Bcllt achten ftugo raes: „een prijs komt vaak wat laat" Sëë gerard walschap: „belgië is geen politie-staat" DIRECTEUR Verwarmings al r N.V. (i.o.) AHjTOKEL 7"iet u een ontwikkeling in uw werk, vraag ik, het lijkt me namelijk dat individuele problematiek in later werk een meer objectieve gedaante aanneemt, is dat juist DE STEM VAN ZATERDAG 7 JUNI 1969 >ns bedrijf kunnen wij salaris en uitstekende den. moeten doen, kunnen praken zullen wij na- ht bij onze afdeling een id bedrijf lands functie van iheden; /er de gang van zaken :el-economisch gebied. elbaar niveau; zijn binnen 14 2 jaar :andige, verantwoorde- ankomstige honorering de steun worden ver- king te komen, kunnen k een oriënterende be- aren onder no. 2050 bijl r J. Slikboer em. ma. Hierna volgen enkele idiatoren: beurs hebben wij een de- g welke binnen twee da- net een eenpijpsysteem en wprijs f 1.950,-, kompleet veepij psysteem, zelfbouw- alleerd f 2.900.-. latoren, tweepijpsysteem leet geïnstalleerd f 3.150,-. ledenradiatoren en een >ouw f 2.500,-, kopleet ge- intie op de gietijzeren ke ren, tweepijpsysteem, vol- 1.750,-, kompleet geïnstal- latiebedrijf verzorgd wor- en bouwkundige tekening /ertrektemperaturen. type lelt u even voor een af ijn voor Brabant zijn in ;1. 04116-3898. Voor Breda der aanbetaling. inditioning, process piping Art. 01 Leuke sneaker/® bont gestreept lin* nen. Slechts ^,95 Enige dagen geleden zag de Vlaamse schrijver Hugo Raes zijn oeuvre, dat tot nu toe bestaat uit twee dichtbun dels en de romans en verhalenbundels De vadsige Konin gen, Hemel en dier, Een Faun met kille horentjes, De lot gevallen, Links van de Helicopterlijn en Bankroet van een charmeur, bekroond met de C.W. van der Hoogtprijs 1969 van de Maatschappij voor de Nederlandse Letterkunde. Winnaars van deze prijs waren voor de oorlog auteurs als Theun de Vries of H. Marsman, in later jaren Willem Brakman, Cees Nooteboom, Bert Schierbeek, e.a. Uugo Raes woont in een dichtbevolkte straat in Antwerpen in een betrek kelijk smal, properwit pand. Op mijn bellen opent hij zelf (middelgrote soepele gestalte, markant hoofd met baardje, vriendelijke lach) de voordeur. Drie passen links en wij staan in zijn woon- en werkvertrek. Een schrijf bureau met typemachine aan het venster, daarnaast een grote boekenkast, daarvoor een zitje met moderne gemakkelijke stoelen. Ik strijk neer in een fauteuil van de kleur oranje, die ook in het eethoekmeubilair dieper in het vertrek domineert. Hugo Raes schenkt een pul bier in en laat zich zakken in een bolvormige plasticzetel waarin hij als gegoten zit. J^echt u betekenis aan literaire prijzen in het algemeen „Wanneer een literaire prijs belangrijk genoeg is, zowel qua prestige als qua'geldelijk bedrag en wanneer hij aan de juiste mensen wordt toegekend is hij wel degelijk interessant. De publiciteit, die hiermee aan een bepaald auteur of een bepaald werk wordt gegeven, kan hem uit de onbekendheid halen of hem althans binnen de aandacht van het grote publiek brengen. Jammer genoeg wordt een prijs vaak toegekend aan middelmatige figuren, aan middenstanders van de literatuur gewoon omdat ze niemand aanstoot geven. Geruststellingdat is bij mij niet het geval. En jammer genoeg ook komt een prijs vaak wat laat." ^/at heeft u bij de toekenning van de Van Hoogtprijs het meest getroffen? „Dat was het verslag van de jury en de motivering ervan. Het rele veerde een aantal kwaliteiten van mijn werk die zelden of nooit duidelijk gesignaleerd werden. Ook de bespreking van mijn werk door Hella Haasse heeft me bijzonder genoegen gedaan. riebt u al van jongsaf willen schrijven of heeft uw creatieve drang ooit andere wegen en mogelijkheden verkend Raes glimlacht„O ja, ik heb me steeds willen uiten in allerlei ik wilde balletdanser worden, ook drummer