PRIJZEN
3.98
4.49
4.95
12.90
5.95
IN
STUDENTENLEIDER TON REGTIEN
Universiteit
in opstand:
een nieuwe
strategie
Auteurs van katechismus
noemen wijzigingen
uit Rome onaanvaardbaar
Acht overwegingen
om uw salaris
te storten op een
AMRO-Privé-rekening:
1
2
3
4
5
6
7
8
AMRO BANK
RAMEN
Vaderdag
KETTERIJ
goedkoper!
CADEAU!!
WITBOEK VOLGT LIJDENSWEG OP DE VOET
Verleden tijd
ndigheder
ale aanbieding
japon
n imprime
3.98
jg bekleding
2.98
\K IN
WONINGEN
nge
ZONNESCHERMEN
esparen
EN met
RIP,
APATHISCH
ONMISBAAR
SCHEIDING
Nog maar 8 dagen
dan is het
AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK
Commentaar
DE STEM VAN ZATERDAG 7 JUNI 1969
vrije
90 cm
jeel-
90 cm
loemd,
al 7.95
ri 90 cm
eit in
140 cm
>ort
140 cm
;n wit, 90 cm
AMSTELVEEN
anente bew. of buitenverblijf
gelegen.
[SWAARDE,
j,
DALE met garage en tuin,
DALE,
ril
iANSTEEN,
t.-Jansteen, tel. 01140-3241.
opberging nodig
lalige uitgave. Veel prach-
uil er niet in kan trekken:
n of gewoon met de tuin-
DUBBELE RAMEN aan te
stdagen komen. Nó VAN
1 september betalen, na
n).
luchtlawaai
minium ramen vragen
d, dus veel minder bui-
aan uw huis.
RIEL thans ook een zeer
sken zelf maar uit):
81-100 cm 1 55>~
101-120 cm 60,-
121-140 cm f 65-
141-160 cm '6'"
161-180 cm f 75,-
181-200 cm f 80,-
201-220 cm f ?0>"
221-240 cm f l™"
241-260 cm ƒ125,-
261-280 cm ƒ145,-
281-300 cm ƒ175,-
301-320 cm ƒ225,-
NST 24 GEMAK-
ocht en stof.
E BUNGA" 1WS
mderhoud, 30%
aluminium windbrekers»
■rassen, oprolbare win e
INSCHOT
AMSTERDAM De studentenonrust in Amsterdam (en ongetwijfeld
ook elders in Nederland), zoals die eind mei culmineerde in de bezet
ting van het Maagdenhuis, is niet los te denken van de nonchalant ge
kapte, slecht geschoren, altijd zuurpruimende Ton Regtien eens op
richter van de Studenten Vakbeweging, sindsdien actief op alle plaat
sen, waar drie ot meer studenten samenscholen ten einde de heersende
gezagsorde te ondermijnen. Deze Regtien uiteraard was hij lid van de
bezettingsraad van het Maagdenhuis heeft nu een boek geschreven,
dat gisteren onder de titel „Universiteit in opstand" in de serie kritische
bibliotheek van Van Gennep is verschenen. Hij voltooide het manuscript
maart, dus voordat het Amsterdamse conflict zich ontlaadde.
Dit ie it geeft sommige passages profetische waarde. Het volgende citaat
bijvoorbeeld: „Een bezetting hoeft niet door een meerderheid van studen
ten te worden uitgevoerd. Integendeel. De eerste stap wordt doorgaans ge-
ïet door een klein actieve minderheid, de actiegroep met een flink aantal
anderen. Maar wanneer die bezetting niet onmiddellijk door de anderen
gesteund wordt, hetgeen tot voorwaarde heeft dat de redenen voor de be
zetting begrepen worden, dat de aanleiding duidelijk is, en wanneer daarna
de actieve deelname van de meerderheid niet gegarandeerd wordt, wanneer
de discussies verlopen en de studenten wegblijven, dan kan men beter de
bezetting van het instituut opgeven, zo er het al niet veel beter geweest
zou zijn, er maar helemaal niet aan te beginnen"
En even verderop: „Bij een slor- hem horen. Dat belooft het laatste
hoofdstuk van het boek, dat hij
zelf in de goede traditie der revo
lutionairen een pamflet noemt.
