codewoord Körbchen...
punt op 'n kaart...
het klopte allemaal
parade op D-day...
DE STEM VAN ZATERDAG 7 JUNI 1969
Vier hoofdofficieren, verbonden aan het hoofdkwartier
van de NAVO in Centraal Europa AFCENT in Limburg, heb
ben „de langste dag" zelf meegemaakt, als jongemannen.
Ze vertellen hun verhalen sober, onopgesmukt, wetend,
dat zij toen getuigen en medespelers zijn geweest in de
grootste landingsoperatie uit de geschiedenis.
Jacques Levij
VIER MANNEN OVER DE LANGSTE DAG
COMMANDANT J. SEELEMANN
LE HAVRE Een felle noordooster joeg
die nacht van 5 op 6 juni de golven in
Het Kanaal lioog op.
Een zomerstorm die de scheepvaart vrijwel
lainlegde. 's Nachts om half drie ging
luitenant ter zee J. Seelemann van de Duitse
Kriegsmarine, met enkele van zijn vrienden,
weg bij de aalmoezenier. Ze hadden het
gezellig gehad.
Zijn mijnenveger lag in de haven. Alles was rustig.
De 24-jarige zee-officier ging naar bed. Een uur later
maakte z'n oppasser hem wakker. „Onze radarstations
hebben grot.e vloot-concentraties ontdekt. De
invasievloot is onderweg. „Onmogelijk", antwoordt hij
slaperig. „Codewoord Körbchen is gegeven.
Bovendien is het bar slecht weer. Ga maar weer slapen".
Een uur daarna, de ochtend gloort reeds in het oosten,
wordt hij opnieuw wakker gemaakt. „Veertig mijl uit de
kust stoomt een reusachtige vloot op. U moet opstaan.
De motoren van de mijnenleggers lopen al warm".
Seelemann haalt zijn schouders op. Maar bevel is bevel.
Hij gelooft niet in die invasie, zeker niet met dit weer.
Twee dagen geleden heeft zijn flotille immers nog
mijnen geveegd in de baai. Dat betekent toch dat het
opperbevel ook niets gelooft van een invasie.
Inde kamer waar de marine-officieren altijd hun
opdrachten krijgen, heerst een wat opgewonden stemming.
Dus de marine heeft toch gelijk gehad. De geallieerden
staan op het punt te landen op de kusten van
Normandië. Het opperbevel heeft dat nooit willen geloven.
Maar wat weten zij van de zee-oorlog Om over de
mtuïtie van de Führer nog maar niet te spreken.
Ahe Duitse oorlogsschepen krijgen bevel Le Havre te
verlaten en zee te kiezen. Ze moeten de vijandelijke
strijdkrachten aanvallen en landingen verhinderen. Het
hotille waartoe ook de mijnenlegger van Seelemann
behoorde krijgt opdracht tussen Trouville en Caen mijnen
te leggen.
Onmiddellijk buiten de veilige pieren slaan reeds enorme
Solven over de nietige schepen. De eerste dieptebommen
gaan verloren. Mijnen spoelen van het achterdek,
beelemann geeft opdracht de snelheid op te voeren tot
'O knopen. In zijn hart is hij ervan overtuigd dat dit
gekkenwerk is. De geallieerden hebben wat hem betreft
geen slechtere dag voor de invasie Kunnen uitkiezen,
legen het geweld van de zomerstorm en de zee staat hij
machteloos met dit schip. De snelheid wordt
teruggebracht tot 8 knopen. Het flotille komt onder hevig
kanonvuur te liggen. Een vijandelijk slagschip heeft
ïe aanvallers ontdekt. Een voltreffer slaat in op de
aaumboot vlakbij. Er blijft niets van over. In nog geen
5®™' Is Hot schip met zijn bemanning verdwenen.
