«sMrk®
he
ertseden
NAAMLOZE
PRIMITIEVEN
IN BRUGGE
OM NIET
TE VERGETEN
ERASMUS
OP
STRAAT
(TE KIJK
GEZET)
VAN DUINKERKEN IN DE KEMPEN
n slijterij
Iherenmode
smonteurs
N.V.
«J.V.
in Ippel N.V.
IRKOOPSTER
IN ROTTERDAM
IN HILVARENBEEK
DE STEM VAN ZATERDAG 5 JUL! 1969
groeien en daarvoor zijn
vakkundige mensen no-
die weet heeft van de snelle
g in uw vak, maar er in uw
nog zo weinig van merkt.
stens 25 jaar bent en het
iploma bezit, willen we
net u praten. We verwachten
brief aan de Direktie van
Curio Cave N.Y., Postbus 2,
O GAVE IN BREDA
nze activiteiten zoeken
IE DIENST enige
onze vul- en sluitmachi-
s.
It een gunstige salaris-
mrige arbeidsvoorwaar-
■n en tot het inwinnen
aan ons bedrijf
;sedijk 47 BREDA
vries-vers-vlees artikelen
de bereiding en de ver-
nze filialen in W.-Brabant
e en duidelijke wijze van
ar een flinke, frisse jonge-
.eesbereiding, ruime erva-
2, Bergen op Zoom.
foonnummer is 01640-6750.
l (N.Br.)
■n-, grond- en waterbouw-
2 jaar.
bovenstaand adres.
1
erk groeiend filiaalbedrijf rne|
;t land verspreid. Wij bre^
iroor jonge mensen tegen ac'
ïen fijne job, waarin zij
/[ODE verkoopt, een zeer
vakantie, 2 snipperdagen
kweek waarin 10 vrije zate I
-ip. I
bent en prijs stelt op een P I
met of zonder e.rvaÏÏt I
eventueel wel) en zin I
drukke modezaak te werk I
gesprek welkom bij j, I
E, Ginnekenstraat 34, Br
10 uur 04160 - 4103).
kennismaking bij ons "'"..jol
(morgen 7 juli van 11 tot
-aken houden wij rekening.
t an ■ji®-'
De tentoonstelling van anonieme Vlaamse primitieven, die tot 21 sep
tember te zien is in het Groeninghe Museum te Brugge behoort tot
die ster-exposities, die slechts eenmaal in de vijfentwintig jaar
verwezenlijkt kunnen worden. In de eerste plaats is ze van eminent
wetenschappelijk belang, want door 't feit dat zij her en der over de we
reld verspreide kunstwerken en delen daarvan voor het eerst sinds hun
tijd van ontstaan eind vijftiende begin zestiende eeuw samenbrengt
in Brugge, waar of niet ver vanwaar ze tot stand kwamen. Bovendien
geeft zij de kunsthistorici gelegenheid ze geconcentreerd te bestuderen
en op grond daarvan nieuwe ontdekkingen te doen, nieuwe samenhan
gen te ontdekken ofwel correcties aan te brengen in bestaande hypo
thesen. Want met de hier geëxposeerde kunstwerken bevindt men zich
in de hoogste mate op het terrein van de hypothese. Het gaat hier na
melijk om de voortbrengselen van een aantal naamloze schilders die tot
een van de vier grote schilderscentra van de zuidelijke Nederlanden
Brugge, Gent, Brussel en Antwerpen schijnen te hebben behoord. Zij
werkten naast en dikwijls onder invloed van maar al te goed met name
bekende meesters als Van Eyck, Memling, Van der Goes of Van der
INeyden.
yyanneer Rotterdammers zot
gaan doen houd je je hart
vast. „Roemruchte priesters en
priesteressen der zotheid", zo
sprak de Rotterdamse wethouder
van kunstzaken drs. J. Reehorst
tot de aanwezigen bij de opening
van de openluchttentoonstelling
„Erasmus op straat". Gezien de
resultaten blijkt deze popularise
ring van de man, „die mij boven
mijn pet gaat" (een onvervalste
uitspraak, die er iedere 5 minu
ten te zien en te horen is) te be
staan uit een dilletantistisch in
elkaar geknutseld feeststadje van
bordpapier, die weinig recht doen
aan de wel aardige Biblia paupe-
rum (of het stripverhaal). Een su-
mier overzicht van feitelijkheden
aan de hand van prenten en tek
sten, die de goegemeente vertel
len, wie Erasmus was. De kermis
er omheen is dan wel aardig om
de dorst te lessen, maar heeft wei
nig van doen met de Lof der Zot
heid. Die wordt slecht begrepen.