en tekenaar, ik kon namelijk goed teke nen en heb een oneindig aantal tekeningen gemaakt tot ik ongeveer 16-17 jaar was. Zelfs acrobaat wilde ik worden, want aan lenigheid heeft het me nooit ontbroken. In het gymnasium was ik steeds de beste turner van de klas. Vandaar dat ik me altijd actief tot sport aangetrokken heb gevoeld. Lange tijd heb ik tussen vele dingen geweifeld. Als jongen van twaalf jaar maakte ik wel een paar reeksen gedichten en nog jonger, op de lagere school, vertelde ik fantastische avonturenverhalen aan mijn vriendjes, dat gaf me een heerlijke voldoening. Op mijn achttiende schreef ik een inmid dels verbrand dagboek, maar het schrijven begon weer opnieuw tijdens de militaire dienst en vooral een paar jaar nadien. Tja, het woord is mijn medium, inderdaad, maar ik denk dat ik ook op andere terreinen iets had kunnen presteren." De telefoon rinkelt. Mevrouw Raes neemt op zachte toon aan, voegt zich daarna, charmant en stil als zij is, bij ons met een drankje, vertelt dat er Men heeft mij verzocht te protesteren tegen het proces tegen Hu- go Claus wegens de drie blote mannen op het toneel. Natuurlijk heb ik geprotesteerd Maar ik bid iedere dag, dat Claus spoe dig wijs genoeg is om in te zien, dat die naakte mannen niet vol doende zijn voor de kunst Als het noodzakelijk is, ja maar het ver- tand met Marteken van Nieumweghen zie ik niet" Als er iemand tegen censuur is, dan is dat schrijver Gerard Walschap, die met name in de dertiger jaren aan den lijve ondervonden heeft waartoe censuur in staat is. Hij is een beetje verwonderd over de grote aandacht, die de censuur in België krijgt in de Nederlandse publiciteitsmedia. „Ja, als je alle voor beelden van censuur op een rijtje zet, kan het hier wel op een politie staat lijken", zegt hij. „Dat is niet zo. Ik onderken wel de neiging op dit moment om deze uit te lokken Ik keur het niet goed". Jk ben voor zeer ruime vrijheid, die beter werkt dan onderdrukking. Ben geen libertijn, wat sommigen wel eens denken. En dan vertelt Walschap over zijn geloof in de goedheid van de mens. „Die is van nature veel sterker dan zijn slechtheid. Maar de moraal, de wetten leggen het accent op zijn slechtheid en roepen deze daarom op". Als een vriendelijke moderne moraal theoloog doceert hij zijn theoriën. De schrijver van onder andere „Muziek voor twee stemmen", heeft als décor, in zijn Antwerpse woning, de heilige Hochus, Maria en een Anna ten drieën; tekens van een verleden, waarvan hij „zich innerlijk bevrijd heeft". Ja, het is noodzakelijk taboes te doorbreken. Dat is een proces, dat steeds sneller moet gaan. Dat wordt duidelijk, wanneer je het leven van de mensheid weet te vergelijken met het leven van één mens. Het is de tech niek, die ons nu beschaaft. Vroeger was het de adel, nu is het de ingenieur, 'lie het is, die het doet. Hij gaf ons de fiets om van het ene naar het andere dorp te rijden en te ontdekken, dat ze daar anders denken. De onhoudbaar heid van het goed gesloten wereldje, waarin je groot geworden bent, wordt steeds duidelijker. De techniek [-Jet zwart-wit denken ligt Walschap wel en dat kan voor het duidelijk stellen van standpunten soms verhelderend zijn. Daarom stellen we sim pel de groeiende alfareactie (de geest; de ideologie), die momenteel valt "aar te nemen tegen een bèta-maatschappij (technische feitelijkheden). «Ja, de technici overdrijven", zegt hij, „het schip kantelt, omdat we allemaal aan één kant van de boot gaan lopen. We hebben de neiging om dat steeds je doen. De grondbezitters, die na de oorlog hun grond als waardeloos ver zochten, hebben nu spijt als haren op hun hoofd. Maar dat neemt niet weg, dat ik over de culturele ontwikkelingen van nu optimistisch hen." pjof gaat er maar om, vindt Gerard Walschap, waar men in deze