„De wijze van samenstelling van
het parlement in Nederland, het
systeem van representatieve demo
cratie, delegatie van de politieke
macht van allen in handen vanuit
partij-machines opgeklommen en
kelingen, bovendien en daarmee sa-
TON REGTIEN
weinig zelf-kritische analyse
van zo'n situatie wil het wel eens
voorkomen, dat de activisten de
voor de apathie van de
"meerderheid schuiven op de schou
ders van de studenten. Het zijn dan
niet de activisten, maar de studen
ten die als te stom worden beoor
deeld om te begrijpen, wat er aan
Je hand is. Een dergelijke beoorde
ling draagt de kiemen van elitair
denken in zich. En dat. moet radi-
worden uitgeroeid. De studen
ten, net zo goed als de arbeiders,
zijn nooit te stom om te begrijpen,
wat er aan de hand is. Het is een
stelregel, er van uit te gaan, dat zij,
vanuit zichzelf redenerend, precies
weten wat de moeite van hun actie-
steun waard is en wat niet. Een
actie, die wordt doorgevoerd vanuit
de gedachte, dat de massa toch te
stom is om te begrijpen wat er aan
de hand is, zal zonder enige twij
fel het isolement van de activisten
vertienvoudigen".
Dat is een weerspiegeling van wat
er in Amsterdam aan de hand is ge
weest. Terugblikkend moet men
constateren, dat Samkalden (wijs
geworden dooi de mei-revolte in
Parijs) zijn politie niet tegen de be
zetters van het Maagdenhuis zou
hebben durven inzetten, wanneer
hij hen geruggesteund had geweten
door de meerderheid van de 25.000
Amsterdamse studenten, en dan
was hun onderhandelingspositie
heel wat rianter geweest. Maar de
meerderheid was apathisch en keur
de zelfs de bezetting van het Maag
denhuis af, zoals woensdagavond
bleek op de ledenvergadering van
de Algemene Studenten Vergade-
"ing Amsterdam.
Als Regtien onder dit licht zijn
hierboven geciteerde passages nog
eens herleest, zal hij nop zuurder
kijken dan hij gewoonlijk al pleegt
Ie doen. Maar we zullen nog van
menhangend de beperkende macht
van het parlement, dwingt tot de
keuze van een nieuwe strategie om
de democratie te realiseren. Die
strategie is de buiten-parlementaire
oppositie. De universiteit in opstand
is daarvan een belangrijk onder
deel."
Deze peroratie belooft weinig
goeds (of kwaads, hoe men het
maar wil zien) voor de toekomst.
Voor wie wil weten, waar het de
rebellerende studenten in Neder
land om gaat, is het boek overigens
onmisbaar documentatie materiaal.
De ondertitel „Europese achter
gronden en de Nederlandse situa
tie" belooft niets te veel. Bovendien
weet Regtien zijn ideeën overtui
gend te spuien. Zijn betoog is slui
tend, mits men als grond-gedachte
accepteert, dat de studenten-eisen
niet te verwezenlijken zijn, als niet
de hele maatschappelijke structuur
mee veranderd een gedachte, die
Regtien dan ook voortdurend op
zijn aambeeld legt, maar door vele
van zijn meer behoudende landge
noten niet te pruimen zal zijn.
Dit citaat bijvoorbeeld: „De uni
versitaire opstand is tot mislukking
gedoemd, als er niet een wisselwer
king optreedt tussen de revolteren
de studenten en andere onderdruk
te groepen m de maatschappij. Deze
maatschappij is niet te veranderen
vanuit de universiteit alleen en de
illusie van een louter op studeren
den gebaseerde omwenteling van
deze maatschappij zal zich op pijn
lijke wijze wreken."