,1 ,'^e krijgt bevel naar de haven terug te keren. De
cneepjes kunnen niets doen. Zelfs de kanonnen kunnen
j, worden afgevuurd door de enorme golfslag.
afgemeerd is, gaat Seelemann ontbijten. Rust heeft
1 n'a'-Hij verbijt zich. Een wandeling over de pier
Po ,„,em n'et rustiger. De Duitse luchtmacht staat
nanij machteloos tegen deze overmacht. Hij klimt
ar de top van de 120 meter hoge watertoren,
e geeft hem een uniek uitzicht over de baai, tientallen
kilometers ver.
diü WOj<^': er stil van. Honderden en honderden schepen,
«enden vliegtuigen vallen aan. Slagschepen, kruisers
Hoi-6 andere typen marineschepen varen onophoudelijk
j? een hel aan die Normandische kust. Het lijkt of er
lime van schepen ligt, tot aan de Engelse kust.
sj aanlal beschermingseenheden is enorm. De witte
hü ?e." van de honderden snelle landingsvaartuigen ziet
een 'nva£ip ia begonnen. In een omvang en met
vertoon van materiële macht die hem te denken geeft.
oerwilde de geallieerden laten ianden en ze dan
VOrtrrr j scauxcci UCI1 IclltJIl iduucu CU ac Udti
sloon, vers'aan" gaat het door hem heen. „Een heel
Zo s ,s'ra'e®ie n.u ik zie wat dat betekent'.
Zo juni voor hem en zijn kameraden voorbij.
ALs h ig6en Partij vt|oi de vijand.
»aa« e W?er daarüP volgende dagen beter wordt,
viiaml i6! ann herhaaldelijk 's nachts door de
operat- j6 zee"verbindingswegen, mijnen leggend Een
maakt ui ^et sctlip °E bepaalde momenten hulpeloos
Dat7inti lun'.verliest hij op die manier zijn schip
Totj op ei§en mijnen. De bemanning wordt gered.
Le Ha, augustus kan hij met zijn nieuwe schip in
hnWi? ,„jlven. geallieerden bombarderen
tien-to u bestoken de bunkers van de boten met
„au""f. hommen. De eerste keer dat zulk een monster
tert hi,na' Lancaster ;s getroffen. Snel
ny dat er heel wat anders aan de hand is. Naarmate
no(fef"'eerC'e opmars vordert, vaart hij naar het
Vlissien ^°u'°®ne' Calais, Duinkerken, Zeebrugge,
'ngen. Als zijn land capituleert, ligt hij in Kopenhagen.
LT. KOL. D. S. McKECHNIE
ENGELAND 6 JUNI 1944. Voor lui-
tenant D. S. McKechnie, Royal Canadian Air
Force, commandant van een reus
achtige Lancaster-bommenwerper, begon
de dag van de invasie als alle andere dagen.
Hij was, met zijn volledig Britse bemanning,
gestationeerd op de tijdelijke basis Witchfoyd.
Sinds februari had hij niet minder dan 27
operationele vluchten gemaakt over
Europa. Hij had, onder andere, de vijftien
duizend ponders die zijn Lancaster kon
meenemen, op Berlijn laten vallen.
Dat was nou eenmaal allemaal deel
van de oorlog.
Voor de invasie, iedereen op de basis wist sinds zondag
4 juni dat die zou beginnen, werd niet speciaal getraind.
Waarom ook? Als de doelen bekend waren, punten op
de kaart, volgde de rest bijna als vanzelf in de routine
van dag en nacht. Gewoon weer een operatie. Meer niet.
Maar toch heerste er spanning. Teleurstelling, toen
zondagavond heel laat het bevel doorkwam de
vluchten 24 uur uit te stellen. Vanwege het slechte weer.
Per slot van rekening was er jaren gewerkt voor de
terugkeer van de geallieerden naar het Europese vasteland.
Nu zou moeten blijken of de luchtmacht dat Europa
stormrijp had gemaakt met de massale bombardementen
van belangrijke strategische punten.
McKechnie en zijn zeven RAF-mannen bouden de tweede
vlucht maken. Want wat nog nooit was gebeurd zou
op D-day een feit zijn. De toestellen zouden twee vluchten
maken, elke keer met andere bemanningen. Dat
verdubbelde het bommen-potentieel.
Verkenners wisten dat er een Duitse legerconcentratie
bij Bayeux lag. Dit is het doel van McKechnie's squadron.
Een half uur nadat de Lancasters van de eerste vlucht
boven Normandië terug zijn, heeft het grondpersoneel
de tanks weei gevuld. De bommenlast wordt snel
geladen. McKechnie gaat aan boord, met zijn bemanning.
Snel vliegt hij boven het Kanaal. De enorme
concentraties schepen ziet hij schuin onder zich. Het
is verboden over hen te vliegen.
De geallieerde luchtvloten hadden eigen wegen, voor het
aanvliegen en terugvliegen. Bij Port-En-Bessin passeert
de Lancaster de kustlijn. Kleine explosiewolken op
aarde duiden op de oorlog die er aan de gang was.