Ta, inderdaad, daar moet u
J naar binnen. Op het (lelijke)
schouwburgplein piept iets om
hoog, dat op de Efteling lijkt. „In
dit huis werd in de nacht van 27-
28 oktober 1469 geboren Erasmus
van Rotterdam" staat te lezen op
een, in Hans en Grietje stijl ge
schilderd, huisje. Links ervan de
Taveerne Olivier van Noort in een
décor, waarin tien jaar geleden de
Instuiven een wijnfeest organiseer
den. Rechts In den Soete Inval
walmt de olierook van poffertjes
omhoog. Verder is er nog een
soortgelijk huisje voor antiek ge
reserveerd (laten we eerlijk zijn:
Erasmus is toch maar een antie
ke vent) en een gevel, waaronder
de Rotterdamse boekverkopers
zich etaleren; je kunt er alles
krijgen, behalve Erasmus. O ja,
er staat ergens een slordig tafel
tje met wait boekwerken van en
over deze oud - Rotterdammer,
maar dat zet geen zoden aan de
dijk; laten we reëel blijven. Een
duplicaat van Hendrik de Keysers
bekende Erasmusbeeld staat er,
bovenop een schoolmeester-achtig
voetstuk, de plankachtige bestra
ting te bestuderen.
Het is jammer, dat de stijlloos
heid van dit pleintje als schut-
Meester der Vorstenportretten: portret van Engelbert van Nassau op expositie Anonieme Vlaamse
Primitieven te Brugge.
FJe kunsthistorici gaven hem op
grond van de door hen behan
delde onderwerpen of hun stijlken
merken noodnamen zoals Meester
van de Ursula-legende, Meester
van de Brugse Passietaferelen,
Meester van het geborduurde loof
werk e.d. Eenentwintig van deze
meesters zijn hier verenigd en
vertegenwoordigd met ruim hon
derd werken, bijeengebracht uit
zesenvijftig musea en collecties
uit veertien landen. Aldus vormt
deze collectie de basis voor een
nieuw kunsthistorisch onderzoek,
waarmee begin september in een
colloquium een begin zal worden
gemaakt, maar dat zich ongetwij
feld nog over lange jaren zal uit
strekken. Dat is de wetenschappe
lijke kant van deze expositie, die
ook reeds tot uitdrukking komt in
de complete catalogus, een lijvig
boekwerk van meer dan driehon
derd bladzijden waaraan een we
tenschappelijke bijlage is toege
voegd, die even dik is als de
eigenlijke meer als gids bedoelde
en overvloedig van goede foto's,
deels in kleur, voorziene kleinere
catalogus, die wel het meest door
de „gewone" bezoekers zal warden
gevraagd.
Qok deze gewone bezoekers ko
men uiteraard ruimschoots aan
hun trekken, want zij hebben hier
de eenmalige gelegenheid een aan
tal kunstwerken van hoog niveau
te bewonderen die ze waarschijn
lijk anders nooit meer in hun leven
te zien krijgen. Dat men zich hier
van terdege bewust is, wordt dui
delijk aan het grote aantal bezoe
kers van vele nationaliteiten, dat
zich individueel of in groepsver
band, na de opening, door de za
len van het museum beweegt. Of
schoon er hier sprake is van een
vlekkeloze plaatsing en een uitste
kende belichting, die werkelijk
ieder werk ten volle tot zijn recht
laat komen, is de eerste indruk
van deze expositie er toch een van
overstelpende volheid, die echter
teweeggebracht wordt door de
schilderijen zelf. Of het nu drie
luiken of kaderschilderijen betreft,
de primitieven zijn altijd grote il
lustratieve vertellers, zij werken
met een overvloed van figuren, een
overvloed van détails in hoofd- en
bijmotieven en zij spreken een rijke
gloedwarme kleurentaal.