Wat is er nu precies fout? Reg
tien (met excuses voor het op een
hoop vegen van verspreide citaten)
zegt ongeveer dit: „Alle Europese
plannen tot universitaire hervor
mingen hebben als gemeenschappe
lijke karakteristiek de voor het we
tenschappelijk onderwijs fatale
scheiding tussen onderwijs en on
derzoek, de splitsing van de uni
versiteiten in twee fasen met in de
eerste fase een schoolse, versnelde
vakopleiding van vier jaar, waarna
als groot stuk worst de status doc
torandus verkregen wordt, en drie
kwart tot tachtig procent van de
studenten de maatschappij in moet
om het noodzakelijk midden-kader
bij industrie en overheid te leveren.
Patenten zijn koopwaar, evenzeer
de onder contract staande weten
schappelijke werker, die zijn her
sens, zijn kennis onvoorwaardelijk
aan het bedrijf verkocht heeft in
ruil voor loon. Diegenen, die be
weren, dat uitbuiting van arbeids
kracht niet meer bestaat, vergeten,
dat in onze eeuw de uitbuiting en
het misbruik van arbeidskracht als
intellectuele capaciteit onder het
kapitalisme onvoorstelbare vormen
aanneem
Het bedrijfsleven ziet het onder
wijs in feite als infra- structurele
voorziening, die de belastingbetaler
maar moet financieren.
De huidige leer-situatie is in
principe niet gericht op de ontwik
keling van het zelfstandige denken,
dat op eigen kracht in staat is, nieu
we inzichten, nieuwe kennis te ver
garen. De huidige leer-situatie is er
in tegendeel op gesteld, mensen af
te leveren, die ten eerste een aantal
technieken hebben aangeleerd, die
nodig zijn in de latere beroepsprak
tijk, die ten tweede een irrationeel
ontzag hebben voor de absolute
autoriteit van de geleerde, van de
man die veel weet, die ten derde
door de autoritaire leer-situatie ja
renlang getraid zijn in luisteren, ge
hoorzamen, instructies opvolgen,
huiswerk doen, geen lastige vragen
stellen, meneer zeggen, met twee
woorden spreken, gezag respecte
ren, die gewend zijn geraakt aan
de noodzaak, individueel te pres
teren of individueel te mislukken,
die er aan gewend zijn geraakt,
voortdurend individueel op presta
ties beoordeeld te worden met vol
doende of onvoldoende.
Wat wil Regtien er aan doen? Hij
schrijft: „Het wetenschapsbedrijf
staat midden in de maatschappe
lijke werkelijkheid. De politieke en
economische machtsstructuur dringt
langs vele wegen de vermeend
autonome universiteit binnen. Het
formuleren van de wenselijkheid
van een autonome en waarden-
vrije wetenschap heeft tot verwar
rend gevolg gehad, dat velen deze
droom voor realiteit houden. Het is
struisvogel-politiek de wetenschap
plechtig tot politiek neutraal ter
rein te verklaren en vervolgens de
kop in het zand te steken en de
feiten niet te zien.
Wanneer autonomie-verdedigers
zoals bijvoorbeeld de Amsterdamse
rector magnificus prof. Belinfante
de strijdbare activisten van de kri
tische universiteit en van de Stu
denten Vakbeweging verwijten, dat
zij de universiteit politiek willen
gebruiken, dan is dat een lachwek
kende omkering van de werkelijke
situatie. De werkelijke situatie is,
dat de universiteit staat onder het
dictaat van de bestaande politieke
en economische machtsverdeling.