maat schappij meer vrijheid voor wil, als taboes doorbroken moeten worden. «Als iemand naakt op straat wil lopen, dan mag dat voor mijn part. Maar het blijft in ons klimaat idioot. Bovendien moet je niet vergeten dat „het K'e" waar het b« de rellen vaak om ëaat jnist aantrekkelijk is en "'lift door de privacy. Katholieken zijn de meest zinnelijke mensen, omdat ze ten aanzien van het naakte opgegroeid zijn in strenge privacy en nor men van eerbied. Ik vind het nogal een kinderlijk idee om het op deze öamer anders te willen. Het doel moet redelijk blijven. Als er processen uitgelokt worden en pamfletten uitgegeven worden om te pesten, dan wordt grote strengheid uitgelokt) Ik geloof niet, dat België strenger is dan ™jg ander land. Het „beschermen van de goede zeden" is trouwens iets, wel typisch Belgisch is, maar niet Vlaams. Daar komt een Franse inslag by. Z°als ze het doen in Zweden heeft mijn goedkeuring. Als ik morgen eerste .Jiinistcr zou zijn zou dat mijn wet zijn. Dat geldt ook voor de verdovende "jodelen. Men is toch meester over zijn eigen leven en lichaam. Ja, natuur- ni t f 'cun'; mensen ook beschermen tegen zichzelf, maar dat gebeurt eina strenge wetten en moraalregels. Als iemand in de put zit en een norvHaan z'^n 'even wil maken, dan moet je met hem praten en hem des- fs een fles laten leegdrinken, dan heb je veel kans dat hij weer anders JpJ! leven aankijkt. Natuurlijk zijn er altijd eenzame mensen, die nie- ted "ebben waar ze mee kunnen praten. Maar ik kan me toch niet ver deren om homo's, katholieken of geheime slachtoffers, zolang er nog jje~'c is yan bijvoorbeeld Biafra en Vietnam. En ik ben echt geen nazi. üefd tv *let leven te aanvaarden zoals het is. Daarin is behoefte aan die e is er- Maar deze wordt geblokkeerd door de wet, door de moraal, w, grotendeels bezield is door de gedachte van boeien, blinddoek en arg- 1 ln de mens". W' Art. 94 GroenrubberWJ Maat31-34 ](),S5 zouden meer van elkaar moeten verdragen in dit opzicht. We verdra- wel veelwijverij in landen, die (nog) ver genoeg van ons afliggen zovm eCteren vriibe'd van die mensen. In onze maatschappij moet ik Wkom andere zaken toch ook verdragen. Bijvoorbeeld Het verschil in zoals h" moeterl ons meer aanpassen aan het feit, dat iedereen leeft "U wenst. We moeten wat meer loskomen van die mannen, die bang straks een taxateur komt om hun huis te schatten. - Maar daardoor laten we ons niet storen, zegt Raes en schenkt het glas nog eens vol. U bent schrijver en leraar, zeg ik. Hoe bevalt die combinatie U „Ik ben inderdaad leraar om den brode, antwoordt Raes. Ergens werkt contact met een bepaalde werkkring wel bevruchtend of irriterend, maar dat is dan vrijwel hetzelfde. Zo was in mijn geval mijn roman „Een Faun met kille horentjes" gedeeltelijk het resultaat van mijn leraarsberoep. An derzijds slorpt een dagtaak de beste krachten op zodat je voor een onmen selijke taak komt te staan wanneer je naast je dagwerk nog de superpres tatie moet leveren die het schrijven van een goed boek is. Ik heb een en ander kunnen vergelijken toen ik gedurende zeven maanden niet moest gaan werken, dank zij een stipendium. Welnu, in die zeven maanden heb ik de avonturenroman of noem het science-fiction-roman „De Lotgevallen" geschreven. Voordien was het me nooit gelukt een boek in minder dan twee, drie jaar te schrijven. Ik kon in die periode mijn werkritme vrij regelen en heb ondervonden dat die vrijheid door het stipendium meer mogelijkheden schept. Kontakt met een of ander milieu of ervaringen heeft men toch altijd of men nu een volledige dagtaak heeft of niet. Wolkers gaat b.v. een wereldreis maken met een jeep, heb ik gehoord. Zo iets zou ik ook wel willen, maar het zal er wel nooit van komen, want een bestendig stipendiastelsel zoals in