Verder niets.
Vijandelijke tegenstand is er niet. „Hardstikke fijn
om bij de luchtmacht te zijn", merkt de eerste kanonnier
lakoniek op. Toen het doelgebied naderbij kwam,
werd het grondzieht steeds minder.
De navigator waarschuwt dat het doelgebied vrijwel is
bereikt. Toen de rode lamp aanflitste drukte de
bombardier op de knoppen. De bomluiken waren al open.
De zware Lancaster steigert in de lucht, vierduizend
meter hoog. De bommenlast van vijftien ton suist naar
de aarde. Met een grote bocht brengt McKechnie zijn toestel
in de voorgeschreven thuisroute.
Een routinejob. Geen luchtafweergeschut, geen
vijandelijke jagers, Het is alsof men met een lijnvliegtuig
reist. Slechts de voortdurende lichtflitsen op de grond,
de enorme concentratie vliegtuigen van de meest
uiteenlopende typen, allemaal dezelfde kant op koersend,
de vlootconcentraties op zee van de Britse zuidkust
tot aan de kusten van Normandië, wijzen erop dat er iets
bijzonders aan de hand is.
Voor de mannen die tot dan toe vrijwel dagelijks zwaar
verdedigd vijandelijk gebied hadden moeten bombarderen,
is het een uitje, een job om de vingers van af te
likken. Een „lichte trip".
Later in juni werd dat anders. Toen moesten
olie-Taffinaderijen, bruggen en spoorwegknooppunten in
het Pas de Calais het ontgelden. Normandië moest
onbereikbaar worden voor de Duitse versterkingen.
McKechnie haalde het eind van de oorlog. Een
dienstplichtige Canadees, op de dag van de invasie 21 jaar.
Hij verliet de luchtmacht na de overwinning van de
geallieerden. Studeren aan een universiteit. Daarna besloot
hij „beroeps' te worden, in de Royal Canadian Air Force.
Een forse man, niet erg spraakzaam. Sterk in het
„understatement", de kunst om het eenvoudig en zonder
overdrijving te zeggen. Hij is nu luitenant-kolonel.
Werkt op de operationele staf van de luchtmacht van de
NAVO, bij AFCENT in Limburg.
25 jaar geleden was hij „erbij", hoog in de lucht. Voor hem
en zijn bemanning was het een „gemakkelijke dag".
BRIGADE-GENERAAL J. R. CAOE-BROWNE
GOLD BEACH Langzaam, uiterst nauw
keurig navigerend, stoomt het Britse fregat
King's Mill in de vroege ochtend van dinsdag -«
6 juni 1944 naar de vastgestelde positie
voor de knst van schiereiland Normandië.
Gold Beach, een codenaam voor het
landingsgebied, wordt werkelijkheid als de kust
zich gaat aftekenen. Een stuk strand
waarop de vijftigste divisie zal moeten
landen. De 69ste brigade is een onderdeel
van de genie.
Hiervoor heeft de 27-jarige majoor J. R. CAVE BROWNE,
commandant van de 233ste fuel engineer Company,
ruim vier jaar gewerkt en gezwoegd. Nog een keer terug
naar Europa's vasteland In die sombere, uitzichtloze
meidagen van 1940 was hij een van de laatsten die het
bloedige strand van Duinkerken kon verlaten. Nu staat hij
op het punt terug te keren.
Ze gaan, vrijwel als eersten, aan land. Het is 7,25 uur.
Cave Browne staat op het dek van het commandoschip,
samen met artilleriecommandant Knox. Een ruwe zee is
bedekt met schepen, zover het oog reikt.
Het luchtbombardement van de Duitse kustbatterijen
en de talloze versterkingen speelt zich als het ware
vlak voor hem af. Oorlogsschepen van allerlei typen
openen de beschieting van Gold Beach. De wolken van de
inslagen zijn duidelijk waar te nemen. De aanvallende
vliegtuigen volgen duidelijk speciale koersen. Het lijkt
wel of zij op wegen in de lucht vliegen.
Het hele patroon van de ivasie, voorzover hij het kan
waarnemen, komt hem uiterst bekend voor. Wat zich in
enkele jaren in honderden bureaus van staven heeft
ontwikkeld, wordt hier praktijk. Alles is tot in de kleinste
bijzonderheden ingestudeerd. Het is precies wat hij had
verwacht. De bestudering van duizenden luchtfoto's
van deze kust, de aanval in Engeland op nagebouwde
Duitse versterkingen, het klopt allemaal.