Het gaat er om, dat alle vage il
lusies over een wetenschaps-beoefe-
ning op harde wijze worden gecon
fronteerd met de feitelijke situatie:
een wetenschap in dienst van de
status quo in de maatschappij. Een
bewustwording dus van de univer
siteit van de eigen politieke func
tie. Waarna een debat kan ontstaan
over de wenselijkheid van die func
tie, over de wenselijkheid van die
versluierde politieke functie van de
wetenschap. Dat proces van be
wustwording is de politisering, die
wij voorstaan.
Het zijn niet de student-activis
ten, die de universiteit gebruiken
of misbruiken. Zo liggen de machts
verhoudingen niet. Het is het be
drijfsleven, de staat, de politieke en
economische machtsgroepen, die de
universiteit aan hun doelstellingen
dienstbaar willen maken en die dat
ook doen, waar het de kritische
universitairen om gaat, is de con
frontatie van de naïeve weten
schappelijke vak-idioot met deze
feitelijke toestand. Zodat een dis
cussie kan ontstaan over de wense
lijkheid, de juistheid of onjuistheid
van de impliciet aanwezige politie
ke doelstellingen in het weten
schapsbedrijf Dat is de politisering,
die de universiteit in opstand door
zal moeten maken. Dat is de poli
tieke universiteit, die wij willen."
PIET SNOEREN.
(Van een onzer redacteuren)
NIJMEGEN De aanvulling op de Nieuwe Katechismus, door Rome geëist, beslaat 70 pa
gina's druk van het zojuist verschenen Witboek over de Nieuwe Katechismus, waarin dr. W.
Bless, directeur van het Hoger Katechetisch Instituut, de lijdensweg van dit intussen we
reldberoemd geworden boek schrijft.
De wijzigingen hebben betrekking op de schepping (3 pagina's), de
erfzonde (24), Jezus' geboorte uit Maria (3), de genoegdoening door
Jezus aan zijn vader gebracht (6), het kruisoffer, bestendigd in het
misoffer (2), de eucharistische tegenwoordigheid en verandering (5),
de onfeilbaarheid van de kerk en de kennis van de mysteries (2),
het ambtelijk priesterschap en het gezag in de kerk (7), verschil
lende punten uit de dogmatische theologie (11) en verschillende pun
ten uit de moraal-theologie (7).
Het document besluit met een laatste bemerking van de volgende inhoud:
„Hoewel de voorgaande aanmerkingen niet weinig en niet licht zijn, laten
zij toch verreweg het grootste deel van de Nieuwe Katechismus onaange
tast met zijn prijzenswaardig pastoraal, liturgisch en bijbels karakter. Even
eens gaan zij niet in tegen de lofwaardige opzet van de auteurs van de
katechismus, de eeuwige boodschap van Christus voor te stellen op een
wijze, die aangepast is aan de denkwijze van de mensen van onze tijd.
Juist de grote kwaliteiten die het werk sieren, vragen er zelf om, dat de
leer van de kerk steeds zonder verduisterende schaduw wordt weergegeven."
Dat de auteurs zich door deze ty
pische Romeinse druppel honing na
een heel vat azijn niet hebben laten
vangen, blijkt wel uit hun ant-
woordschrijven aan de bisschoppen,
dat eveneens in het witboek staat
afgedrukt. Zij wijzen de aanvulling
bij de Nieuwe Katechismus, ge
maakt door de paters Dhanis en
Visser van de hand. De tekst noe
men zij onaanvaardbaar op theologi
sche en catechetische gronden. Huns
inziens wordt door de redactie,
waarin de wijzigingen zijn vervat,
een volkomen vertekend beeld gege
ven van de Nieuwe Katechismus.
Ten slotte merken zij op, dat door
de beide paters een hele serie klei
ne, meestal stilistische veranderin
gen in de tekst zijn aangebracht, die
niets met hun opdracht te maken
hebben.
