Commentaar OOK VOOR DE TDD VAN DE KOLONELS "Z": symbool voor democratie DE VEROUDERDE KAART DIE NEDERLAND HEET N' NIEUWSWAARDE VASSILIS VASSILIKOS RAFELDE MOORD OP LAMBRAKIS UITEEN DR. CORN. VERHOEVEN: De "andere" mens Ruimte-geheimen Belediging Autoriteiten Wraak N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN .PEjJONGEN |N®NG^L|NGEN^P\VU EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN ^ILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN EN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN, .PEILINGEN .PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENPEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN In een artikel dat preludeert op het congres van de Vereniging van Ne derlandse Gemeenten, volgende week in Den Haag, ontwikkelt pro fessor Stalpers een optimistische visie op de mens van de toekomst. De burger in de stad van morgen" ziet hij als een mens zonder bourgeois- kenmerken: een individu dat een goed belegde boterham en een autootje kan waarderen, maar zich daarmee zeker niet meer tevreden zal stellen. Die mens van de toekomst, meent hij, zal daadwerkelijk aan politiek doen, zichzelf trachten te ontdekken en te verwerkelijken en oprecht bekom merd zijn om wat de maatschappij is en worden moet De indolentie die men momenteel nog in brede kringen van onze va derlandse samenleving aantreft, schijnt geen aanleiding te geven om professor Stalpers enthousiast bij te vallen. Niettemin zou men kunnen zeggen, dat de toekomst toch al een beetje begonnen is. Wie de acties van de studenten alleen maar ziet als onvolwassen opstandigheid, ver gist zich. Wie de beweging in de kerk alleen maar wil zien als een on verantwoord vooruit hollen, vergist zich eveneens. Aan alle verschijnselen die de huidige samenleving beroeren en waar bij vrijwel een ieder zich, mede door een snelle en suggestieve publiciteit, direct betrokken gaat voelen, ligt meer ten grondslag dan uitsluitend een stukje negatieve onvrede. Men moet, bij afwijzing overigens van wat in het protest uit primitieve of hautaine reacties voortkomt, bereid zijn achter de verschijnselen te kijken. Daar vindt men dan vaak een begrijpelijke afkeer tegen wat in een welvaartssamenleving aan egoïsme en gemakzucht tiert, een wellicht nog ongerichte, maar zeker niet laakbare wil om het anders te gaan doen.- In al zijn krampachtigheid bevat datgene wat dagelijks boeit, shockeert of ergert toch al de kiemen van een ontwikkeling die professor Stalpers ziet en waarvan die „andere mens" het produkt zou moeten zijn. Een te optimistische visie? Misschien. Maar in elk geval geen reden om door dik en dun met banvloeken te smijten en de plaats rust als de beste plaats te bestempelen. TT et blijft een boeiende bezigheid zich af te vragen, hoe het komt dat sommige gebeurtenissen als groot nieuws gelden en andere gebeurtenissen, meestal op andere plaatsen en wat verder van het centrum af, onopgemerkt blijven. Daarover is een tamelijk simpele theorie in omloop, die ongeveer als volgt luidt: het gewone is geen nieuws; nieuwswaarde heeft al leen datgene waj. vg^l, de..gewone gang van zaken afwijkt of wat veranderingen aanbrengt in een bestaand patroon,Wie-weilig van zijn werk thuiskomt, vertegen woordigt geen nieuwswaarde, wie een kolossale kettingbotsing ver oorzaakt wel. Alleen het uitzon derlijke of ellendige komt in de krant of op de televisie. Wie dus op grond van de k'ranteberichten concludeert, dat de wereld één grote poel van ongeluk en verderf is, vergist zich deerlijk. Hij ver geet dat er ook nog veel moois in de wereld is; maar dat komt nooit in de krant tenzij het weer spec taculair mooi is. Dat binnen het spectaculaire het ellendige veel- vuldiger voorkomt dan het mooie, wie zal dat ontkennen, maar we leven nu eenmaal in een gebroken wereld etc. Een gaaf stukje prietpraat, zo'n theorie. Wat zij nauwelijks aan raakt is het punt van de selectie binnen alles wat spectaculair is en nieuwswaarde heeft. Wie een willekeurige maandagkrant open slaat, moet tot de conclusie komen dat de belangrijkste gebeurtenis sen uit het weekend dodelijke bot- Nieuwswaarde is het vrij exacte tegendeel van blijvende waarde. We kunnen niet zonder meer zeg gen dat de nieuwsmedia de ge schiedenis en de vooruitgang op spectaculaire wijze versneld heb.