tekst: johaii robesin
foto's: cor i. de boer
C. Brouwer en J. de Bel in een
echte glazen break uit
overgrootvaders tijd. Vergane
glorie, die nu weer na
een grondige opknapbeurt de
trots van de koetsier is (rechts).
eter dubbels baan
verbindingsstukken,
t. finish en 2 auto's
50
arse losse auto's
t. 3.75
satie-looping
vulset 3.95
rendien diverse
ere aanvulstukken
crijgbaar.
1eter enkele baan met
ïindings.stukken en
3 in doos 12.95
In een garage onder de flat van
de heer Brouwer ligt in dozen
en hangt aan haken een prachtige
collectie paarde- en koetstuig,
die met de dag uitbreidt.
Halsters, pluimen, koetslainpen,
zadels, wat je maar bedenkt,
het is er.
De heren Brouwer en Bel tonen
hier een klein deel van de
verzameling (links hoven).
GOES „Ik ben altijd
al gek op antiek geweest.
De raarste dingen heb ik
bij elkaar gescharreld. Tot
ik op een gegeven moment
brood zag in oude rijtui
gen. Ik kreeg er zin in die
dingen helemaal in de oor
spronkelijke staat terug te
brengen. Niet om ze ergens
neer te zetten, maar om er
mee te rijden met paarden
ervoor en een koetsier op
de bok, compleet met alle
attributen die er bij horen.
Het leek me bovendien een
prachtige gelegenheid om
antiek met sport te com
bineren. Misschien vind je
dit een raar idee Toch
is het zo gek nog niet. Als
je n.l. zowel over paarden
als over rijtuigen beschikt,
dan kun je domweg meer
inhoud geven aan de hele
paardesport. Je kunt een
paard onder het zadel rij
den, maar wat denk je van
twee paarden voor een
prachtige antieke koets,
een koetsier in livrei op de
bok en dan maar rijden,
jongens. Dat is de prach
tigste sport, die men zich
maar voor kan stellen. En
dat is nou precies de hele
opzet van ons werk. Ik doe
het n.l. niet alleen."
Als de heer C. J. Brou
wer (28) uit Goes praat
over zijn grote hobby: op
knappen van rijtuigen uit
overgrootvader's tijd, dan
doet hij dat met een ge
weldig enthousiasme en
als hij met zijn zeldzaam
werk bezig is, dan heeft
hij verder voor niets en
niemand tijd. Zijn vrouw
heeft dan geen kind aan
hem. Overigens volgt ze
zijn verrichtingen met de
grootste belangstelling.
De heer Brouwer is wo
ninginrichter van beroep.
Zijn vak heeft wel iets,
maar lang niet alles met
oude Tijtuigen te maken.
Het stofferen komt hem
geweldig van pas. Elk rij
tuig moet van a tot z op
nieuw gestoffeerd worden
en dat is een verschrikke
lijk nauwkeurig karwei,
waar tientallen uren in
wegkruipen. Een vriend
van hem, de heer J. de
Bel, ook een Goesenaar,
die werkman in gemeente
dienst is, werkt even hard
mee. Het tweetal kan het
heel goed met elkaar vin
den en wat de een niet
weet, daar komt de ander
wel achter. Ook de zonen
van de heer De Bel komen
op menige vrije avond een
handje helpen. Het op
knappen van de rijtuigen,
die in totaal versleten toe
stand voor een prikje wor
den gekocht, gebeurt op
het erf van de heer De
Bel aan de 's-Heer Hen-
drikskinderendijk, waar
met medewerking van de
gemeente een koetshuis is
gebouwd. We zien daar het
verschil tussen een afge
werkt rijtuig en een wrak,
waar nog alles aan gedaan
moet worden. Het is bijna
niet te geloven, zo goed is
het resultaat van geduldig
passen en meten, schuren,
timmeren en schilderen. In
een wei achter het erf
loopt een paard met een
veulen. Ook in de schuur
staat een paard. Het zijn
allebei stamboekpaarden.
Brouwer en De Bel ver
zorgen deze dieren, die af
en toe voor de glanzende
breaks worden gespannen,
helemaal zelf. Ze vinden
dat dat er helemaal bij
hoort.
„Het begon met een
krompanelen arreslede",
vertelt de heer Brouwer.