Ondanks dit oordeel van de au
teurs hebben de Nederlandse bis-
ADVERTENTIE)
(ADVERTENTIE)
gemakkelijkcontant geld opnemen
(ook door uw echtgenote b.v.);
geen kosten. Alle giro-mogelijk
heden. En iedere boeking ziet u
op het dagafschrift;
3/4% rente. En spaar-mogelijk-
heden met 4 t/m 614% rente;
een voorschot is mogelijk. Maar
belangrijker mogelijkheid: de
AMRO-Lening;
Betaalcheques, om contant te be
talen zonder contant geld op zak;
u kunt de bank de betaling van
huur, verzekeringen, electriciteit
e.d. laten verzorgen;
alle overige diensten van de
AMRO Bank staan tot uw be
schikking;
uw geld is veilig en voordelig bij
de AMRO Bank. Maak daar ge
bruik van. J
(Door dr. Alfred van de Weijer)
De Nederlandse bisschoppen zijn
er bij hun besluit tot afzonderlijke
publicatie van de Romeinse wijzigin
gen der Nieuwe Katechismus van uit
gegaan, dat deskundigen zich nu een
eigen oordeel kunnen vormen en dat
dit oordeel voor zichzelf zal spreken.
Zij hebben zich hierin niet vergist.
De tekst van de door Rome geëiste
veranderingen weerspiegelt op tal
van punten een theologie, die haar
rol in de geschiedenis heeft ge
speeld. En het spreekt voor zich, dat
niemand ook Rome niet deze
theologie aan een bepaalde kerkpro
vincie kan opdringen.
Om te illustreren wat we bedoelen
een enkel voorbeeld, Rome mag
eisen, dat de katholiek de onmiddel
lijke schepping van de menselijke
ziel door God aanvaardt. Maar zij
geeft van dit leerstuk een uitleg, die
voor een hedendaags mens uitermate
moeilijk te verteren is. Men oordele
zelf over het letterlijke citaat dat nu
volgt. „Het ontstaan van elke men
selijke persoon volgt uit het door
geven door de ouders van een li
chaam, dat gereed is voor de ziel en
vraagt om het bestaan ervan; voor
het overige gaat het bestaan van de
ziel alleen op God terug. Het vol
ledig en direct doorgeven van het
lichaam door de ouders strekt zich in
zekere zin indirect uit tot de ziel zelf.
namelijk in zoverre het lichaam er is
voor de ziel en erom vraagt."
Deze leer belet niet, aldus de Ro
meinse wijziging, te zeggen „dat een
menselijk paar bij het voortbrengen
van een kind samenwerkt met God,
wat de oorsprong èn van het li
chaam èn van de ziel betreft, maar
de wijze van samenwerking is ver
schillend voor wat betreft het li
chaam en de ziel."
teken van een inm' s toch wel
Een ander voorbee. is misschien
nog sprekender. Waar Rome een ant
woord wil geven op de moeilijke
vraag, hoe de erfzonde wordt over
gedragen, waarschuwt zij zelf, dat zij
zich „op het gebied der vrije menin
gen moet begeven". Rijst direct de
vraag, hoe zij dan kan eisen dat een
van deze meningen in de katechis
mus wordt opgenomen.
Maar goed, laten we deze mening
op haar merites bekijken. Zolang zij
van de veronderstelling uitgaat, dat
Adam een persoon is geweest, die
zondigde en de zonde door voort
planting op heel zijn nageslacht deed
overgaan, is zij nog wel te volgen.
Maar als „Adam" nu eens een hele
populatie van mensen is geweest, zo
als steeds waarschijnlijker wordt,
wat dan? Rome ziet twee mogelijk
heden. „Men zou kunnen denken, dat
binnen de Adamische populatie de
zonden zo vlug en zo algemeen zijn
toegenomen, dat reeds na het eerste
geslacht geen enkel mensenpaar in
staat was, de oorspronkelijke gerech
tigheid aan zijn nakomelingen door
te geven". Dan zou men eruit zijn.
