PRIJZEN 3.98 4.49 4.95 12.90 5.95 IN STUDENTENLEIDER TON REGTIEN Universiteit in opstand: een nieuwe strategie Auteurs van katechismus noemen wijzigingen uit Rome onaanvaardbaar Acht overwegingen om uw salaris te storten op een AMRO-Privé-rekening: 1 2 3 4 5 6 7 8 AMRO BANK RAMEN Vaderdag KETTERIJ goedkoper! CADEAU!! WITBOEK VOLGT LIJDENSWEG OP DE VOET Verleden tijd ndigheder ale aanbieding japon n imprime 3.98 jg bekleding 2.98 \K IN WONINGEN nge ZONNESCHERMEN esparen EN met RIP, APATHISCH ONMISBAAR SCHEIDING Nog maar 8 dagen dan is het AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK Commentaar DE STEM VAN ZATERDAG 7 JUNI 1969 vrije 90 cm jeel- 90 cm loemd, al 7.95 ri 90 cm eit in 140 cm >ort 140 cm ;n wit, 90 cm AMSTELVEEN anente bew. of buitenverblijf gelegen. [SWAARDE, j, DALE met garage en tuin, DALE, ril iANSTEEN, t.-Jansteen, tel. 01140-3241. opberging nodig lalige uitgave. Veel prach- uil er niet in kan trekken: n of gewoon met de tuin- DUBBELE RAMEN aan te stdagen komen. Nó VAN 1 september betalen, na n). luchtlawaai minium ramen vragen d, dus veel minder bui- aan uw huis. RIEL thans ook een zeer sken zelf maar uit): 81-100 cm 1 55>~ 101-120 cm 60,- 121-140 cm f 65- 141-160 cm '6'" 161-180 cm f 75,- 181-200 cm f 80,- 201-220 cm f ?0>" 221-240 cm f l™" 241-260 cm ƒ125,- 261-280 cm ƒ145,- 281-300 cm ƒ175,- 301-320 cm ƒ225,- NST 24 GEMAK- ocht en stof. E BUNGA" 1WS mderhoud, 30% aluminium windbrekers» ■rassen, oprolbare win e INSCHOT AMSTERDAM De studentenonrust in Amsterdam (en ongetwijfeld ook elders in Nederland), zoals die eind mei culmineerde in de bezet ting van het Maagdenhuis, is niet los te denken van de nonchalant ge kapte, slecht geschoren, altijd zuurpruimende Ton Regtien eens op richter van de Studenten Vakbeweging, sindsdien actief op alle plaat sen, waar drie ot meer studenten samenscholen ten einde de heersende gezagsorde te ondermijnen. Deze Regtien uiteraard was hij lid van de bezettingsraad van het Maagdenhuis heeft nu een boek geschreven, dat gisteren onder de titel „Universiteit in opstand" in de serie kritische bibliotheek van Van Gennep is verschenen. Hij voltooide het manuscript maart, dus voordat het Amsterdamse conflict zich ontlaadde. Dit ie it geeft sommige passages profetische waarde. Het volgende citaat bijvoorbeeld: „Een bezetting hoeft niet door een meerderheid van studen ten te worden uitgevoerd. Integendeel. De eerste stap wordt doorgaans ge- ïet door een klein actieve minderheid, de actiegroep met een flink aantal anderen. Maar wanneer die bezetting niet onmiddellijk door de anderen gesteund wordt, hetgeen tot voorwaarde heeft dat de redenen voor de be zetting begrepen worden, dat de aanleiding duidelijk is, en wanneer daarna de actieve deelname van de meerderheid niet gegarandeerd wordt, wanneer de discussies verlopen en de studenten wegblijven, dan kan men beter de bezetting van het instituut opgeven, zo er het al niet veel beter geweest zou zijn, er maar helemaal niet aan te beginnen" En even verderop: „Bij een slor- hem horen. Dat belooft het laatste hoofdstuk van het boek, dat hij zelf in de goede traditie der revo lutionairen een pamflet noemt. „De wijze van samenstelling van het parlement in Nederland, het systeem van representatieve demo cratie, delegatie van de politieke macht van allen in handen vanuit partij-machines opgeklommen en kelingen, bovendien en daarmee sa- TON REGTIEN weinig zelf-kritische analyse van zo'n situatie wil het wel eens voorkomen, dat de activisten de voor de apathie van de "meerderheid schuiven op de schou ders van de studenten. Het zijn dan niet de activisten, maar de studen ten die als te stom worden beoor deeld om te begrijpen, wat er aan Je hand is. Een dergelijke beoorde ling draagt de