- ben. Nieuwswaarde is waarde voor het medium, niet voor de geschie denis en het is een beetj| naïef te veronderstellen dat deze twee din gen altijd en noodzakelijk moeten samenvallen. De geschiedenis blijft goeddeels buiten het nieuws, niet omdat zij daaraan wordt onttrokken door lichtschuwe machten, maar om dat zij pas herkend wordt als ze voorbij is of in randverschijnselen uitwaaiert. Publiciteitsmedia lo pen altijd het risico de randver schijnselen als het centrum te be-, schouwen. Dat is niet Kèt gevolg van enige domheid of boos opzet, maar van de beperktheid in het verschijnsel nieuwswaarde. Wie nu, om een recent voor beeld te noemen, de publiciteit rond de gebeurtenissen in en bij het Amsterdamse Maagdenhuis als graadmeter voor'het belang daar van zou nemen, is het slachtoffer van een voor de massa-media ty perend gezichtsbedrog. De zaak waar het oorspronkelijk eventueel om ging, is er niet door bevorderd, zo lijkt het. Er zijn wat spectacu laire randverschijnselen geprodu ceerd. Er is daarbij, zoals in de hoofdstad eerder regel dan uitzon dering is, zeer duidelijk op de ca mera gespeeld. De media hebben deze gebeurtenissen gemaakt. Zonder hun magisch oog en hun aanmoediging zouden deze ge- singen en voetbalwedstrijden zijn. Is het toevallig dat beide gebeur tenissen verband houden met de wije tijd? In het weekend is nieuwswaarde iets anders dan door de week. Er gebeuren andere din gen. Maar vooral: ook de nieuws media liggen stil of werken op halve kracht. En zij zijn het die ie nieuwswaarde van de gebeur tenissen voor een groot deel bepa len, niet zozeer door hun kritische selectie als wel door het feit dat zi] de gebeurtenissen verslaan. De publikatie van een gebeurte nis verandert die gebeurtenis op een ingrijpende wijze. Dat is een zeer oude waarheid, waarop het antl^e .eP?s al steunt. De strijd om Troje is belangrijk geworden door de Ilias van Homerus, de jongens die daar vochten zijn door de epische lof tot helden gewor- n;Gelijktijdig nieuws heeft deze in een verhevigde mate: hot beïnvloedt niet alleen de be oordeling van de gebeurtenissen achteraf, maar ook de loop daar van En dat is nog zacht uitge drukt; we zouden zelfs kunnen eggen, dat de media de gebeurte nissen uitlokken en scheppen. aaF staat tegenover dat zij die goeddeels ook weer ongedaan ma- er geen televisie was, o-oK een aantal dingen nooit f™eurd «in en zouden een aantal SohaThebC. meM consequenties rcS?1 een me(üum nieuwswaarde .?n een gebeurtenis, zegt S niets over het belang daarvan. beurtenissen een ander verloop hebben gehad. Zij zouden minder spectaculair zijn geweest, minder tot randverschijnselen geleid heb ben en dus, zouden we kunnen zeggen, meer effect gehad hebben in de richting van het beoogde doel. De nieuwswaarde die er nu aan gegeven is, moet dus in min dering gebracht worden op hun historische waarde, zoals, wie weet, de geweldig aandacht die aan de eerste harttransplantatie besteed is, de medische activitei ten van de heer Barnard ingrij pend benadeeld, als zij al niet zijn hele leven ontwricht heeft. Deze wat vervelende conclusie is moei lijk te vermijden. Zij komt niet overeen met de gebruikelijke theorie, dat