JTn vaak vertellen zij over het
zelfde thema, over de kruisi
ging en de kruisafname, behande
len zij nauw met elkaar verwante
legenden. Zij spreken de beelden
taal die gangbaar was in de ob
jectieve wereld van het geloof en
zij doen dat weliswaar met de door
temperament en persoonlijkheids
structuur bepaalde onvermijdelijke
variatie, maar niet zo dan dat de
moderne beschouwer zich zou kun
nen onttrekken aan een algemene
indruk van monotonie wat de voor
stellingen betreft. Maar des te rij
ker wordt deze beschouwer be
loond als die indruk hem niet
weerhoudt zich te verdiepen in de
détails van elk kunstwerk, in de
gezichten en gelaatsuitdrukkingen
van de vele mensen, in de land
schappen op de achtergrond en de
behandelingswijze daarvan door (ie
verschillende meesters onderling
weer te vergelijken. De ruimte
staat uiteraard niet toe hier be-
schrijvenderwijs ook maar een
vaag begin mee te maken, maar
het kan een aanwijzing zijn deze
tentoonstelling met vrucht te be
kijken.
C root en weldadig is de con-
trapuntische werking, die er
tegenover de grote verhalende
werken en drieluiken van religi
euze inhoud uitgaat van de enke
le hier aanwezige portretten
waaronder er zich zulke magi
strale bevinden als die van de
Meester van de Vorstenportretten
met de beeltenissen van Engel
bert van Nassau, een jonge man
uit het Spaanse geslacht Fonseca
en Lodewijk van Gruuthuuse. Na
en tussendoor de verhalende epiek
der religieuze voorstellingen met
hun veelheid van figuren wordt
men in de portretten geconfron
teerd, dwingend en met aüle
kracht van lyrische poezie, met
één enkel mens. Een belevenis
die in de hier aanwezige sublie
me portretten wordt tot wat de
dichter A. Roland Holst eens
noemde een „overval der schoon
heid".
7ou men deze unieke tentoon
stelling recht willen doen we
dervaren, dan diende men de
ruimte van een boek ter beschik
king te hebben en er zou iets
kunnen ontstaan in de geest van
Michel Butors Déscription de San.
Marco. Aangezien dit niet moge
lijk is moeten wij volstaan met
de aansporing deze unieke expo
sitie zelf te gaan zien Als iedere
belangwekkende expositie biedt
zij honderd en één mogelllijkheden
tot persoonlijke reactie. Daarbij
komt dat de directie van het
Groeninghe museum alle voor
waarden heeft geschapen om het
de bezoeker zo aangenaam moge
lijk te maken. Lieve, charmante
en vriendelijke hostesses zoals ze
alleen bij onze zuiderburen voor
komen, staan of zitten klaar voor
alle mogelijke inlichtingen. Een
der centraal gelegen zalen is in
gericht als een patio waarin men
kan uitrusten van de vermoede-
nissen van lopen, staan en kijken
onder het auditieve genot van
Vlaamse en Bourgondische mu
ziek uil hetzelfde tijdperk waarin
ook de tentoongestelde schilderij
en ontstonden en er is ook een
kleine restauratie waar men ver
versingen kan gebruiken.
In de komende vakantiedagen
op dus naar Brugge, de toch al
onvergetelijke stede die door deze
expositie van naamloze Vlaamse
primititve meesters nog onverge-
lijkelijker wordt!
WILLEM ENZINCK
Erasmus „van" Rotterdam
tiing verder is doorgetrokken, want
de informatie, die daarop voor boe
ren, burgers en buitenlui gegeven
wordt, is zo gek nog niet. Deze
tentoonstelling is ingedeeld in een
aantal thema's, die met weinig
tekst en veel beelden het leven en
werken van Erasmus vertellen in
een tijd, die van snelle informatie
houdt. Begonnen wordt met het
milieu en „de mogelijkheden van
een arme priesterzoon, wiens moe
der de dochter van een geneesheer
uit Zevenbergen was". Het school
tje van Pieter Winkel, de kapittel
school te Deventer, de koorknapen-
tijd in Utrecht en zijn intrede in
het klooster Steijn te Gouda (om
te kunnen studeren) zijn in aardi
ge copieën van oude prenten ge
vat. De lange zware weg naar fi
nanciële afhankelijkheid (thema 2)
vertelt van o.a. zijn Barijse en
Engelse avonturen; het eten van
rotte eieren en moeilijkheden met
de douane. Zijn Adagia komen voor
het eerst aan de orde (aanvanke
lijk geschreven om zijn beurs te
spekken). Langzamerhand wordt
hij de gevierde man (thema 3);
zijn Lof der Zotheid, Hans Holbein
(de verluchter ervan) en Karei V
gaan een rol spelen. Een 20 meter
lange wand met een bonte kopie
van een houtenede van Jö-rg Breu
toont iets van de pracht en de
praal aan het keizerlijke hof. The
ma 4 vertelt over zijn Godsdien
stige Lijdensweg (Luther, Leuven,
Bazel, Freiburg en Basel, waar hij
in 1535 overleed, nadat zijn vriend
Thomas Morus onthoofd was). Het
zijn vaak boeiende en interessante
grote prenten, die alles illustreren.