kiemen van elitair denken in zich. En dat. moet radi- worden uitgeroeid. De studen ten, net zo goed als de arbeiders, zijn nooit te stom om te begrijpen, wat er aan de hand is. Het is een stelregel, er van uit te gaan, dat zij, vanuit zichzelf redenerend, precies weten wat de moeite van hun actie- steun waard is en wat niet. Een actie, die wordt doorgevoerd vanuit de gedachte, dat de massa toch te stom is om te begrijpen wat er aan de hand is, zal zonder enige twij fel het isolement van de activisten vertienvoudigen". Dat is een weerspiegeling van wat er in Amsterdam aan de hand is ge weest. Terugblikkend moet men constateren, dat Samkalden (wijs geworden dooi de mei-revolte in Parijs) zijn politie niet tegen de be zetters van het Maagdenhuis zou hebben durven inzetten, wanneer hij hen geruggesteund had geweten door de meerderheid van de 25.000 Amsterdamse studenten, en dan was hun onderhandelingspositie heel wat rianter geweest. Maar de meerderheid was apathisch en keur de zelfs de bezetting van het Maag denhuis af, zoals woensdagavond bleek op de ledenvergadering van de Algemene Studenten Vergade- "ing Amsterdam. Als Regtien onder dit licht zijn hierboven geciteerde passages nog eens herleest, zal hij nop zuurder kijken dan hij gewoonlijk al pleegt Ie doen. Maar we zullen nog van menhangend de beperkende macht van het parlement, dwingt tot de keuze van een nieuwe strategie om de democratie te realiseren. Die strategie is de buiten-parlementaire oppositie. De universiteit in opstand is daarvan een belangrijk onder deel." Deze peroratie belooft weinig goeds (of kwaads, hoe men het maar wil zien) voor de toekomst. Voor wie wil weten, waar het de rebellerende studenten in Neder land om gaat, is het boek overigens onmisbaar documentatie materiaal. De ondertitel „Europese achter gronden en de Nederlandse situa tie" belooft niets te veel. Bovendien weet Regtien zijn ideeën overtui gend te spuien. Zijn betoog is slui tend, mits men als grond-gedachte accepteert, dat de studenten-eisen niet te verwezenlijken zijn, als niet de hele maatschappelijke structuur mee veranderd een gedachte, die Regtien dan ook voortdurend op zijn aambeeld legt, maar door vele van zijn meer behoudende landge noten niet te pruimen zal zijn. Dit citaat bijvoorbeeld: „De uni versitaire opstand is tot mislukking gedoemd, als er niet een wisselwer king optreedt tussen de revolteren de studenten en andere onderdruk te groepen m de maatschappij. Deze maatschappij is niet te veranderen vanuit de universiteit alleen en de illusie van een louter op studeren den gebaseerde omwenteling van deze maatschappij zal zich op pijn lijke wijze wreken." Wat is er nu precies fout? Reg tien (met excuses voor het op een hoop vegen van verspreide citaten) zegt ongeveer dit: „Alle Europese plannen tot universitaire hervor mingen hebben als gemeenschappe lijke karakteristiek de voor het we tenschappelijk onderwijs fatale scheiding tussen onderwijs en on derzoek, de splitsing van de uni versiteiten in twee fasen met in de eerste fase een schoolse, versnelde vakopleiding van vier jaar, waarna als groot stuk worst de status doc torandus verkregen wordt, en drie kwart tot tachtig procent van de studenten de maatschappij in moet om het noodzakelijk midden-kader bij industrie en overheid te leveren. Patenten zijn koopwaar, evenzeer de onder contract staande weten schappelijke werker, die zijn her sens, zijn kennis onvoorwaardelijk aan het bedrijf verkocht heeft in ruil voor loon. Diegenen, die be weren, dat uitbuiting van arbeids kracht niet meer bestaat, vergeten, dat in onze eeuw de uitbuiting en het misbruik van arbeidskracht als intellectuele capaciteit onder het kapitalisme onvoorstelbare vormen aanneem Het bedrijfsleven ziet het onder