Nederland bestaat kennen wij in België niet". ^/ordt uw positie van leraar niet bemoeilijkt door het werk van de schrij ver Ik denk aan „Een Faun met kille horentjes". Die liegt er niet om wat betreft kritiek op de aard van het onderwijs en de daar heersende toestanden. „Nee, bemoeilijkt eigenlijk niet. Tenminste tot nu toe niet. Wel heb ik' dertien jaar moeten wachten op een vaste benoeming. Toch beweeg ik me wel in een ietwat vijandige sfeer in het onderwijs. Ze is wel niet duidelijk uitgesproken, maar via omwegen verneem je een en ander. Onlangs was ik een paar dagen afwezig wegens het overlijden van mijn schoonvader. Op school, zo hoorde ik nadien, was de eerste reactie toen ik vervangen moest worden er is zeker weer ergens een vergadering van schrijvers of zo iets Onlangs voelde ik me niet goed, dacht dat er wat met mijn hart was. Dat ontlokte het instellingshoofd de ernstig gemeende opmerking Jaja, u leeft een dubbel leven, oefent twee beroepen uit, het kan ook moeilijk anders of u verslijt dubbel snelOok vond hij het wél fraai, toen ik van de Bel gische staat een stipendium kreeg, zodat ik intussen een boek kon schrijven èn op die manier nog een duit verdienen ookHij weet natuurlijk niet, dat een auteur tegen een kleiner percent werkt dan een kellner en dat zijn omzet per jaar dan nog gevoelig lager ligt dan dat van een kellner. Was het anders, ik zou beslist geen leraar blijven. Het is een zenuwslopend en in België kleinzielig beroep. Intussen is de taxateur binnengekomen en ons gesprek moet onderbroken worden. Hugo Raes meet met grote stappen de kamer uit; er worden vragen gesteld en inlichtingen verschaft. Dat geeft zijn dat iedereen zich in de poel des verderfs stort. Ja, de wreedheid zit ook in ons (Biafra, Vietnam), maar wat komt op de eerste plaats naar bo ven? De liefde, de gezelligheid, de lust om iets te maken. Maar de moraal brengt ons op het verkeerde idee van „de slechte mens"; van zonde, wan neer het gaat om de naakte mens". Qerard Walschap straalt wanneer hij dan zegt„Bijna al mijn vroegere tegenstanders zijn nu mijn vrienden geworden. Gisteravond zat ik bij Hubert Lampo nog te praten met pater Karei van den Isacker. Die kon zijn oren niet geloven over hetgeen ik aan verdachtmakerij en weerstand on dervonden heb tegen mijn „pornografische" en „anti-kerkelijke" boeken- Hij zei: „Het lijkt wel pre-historisch". Jonge auteurs, als Maria Rosseels en Ivo Michels, komen altijd bij me zitten als ik ergens ben en zeggen dan tegen me„Meneer Walschap, wat fijn, dat u indertijd zo geschreven hebt en voor ons veel meer mogelijk gemaakt hebt". Ia, ik was in de jaren dertig een beetje de aanstoker. Ik ben van geboorte een rebel. U moet van mij geen duidelijke theorieën en standpunten verwachten, wanneer het bijvoorbeeld over censuur gaat, maar ik bestendig het gevoel dat de mensen in mijn licht staan. Mensen beletten ons te leven, te beleven en te bewegen. Ik zag dat de Vlaamse literatuur door taboes niet in staat was zich te ontwikkelen tot volwaardige kunst. Ik heb daarvoor over gehad, wat men er voor over'moet hebben. Het was voor een redelijk doel. Ik heb er geen spijt van. Men zegt wel eens, dat literatuur niets uit haalt. De resultaten zijn inderdaad niet duidelijk aan te wijzen, maar ik ervaar nog iedere dag, dat het wel iets uithaalt. Qwaas is bijvoorbeeld, wat Hugo Claus doet in „Omtrent Deedee"; dat verhaal van die pastoor, die zich bezat en uitkleedt. Dat is zot. Nooit hebben de brave mensen hier hun pastoor naakt willen zien. Om de mensen verder te brengen moet je iets anders doen. Dat is een diepe vergissing van degenen, die de mensen tot zich willen brengen. Jet is een goede stelregel om de mensen niet overbodig te willen shocke ren. Anderzijds moet je ze bestendig shockeren op een