„Die kwam oorspronkelijk
van een landgoed op Wal
cheren. Het moet het bezit
zijn geweest van een ade-
lijke familie of van hele
rijke boeren. Dat kon je
zo zien. We hebben hem
eens goed onderhanden ge
nomen, want dat was echt
wel nodig. Nou zijn we
geen vakmensen, dus haal
de ik er de nodige boeken
bij. Ik durf rustig zeggen,
dat ik er heel wat over
weet. Er stond geen tekst
op de slee. Die hebben we
er zelf op geschilderd. Ook
uit een boekje gehaald. Er
staat op „Rijden en ploe-
ghen is mijn hantering,
zonder Gods zegen en baat
geen nering". Dat leek ons
wel geschikt."
Daarna kocht de heer
Brouwer een tweewieler.
„Het was compleet kachel
hout", merkt hij laconiek
op. „We hadden al lang zin
om een echt rijtuig te ko
pen. Dat is wat comforta
beler dan een tweewieler.
We zochten eerst in Zee
land, maar daar vonden
we niks. Op een gegeven
moment hoorden we dat in
Alblasserdam dat is be
slist niet bij de deur
een oude boerenwagen
stond. Op een zondag zijn
we gaan kijken, samen met
een man, die belangstel
ling voor die kar had. Via
deze man kwamen we aan
een adres, waar enkele
glazen breaks stonden. De
een was gemaakt in 1860.
De ander was tien jaar
ouder. Ze werden vroeger
heel veel op het platteland
gebruikt om er mee uit
rijden te gaan."
Later kwam de heer
Brouwer weer in contact
met een stalhouder in Mid
delburg. Deze had het
enige trouwkoetsje in de
hele provincie. Het was
nog in redelijke staat, maar
er was minstens tachtig
jaar niets meer aan ge
daan. Ook dit rijtuia werd
opgeknapt.
„We proberen", aldus de
heer Brouwer, „zoveel mo
gelijk met authentiek ma
teriaal te werken, met echt
leer en de originele olie
verf, die vroeger ook werd
gebruikt. Het laken is na
tuurlijk niet meer te krij
gen. Dat kunnen we vrij
natuurgetrouw nabootsen
met peau de pêche. Dat is
ook niet zo duur. We wil
len het allemaal zo origi
neel mogelijk houden Ook
de kleuren."
Stad en land worden af
gegraasd om materiaal te
pakken te krijgen en alle
attributen, die bij de koets
en de paarden horen. Er
wordt zaken gedaan voor
weinig geld, omdat het een
hobby moet blijven.
„Voor veel geld", meent
het tweetal, „kun je alles
kopen. Daar is geen lol
aan. We hebben niet veel
geld, maar we spelen het
toch klaar en dat is nou
juist de kunst."
Binnenkort zijn er drie
rijtuigen kant en klaar. Ze
zullen louter voor plezier
worden gebruikt en als
daar vraag naar is maar
dat mag geen zaak worden
voor trouwerijtjes. In
de toekomst willen Brou
wer en zijn vriend een
club oprichten van men
sen, die antieke rijtuigjes
hebben.
Op die manier, vinden
ze, kun je ook eens een op
tocht organiseren, op ko
ninginnedag b.v. of met
Sinterklaas. Als het Goese
fruitcorso nog had bestaan,
dan zouden ze daar graag
met hun rijtuigen aan heb
ben deelgenomen.
Als enige wens hebben
ze nog: een paar landauers
en nog een arreslede erbij.
„Ze zijn er wel", zegt de
heer Brouwer, „maar er is
veel geld voor nodig. We
wachten rustig af, tot wij
iets kunnen vinden, dat
betaalbaar is. Het kan ons
niet schelen, als het er al
lemaal even rot uitziet.
Dat knappen we wel op.
Met geduld kom je over-
In een totaal verwaarloosde en
vervallen toestand worden de
oude koetsen gekocht,
meestal voor een prikje. De
restaurateurs laten zien, wat
voor wrakken naar huis gehaald
worden (links onder).
De arreslede staat gestald in een
garage van een kennis.
Hier wordt het pronkstuk even
naar buiten gedragen (hier naast)
iewieler met handvat-
siering en achter-
stapje 18.90
rere skelter met race-
ipstoeltje en licht-
rend stuur 27.90
'iewieler met
ndige, kiepende
k 19.76
d is
>ben op
fdeling een
kbaar met
speelgoed
is voor het