Doch deze veronderstelling levert
nogal moeilijkheden op. Zij kunnen
misschien ondervangen worden, als
men aanneemt dat de Adamische po
pulatie een reeks van generaties om
vatte: „In deze populatie zou het erf
goed van de oorspronkelijke gerech
tigheid bij een steeds groeiend aan
tal van personen verloren gegaan
zijn, ofwel omdat zij zelf zondigen,
ofwel omdat zij van een mensenpaar
afstamden, dat reeds met de zonde
besmet was. Uiteindelijk zouden er
geen mensenparen meer geweest zijn
die nog in staat waren, de oorspron
kelijke heiligheid aan hun afstamme
lingen door te geven".
Maar ook dat is slechts een veron
derstelling. Rome ziet de mogelijk
heid onder ogen, dat er in de Ada
mische populatie enkele mensen zijn
geweest, die hun oorspronkelijke on
schuld bewaarden, en vraagt zich af
wat er met hen is gebeurd. Zij beant
woordt deze vraag op een wijze, die
wel niemand zal bevredigen: „Deze
onschuldige individuen zouden ver
moedelijk aan de dood zijn onder
worpen, omdat God het menselijk
geslacht, waarin de zonde zich reeds
uitbreidde, niet van de dood wilde
vrijwaren".
Het is niet in t( 'ien, hoe iemand
heeft kunnen eisen dat deze „oplos
sing" in de katechismus werd opge
nomen. Om de eenvoudige reden, dat
het geen oplossing is, dat hier meer
vragen worden opgeworpen dan be
antwoord.
schoppen tot publikatie van de wijzi
gingen in een aparte brochure be
sloten. Als dit gebeurd is, zo menen
zij, „zal iedere deskundige kunnen
zien, dat men over verschillende
punten zal kunnen blijven discussië
ren. Uit respect voor de wensen
van de paus hebben de bisschoppen
besloten van verdere discussie af te
zien". Een wel zeer diplomatieke
uitspraak, waarmee een eerbiedige
maar resolute punt achter de hele
zaak wordt gezet. Rome mag haar
wijzigingen redigeren, zoals zij dat
zelf het beste acht. Zij zullen door
Utrecht worden gepubliceerd. Maar
dan wel „buiten verantwoordelijk
heid van de redactie".
Smeekschrift
Het is interessant in het witboek,
ook al bevat dit niet zo veel nieu
we documenten, de hele affaire nog
eens te volgen van het begin tot het
eind. De eerste moeilijkheden date
ren van november 1966, een maand
na publikatie van de Nieuwe Kate
chismus, toen enkele verontruste
katholieken in een smeekschrift aan
de paus meedeelden, dat het „nogal
wat zaken bevatte, die ofwel geheel
en al tegen het geloof ingaan, ofwel
op een dubbelzinnige wijze de ge
loofswaarheden vertolken, zodanig
dat iedereen ze op een eigen wijze
kan opvatten, al of niet in overeen
stemming met het geloof". Zij
smeekten de paus „tussenbeide te
komen, opdat niet bij ons, vervol
gens door ons, het geloof verder in
gevaar kome". De namen van de
onderteken-aars, uitgenomen die van
dr. P. den Ottolander, zijn nooit be
kend geworden.
Paus Paulus nam het smeek
schrift ernstig op en liet zich voor
lichten door een geheime commis
sie. Deze stootte in de catechismus
op twaalf belangrijke en een groot
aantal minder belangrijke bezwaren.
Ze werden, wederom op initiatief
van de paus die zijn bedoelingen
in een persoonlijke brief aan kardi
naal Alfrink toelichtte besproken
op een conferentie in Gazzada (april
1967), waaraan van Romeinse zijde
deelnamen de paters Dhanis, Le-
meer en Visser, van Nederlandse
zijde de paters Schillebeeckx en
Schoonenberg. Van de gehouden be
sprekingen, die nagenoeg geen re
sultaat opleverden, werd gezamen
lijk verslag uitgebracht aan de Ro
meinse instanties. De Nederlandse
delegatie bracht apart verslag uit
aan het eigen episcopaat.