wijs in feite als infra- structurele voorziening, die de belastingbetaler maar moet financieren. De huidige leer-situatie is in principe niet gericht op de ontwik keling van het zelfstandige denken, dat op eigen kracht in staat is, nieu we inzichten, nieuwe kennis te ver garen. De huidige leer-situatie is er in tegendeel op gesteld, mensen af te leveren, die ten eerste een aantal technieken hebben aangeleerd, die nodig zijn in de latere beroepsprak tijk, die ten tweede een irrationeel ontzag hebben voor de absolute autoriteit van de geleerde, van de man die veel weet, die ten derde door de autoritaire leer-situatie ja renlang getraid zijn in luisteren, ge hoorzamen, instructies opvolgen, huiswerk doen, geen lastige vragen stellen, meneer zeggen, met twee woorden spreken, gezag respecte ren, die gewend zijn geraakt aan de noodzaak, individueel te pres teren of individueel te mislukken, die er aan gewend zijn geraakt, voortdurend individueel op presta ties beoordeeld te worden met vol doende of onvoldoende. Wat wil Regtien er aan doen? Hij schrijft: „Het wetenschapsbedrijf staat midden in de maatschappe lijke werkelijkheid. De politieke en economische machtsstructuur dringt langs vele wegen de vermeend autonome universiteit binnen. Het formuleren van de wenselijkheid van een autonome en waarden- vrije wetenschap heeft tot verwar rend gevolg gehad, dat velen deze droom voor realiteit houden. Het is struisvogel-politiek de wetenschap plechtig tot politiek neutraal ter rein te verklaren en vervolgens de kop in het zand te steken en de feiten niet te zien. Wanneer autonomie-verdedigers zoals bijvoorbeeld de Amsterdamse rector magnificus prof. Belinfante de strijdbare activisten van de kri tische universiteit en van de Stu denten Vakbeweging verwijten, dat zij de universiteit politiek willen gebruiken, dan is dat een lachwek kende omkering van de werkelijke situatie. De werkelijke situatie is, dat de universiteit staat onder het dictaat van de bestaande politieke en economische machtsverdeling. Het gaat er om, dat alle vage il lusies over een wetenschaps-beoefe- ning op harde wijze worden gecon fronteerd met de feitelijke situatie: een wetenschap in dienst van de status quo in de maatschappij. Een bewustwording dus van de univer siteit van de eigen politieke func tie. Waarna een debat kan ontstaan over de wenselijkheid van die func tie, over de wenselijkheid van die versluierde politieke functie van de wetenschap. Dat proces van be wustwording is de politisering, die wij voorstaan. Het zijn niet de student-activis ten, die de universiteit gebruiken of misbruiken. Zo liggen de machts verhoudingen niet. Het is het be drijfsleven, de staat, de politieke en economische machtsgroepen, die de universiteit aan hun doelstellingen dienstbaar willen maken en die dat ook doen, waar het de kritische universitairen om gaat, is de con frontatie van de naïeve weten schappelijke vak-idioot met deze feitelijke toestand. Zodat een dis cussie kan ontstaan over de wense lijkheid, de juistheid of onjuistheid van de impliciet aanwezige politie ke doelstellingen in het weten schapsbedrijf Dat is de politisering, die de universiteit in opstand door zal moeten maken. Dat is de poli tieke universiteit, die wij willen." PIET SNOEREN. (Van een onzer redacteuren) NIJMEGEN De aanvulling op de Nieuwe Katechismus, door Rome geëist, beslaat 70 pa gina's druk van het zojuist verschenen Witboek over de Nieuwe Katechismus, waarin dr. W. Bless, directeur van het Hoger Katechetisch Instituut, de lijdensweg van dit intussen we reldberoemd geworden boek schrijft. De wijzigingen hebben betrekking op de schepping (3 pagina's), de erfzonde (24), Jezus' geboorte uit Maria (3), de genoegdoening door Jezus aan zijn vader gebracht (6), het kruisoffer, bestendigd in het misoffer (2), de eucharistische tegenwoordigheid en verandering (5), de onfeilbaarheid van de kerk en de kennis van de mysteries (2), het ambtelijk priesterschap en het gezag in de kerk (7), verschil lende punten uit de dogmatische theologie (11) en verschillende pun ten uit de moraal-theologie (7). Het document besluit met een laatste bemerking van de volgende inhoud: „Hoewel de voorgaande aanmerkingen niet weinig en niet licht zijn, laten zij toch verreweg het grootste deel van de Nieuwe Katechismus onaange tast met zijn prijzenswaardig pastoraal, liturgisch en bijbels karakter. Even eens gaan zij niet in tegen de lofwaardige opzet van de auteurs van de katechismus, de eeuwige boodschap van Christus voor te stellen op een wijze, die aangepast is aan de denkwijze van de mensen van onze tijd. Juist de grote kwaliteiten die het werk sieren, vragen er zelf om, dat de leer van de kerk steeds zonder verduisterende schaduw wordt weergegeven." Dat de auteurs zich door deze ty pische Romeinse druppel honing na een heel vat azijn niet hebben laten vangen, blijkt wel uit hun ant- woordschrijven aan de bisschoppen, dat eveneens in het witboek staat afgedrukt. Zij wijzen de aanvulling bij de Nieuwe Katechismus, ge maakt door de paters Dhanis en Visser van de hand. De tekst noe men zij onaanvaardbaar op theologi sche en catechetische gronden. Huns inziens wordt door de redactie, waarin de wijzigingen zijn vervat, een volkomen vertekend beeld gege ven van de Nieuwe Katechismus. Ten slotte merken zij op, dat door de beide paters een hele serie klei ne, meestal stilistische veranderin gen in de tekst zijn aangebracht, die niets met hun opdracht te maken hebben. Ondanks dit oordeel van de au teurs hebben de Nederlandse bis- ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) gemakkelijkcontant geld opnemen (ook door uw echtgenote b.v.); geen kosten. Alle giro-mogelijk heden. En iedere boeking ziet u op het dagafschrift; 3/4% rente. En spaar-mogelijk- heden met 4 t/m 614% rente; een voorschot is mogelijk. Maar belangrijker mogelijkheid: de AMRO-Lening; Betaalcheques, om contant te be talen zonder contant geld op zak; u kunt de bank de betaling van huur, verzekeringen, electriciteit e.d. laten verzorgen; alle overige diensten van de AMRO Bank staan tot uw be schikking; uw geld is veilig en voordelig bij de AMRO Bank. Maak daar ge bruik van. J (Door dr. Alfred van de Weijer) De Nederlandse bisschoppen zijn er bij hun besluit tot afzonderlijke publicatie van de Romeinse wijzigin gen der Nieuwe Katechismus van uit gegaan, dat deskundigen zich nu een eigen oordeel kunnen vormen en dat dit oordeel voor zichzelf zal spreken. Zij hebben zich hierin niet vergist. De tekst van de door Rome geëiste veranderingen weerspiegelt op tal van punten een theologie, die haar rol in de geschiedenis heeft ge speeld. En het spreekt voor zich, dat niemand ook Rome niet deze theologie aan een bepaalde kerkpro vincie kan opdringen. Om te illustreren wat we bedoelen een enkel voorbeeld, Rome mag eisen, dat de katholiek de onmiddel lijke schepping van de menselijke ziel door God aanvaardt. Maar zij geeft van dit leerstuk een uitleg, die voor een hedendaags mens uitermate moeilijk te verteren is. Men oordele zelf over het letterlijke citaat dat nu volgt. „Het ontstaan van elke men selijke persoon volgt uit het door geven door de ouders van een li chaam, dat gereed is voor de ziel en vraagt om het bestaan ervan; voor het overige gaat het bestaan van de ziel alleen op God terug. Het vol ledig en direct doorgeven van het lichaam door de ouders strekt zich in zekere zin indirect uit tot de ziel zelf. namelijk in zoverre het lichaam er is voor de ziel en erom vraagt." Deze leer belet