f
De Stem
IVAN DEN WALL BAKE:
Cadet moet kritisch
officier worden
1
NEPPEN
tNEPPEN
0KSER
OP MARS MEESTE KANS OP LEVEN
verjaardag'
met aardbei
én beschujt
Speurtochten
naar leven
buiten aarde
;loten
r gevraagd
an de Swaluw
Zn.
ANTEL of MAN-
klassieke model-
n - van 89, 98,
:L GRATIS!:
JAS of
JAS
VERSCHIL
KOEPELS
TUNNELS
OORLOG
VLUCHT
INSPRAAK
Ontstaan van leven
Kracht of macht
I; .V
li
-x de maan\4'x
Moment
;len wij u mede, dat van
lieve man en onze vader,
/ader, de heer
DE TAEYE
moot van
ie Vermeire,
Uit aller naam:
Fam. De Taeye-Vermeire,
juli om 10.00 uur in cte
L. Vrouw Tenhemelopne.
een
welkome
huisvriend
in
meer
dan
80.000
gezinnen
BREDA Zaterdag 5 juli verwacht de KMA een andere heer.
Op die dag draagt luitenant-generaal A. V. van den Wall Bake zijn
bevoegdheden als gouverneur over aan generaal-majoor J. N. Mulder.
Twee (lagen later", zo vertelt de scheidende gouverneur ons in zijn werk
kamer, waarin de komende verhuizing al lege plekken heeft gegraaid, „staat
de verhuiswagen voor". „Dat is goed, dan heb je geen tijd om te weeklagen,
al moet ik zeggen dat ik er werkelijk tegen op zie om dit te missen." En met
dit" bedoelt de gouverneur de vijf jaren waarin hij het bedrijf van de KMA
ombouwde tot een modern geoutilleerd en hoog aangeschreven opleidings-
istituut voor de jonge officier.
's HEER-ARENDSKERKE,
06 - 1356 - 1561
wij onze uitdeuk- en spuit- j
raat te Goes
de jarenlange clamdizie en j
'esteld.
riSTRAAT GOES
GRATIS REIZEN
ij aankoop van f 140,
ïtvangt u f 5,reisgeld!
GOES
Wijngaardstr. 5
agmiddag 2-6 uur.
„Dit bedrijf groeit onder je uit"
egt hij bij dit afscheid en de groei
Iran het cadetten-leger, de bouw
fan moderne studie- legerings- en
portpaviljoens, de omschakeling van
een drie- naar 'n vierjarige officiers
opleiding bij de KMA, het zijn pieken
Hie dat groeiproces op, indrukwekken-
le wijze markeren. Zijn levensver
haal begint in Arnhem, de stad waar
i 't gezin Van den Wall Bake zich met
Tngang van maandag vestigt. De gou
verneur heeft 'n bijbelse formulering
poor die Heimkehr over de hond die
ierugkeert.etc. etc.
Zijn hond „Makker", een zo ver
bouwde verschijning op de KMA dat
teij algemeen door de cadetten „de
Hochter van de gouverneur" wordt
benoemd, zal er minder de ruimte
hebben dan hier.
In Arnhem werd hij in 1911 gebo
ren als zoon van een artillerieofficier
[„Zwaar erfelijk belast want ik had
vee grootvaders als officier bij de
irtillerie".
„Toen mijn grootvader hoorde dat
t bij de Genie wilde dienen was zijn
bondig commentaar: „Jij pleeduiker
ik wil je nooit meer zien".
In 1928 stapte HBS-er Van den Wall
Balie bij de KMA binnen. Volgt een
kernachtige omschrijving waarin hij
iiciizelf afschildert als „een vierkan
te gehaktbal". Hoe was dat? Dat ge-
Voel heb je nog wel eens, als je die
ongeboren knulletjes ziet binnenko-
'nen. Je kon eigenlijk lezen noch
schrijven. Verschil met nu?
Met alle respect voor zijn leer
meesters van vroeger, maar je leer
de wat er in het boekje stond. Als
je je daaraan vasthield, deed je het
goed. Het stellen van „Waarom?"
kwam niet bij je op en als je er wel
de moed toe had, kreeg je een gevoe
lige haal over je neus. De luitenant
was een half godje. Daar debatteerde
je niet mee- De gouverneur een ou
dere broer van Onze Lieve Heer".