nieuwswaarde afge leid is van historische waarde. Zij is daar in veel gevallen niet van afgeleid, maar eraan onttrokken. Deze paradox hoort bij de ge compliceerdheid van ons bestaan. Wie er geen oog voor heeft, loopt gevaar het slachtoffer te worden van een stevige frustratie. Hij gaat denken iets gedaan te heb ben, terwijl hij in werkelijkheid alleen maar bijgedragen heeft aan een schouwspel. Het medium, dat dit schouwspel registreerde, is dan geen medium-middel meer, maar doel op zich. Ik zie dan ook wer kelijk geen principieel verschil tussen de jongeren, die zo be kwaam op de camera spelen en de door hen zo verfoeide ouderen die in hun luie stoel, vol overga ve, naar het programma zitten te gapen. Vassilis Nassilikos Tn vele boeken en van ontelbare spreekgestoelten wordt tegen het kolonelsbewind in Griekenland de aanklacht geuit, dat het de oppositie in eigen land met geweld onder drukt en het regiem onwelgevallige personen in de gevangenis gooit of verbant. In enkele Europese landen, waaronder Nederland, heerst sinds enige tijd bij velen de mening, dat er voor Griekenland voorlopig geen plaats meer is in de Europese ge meenschappen zolang in het land de rechten van de mens en de demo cratie niet in voldoende mate zijn hersteld. Het Griekse bewind wordt alom in Europa aan de verachting prijs gegeven, dat het eeltachtig ongevoe lig is voor de rechtmatige politieke verzuchtingen van het Griekse volk. Dit probleem speelt in Griekenland niet alleen sinds de dag dat de ko lonels de macht overnamen. Lang daarvoor werden de Griekse rege ringsleiders ervan beschuldigd de grondbeginselen van de democratie met voeten te treden. rje jonge schrijver Vassilis Vassili- kos, die nu in ballingschap in Pa rijs woont, heeft daarvan in zijn be gin mei in Nederland verschenen roman „Z" een voorbeeld willen geven. In deze roman, waarin lyrische ontboezemingen afgewisseld worden door gevoelens van onmacht, wan hoop, twijfel en angst, laat Vassili- kos met vlijmscherpe pen zien dat het raderwerk van de rechtse macht ook al voor de putsch van Patakos en Papadopoulos bestond en in niet geringe mate geleid heeft tot de treurige omstandigheden in het land. XJet schrijven van „Z" is voor Vas- silikos zeker niet alleen een po litieke daad geweest. Het is ook een literair werkstuk. Wat „Z" een zo geheel eigen toon geeft is de liefde van de schrijver voor zijn volk. Hoe wel hij in enkele gevallen wel de indruk wekt te idealiseren, tekent hij zijn hoofdfiguur, het in 1963 ver moorde parlementslid Lambrakis, toch ook af met ai zijn zwakheden en doet hij de lezer vooral verstaan hoe het verdragen van de grofste vernederingen, ook de kracht kan zijn van een mens. Het zal voor de jonge schrijver een verlichting ge weest zijn deze gebeurtenissen die zinloze moord en de vernederin gen die zijn geestgenoten hebben moeten doorstaan neer te schrij ven en er zich zo van te bevrijden. IXoe het probleem door hem zelf wordt beschouwd en in hoeverre het een volmaakt sluitende getuige nis is van een zes jaar geleden ge beurd feit kunnen wij niet beoor delen. Wel is het een roman die op wekt, die als het ware inspireert tot aktiviteit en nadenken. Een feit is, dat wij Nederlanders, het zuidelijke temperament van de Grieken missen en de omstandigheden in het land niet aan den lijve kennen. Uit de beschrijvingen van Vassi- Iikos krijgt de lezer in ieder geval wei informaties over het dagelijkse leven in Griekenland, die in het ka der van de berichten die wij de laatste jaren uit dit land te horen krjjgen, erg authentiek aandoen. PIERRE PETIT Henny Scheepmaker. Prijs 13.75. Vassilis Vassilikos„Z" - Uitg. door Bruna. Vertaald uit het Frans door a de geslaagde maanvlucht van de Apollo-10 zou men