verantwoorde manier. Maar wat is een verantwoorde manier? Niets is zeer duidelijk. En dat geldt niet alleen op seksueel terrein. Twee huizen verder woont mijn zoon. die arts is. Iedere middag ga ik daar koffie drinken. In de medicijnen zijn de moeilijkheden minstens even onduidelijk". „Wij zijn het zout der aarde", heb ik in het boek „De verloren zoon" ge schreven. Maar ook„we zullen het nooit winnen". Er moeten echter spel brekers zijn, anders wordt je verstikt door macht en massa's. Nee, van mijn beide geschriften „Vaarwel" en „Salut" neem ik niets terug. Westerlinck, die momenteel met het boek „In gesprek met Walschap" bezig is, vond me te negatief. Negatief, wanneer je zieke plekken en leugens blootlegt Ik heb, tussen haakjes, wanneer hij me ondervraagt voor dit boek, wel het gevoel één van de drie blote mannen van Claus te zijn". 2®lf ben ik bezig met het schrijven van opstellen over verschillende onder werpen, zoals de Nouveau Roman, het structuralisme en de ontoereikend heid van woord en verhaal. O ja, onlangs heb ik in Amsterdam bij een groep, waar die pater Van Kilsdonk bij is gesproken over structuralisme." En Walschap lacht vergenoegd, dat men hem regelmatig uitnodigt om te spreken over dergelijke onderwerpen of in de arm neemt bij actuele pro blematiek. Hem, de atheïst. „De meest naïeve, die me onlangs om hulp vroeg was een pater, die bij mij thuis graag zijn pü wilde uittrekken. Ik heb hem gezegdhet mag, maar moet dat nu hier Dat kun je overal doen. De kapitein van Köppernick verkleedde zich op het toilet. Ik heb hem wèl gevraagd Zijt ge een held Dat moet je zijn." En het kan niet anders of Walschap komt even op de kerkelijke ontwik kelingen. „De ontkerstening in België is waarschijnlijk even sterk als bij jullie in Nederland. Maar wij zijn discreter. Bij jullie wordt het meer ge ëxposeerd. Ik vind er in Nederland een deel onoprechtheid in zitten. Men kan niet met Rome en de kardinaal dermate overhoop liggen en toch r.k. gelovig zijn", meent hij. [\Jee, België is voor Walschap momenteel niet dat probleem, dat de Neder landers ervan schijnen te maken. Hij moet hartelijk lachen om de vele verhalen, die hem te binnen schieten uit het verleden. „Ja, ik spring van de hak op de tak. Maar toen mijn dochter Carla 10 jaar was heb ik haar meegenomen naar de film van de Baron van Münchhausen, ondanks het feit dat de zuster op school gezegd had Ga jij met je vader naar die slechte film Ik had in die tijd toch al niet zo'n beste naamEn ik kijken waar die slechtheid zat. Ja, er kwam zoiets als een blote vrouw in voor. Ik vroeg Carla nadien of zij het ook.een slechte.film vond. Nee, zei ze, maar ze kon zich wel voorstellen waarom de zuster dat gezegd had, want er kwam een houten engeltje zonder broekje in de film voor". Waarmee Walschap maar wilde zeggen hoe betrekkelijk alle opvattingen zijn, waarom we ons nu druk maken en onder censuur leggen. „Nee, ik ben geen libertijn, maar ben wel van mening dat de grootst mogelijke vrij heid de beste moraal oplevert". HENK EGBERS mij gelegenheid de wanden tegenover mij rustig in mij op te nemeneen gouache in blauw, een geweldig formaat foto van Gerard Kornelis van het Reve, verderop een in ouderwetse letters gedrukte, wat bedinnielde kaart met het opschriftBericht. In geval van brand, blijft kalm. Luistert naar en volgt uw leraar Als de taxateur verdwenen is, spreekt Hugo Raes nog een ogenblik in op zijn vrouw aangaande wat ze al of niet hadden moeten zeggen, dan glim lacht hij over zijn eigen temperament en laat zich weer ontspannen neer in zijn fauteuil. „Dat was dat, ja, eh Weet u, ik heb geen duidelijke kijk op mijn eigen werk, het is zo iets subjectiefs en onbewust-instinctiefs, dat ik het niet als oen criticus kan beoordelen, Van het Reve kan dat bijvoorbeeld