jaren
tachtig van de vorige eeuw voerde
zij al actie om aan de vrouwen
kiesrecht te geven. De SPAD was
in 1895 de eerste partij die dit als
punt in het partijprogram opnam.
Aletta Jacobs had ontdekt dat de
grondwet van 1848 sprak van: „de
leden der Tweede Kamer worden
gekozen door de ingezetenen". Van
wege allerlei beperkende bepalingen
waren echter de meeste mannen en
ook de wouwen uitgesloten. Rond
1848 was het voor de wetgever on
denkbaar dat kiesrecht voor vrouwen
een vraagpunt zou kunnen zijn.
Maar Aletta Jacobs liet het er niet
bij zitten. Ze had het lef in de ja
ren zeventig mannenvergaderingen
te bezoeken en zich zelfs in de dis
cussie te mengen. Haar vragen,
schrijft zij in haar herinneringen,
werden zelfs niet serieus genomen.
Er werd gelachen en haar vragen
werden wat meewarig met een grap
je afgedaan. In 1892 las zij in een
brochure van de toenmalige minister
president Heemskerk dat de vrou
wen volgens de wet niet van het
kiesrecht waren uitgesloten. Een jaar
later werden de kiezerslijsten ter
inzage gelegd. Aletta Jacobs stuur
de een verzoek aan b. en w. van
Amsterdam om ook op de kiezers
lijst te worden geplaatst, daar zij
aan alle wettelijke voorwaarden
voor de kiesbevoegdheid voldeed.
Er was die dag juist vergadering
van de gemeenteraad. Burgemeester
en wethouders, schreef dr. Jacobs
in haar herinneringen, schenen mijn
schrijven buitengewoon vermakelijk
te vinden. „Onder grote hilariteit
werd de brief voorgelezen, zonder
dat de raad in zijn geheel, noch een
der leden in het bijzonder, de ernst
en de betekenis schenen te begrijpen.
Zoo dwaas vond men mijn optreden
dat zelfs het wettelijke voorschrift,
volgens hetwelk 'n antwoord op dus
danige verzoeken per deurwaarders-
exploit moet worden betekend, buiten
beschouwing bleef". Later kreeg zij
van b. en w. een briefje met de me
dedeling dat haar verzoek was afge
wezen, omdat de vrouw geen rech
ten had.
Tegen deze beslissing ging dr. Ja
cobs in beroep bij de rechtbank in
Amsterdam, die op 13 april 1883 uit
spraak deed met het oordeel „dat
het onmoogelijk de bedoeling van den
Nederland-chen wetgever kon zijn
de vrouw kiesbevoegdheid te geven".
De reacties bleven niet uit: „een
groot aantal mannen en vrouwen
achtten zich geroepen mij de grofste
beleedigingen te zenden". Aletta Ja
cobs ging in beroep bij de Hoge
Raad, welk beroep op 18 mei 1883
werd verworpen. Een van de over
wegingen van de Hoge Raad was
„dat de vrouw niet geacht kon wor
den in het volle genot van hare bur
gerlijke en burgerschapsrechten te
zijn" omdat zij dat recht mist.
Twee jaar later diende de regering
voorstellen voor de grondwetwijzi-
ginig van 1887 in. De leden der Twee
de Kamer worden gekozen door de
mannelijke ingezetenen, zo luidde de
nieuwe tekst. Dr. Aletta Jacobs had
de strijd tegen die wet voorlopig ver
loren.
Het doel van dit alles is duixMijk
de kern der oppositie tegen de toch
al zo omstreden Baathisten uit <1®
weg te ruimen.
Hoeveel belang de Baathisten er
aan hechten dat het recht haar loop
heeft kan men afleiden uit wat er
gebeurd is met Aziz Hajj, een re-vo-
luionair in de stijl van Guevara en
die enige man dig werkelijk iets te
bekennen had. Maar mei? komt voor
het feit te staan dat de Baathisten
met dit slag mensen tot een soort
verbond probeert te komen. In zijn
bekentenis zei hij duidelijk dat hij
het Baathistiseh licht gezien had.
Dus nu is hij een „vrij" man. Hij
bekleedt nu een ereplaats bij grote
bijeenkomsten van arbeiders en is
begonnen artikelen in kranten te
schrijven waarin hij de Baathisten
prijst.