graag de balans willen opmaken van de Amerikaanse en Russische vorderingen op het gebied van de ruimtevaart. Bij gebrek aan gegevens is dit onmogelijk. Terwijl de Amerikanen hun plannen gedetailleerd in de openbaarheid brengen, houden de Sovjets de spanning erin. Naar hun feitelijke pro gramma mag men raden. Het enige dat we van hen te weten komen is dat de jongste Soyoez-vluchten nieuwe mijlpalen waren op de weg naar de socialistische overwinning en dat het volk van de Sovjet-Unie als één man achter de vredeswil van de ruimtevaarders staat liever zouden we horen of er maanvluchten op het programma staan, of dat we (bijvoorbeeld) op een ruimtestation mogen rekenen. Wat ge detailleerde gegevens kunnen geen kwaad. Ze zouden bovendien het vermoeden kunnen liquideren dat de Sovjets onder democratie iets anders blijven verstaan dan de Amerikanen. (Van een onzer redacteuren Bijna zes jaar geleden, op 22 mei 1963, werd de Griekse hoogleraar in de medicijnen aan de Universiteit van Athene, Grigoris Lambrakis, vermoord toen hij als afgevaardigde van de linkse EDA-partij in Saloniki verbleef. Hij zou er een vergadering hijwonen van pacifisten, maar werd midden op straat overreden onder de ogen van een onbe wogen toekijkende politie. Deze was medeplichtig aan de vorming van uiterst rechtse groeperin gen, die zij zelf had geholpen met het organiseren van een nationalis tische „contra-manifestatie". Zolang het geen personen met een internationale bekendheid als Kennedy betreft, worden politieke'nidStdén doorgaans snel vergeten. Maar de dood van Lambrakis veroorzaakte grote beroering bij het Griekse volk en hij werd al gauw een symbolische figuur. Weldra weerklonk door heel Griekenland de kreet„Lambrakis zei" Lapibrakis leeft. „Zei" betekent in het Grieks „hij leeft". Het werd één woord „zei" daarna één letterteken„Z" dat op muren werd gekalkt, het wachtwoord voor allen die nog op een democra tische toekomst hopen. De jonge schrijver Vassilis Vassili kos heeft deze moord uiteengerafeld. Dankzij een goede bekendheid met de streek en het feit, dat hij de 5000 bladzijden tellende gerechtelijke dos siers minutieus heeft bestudeerd, luk te het hem het mechanisme op te sporen dat van een man een moorde naar maakt en van zijn kaste zijn medeplichtige. Om zijn boek, dat hij Z noemde, in Griekenland te kunnen laten ver schijnen veranderde Vassilikos de na men van de hoofdpersonen. Namen van mensen die nu hoge posities be kleden. De Nederlandse editie van het boek houdt deze pseudoniemen aan, maar in de loop van dit verhaal zullen wij de identiteit van de voor naamste betrokkenen onthullen. Al begin 1963 heeft Lambrakis zich de woede van de Griekse royalisten op de hals gehaald. Als voorzitter van de Griekse delegatie voor de vrede en ontwapening was hij in die tijd In Londen waar de Griekse koningin Frederika een officieel bezoek bracht. Lambrakis nam toen de bemiddeling op zich om voor Betty Ambatiélos, de vrouw van een politieke gevangene die al 17 jaar achter de tralies zat, audiëntie aan te vragen. Toen zijn verzoek werd afgewezen, scheurde Betty Ambatiéles de jurk van de ko ningin kapot. Het Griekse konings huis stelde Lambrakis voor deze be lediging verantwoordelijk. Een maand later loopt Lambrakis, met zijn sjerp van afgevaardigde om, alleen de mars voor de vrede van Marathon naar Athene, hoewel de re- rechtse figuren in Griekenland te po- gering deze mars ten strengste ver boden had. Lambrakis werd voor vele rechtse figuren in Griekenland te po pulair en te machtig. In hoge politie- en legerkringen besluit men Lambra kis uit de weg te ruimen. Enkele weken later, op de avond van de 22ste mei, wordt hij in Salo niki door een gemotoriseerde driewie ler in volle vaart