niet, aldus de Ro meinse wijziging, te zeggen „dat een menselijk paar bij het voortbrengen van een kind samenwerkt met God, wat de oorsprong èn van het li chaam èn van de ziel betreft, maar de wijze van samenwerking is ver schillend voor wat betreft het li chaam en de ziel." teken van een inm' s toch wel Een ander voorbee. is misschien nog sprekender. Waar Rome een ant woord wil geven op de moeilijke vraag, hoe de erfzonde wordt over gedragen, waarschuwt zij zelf, dat zij zich „op het gebied der vrije menin gen moet begeven". Rijst direct de vraag, hoe zij dan kan eisen dat een van deze meningen in de katechis mus wordt opgenomen. Maar goed, laten we deze mening op haar merites bekijken. Zolang zij van de veronderstelling uitgaat, dat Adam een persoon is geweest, die zondigde en de zonde door voort planting op heel zijn nageslacht deed overgaan, is zij nog wel te volgen. Maar als „Adam" nu eens een hele populatie van mensen is geweest, zo als steeds waarschijnlijker wordt, wat dan? Rome ziet twee mogelijk heden. „Men zou kunnen denken, dat binnen de Adamische populatie de zonden zo vlug en zo algemeen zijn toegenomen, dat reeds na het eerste geslacht geen enkel mensenpaar in staat was, de oorspronkelijke gerech tigheid aan zijn nakomelingen door te geven". Dan zou men eruit zijn. Doch deze veronderstelling levert nogal moeilijkheden op. Zij kunnen misschien ondervangen worden, als men aanneemt dat de Adamische po pulatie een reeks van generaties om vatte: „In deze populatie zou het erf goed van de oorspronkelijke gerech tigheid bij een steeds groeiend aan tal van personen verloren gegaan zijn, ofwel omdat zij zelf zondigen, ofwel omdat zij van een mensenpaar afstamden, dat reeds met de zonde besmet was. Uiteindelijk zouden er geen mensenparen meer geweest zijn die nog in staat waren, de oorspron kelijke heiligheid aan hun afstamme lingen door te geven". Maar ook dat is slechts een veron derstelling. Rome ziet de mogelijk heid onder ogen, dat er in de Ada mische populatie enkele mensen zijn geweest, die hun oorspronkelijke on schuld bewaarden, en vraagt zich af wat er met hen is gebeurd. Zij beant woordt deze vraag op een wijze, die wel niemand zal bevredigen: „Deze onschuldige individuen zouden ver moedelijk aan de dood zijn onder worpen, omdat God het menselijk geslacht, waarin de zonde zich reeds uitbreidde, niet van de dood wilde vrijwaren". Het is niet in t( 'ien, hoe iemand heeft kunnen eisen dat deze „oplos sing" in de katechismus werd opge nomen. Om de eenvoudige reden, dat het geen oplossing is, dat hier meer vragen worden opgeworpen dan be antwoord. schoppen tot publikatie van de wijzi gingen in een aparte brochure be sloten. Als dit gebeurd is, zo menen zij, „zal iedere deskundige kunnen zien, dat men over verschillende punten zal kunnen blijven discussië ren. Uit respect voor de wensen van de paus hebben de bisschoppen besloten van verdere discussie af te zien". Een wel zeer diplomatieke uitspraak, waarmee een eerbiedige maar resolute punt achter de hele zaak wordt gezet. Rome mag haar wijzigingen redigeren, zoals zij dat zelf het beste acht. Zij zullen door Utrecht worden gepubliceerd. Maar dan wel „buiten verantwoordelijk heid van de redactie". Smeekschrift Het is interessant in het witboek, ook al bevat dit niet zo veel nieu we documenten, de hele affaire nog eens te volgen van het begin tot het eind. De eerste moeilijkheden date ren van november 1966, een maand na publikatie van de Nieuwe Kate chismus, toen enkele verontruste katholieken in een smeekschrift aan de paus meedeelden, dat het „nogal wat zaken bevatte, die ofwel geheel en al tegen het geloof ingaan, ofwel op een dubbelzinnige wijze de ge loofswaarheden vertolken, zodanig dat iedereen ze op een eigen