„De openheid waarmee de senaat
|je nu tegemoet treedt was gewoon
ondenkbaar in die jaren. Een gouver
neur ik heb er twee meegemaakt
Van Everdingen en Van der Harst
zag je eenvoudig nooit. Als je een
avond uit eten ging, moest je een
verzoek schrijven, waarin je opgaf
waar en bij wie je ging eten. Om tien
uur thuis was absolute regel. Vond
de gouverneur of de commandant
dat het milieu, waar de cadet dacht
de avond door te brengen beneden
niveau was, dan ging dat etentje
eenvoudig niet door".
„Bij de Genie zit meer perspectief
vond zijn vader en ondanks alle fa
milie-tradities werd de jonge Van de
Wall Bake Genie-officier, na acht
jaar dienen al in de rang van kapi
tein.
maar komen, de krengen" hielden
de Nederlanders met behulp van
goede artillerie en met punctuele
artilleriecorrecties vanaf de „Johan
Maurits" stand.
„Des te harder" zo herinnert zich
generaal Van den Wall Bake,
„kwam de klap van de capitulatie
aan- We hebben op de daar onder
gane vernedering wraag genomen
door Den Helder zogenaamd per
vergissing te bombarderen".
Twee jaar werkte de heer Van
den Wall Bake na de capitulatie als
ingenieur bij Rijkswaterstaat, waar
hij de zorg had over de materieel-,
voorziening voor de wederopbouw
van de bruggen. Toen volgde in mei
1942 het trucje van Hitier, waarmee
hij alle Nederlandse officieren met
een retourtje op zak naar een Duits
krijgsgevangenenkamp lokte. Kapi
tein Van de-i Wall Bake moest zich
melden bij de Chassé-kazerne in
Breda. Het kazerneterrein werd om
singeld en met veewagens werden
alle officieren naar Duitsland ver
voerd: „Ik had er een beetje op ge
rekend. Ik had mijn burgerpas mee
genomen en in een vulpen had ik
een briefje van honderd Mark ge
stopt".
Het carillon van de Grote Toren
tingelt een blijmoedig melodietje van
Jules de Corte, als in ons gesprek
de benauwende herinneringen bin
nensluipen aan snauwende Feldwe-
bels, levensgevaarlijke vluchtpogin
gen, ranselpartijen, Halber Porzio-
nen en strafexpedities van op he
terdaad betrapte kameraden naar
kampen wier namen een gruwelijke
klank hebben gekregen.
Doel van de reisvereniging was
om zoveel mogelijk officieren met
behulp van vaak honderden meters
lange tunneltjes buiten het kamp te
smokkelen. Op die manier slaagde
men er in 230 mensen te helpen
ontsnappen. Twee en dertig van die
ontsnapten, zo rekent ons generaal
Van den Wall Bake voor, hebben de
eindstreep gehaald. Onder hen zijn
bekende namen: Karei Doorman,
Giebel, Aler en Larive.
Na zijn eerste standplaats Utrecht
vertrok hij in 1936 naar het Centraal
inundatie- en technisch bureau van
de Genie in Den Haag waar hij belast
was met inundatie-berekeningen voor
de vesting Holland, de IJssel-, Maas-
en Peellinie.
Er dreigde toen al wat in Europa
en die dreiging vroeg om een koorts
achtige produktie op het gebied van
pantser stalen koepels en kazematten.
De aankoop van deze koepels was de
taak van kapitein Van den Wall Bake
Gebrek aan tijd speelde de vooroor
logse defensie parten. Er werden door
die overhaasting tientallen construc-
teiewerkplaatsen ingeschakeld. Het
gevolg was dat naast werkelijk goede
pantser koepels en kazematten stel
lingen werden gebouwd, waarmee
de goed geïnformeerde Duitse agres
sor in de meidagen geen centje pijn
had. Uit pure nood verrezen zo ook
de z.g. stekelvarkentjes, die gouver
neur Van den Wall Bake, nu „le
vensgevaarlijke dingen noemt, waar
een voltreffer doorheen gleed als een
broodmes door ontbijtkoek".