En als er niet te veel mensen
rondlopen, zijn de teksten erbij
goed te lezen.
jyjaar daarmee zijn we er nog
niet. Een serie andere thema's
geeft nadere karakteristieken van
Erasmus als Waarnemer, Ant
woordman en Fijnproever. („De
wijn in de Duitse herbergen was
belabberd"). Zijn reacties op bede
vaarten, het uithuwelijken van
dochters, over „de bruidjes van
Christus". De ontwikkelingen van
zijn tijd. De Reformatie keert nog
weer eens terug en Erasmus op
treden'tegen misstanden onder de
clerus. Het vasten, reliquiverering,
celibaat, aflaathandel, biecht, hei
ligenverering. En ook zooder het
bijgevoegde bordje „Ook in Eras
mus tijd was het huwelijk van de
geestelijkheid een brandende kwes
tie" weten we, dat vele actuele si
tuaties eigenlijk open-deuren in
trappen zijn, na de uitlatingen van
deze „ziener".
■yenslotte worden we op de hoog
te gebracht van de boekdruk
kunst en de boeken van Erasmus
(met een accent op de Lof der
Zotheid), alsmede van de grote
dichters en denkers, die door hem
geïnspireerd werden (Vondel, Cats,
Busken, Huet, Huizinga). Een drie
tal doorlopende korte t.v.-program-
ma's onderbreken deze gang met
een gespeelde dialoog tussen Pe
trus en Paus Julius II (van Eras
mus); een Tijdsbeeld in de vorm
van vraaggesprekken, waarin
Erasmus als de man voor de
Europese eenheid, de vrouwen
emancipatie en het pacifisme
wordt geëtaleerd en een filmpje
waarin Erasmus meimert over zijn
tijd.
Voor snelle informatie voor Jan
en Alleman (ook wat oudere kinde
ren) toch wel een boeiend beeld
van een man, die gelukkig niet al
leen Rotterdammer is gebleven,
maar grenzen overschrijdend heeft
gedacht en gehandeld. De zotheid
der poffertjes nemen we dan maar
op de koop toe.
HENK EGBERS
Rauwelijks één jaar na zijn dood
is in het gemeentehuis van
Hilvarenbeek een tentoonstelling
ingericht ter nagedachtenis aan
Anton van Duinkerken Zijn bron
zen kop staar nu, sedert de Kem-
pische Kultuurdagen, voor het ge
meentehuis. Binnen ligt een klein
cultuurmonument, dat Van Duin
kerken ons heeft nagelaten. Voor
fervente Van Duinkerken-vereer
ders zal deze tentoonstelling mis
schien iets hebben van een schat-
tuurdagen in Hilvarenbeek. Inte
ressant is daarom bijvoorbeeld
een brief uit 1958, waarin hij aan
burgemeester Meuwese zijn oor
deel geeft over de afgelopen bij
eenkomsten- „Ongelukkig vond ik
in het verleden alleen de toe
spraak van dr. A. Kriekmans,
omdat hij van de gelegenheid ge
bruik maakte een vraagstuk, dat
in zijn land onder de katholieken
deining veroorzaakte aan de orde
te stellen buiten dit verband en
op een wijze, waarbij argeloze
toehoorders te denken kregen dat
er onder de Vlaamse katholieken
pootje met „Beste ouders. Hoe
maken jullie het in Bergen op
Zoom? Ik heb het hier goed en
plezierig, 's Zondags en dinsdags
ga ik ter communie. Ik bedank u
voor de lekkere bollen".