wijze kan opvatten, al of niet in overeen stemming met het geloof". Zij smeekten de paus „tussenbeide te komen, opdat niet bij ons, vervol gens door ons, het geloof verder in gevaar kome". De namen van de onderteken-aars, uitgenomen die van dr. P. den Ottolander, zijn nooit be kend geworden. Paus Paulus nam het smeek schrift ernstig op en liet zich voor lichten door een geheime commis sie. Deze stootte in de catechismus op twaalf belangrijke en een groot aantal minder belangrijke bezwaren. Ze werden, wederom op initiatief van de paus die zijn bedoelingen in een persoonlijke brief aan kardi naal Alfrink toelichtte besproken op een conferentie in Gazzada (april 1967), waaraan van Romeinse zijde deelnamen de paters Dhanis, Le- meer en Visser, van Nederlandse zijde de paters Schillebeeckx en Schoonenberg. Van de gehouden be sprekingen, die nagenoeg geen re sultaat opleverden, werd gezamen lijk verslag uitgebracht aan de Ro meinse instanties. De Nederlandse delegatie bracht apart verslag uit aan het eigen episcopaat. Rome ging de zaak, die in Gazza da was vastgelopen, nu langs een andere weg aanpakken. Er werd een commissie van kardinalen be noemd, die tot taak kreeg de Nieu we Katechismus te bestuderen. Le den van deze commissie waren de kardinalen Frings, Lefèbre, Jaeger, Plorit, Browne en Journet. Zij stel den op hun beurt een adviescollege van theologen in, waartoe na-ar eerst in een laat stadium bekend is geworden behoorden de Belg Dhanis, de Nederlander Lemeer, de Spanjaard Alfaro, de Duitser Rat- zinger, de Italiaan Colombo, de Fransman De Lubac en de Ier Doo- lan. Intussen zat het Nederlandse epis copaat ook niet stil. Op 6 september 1967 stuurde het eigener beweging een aantal door de auteurs van de Nieuwe Katechismus geredigeerde voorstellen tot wijziging in, waarmee het hoopte de voornaamste bezwa ren van Rome te kunnen ondervan gen, zonder het werk in zijn wezen aan te tasten. Een en ander hield waarschijnlijk verband met de aan drang, die door verschillende bui tenlandse uitgeverijen werd uitgeoe fend om de weg vrij te maken voor vertalingen van de Nieuwe Kate chismus. Op 24 december 1967 bracht de kardinalencommissie verslag uit in een uitvoerig rapport, dat herzienin gen eisite op 18 belangrijke punten (de maagdelijke ontvangenis van Je zus, de erfzonde, de genoegdoening van Christus, de offergave op het kruis als offer en verzoening, het eucharistische offer, de eucharisti sche tegenwoordigheid, de eucharis tische verandering, het bestaan van goede en slechte engelen, de on middellijke schepping van de mense lijke ziel, het toekomstige leven, eni ge morele kwesties, de geboorterege ling, het primaat van de paus, de wonderen, het mysterie van de tri niteit, het algemeen priesterschap en het ambtelijk priesterschap, de onveranderlijke waarheid en haar opeenvolgende uitdrukkingen, dood zonden en dagelijkse zonden) alsme de op 22 secundaire punten. De kardinalencommissie heeft met bijstand van de theologen ook de bo venvermelde wijzigingen bestudeerd, NIJMEGEN (KNP). De auteurs van de Nederlandse ka techismus hebben een ketterij ontdekt in de wijzigingen, die op last van de kardinalencom missie in de katechismus moest worden aangebracht. In die ge wijzigde tekst wordt verschillen de keren gezegd: „het geconsa creerde brood, dat het lichaam van Christus BEVAT"; „de eu charistie die het lichaam en bloed van Christus BEVAT". Wat hier staat aldus de au teurs is de z.g. impanatie- theorie, die door Rome is ver oordeeld. die het Nederlandse episcppaat eige ner beweging had ingediend. Deze worden met alle respect voor de goede bedoeling als onvoldoende van de hand gewezen. Meestal in volgen de bewoordingen; „De nieuwe tekst is beter dan de vorige maar zij is nog r.iet duidelijk