tegen de straat ge smakt en overreden. Zwaar gewond wordt hij naar een ziekenhuis over gebracht waar hij drie dagen later sterft zonder bij kennis te zijn ge weest. „Een betreurenswaardig ongeval" verklaren de autoriteiten. Maar vanaf het eerste moment leek het er al op, dat het om een zorgvuldig voorbe reide zaak ging, die door de plaatse lijke politiechefs en enkele generaals in elkaar gezet was. Vassilikos beschrijft nauwgezet hoe alles in zijn werk is gegaan. De voor bereiding en de wijze waarop achter af van alles geprobeerd is om de zaak te verdoezelen, doen in alle opzichten denken aan de methoden die in het fascistische Duitsland gebruikt wer den. De plaatselijke autoriteiten had den de beschikking over een onder- wereldje van kooplui, bootwerkers en dokwerkers van wie zij ten alle tij den de vergunning tot het uitoefenen van hun beroep konden intrekken. Op die manier werden Yangos (waarlijke naamSpyros Gotzama- nis), een boodschappenjongen die te arm was om zijn wagentje te kunnen onderhouden en Vagos (Emmanuel Emmanouilides), een handelaar in kinderfietsjes, aangewezen om Lam brakis te vermoorden. Aan de aanslag gaat een golf van rechtse terreur vooraf. Personen die van linkse sym- pathiën worden verdacht en zelfs toe vallige voorbijgangers worden gemo lesteerd en zwaar mishandeld door oproerkraaiers terwijl hoge politie functionarissen op een afstand goed keurend toekijken. Deze personen zijn in het verhaal van Vassilikos o.m. „de generaal", Constatin Mitsou, ge neraal van de militaire politie in Noord-Griekenland; „De Mastodon", de commissaris van politie in Salo niki, Emmanuel Kapelonis en de „Ichtyosaurus", Xenophon Yiosmas, hoofd van een extreem-rechtse orga nisatie die een zelfde gehoorzaamheid eist als indertijd de nazi's. Ook de commandant van de koninklijke ma- rechausse Vardakoulis en het hoofd van de veiligheidsdienst van Saloniki hebben een groot aandeel in de moord op Lambrakis. Al deze hoog geplaatste figuren maken het de rechter van instructie Christos Sartzetakis, die daadwerke lijk van plan is de zaak goed aan te pakken, vrijwel onmogelijk, een on derzoek in te stellen naar de waar lijke toedracht van de aanslag. Niet temin stapelt het bewijsmateriaal te gen de hoge heren zich steeds hoger op. Dat is voor de procureur van de Grote Aeropagus in Athene, de heer Constantin Kollias, een aanleiding om naar Saloniki te gaan waar hij de rechter van instructie probeert te be ïnvloeden. De poging komt hem ech ter later op een ontheffing uit zijn functie te staan. Maar niet voor lang. Zes maanden later wordt hij weer in ere hersteld en hij vervult thans de zeer hoge functie van president van de raad van de militaire junta. Zo vergaat het ook de vele hoge politiefunctionarissen die ten nauw ste bij de moord betrokken zijn en wier positie steeds onmogelijker wordt. Zij worden uit hun ambt ont zet en tijdelijk in afwachting van het proces gevangen gezet. Maar wel worden eerst de strafcellen waar in ze opgesloten worden speciaal voor hen verbeterd en voorzien van alle gewenste comfort. Tijdens het proces blijft de politie een welbeschermd front vormen waar slechts afwijzing en stilzwijgen heer sen. Twee belangrijke getuigen die de moord hebben zien gebeuren wor den zelfs gevangen gezet op grond van een aanklacht wegens laster in gediend door een wegens zijn aandeel in de aanslag op Lambrakis ontslagen hoofdcommissaris. Vrijwel alle ver dachten worden vrijgesproken. De betrokken politiefunctionarissen blij ven echter wel uit hun functie ont slagen. Dankzij misleidende propaganda, knevelarij, intimidatie en valsheid in geschriften bleef de nederlaag voor de rechtse elementen in Griekenland nogal beperkt. Maar zeker niet on gewroken Onmiddellijk