Bij het uitbreken van de oorlog
zat hij in Den Haag. Daar maakte
hij, na enkele maanden tevoren te
zijn getrouwd, kennis met de oor
log: Bij een bombardement van de
Alexanderkazerne, waarbij ook zijn
woning schade opliep, zag de jonge
officier de eerste doden. Oorlogser
varing ook in Den Helder, om pre
cies te zijn in Kornwerderzand, waar
de Nederlandse troepen er in slaag
den om met behulp van de „Johan
Maurits" een Duitse cavalerie-divi-
sie vier dagen van de Afsluitdijk te
houden: Onder het motto „Laat ze
Kort voordat het venijnige „Fer-
tig machen und Aussteigen" klonk
enige kilometers voor Neurenberg,
toen de trein vaart minderde sprong
kapitein Van den Wall Bake. Toen
hij na de sprong in het duister weer
op zijn benen stond was zijn eerste
gedachte: vluchten naar Zwitser
land.
„Zo simpel dacht je toen nog. In
feite zondigde je tegen alle regels
van het boekje, Je sloop vijftig me
ter naast de weg, in plaats van nor-
maai over straat te lopen, met als
gevolg dat je struikelde over alle
omheiningen en sloten die je tegen
kwam en het slot van het liedje was
dat ik tegen de prikkeldraadafras
tering stootte van het kamp Lang-
wasser waar de officieren uit mijn
transport zouden worden afgeleverd.
Het spel was helemaal uit toen ik
midden in een batterij luchtdoelar
tillerie verzeild raakte. Ik werd aan
gehouden en had het twijfelachtige
genoegen nog eerder dan mijn kor
nuiten in het kamp Langwasser te
mogen arriveren".
Na drie maanden „hondse behan-
detting" en uithongering om het mo
reel van de troep te breken vertrok
ken de officieren naar het kamp
Stanaslau, waar onder leiding van de
toenmalige kapitein Van den Heu
vel al heel gauw begonnen werd aan
wat met galgehumor, de „Konink
lijke Nederlandse reisvereniging"
werd genoemd. De activiteiten van
die reisvereniging bestonden uit wat
generaal Van den Wall Bake ge
makshalve het „tunnelbedrijf"
noemt.
Naarmate men meer ervaring
kreeg met het tunnelbedrijf, werden
de tunnels niet alleen langer maar
ook ingenieuzer van constructie- De
langste was tweehonderd meter,
was voorzien van aparte rails voor
het vervoer van het uitgegraven
zand en van een luchtverversings-
en waarschuwingssysteem. Niette
min mislukten de pogingen nog al
eens en in het begin nam de kamp
commandant het nog al sportief op.
Als zo'n vluchtpoging dan was mis
lukt klonk het snierende commen
taar: „Wieder pech gehabt, Herr
Hauptmann".
Toen het de spuigaten ging uitlo
pen, verklaarde Hitler met zijn Ku-
gelaktion alle ontvluchte Nederland
se officieren vogelvrij. In Neubran-
denburg waar kapitein Van den Wall
Bake en een deel van de andere ge
vangenen later terecht kwamen wer
den hij en kapitein Van den Heuvel
door een man uit eigen gelederen
aan de Duitsers verraden Zij wer
den beiden naar het strafkamp Titt-
moning in Beieren overgebracht,
waar zij tot hun „vreugde" ontdek
ten dat hun vroegere kampcomman
dant „Kecke Willy" daar zojuist be
noemd was. Ze hebben wraak geno
men met een Prominenten-stunt die
„Kecke Willy" het hoofd zou hebben
gekost, als Himmler's bevel in het
toen toch al wankelende Derde Rijk
zou zijn uitgevoerd.
In Tittmoning is men er n.l. in ge
slaagd om een daar ondergebracht
aantal prominente gevangenen, o.m.
een neef van Churchill en een neef
van de Engelse koning te laten on
derduiken, kort voordat zij door de
Amerikanen konden worden bevrijd.
Kapitein Van den Heuvel had dat
appeltje nog kunnen schillen met de
man die er voor gezorgd had dat
de beide kapiteins op transport
werden gesteld.