£)e eerste uitgave (1927) On
der Gods ogen (gedichten),
wordt samengevonden met zijn
Verdediging van Carnaval. Het
zijn alleen maar de boektitels, die
we zien, maar de chronologie er
van kan toch in je beschou
wende gedachten iets oproe
pen. Ga ze maar na: De pole-
Lamer me» relieken, voor de an
deren vertellen de vitrines met
foto's, handschriften en boekwer
ken iets van een, in vele opzich
ten, nogal bewogen cultuurperi
ode der dertiger en veertiger ja
ren, waarin hij pen en mond vaak
°P indringende wijze geroerd
keef». Zijn wetenschappelijke wer
ken zijn hier en daar door de
tand des tijds soms wat aange
vreten, maar betekende toch een
vaak indrukwekkende bijdrage in
een ontwikkeling, die wij nu be
wonderen en verafschuwen tege
lijk.
^sselbergs had zijn hart verlo
ren aan de Kempische Kul-
na de tweede wereldoorlog een
gevaarlijk conformisme ten op
zichte van de liberalen zou zijn
ontstaan, terwijl het veel schan
delijker conformisme ten opzichte
van het nazidom als verontschul
digbaar wordt geslikt".
Matuurlijk zijn er de jeugdfo
to's, maar ook een paar ca
hiers uit de seminarie-tijd var. De
IJpelaar en Hoeven, Ode a la Ge-
nestet staat er in blauw potlood-
schrift; Aan de IJpelaarse jeugd.
Ik heb u lief mijn moegestoeide
IJpelaarsehe frissche jeugd. En
de aantekeningen uit Hoeven over
de gewijde welsprekendheid, die
hij in zijn verdere leven op zo'n
eigen wijze heeft geïnterpreteerd.
Behalve zijn puntige handschrift
van latere datum, het krabbel-
miek met Menno ter Braak over
het Christendom; Een tweede
Spanje; Het Christendom be
dreigd; Legende van de Tijd;
Roofbouw; Welaan dan beminde
gelovigen'. Hedendaagse Ketterij
en; Verscheurd Christendom:
Katholiek Verzet; Begrip van Ro
me etc. Er is een oorlogsvitrine
waarin dagboekfragmenten, die
dag voor dag de ontwikkeling bij
hielden. Een roerend handschrift
met „Lieve Mini (23 juli '42; St.
Michielsgestel; Overstelpende in
druk na haar bezoek); Dit is het
meest mij karakteriserende ge
dicht". En dan volgt De Wuiven
de („Zij is de wuivende"). Een
geschreven In memoriam Joseph
Roth, die met „Jawohl, mein
Herr, ich bin ein Katholiek" voor
de Duitse versie zorgde van dit
Van Duinkerken-etiket, waarvan
een kladmanuscript aanwezig.
2[ijn eene woord, teelt het an
dere voort" lezen we in een
opdracht van Victor van Vries
land. Dat is te volgen tot aan de
Nijmeegse College's, die vorig
jaar de Hiivarenbeekse literatuur
prijs kreeg. Van Duinkerken gaf
deze door aan Jan Naaijkens, die
ook alles weet van de Kultuurda
gen en. de roemruchte Pick-
wickelub. Daarvan zijn talloze fo
to's en documenten aanwezig, die
Van Duinkerken als de Bourgon-
dieër typeren. „Het hart van Bra
bant'' ligt natuurlijk centraal en
een typische brief, waarin Alber-
dink de journalist Van Duinker
ken orde op zaken wil laten stel
len. Geen grote tentoonstelling,
maar voldoende interessant voor
allen, die zich bij deze figuur of
de geschiedenis, dit hij door zijn
boeken naliet, betrokken voelen.
p en twintigtal werken van zijn
zoon Gustave Asselbergs (1939-
1967) vullen alles op kleurrijke wij
ze aan „De droom lijkt onvolsla-
pen; het werktuig uit de hand ge
legd", schreef de vader bij de
dood van zijn zoon. Een zoon, die
met andere creatieve wijze ook
met de tijd bezig was; een tijd
als een labyrinth vol puzzels. Hij
was ook een knap kunstenaar.
Hoewel een deel van de gebezigde
technieken al weer verleden tijd
is (dat gaat snel tegenwoordig),
blijft er nog voldoende over om
geïnteresseerd kennis van te ne
men.
HENK EGBERS
Vitrines met handschriften van Anton- en schilderijen van Gustave Asselbergs.
NT VAN DEZE TIJD
>EN DIE VOORUITZIEH