genoeg" of woor den van gelijke strekking. Het rapport besloot met de wens dat de geschilpunten zijn verwijderd, logen, rekening houdend met de op vattingen van de kardinalencommis sie zo herzien wordt, dat het spoe dig een werk is, dat in de kerk, na dat de geschilpunten ijn verwijderd, door allen wordt geprezen en slechts goede vruchten voort brengt". Eerste revisie Om deze wens ten uitvoer te leg gen stuurde Rome op 14 februari de paters Dhanis en Visser naar Ne derland. Van Nedorlandse zijde wer den aangewezen prof. Fortmann en pater Mulders. De laatste bedankte voor de eer, toen hij zich realiseer de, dat door de kardinalencommis sie veranderingen werden „geëist", zonder dat er over de wenselijkheid van die veranderingen gesproken zou kunnen worden. Hij achtte zich „naar eer en geweten niet in staat deze te onderscnrijven" noch als theoloog noch als katecheet. Het overleg vond derhalve plaats tussen drie personen, twee namens de H. Stoel en een namens het Nederlands episcopaat. Na een maand was deze redactie commissie gereed met haar werk, dat ruim 60 pagina's van het wit boek beslaat. Het willigde de eisen van de kardinalencommissie stuk voor stuk in. De auteurs van de ka techismus, Bless, Van Hemert, Mul ders en Neven, namen ruim de tijd om de aangebrachte wijzigingen te bestuderen. Op 10 juni 1968 kwamen zij unaniem tot de conclusie „dat de voorstellen als zodanig en in hun geheel dienden te worden afgewe zen". De censoren Grossouw, Haars- ma en Schillebeeckx, alsmede de adviseur Schoonenberg verklaarden zich met deze conclusie akkoord. Zij achtten het niet juist, dat Rome aan Nederland een bepaalde theologische visie wilde opleggen, die niet tot de primaire orthodoxie behoorde. Bo vendien zouden de wijzigingen, als ze werden aangebracht, volkomen disharmoniëren met de stijl, het kli maat, kortom met de hele presenta tie van het oorspronkelijke boek. Rome liet zich aan dit antwoord weinig gelegen liggen. Terwijl het gesprek met het Nederlands episco paat over de aanvaardbaarheid van de voorstellen der redactiecommis sie nog niet was afgesloten, ver scheen in de Acta Apostolicae Sedis van november 1968 een verklaring van de kardinalencommissie, waar in deze haar oordeel over de Nieu we Katechismus kort samenvatte, „voordat de verbeterde edities en vertalingen van de katechismus ein delijk zouden verschijnen". Kardi naal Alfrink, die niet van deze ont wikkeling op de hoogte was ge bracht, vroeg een exemplaar van de verklaring, dat onmiddellijk door een monsignore van het staatssecre tariaat naar Utrecht werd gebracht. Discussie gesloten In hun maandelijkse vergadering van december 1968 besloten de Ne derlandse bisschoppen een punt ach ter de discussie te zetten. De wijzi gingen, door de redactiecommissie geformuleerd, zouden in een afzon derlijke brochure worden gepubli ceerd. Iedere deskundige zou zich dan zelf een oordeel kunnen vormen. Uit respect voor de paus werd van verdere discussie afgezien. Hiermede was de zaak nog niet helemaal ten einde. Toen Rome zich realiseerde, dait de wijzigingen niet in de katechismus zelf zouden worden aangebracht, kwam zij met een nieuwe, door Dhanis en Visser geredigeerde tekst. De materie werd daarin opnieuw geordend zonder dat nog wezenlijke veranderingen wer den aangebracht. Ook deze versie werd door de auteurs van de kate chismus onaanvaardbaar genoemd „om nog meer redenen dan de wij zigingen, die de commissie Dhanis, Visser, Fortman op 14 maart 1968 heeft aangeboden". De bisschoppen hebben nog even geprobeerd, Rome tot andere ge dachten te brengen. Toen dit onmo gelijk bleek, besloten zij de aanvul- lmg ongewijzigd te laten publiceren en wel in een afzonderlijke uitgave.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 7