We benen even met zeven mijls
laarzen door de na-oorlogse carrière
van de in 1948 kolonel geworden
Van den Wall Bake, die in Londen
bij de voorloper van de NAVO, de
Westeuropese Unie, in dienst kwam
van de staf van Montgomery.
Zijn herinneringen aan Monty"
houdt hij kort: „Een werkelijk groot,
maar ontzettend ijdel man. Ik heb
er wel geleerd wat Vlot stafwerk is".
Dat stafwerk lonkte ook in Neder
land, want in 1953 werd hij sous-chef
onder generaal Hasselman, van
1955 tot 1957 als brigade-generaal en
als deputy chief of staf op het
Navo-ondercommando in Mönchen-
Gladbach, in 1957 commandant van
de eerste (7-deceraiber-divisie), in
1959 plaatsvervangend chef Generale
Staf en in 1862 tot er in januari
1964 moeilijkheden kwamen met de
toenmalige minister van defensie
P. de Jong, chef van de Generale
Staf.
Over de feitelijke aanleiding tot
dat conflict wij gouverneur Van den
Wall Bake eerst geen woord kwijt.
Na enig aandringen omschrijft hij
het neutraal als „een accumulatie
van meningsverschillen", waarin hij
nu niet liever meer wil graven: „Ik
zie er zonder wrok op terug. Juist
ook omdat ik bijzonder blij ben dat
ik hier heb mogen meewerken aan
het leger van de toekomst".
Ook zonder wroir beschrijft hij die
periode niettemin als „enkele nare
maanden" waarin hij de troubles
trachtte te vergeten door eindelijk
eens iets te doen aan zijn oude hob
by, egyptologie. Veel tijd liet men
hem overigens niet, want het voor
jaar heeft bij besteed aan enkele
studiereizen langs Amerikaanse en
Canadese academies.
Als chef Generale Staf had Van
den Wall Bake al zitting in de com
missie die de minister moest advi
seren over een nieuwe grondopzet
van de KMA: de verlenging van de
opleiding met een jaar, in welk jaar
meer aandacht kon worden besteed
aan de wetenschappelijke opleiding
van de aspirant-officier. Deze we
tenschappelijke opleiding, met als
„Geen statieportret alstublieft".
Daarom deze werkfoto van KMA-
gouverneur Van den Wall Bake een
aspirant-cadet taxerend als voor
zitter van de selectiecommissie.
uitgangspunt het kritisch leren den
ken door de cadet, is kennelijk een
stokpaardje van de scheidende gou
verneur Hij heeft er nog in iedere
jaarrede aandacht aan besteed. Nu
zegt hij: „Die mentale omschake
ling heeft er toe bijgedragen dat een
nieuw type officier is ontstaan, een
man die in tegenstelling tot de vroe
gere generatie officieren geleerd
heeft een probleem wetenschappelijk
te benaderen. Dat leidt automatisch
ook op andere terreinen in zijn le
ven tot kritisch zelfonderzoek".
Democratiseringsconflicten zoals
de universiteiten die doormaken ver
wacht hij op de KMA stellig niet:
„Degenen die vrijwillig voor dit be
roep hebben gekozen, kozen daarmee
ook voor 't meer gediciplineerde le
ven van een officier. Bovendien heb
ben batallj onscommandanten en se
naat zich gaandeweg al een grote
mate van zelfstandigheid c.q. mo
gelijkheid tot inspraak verworven.
Er kunnen zich nauwelijks spannin
gen voordoen, als je maar zorgt dat
de communicatiekanalen openblij
ven".
En dat is hier, naar het oordeel
van de generaal, 24 uur per dag het
geval.
Openheid naar buiten, de z.g.
kastegeest, het contact KMA - Bre
dase burgerij, de KMA-gouverneur
ziet een duidelijke kentering ten goe
de, maar er kan naar zijn opvatting
meer gebeuren: „Er zijn vooral op
sociaal terrein nog tientallen taken,
waarmee het corps intensiever dan
nu gebeurt op de problemen van de
Bredase burgerij zou kunnen inspe
len".