wel. Maar ja, het is best mogelijk dat mijn werk objectiever is geworden, dat geloof ik wel. En de reden daarvan Nou, ik leid misschien een minder getourmenteerd leven dan vroeger, ben ook wat ouder geworden. En misschien ook wel dat ik met mijn tweede vrouw gelukkig ben. [Jet lijkt mij dat een van de aandriften van uw schrijven behalve eigen problematiek dikwijls een protest is. Ja dat is juistrevolte in het algemeen. Dat vind ik overigens een essen tieel iets voor een echt auteur. Alle grote auteurs werden in hoge mate ge dreven door revolte Céline, Genet, Boon, Miller, Norman Mailer, Multatuh, Peter Weiss De Sade, noem maar op. Bij mij is het revolte tegen de onmen selijkheid, de domheid, de bekrompenheid, tegen totems en taboes, tegen al wat ons autoritair opgelegd werd en wordt door grote en kleine pausjes en dictatortjes. Een revolte ook tegen de dood". YY/aar ligt bij u het begin van een boek In een gedachte of idee of een beeld of visioen dat dan andere beelden, associaties en gedachten op roept Ik zou zeggen bij enkele gedachten, die een verwantschap of een samen hang blijken te vertonen. Visionnaire beelden en associaties zijn er ook bij, ja". Ts er een verschil in ontstaanswijze tussen uw vroegere werk en dat uit de laatste tijd „Ja, misschien wel, ik geloof dat mijn laatste werk meer beredeneerd en bewust is ontstaan". VT/erkt U gemakkelijk of moeilijk, regelmatig of onregelmatig „Gewoonlijk duurt het lang eer ik aan een verhaal of een boek begin, maar als ik er eenmaal mee begonnen ben schrijf ik een verhaal of een hoofdstuk in één geut en dat is gewoonlijk de definitieve vorm, op enkele kleine wijzigingen na. Eigenlijk werk Ik dus moeilijk en gemakkelijk tegelijk en in elk geval onregelmatig". A Is U denkt aan eventuele literaire leermeesters, aan wie denkt u dan T „Nou, Edgar Allan Poe heeft me in het prilste begin tot schrijven opge wekt. Ik had het gevoel dat ik dat ook kon. Verder vooral Amerikanen en Engelsen, ook Fransen. Whitman, Miller en andere vitalisten en dynamische auteurs heb ik gretig gelezen omdat ze met mijn psychologisch type over eenstemmen. De meer meditatieve auteurs zeiden me minder. Toch heb ik van mijn zeventiende tot mijn zesentwintigste ongeveer nogal veel filosofie gelezen, ook cultuurfilosofie. Tegenwoordig lees ik veel minder." W/ie of wat leest u uit het Nederlandse taalgebied „Hermans, L. P. Boon, Van het Reve en Remco Campert lees ik altijd graag. Paul van Ostayen is meesterlijk goed. Ook Ivo Michiels en Jef Ge- raerts' laatste boek Gangreen-Black Venus vind ik minstens even sterk zowel letterlijk als figuurlijk als Jan Cremer. Een boek dat een grote bekendheid zou moeten krijgen. Een daverend boek, hoewel er zekere racis tische trekjes in zitten. Och, ik zou nog heel wat boeken en auteurs kunnen noemen, misschien maak ik er nog wel eens een boekje over zoals Henry Miller The Books in my Life." Wij komen te spreken over het engagement van de auteur. Raes zegt i „Ik vind dat iedere auteur de plicht heeft tot een zekere mate van geën gageerdheid". [Joe zou u die „zekere mate" nader willen bepalen „Ja, dat is moeilijk maar om een voorbeeld te noemenals het engage ment zo ver gaat als bij Harry Mulisch dan kun je beter politicus of politiek journalist worden." Dan dwaalt ons gesprek af naar het voor en tegen van onze vaderlanden. Of Raes in Nederland zou willen wonen - Over de ene kant wel, over de andere niet, want er is in Vlaanderen nog zoveel stof tot ergernis, die je inspireert. Laten we het dus. voorlopig op Vlaanderen houden. En Hugo Raes lacht zijn brede lach, de lach van de zeiler en de sportman die hij is en die de sympathieke mens in deze belangrijke auteur accentueert. WILLEM ENZINCK

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 31