na de greep naar de macht van de junta in april 1967 wordt de rechter van instructie Chris tos Sartzetakis, die belast was met de zaak Lambrakis, ontheven van zijn post als officier van justitie in Salo niki. Hij krijgt geen schadevergoeding en hem wordt een verbod opgelegd om het land te verlaten. Tevens wordt hem een beurs afgenomen die hem in staat gesteld zou hebben naar Frankrijk te gaan om een promotie voor te bereiden. De Griekse autori teiten staan hem voorts niet toe zijn beroep van advokaat uit te oefenen. En kort daarop verklaard Georges Papadopoulos het decreet van 23 no vember 1963 nietig, dat de generaal van de militaire politie in Npord- Griekenland uit zijn funktie ontsloeg. Samen met een groot aantal ontsla gen politiefunctionarissen worden zij in ere hersteld en weer bij de politie aangesteld. Na de dood van Lambrakis werd de bekende componist Mikis Theodorakis afgevaardigde in het parlement. Hij nam de plaats van Lambrakis in. Hij organiseerde een jeugdbeweging met ongeveer 20.000 mensen. Het symbool van die beweging was „Z" een pacifistische beweging. De gevestigde orde noemde haar echter communis tisch. En Theodorakis zit nog altijd als banneling in het geïsoleerde dorp Zatouna. Ziek en onder voortdurende militaire bewaking (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG De kaart van Ne derland is verouderd. Het wordt tijd dat daaraan iets gedaan wordt. Zo denken tenminste verschillende po litieke partijen, die willen afstappen van de bestaande indeling in elf pro vincies en in, ruw gerekend, 900 ge meenten. Zoiets is uit de tijd, aldus de P.v.d.A., de Politieke Partij Radi- kalen en D'66. De andere partijen zijn nog niet zo ver, maar denken en praten toch regelmatig over grotere bestuurs- eenheden, over een herindeling van een groot aantal gemeenten, over bovengemeentelijke instituten, over al of niet volledige districtenstel sel voor verkiezingen en dergelijke. Er is dus wel wat gaande. Waar schijnlijk wel zoveel, dat straks de kaart van Nederland een totaal nieuw gezicht krijgt. Dat de aardrijkskun- deboekjes en de aardrijkskundelessen veranderd zijn. De discussie over de bestuursin- deling van Nederland is niet van de laatste dagen. De vaderlandse ge schiedenis is er vol van: de staten van Holland enz., de republiek, de generaliteitslanden en ga zo maar door. Nog niet zo lang geleden werd zelfs nog serieus gedacht aan het oprichten van een twaalfde provincie Zover is het natuurlijk nog niet. Er zal nog heel wat water moeten stromen door de Westerschelde, de Waddenzee, het IJsselmeer rond Mar ken en Volendam, de Maas, IJssel en dergelijke, voordat de elf provin cies inderdaad samengegroeid zijn tot pakweg zeven, zes, vijf of nog minder gebieden: regio's in politiek Nederlands genoemd. Toch is er heel wat gaande. De Dr. Wiardi Beekmanstichting kwam onlangs met een goed, door dacht rapport over de herindeling van Nederland. Voorgesteld werd on der meer de elf provincies op te hef fen en daarvoor in de plaats de re gio's Noord, Oost, Noord-west, Zuid west en Zuid in het leven te roepen. Het rapport van de Dr. Wiardi Beck- manstichting sprak ook over een wer kelijk rigoureuze aanpak van de be staande gemeentelijke indelingen. Wordt dit ooit werkelijkheid, dan blij ven er misschien vijfhonderd, wel licht iets meer of minder, gemeenten over. Maar dan ook gemeenten met een sterke bestuurskracht, aldus dit rapport. Een aantal leden van D '66 (nog lang niet alle leden) denken in prak tisch dezelfde richting. Volgens die- ze D '66-ers kan men in deze tijd met de bestaande bestuursindeling nauwelijks meer uit de voeten. Trou wens in de praktijk van alledag wijst daar al lang op. Een groot aantal gemeenten werkt immers al sinds