Rome ging de zaak, die in Gazza
da was vastgelopen, nu langs een
andere weg aanpakken. Er werd
een commissie van kardinalen be
noemd, die tot taak kreeg de Nieu
we Katechismus te bestuderen. Le
den van deze commissie waren de
kardinalen Frings, Lefèbre, Jaeger,
Plorit, Browne en Journet. Zij stel
den op hun beurt een adviescollege
van theologen in, waartoe na-ar
eerst in een laat stadium bekend is
geworden behoorden de Belg
Dhanis, de Nederlander Lemeer, de
Spanjaard Alfaro, de Duitser Rat-
zinger, de Italiaan Colombo, de
Fransman De Lubac en de Ier Doo-
lan.
Intussen zat het Nederlandse epis
copaat ook niet stil. Op 6 september
1967 stuurde het eigener beweging
een aantal door de auteurs van de
Nieuwe Katechismus geredigeerde
voorstellen tot wijziging in, waarmee
het hoopte de voornaamste bezwa
ren van Rome te kunnen ondervan
gen, zonder het werk in zijn wezen
aan te tasten. Een en ander hield
waarschijnlijk verband met de aan
drang, die door verschillende bui
tenlandse uitgeverijen werd uitgeoe
fend om de weg vrij te maken voor
vertalingen van de Nieuwe Kate
chismus.
Op 24 december 1967 bracht de
kardinalencommissie verslag uit in
een uitvoerig rapport, dat herzienin
gen eisite op 18 belangrijke punten
(de maagdelijke ontvangenis van Je
zus, de erfzonde, de genoegdoening
van Christus, de offergave op het
kruis als offer en verzoening, het
eucharistische offer, de eucharisti
sche tegenwoordigheid, de eucharis
tische verandering, het bestaan van
goede en slechte engelen, de on
middellijke schepping van de mense
lijke ziel, het toekomstige leven, eni
ge morele kwesties, de geboorterege
ling, het primaat van de paus, de
wonderen, het mysterie van de tri
niteit, het algemeen priesterschap
en het ambtelijk priesterschap, de
onveranderlijke waarheid en haar
opeenvolgende uitdrukkingen, dood
zonden en dagelijkse zonden) alsme
de op 22 secundaire punten.
De kardinalencommissie heeft met
bijstand van de theologen ook de bo
venvermelde wijzigingen bestudeerd,
NIJMEGEN (KNP). De
auteurs van de Nederlandse ka
techismus hebben een ketterij
ontdekt in de wijzigingen, die
op last van de kardinalencom
missie in de katechismus moest
worden aangebracht. In die ge
wijzigde tekst wordt verschillen
de keren gezegd: „het geconsa
creerde brood, dat het lichaam
van Christus BEVAT"; „de eu
charistie die het lichaam en
bloed van Christus BEVAT".
Wat hier staat aldus de au
teurs is de z.g. impanatie-
theorie, die door Rome is ver
oordeeld.
die het Nederlandse episcppaat eige
ner beweging had ingediend. Deze
worden met alle respect voor de
goede bedoeling als onvoldoende van
de hand gewezen. Meestal in volgen
de bewoordingen; „De nieuwe tekst
is beter dan de vorige maar zij is
nog r.iet duidelijk genoeg" of woor
den van gelijke strekking.
Het rapport besloot met de wens
dat de geschilpunten zijn verwijderd,
logen, rekening houdend met de op
vattingen van de kardinalencommis
sie zo herzien wordt, dat het spoe
dig een werk is, dat in de kerk, na
dat de geschilpunten ijn verwijderd,
door allen wordt geprezen en
slechts goede vruchten voort
brengt".