Cave Browne is zich alleen maar bewust van zijn verbazing.
Hij ziet de landingsboten de kust naderen. Ze stoten
op het strand. Golf na golf. Er wordt duidelijk gevochten.
Erg zwaar schijnt de tegenstand echter niet te zijn. Wel
zijn er moeilijkheden met de duizenden betonnen ruiters
en de mijnen en boobytraps. Cave Browne en Knox,
en met hen vele anderen, kijken zonder onderbreking.
Bang zijn ze niet. Het schouwspel is te geweldig om je te
realiseren dat deze landingen duizenden levens kosten.
7 uur. De BBC-omroeper vertelt dat de invasie is begonnen
en dat machtige geallieerde strijdkrachten bezig zijn
de stranden van Normandië te bezetten. Een koele,
zakelijke stem. De Duitse radio meldt dat er „aanvallen"
worden gedaan door de vijand bij de kust van Normandië.
Over de invasie geen woord.
Later besefte Cave Browne, dat niet alles geheel volgens
het boekje verloopt. De genie slaagde er niet in de met
springstoffen geladen schepen tegen de kustbarrière te
laten exploderen. Ze ontploften door treffers van Duits
vuur. Vele officieren en mannen van de 50th Yorks
verloren daarbij het leven.
Om 7.45 uur scheept Cave Browne zich, met de andere
commanderende officieren, in op een landingsboot.
De storm joeg het water in de Seine-baai hoog het
strand op. De LCM vaart snel naar de kust. Drijvende
mijnen kan hij duidelijk zien. De betonnen-ruiters zijn lang
niet allemaal opgeruimd. Lijken liggen in het water,
evenals kapotgeschoten voertuigen en veel
uitrustingsstukken. Voor het eerst voelt hij angst. Hij
beseft volkomen hulpeloos te zijn.
Eindelijk stoot de boot op het strand. Snel gaan de
officieren aan land. Zijn mannen werken hard om
doorgangen te maken. Cave Browne heeft weinig te doen.
Het grote wiel dat invasie heet is aan het draaien, volgens
plan. De tegenstand op het strandgedeelte, dat hem en zijn
mannen is toegewezen, is gering. Hij kijkt, geeft hier en
daar wat aanwijzingen.
Hij gaat in zijn jeep zitten. Geeft de chauffeur opdracht de
rechterflank van het opmars-gebied te verkennen. Het
wordt hem allengs duidelijk dat er veel doden zijn. De
jeep dwaalt te ver van de eigen linie af. Plotseling schoten.
Een hinderlaag. Met veel geluk komen zijn chauffeur en
hij eruit.
Duitsers ziet hij de hele dag bijna niet. Wel Franse burgers.
Maar de meesten houden zich schuil, 's Avonds is de
opmars genaderd tot de weg Bayeux-Caen. Vooral rond
La Rivière wordt zwaar gevochten. Het luchtbombardement
heeft er de Duitsers niet kunnen verdrijven. De mannen
van het zesde Queen Highlands ondervinden echter heel
weinig tegenstand.
Als de a-vond valt van „de langste dag in de geschiedenis"
heeft zijn compagnie genietroepen ongeveer tien procent
van haar sterkte verloren.
KOLONEL J. L.GUDE
UTAH BEACH John L. Gude zou veeboer
worden. Hij was ervoor opgeleid.
Tot de aanval van Pearl Harbour door de Jappen.
Toen ging het met John, evenals met
honderdduizenden andere Amerikanenen,
heel anders dan ze gedacht hadden.
Gude werd soldaat. Hij werd naar Engeland
gestuurd. Eerste luitenant van de infanterie,
vierde divisie. Een typische Amerikaanse
jongeman, rijzig, joviaal, alles voor
mogelijk houdend.
Van maart af heeft hij met zijn mannen „de invasie
geoefend" op Slapton Sands. Tot ze er beroerd van werden.
Een reproductie van Utah- Beach, met inundaties en al.
De eerste slachtoffers vallen bij die oefeningen. Er werd
met scherp geschoten. Alles moest zo „echt" mogelijk
lijken.