Over het dagelijkse leven als Kas
teel bewoner blijft hij heel prozaïsch:
„Het is bepaald geen paleis. Er zijn
weliswaar twee grote kamers voor
ontvangsten, waar je pleinvrees
krijgt als je er doorheen loopt, maar
ons dagelijkse gezinsleven speelt
zich af in een kleine, gezellige huis
kamer".
Voor zijn echtgenote, mevrouw A.
M. van den Wall Bake-Gesink, die
hij zelf introduceert als „de gouver
nante", de drie zoons een ingenieur
(27), een student sociologie (22) en
een HBS-er (20) en niet te vergeten
voor „Makker" („een ras straat
fik") betekent de verhuizing uit het
Blokhuis naar de bungalow aan de
rand van Arnhem ongetwijfeld een
ingrijpende verandering.
Voor de 58-jarige burger Van den
Wall Bake, door een cadet eens de
vaderlijke jachthond genoemd,
breekt na zijn pensionering in ieder
geval geen rustig sociëteitsleventje
aan.
Weer komt de Egyptologie om de
hoek kijken en de ontwikkeling in de
maatschappij, met name in de stu-
dtntenmaatschappij, die hem in ho
ge mate fascineert.
„Ik hoop nog iets nuttigs te kun
nen doen, Rode Kruis of zo iets. Ze
zullen me wel weten te vinden. Ik
ben tenslotte nog niet zo'n ouwe
zak".:-...
Een ontboezeming die we eigenlijk
niet mochten noteren, maar die wel
de man kenmerkt onder wiens lei
ding de KMA een heel duidelijke
verjongingskuur ondergaan.
Hij verhuist weliswaar naar Arn
hem, maar, om met Greshoff te be
sluiten: Wij zien hem nog niet „lang
zaam wandlen over het Velperplein,
in gezelschap van die donk're bur
gerheren".
Gerard van Herpen
(ADVERTENTIE)
Jn de wetenschap zijn nog vele
mysteries op te lossen. Een
daarvan is de vraaghoe heeft
zich leven buiten de aarde ont
wikkeld We noemen die weten
schap exohiologie. Een van de
grote opgaven van het Ameri
kaanse Nationale Ruimtevaart
Centrum NASA is op die vraag
een antwoord te geven.
Dr. Orr. E. Reynolds, directeur
van het biologisch instituut van
de NASA, heeft onlangs het ex-
biologisch programma van de
NASA uiteengezet aan een sub
comité van het Amerikaanse Huis
van Afgevaardigden. Wij zijn erin
geslaagd belangrijke passages uit
die rede van Reynolds exclusief
aan onze lezers voor te leggen.
Met ingang van dit jaar begint
het onderzoek naar mogelijk
leven buiten de aarde langzamer
hand werkelijkheid te worden.
Binnenkort wordt door de Apollo-
11 materiaal van het maanopper
vlak naar de aarde teruggebracht
om daar geannalyseerd te worden.
En in 1973 kan verwacht worden
dat, in het kader van het Viking
project, het eerste materiaal van
het oppervlak van Mars aan een
nauwkeurig onderzoek onderwor
pen kan worden.
Deze ruimtevluchtprograinma's
maken het noodzakelijk de technolo
gie van het onderzoek naar leven,
naar overblijfselen van vroeger le
ven en naar voorwaarden die kun
nen leiden tot ontstaan van nieuw
leven, te perfectioneren.
In een speciaal centrum in de
Verenigde Staten, het Lunar Recei
ving Laboratorium, staan al zorg
vuldig geselecteerde specialisten
klaar om het maanmateriaal biolo
gisch te onderzoeken. Bij dit onder
zoek zal gebruik worden gemaakt
van technieken, die in de afgeloen
jaren met succes gebruikt zijn in de
archeologie en bij de bestudering
van de samenstelling van meteoor
steen. Bij de voorbereiding van het
Dr. ORR. E. REYNOLDS
planetaire onderzoek is in vele ge
vallen gebruik gemaakt van de ba
siskennis van de biologie.
De eerste stap in het exobiologiseh
programma is het onderzoek ge
weest naar de chemische evolutie,
of anders gezegd, de pre-biologische
evolutie.