Eerste revisie
Om deze wens ten uitvoer te leg
gen stuurde Rome op 14 februari de
paters Dhanis en Visser naar Ne
derland. Van Nedorlandse zijde wer
den aangewezen prof. Fortmann en
pater Mulders. De laatste bedankte
voor de eer, toen hij zich realiseer
de, dat door de kardinalencommis
sie veranderingen werden „geëist",
zonder dat er over de wenselijkheid
van die veranderingen gesproken
zou kunnen worden. Hij achtte zich
„naar eer en geweten niet in staat
deze te onderscnrijven" noch als
theoloog noch als katecheet. Het
overleg vond derhalve plaats tussen
drie personen, twee namens de H.
Stoel en een namens het Nederlands
episcopaat.
Na een maand was deze redactie
commissie gereed met haar werk,
dat ruim 60 pagina's van het wit
boek beslaat. Het willigde de eisen
van de kardinalencommissie stuk
voor stuk in. De auteurs van de ka
techismus, Bless, Van Hemert, Mul
ders en Neven, namen ruim de tijd
om de aangebrachte wijzigingen te
bestuderen. Op 10 juni 1968 kwamen
zij unaniem tot de conclusie „dat de
voorstellen als zodanig en in hun
geheel dienden te worden afgewe
zen". De censoren Grossouw, Haars-
ma en Schillebeeckx, alsmede de
adviseur Schoonenberg verklaarden
zich met deze conclusie akkoord. Zij
achtten het niet juist, dat Rome aan
Nederland een bepaalde theologische
visie wilde opleggen, die niet tot de
primaire orthodoxie behoorde. Bo
vendien zouden de wijzigingen, als
ze werden aangebracht, volkomen
disharmoniëren met de stijl, het kli
maat, kortom met de hele presenta
tie van het oorspronkelijke boek.
Rome liet zich aan dit antwoord
weinig gelegen liggen. Terwijl het
gesprek met het Nederlands episco
paat over de aanvaardbaarheid van
de voorstellen der redactiecommis
sie nog niet was afgesloten, ver
scheen in de Acta Apostolicae Sedis
van november 1968 een verklaring
van de kardinalencommissie, waar
in deze haar oordeel over de Nieu
we Katechismus kort samenvatte,
„voordat de verbeterde edities en
vertalingen van de katechismus ein
delijk zouden verschijnen". Kardi
naal Alfrink, die niet van deze ont
wikkeling op de hoogte was ge
bracht, vroeg een exemplaar van de
verklaring, dat onmiddellijk door
een monsignore van het staatssecre
tariaat naar Utrecht werd gebracht.
Discussie gesloten
In hun maandelijkse vergadering
van december 1968 besloten de Ne
derlandse bisschoppen een punt ach
ter de discussie te zetten. De wijzi
gingen, door de redactiecommissie
geformuleerd, zouden in een afzon
derlijke brochure worden gepubli
ceerd. Iedere deskundige zou zich
dan zelf een oordeel kunnen vormen.
Uit respect voor de paus werd van
verdere discussie afgezien.
Hiermede was de zaak nog niet
helemaal ten einde. Toen Rome
zich realiseerde, dait de wijzigingen
niet in de katechismus zelf zouden
worden aangebracht, kwam zij met
een nieuwe, door Dhanis en Visser
geredigeerde tekst. De materie werd
daarin opnieuw geordend zonder dat
nog wezenlijke veranderingen wer
den aangebracht. Ook deze versie
werd door de auteurs van de kate
chismus onaanvaardbaar genoemd
„om nog meer redenen dan de wij
zigingen, die de commissie Dhanis,
Visser, Fortman op 14 maart 1968
heeft aangeboden".
De bisschoppen hebben nog even
geprobeerd, Rome tot andere ge
dachten te brengen. Toen dit onmo
gelijk bleek, besloten zij de aanvul-
lmg ongewijzigd te laten publiceren
en wel in een afzonderlijke uitgave.