Met verbazing ziet hij, aan boord van het troepenschip,
welk een macht aan materiaal en mensen zijn land uit
Engeland naar Normandië stuurt. In de ochtend van 6 juni
nadert men de kust. Het bombardement, vanuit de lucht
en vanuit de woelige stormachtige zee, is verschrikkelijk.
Voor zijn ogen spelen zich de landingen af. In massa
sturen de Amerikaanse bevelhebbers de jongens, die alleen
maar Frankrijk kennen als een naam, naar de stranden.
Het gaat allemaal alsof het een oefening is. Teks-tboek-werk.
Het lijkt onwezenlijk. Voor hij het weet zit hij met zijn
mannen in een landingsboot.
Plotseling ziet hij het verwrongen lichaam van een man
voorbijdrijven, een neergeschoten en verdronken
Amerikaanse piloot. De eerste dode die hij in zijn leven ziet.
„Een man", roep hij ontzet. De boot vaart door. De invasie
is op dat moment eigenlijk pas goed begonnen voor de
23-jarige luitenant Gude. Hij zal dit nooit meer vergeten.
De compagnieën landen als combatteams. Alles is bekend
aan land. Van de foto's, van de maquettes en van het
nagebouwde strand dat ze herhaaldelijk in Engeland hebben
bestormd. Vlammenwerpersploegen gaan vooraf. Het loopt
allemaal als een klok. De tegenstand is nihil.
Achter het strand is het land geïnundeerd. Als de pieren
achter hen liggen, gebeurt er iets verbazingwekkends.
Het is alsof de oorlog, no-g maar net echt begonnen, even
wordt gestopt. De bevelhebbers nemen een soort parade af.
Er wordt geformeerd volgens de normale indeling.
A-compagnie, B-eompagnie, C-compagnie. De combatteams
worden uit elkaar gehaald, de infanterie-onderdelen
vormen zich weer normaal. Later begrijpt hij dat dit
catastrofaal had kunnen zijn, als de vijand aanvalskracht
zou hebben gehad in deze sectie.
De kanonnen van het slagschip „Texas" leggen een
barrière van gloeiend staal voor hen uit. Het vijandelijk
vuur is tamelijk precies, hoewel sporadisch. In de verte
wordt de kerktoren van Montebourg geraakt. Stort in.
De uitkijkpost van vijandelijke waarnemers is daardoor
verdwenen. Goed werk van de jongens van de Texas
In de namiddag trekt zijn C-compagnie het zwaar
geteisterde Ste Mère E-glise binnen. Vrijwel de eerste
landingstroepen, die contact maken met de para's die er in
de nach-t van vijf op zes juni uit de lucht kwamen vallen,
midden in het dorp, midden in een Duitse legereenheid.
Overal doden, De burgers juichen. Ondanks hun ellende.
Temidden van hun verwoest dorp. Aan alle kanten rook
en vlammen en verwoesting. In de bomen hangen de
parachuten. Vaak nog met de dode para's eraan. Gude ziet
het, maar het dringt niet tot hem door.
Een Franse boer biedt hem een calvados aan, de koppige
vruchtenwijn van de streek. Boy, terrific. Hij heeft alleen
benzine om terug te geven. Die wordt dankbaar aanvaard.
Voor het eerst in zijn leven is Gude in een land waar geen
Engels wordt gesproken. Merkwaardig hoe gemakkelijk
de mensen elkaar desondanks verstaan. Het enthousiasme
van die drukke Fransen verbaast hem. De invasie is voor
hem een „job". Pas veel later, als de grote opmars door
Frankrijk en België in volle gang is, als de vreugde van de
Parijzenaars zich over hem heeft uitgestrooid, begint het
voor hem duidelijk te worden wat „de bevrijding" eigenlijk
is voor de Europeanen, die zo lang onder het nazidom
hebben gezucht.
Die eerste dag van de invasie is hij de Amerikaanse
collegeboy van het platteland. Hij weet nog niet, dat er een
militaire loopbaan voor hem in het verschiet ligt. Die hem
zal brengen dwars door Europa, naar Korea, naar Vietnam.
En weer naar Europa. „Als de jongen van de boerderij
eenmaal in Parijs is geweest", zegt hij nu, „kan hij
toch niet meer naar die boerderij teruggaan".
Hij heeft tientallen onderscheidingen. Hij herinnert zich
die dinsdag 6 juni 1944 nog heel goed Het zware vechten
kwam pas later. Toen de Duitsers van de verrassing
bekomen waren. Maar die parade op D-day
Onbegrijpelijk.