Wie is er verantwoordelijk voor dit
alles? De vraag is relevant omdat
het betkonid is dat sommige figuren
binnen het bewind die een sleutel
positie bekleden niet gelukkig met
hen zijn. Misschien minder op grond
van humane gewetensbezwaren d:an
omdat ze bang zijn voor waar dit
toe zal leiden-
Wijlen president Abdoel Salam Arif
en zijn broer in ballingschap de
voormalige president Abdoel Rah
man Arif waren beide spionnen. Dus
zou het niet mogelijk zijn dat hun
eigen „strijder-president" Bakr ook
eens van spionage beschuldigd zal
worden? Ongeloofwaardig? Maar
Irakezen geloven dat 't mogelijk is.
Het bewijsmateriaal tegen Abdoel
Salam Arif bestond uit een foto waar
op hij te zien was in gezelschap van
een piloot die naar Israël overliep
Bakr daarentegen heeft minister
Anderson in Bagdad ontmoet.
Hij is een -dikke vriend van een
van de voornaamst^ figuren van het
zogenaamde spionagenet. Hij wilde
dat een van hen minister in zijn re
gering zou worden en men weet dat
hij, met de hulp van iemand anders
deelgenomen heeft aan speculatie in
onroerend goed, wat nauwelijks in
overeenstemming is met zijn socialis
tische beginselen.
Het is dan ook ge-en wonder dat
Bakr geprobeerd heeft zich te-gen de
ze spiomnenmanie te verzetten. Een
paar maanden ge-leden heeft hij te
genover een gehoor, be-taande uit
studenten in de medicijnen verklaard
dat naar zijn mening iemand als ge
neraal Ukaili onmogelijk schuldig
aan verraad kon zijn. Het is bekend
dat hij een van de beklaagden die
toCTiaülig een neef van een van de
ministers in het kabinet van de
Baathisten__is, beloofd heeft dat hij
spoedig vrijgelaten zou worden.
De klaarblijkelijke bulpeloosheii
van Bakr is er volgens Iraakse
waarnemers het bewijs van dat de
jongere kaders van die Baathisti
sche partij sterker worden. Naar
men gelooft bestaan deze uit ru
we, half ontwikkelde woestelingen
met een dun laagje vernis van de
Baathistische ideologie.
De laatste keer dlat die Baathisten
aan de macht waren vonden deze
mensen een natuurlijk onderdak bin
nen de nationale garde, de slecht ge
disciplineerde militia van de partij.
Deze keer schijnen de steunpilaar
te zijn van het Baathistische auto
nome veiligheidsapparaat dat, als het
trouw moet zijn, trouw moet betonen
aan de minister van binnenlandse za
ken, Salih Ammash.
Hij vertegenwoordigt de extremis
tische, voornamelijk uit burgers be
staande vleugel van het bewind en in
beginsel is er de mogelijkheid aan
wezig dat hij nog eens overhoop komt
te liggen met Bakr en het leger. Men
zou in feite kunnen zeggen dat de
Baathistische Partij en de veiligheids
dienst een en hetzelfde ding is. Ach
ter de ideologische schijn laat het
manifest van 't bewind aan duidelijk
heid weinig te wensen over: „Het
veiligheidsapparaat is een van de
dingen die direct zonder enig voorbe
houd in handen van de partij gege
ven moet worden", 'n radicaal nieuw
uitgangspunt voor Irak
Naar men zegt is het gewone vei
ligheidsapparaat, een betrekkelijk po
litiek lichaam, nu volledig verlamd.
De spionnenmanie is, maar men ge
looft, het werk van diezse jongere ele
menten, waarschijnlijk gesteund door
extremistische leiders. Een verhaal
luidt dat het een bureau is, dat uit
drie man^ bestaat, allen jonger dan
30 jaar, die de bekentenissen samen
stellen en hierin, naar het schijnt, de
vrije hand hebben.
Binnenkort moeten 82 mensen voor
het gerecht verschijnen- Het drie
man sterke revolutionair gerechts
hof is daarom gereorganiseerd. Ko
lonel Witwet is na een korte periode
waarin hij gouverneur van de heili
ge stad Kerbala was weer tot pre
sident benoemd. Hij heeft al 36 men
sen naar de gaHg gestuurd.
(Copyright The Guardian-De Stem)'