De belangstelling van dr. Rey
nolds gaat voornamelijk uit naar de
ontwikktling, die geleid heeft tot
het ontstaan van leven. Het doel
is te trachten de oorspronkelijke
bronnen te vinden van de gecompli
ceerde moleculen die de modulaire
bestanddelen zijn van het levend or
ganisme.
Een tweede stap in het onderzoek
naar het ontstaan van leven betreft
de analyse van oude rotsformaties
en fossielen, de versteende overblijf
selen van (uit)gestorven planten of
dieren. Rotsen die meer dan 3.400
miljoen jaar oud zijn, worden onder
zocht om te trachten daarin biolo
gische activiteiten te vinden. Dat is
enkele malen gelukt, maar men is
er nog lang niet zeker van welke
van de in de rotsen organische ma
terialen van biologische oorsprong
zijn.
De derde stap in het onderzoek
betreft de bestudering van vreemde,
microscopisch - kleine cel-achtige
structuren, die een zekere verwant
schap hebben met de levende cel
len. Biologen noemen het microsfe
ren. Zij zijn in eerste instantie op
kunstmatige wijze in laboratoria tot
stand gekomen.Vrijwel gelijke struc
turen zijn onlangs gevonden in wa
terdruppels. die geheel omgeven wa
ren door kwartssteen, daterend uit
de oudheid.
Uit net onderzoek van kunstmatige
microsferen weet men echter dat
het organisme van microsferen een
eenvoudige wisselwerking is van fy
sieke en chemische factoren. Over
de zoveel ingewikkelder „kracht of
macht", die het organisatiesysteem
van levende dingen in stand houdt,
bestaat echter nog in het geheel
geen duidelijkheid.
Het fundamentele nu van het in
formatie- en controlesysteem, dat
verbonden is met het leven, ligt
hierin dat het levende dingen leert
zich aan te passen. Zo zelfs, dat zij
in staat zijn zichzelf te blijven, zelfs
wanneer de omstandigheden veran
deren. Misschien ligt de meest be
tekenisvolle werkelijkheid van het
leven in het feit, dat het organisme
zich beter laat aanpassen met het
meer ingewikkelde informatiesys
teem.
Op het ogenblik wordt het voort
bestaan en de groei van micro-orga
nismen bestudeerd in een ruimte,
waarin de omstandigheden op Mars
volledig zijn 'nagebootst. Dit onder
zoek wordt verricht, omdat volgens
de huidige wetenschap verondersteld
mag worden, dat leven op Mars bin
nen de mogelijkheden ligt.
Expedities naar droge valleien van
de Zuidpool hebben bijzonder veel
informatie verschaft over de levens
mogelijkheden in een klimaat, dat
in vele opzichten karakteristieke
overeenkomsten vertoont met het
oppervlak van Mars. Niet alee.n zijn
de temperaturen gelijk, maar ook
bestaat er eenzelfde gebrek aan wa
ter, dat nodig is voor biologische
ontplooiing.
1 - \v
\be,mand\H
-G -
In vele grondmonsters uit de val
leien van Antartica werden bacte
riën en algen gevonden. Er werden
echter ook belangrijke koolstofcon
centraties gevonden. Hieruit kon
echter geen levend organisme wor
den gecultiveerd. Deze paradox heeft
een nieuwe impuls gegeven aan de
meest moderne technieken van de
organische geochemie.
Gebleken was namelijk, dat in de
koolstof niettemin levende organis
men werkzaam moeten zijn geweest.
De koolstof is het fossiele overblijf
sel van organismen, die miljoenen
jaren geleden in leven waren, in een
tijd waarin de streek, waar zij ge
vonden zijn, een geheel ander kli
maat had.
Wanneer we een gelijkwaardig
analystisch proces willen uitvoeren
op Mars in 1973, dan staat men voor
de noodzaak om ontwikkeling van
automatische apparatuur in de ruim
teschepen, die op Mars moeten lan
den, te vervolmaken. Deze automa
tische instrumenten zuilen in staat
zijn om bio-organische stoffen, even
tuele stofwisseling en de groei van
organismen te ontdekken.
Het moment waarop de aardbewo
ners geconfronteerd worden met le
ven of tekenen van leven op een an
dere planeet in het zonnestelsel zal
een van de meest opzienbarende
ogenblikken in de geschiedenis van
de wetenschap worden.