jaar en dag op verschillende gebie den van het bestuurlijk terrein met elkaar samen. Er is ook een stro ming binnen D '66, die alleen maar heil ziet in het opheffen van alle pro vincies en alle gemeenten. In plaats daarvan moet Nederland ingedeeld worden in een aantal gewesten met een bestuurskracht, die ligt tussen die van de provincies en van de ge meenten. De gewesten zouden dan eventueel onderverdeeld moeten wor den in zogenaamde buurtschappen. De jonge Politieke Partij Radika- len, die nog maar pas zelfstandig kan denken, is nog lang niet zover. Zij wil eerst nog studeren op de mogelijkheden, maar ook op de moei lijkheden, die een totaal nieuwe be stuursvorm met zich meebrengt. Na tuurlijk zal men in de PPR maar ook in D '66, in de P.V.D.A. en in iede re partij, die aan deze materie be gint op een ongekend aantal proble men stuiten. Maar Nederland staat daarin niet alleen. Frankrijk en Italië bijvoor beeld kennen al regio's. Deze zijn tot stand gekomen dwars over de pro vinciale grenzen of departementale indelingen (in Frankrijk) heen. Italië is al zover, dat de regio's waarbij kleine gebieden van zo'n miljoen mensen een grote mate van zelfbe stuur hebben. De kans zit er natuurlijk wel in, dat deze regio's op de duur uitgroeien tot staten in de staat, zoals in West- Duitsland en in Amerika al het geval is. „Maar wat dan nog", zeggen de genen, die zich al een poos met deze problematiek bezighouden. „Rotter dam als stad is zelfs al hard op weg een staatje in de provincie te worden en Amsterdam krijgt die pretentie ook al een bikkeltje". Anderen zeggen: de toekomst wijst misschien wel uit, dat een samen- groeiend Europa dergelijke regio's niet eens meer kan missen. Dat ze juist zo zelfstandig mogelijk moeten zijn. Om wat nu nog heet de national regeringen de gelegenheid te geven zich meer op Europees niveau te be wegen. Een mooie volzin, inderdaad, maar er zit heel wat in. Een voorbeeld is de historie van de Verenigde Sta ten van Amerika, al willen wij in Europa waarschijnlijk liever wat an ders bereiken met ons verenigd Eu ropa. Zoals met alles in de maatschappij is zelfs de natuurlijke ontwikkeling op bestuurlijk niveau niet tegen te houden. De regering is altijd al bezig geweest met herziening van gemeen tegrenzen, de bevolking zorgt door haar migratie naar bepaalde steden bijna als vanzelf voor een schaalver groting. De gemeentebestuurders zoe ken steeds meer bovengemeentelijke samenwerking omdat zij een aantal taken niet meer zelfstandig kunnen uitoefenen. Regering, provincies, gemeenten zoeken schaalvergroting, om een aan tal gemeenten de kans te geven uit te groeien tot werkelijk levende be- stuursinstanties: Zuid-Limburg, Zeeuwsch-Vlaanderen, Tholen, wel licht het Sloe-gebied, westelijk Bra bant, West-Friesland, Kennemerland Groot-Alkmaar om weer andere voor beelden aan te halen. Met de provincies begint het deze richting ook al uit te gaan. In het noorden pleit men al geruime tijd voor een veel intensievere samen werking tussen Groningen, Friesland Drente Zuid-Holland en Zeeland kun nen er straks ook niet meer onderuit ai is het alleen al vanwege de ha venproblemen, „Er is", zeggen sommige planolo gen en bestuurders, „om het popu lair te zeggen, eigenlijk geen houden meer aan. De vraag alleen is nog hoe lang men (wie dat ook zijn mo gen) deze natuurlijke ontwikkeling kan tegenhouden, laat staan de nood' zakelijke ontwikkeling". Het woord is voorlopig waarschijn* lijk vooral aan de politieke partijen. Zeker is het echter nu al, dat de be staande kaart van Nederland zijil langste tijd gehad heeft. Trouwen! wie goed kijkt, ziet het gemakkelijk] dat gezicht is eigenlijk ook te ou/ geworden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 21