Commentaar
OOK VOOR DE TDD
VAN DE KOLONELS
"Z": symbool voor democratie
DE VEROUDERDE KAART DIE NEDERLAND HEET
N'
NIEUWSWAARDE
VASSILIS VASSILIKOS RAFELDE MOORD OP LAMBRAKIS UITEEN
DR. CORN. VERHOEVEN:
De "andere" mens
Ruimte-geheimen
Belediging
Autoriteiten
Wraak
N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN .PEjJONGEN |N®NG^L|NGEN^P\VU
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN ^ILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
EN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN, .PEILINGEN .PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENPEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
In een artikel dat preludeert op het congres van de Vereniging van Ne
derlandse Gemeenten, volgende week in Den Haag, ontwikkelt pro
fessor Stalpers een optimistische visie op de mens van de toekomst. De
burger in de stad van morgen" ziet hij als een mens zonder bourgeois-
kenmerken: een individu dat een goed belegde boterham en een autootje
kan waarderen, maar zich daarmee zeker niet meer tevreden zal stellen.
Die mens van de toekomst, meent hij, zal daadwerkelijk aan politiek doen,
zichzelf trachten te ontdekken en te verwerkelijken en oprecht bekom
merd zijn om wat de maatschappij is en worden moet
De indolentie die men momenteel nog in brede kringen van onze va
derlandse samenleving aantreft, schijnt geen aanleiding te geven om
professor Stalpers enthousiast bij te vallen. Niettemin zou men kunnen
zeggen, dat de toekomst toch al een beetje begonnen is. Wie de acties
van de studenten alleen maar ziet als onvolwassen opstandigheid, ver
gist zich. Wie de beweging in de kerk alleen maar wil zien als een on
verantwoord vooruit hollen, vergist zich eveneens.
Aan alle verschijnselen die de huidige samenleving beroeren en waar
bij vrijwel een ieder zich, mede door een snelle en suggestieve publiciteit,
direct betrokken gaat voelen, ligt meer ten grondslag dan uitsluitend een
stukje negatieve onvrede.
Men moet, bij afwijzing overigens van wat in het protest uit primitieve
of hautaine reacties voortkomt, bereid zijn achter de verschijnselen te
kijken. Daar vindt men dan vaak een begrijpelijke afkeer tegen wat in een
welvaartssamenleving aan egoïsme en gemakzucht tiert, een wellicht nog
ongerichte, maar zeker niet laakbare wil om het anders te gaan doen.-
In al zijn krampachtigheid bevat datgene wat dagelijks boeit, shockeert
of ergert toch al de kiemen van een ontwikkeling die professor Stalpers
ziet en waarvan die „andere mens" het produkt zou moeten zijn.
Een te optimistische visie? Misschien. Maar in elk geval geen reden om
door dik en dun met banvloeken te smijten en de plaats rust als de beste
plaats te bestempelen.
TT et blijft een boeiende bezigheid
zich af te vragen, hoe het
komt dat sommige gebeurtenissen
als groot nieuws gelden en andere
gebeurtenissen, meestal op andere
plaatsen en wat verder van het
centrum af, onopgemerkt blijven.
Daarover is een tamelijk simpele
theorie in omloop, die ongeveer als
volgt luidt: het gewone is geen
nieuws; nieuwswaarde heeft al
leen datgene waj. vg^l, de..gewone
gang van zaken afwijkt of wat
veranderingen aanbrengt in een
bestaand patroon,Wie-weilig van
zijn werk thuiskomt, vertegen
woordigt geen nieuwswaarde, wie
een kolossale kettingbotsing ver
oorzaakt wel. Alleen het uitzon
derlijke of ellendige komt in de
krant of op de televisie. Wie dus
op grond van de k'ranteberichten
concludeert, dat de wereld één
grote poel van ongeluk en verderf
is, vergist zich deerlijk. Hij ver
geet dat er ook nog veel moois in
de wereld is; maar dat komt nooit
in de krant tenzij het weer spec
taculair mooi is. Dat binnen het
spectaculaire het ellendige veel-
vuldiger voorkomt dan het mooie,
wie zal dat ontkennen, maar we
leven nu eenmaal in een gebroken
wereld etc.
Een gaaf stukje prietpraat, zo'n
theorie. Wat zij nauwelijks aan
raakt is het punt van de selectie
binnen alles wat spectaculair is
en nieuwswaarde heeft. Wie een
willekeurige maandagkrant open
slaat, moet tot de conclusie komen
dat de belangrijkste gebeurtenis
sen uit het weekend dodelijke bot-
Nieuwswaarde is het vrij exacte
tegendeel van blijvende waarde.
We kunnen niet zonder meer zeg
gen dat de nieuwsmedia de ge
schiedenis en de vooruitgang op
spectaculaire wijze versneld heb.-
ben. Nieuwswaarde is waarde voor
het medium, niet voor de geschie
denis en het is een beetj| naïef te
veronderstellen dat deze twee din
gen altijd en noodzakelijk moeten
samenvallen.
De geschiedenis blijft goeddeels
buiten het nieuws, niet omdat zij
daaraan wordt onttrokken door
lichtschuwe machten, maar om
dat zij pas herkend wordt als ze
voorbij is of in randverschijnselen
uitwaaiert. Publiciteitsmedia lo
pen altijd het risico de randver
schijnselen als het centrum te be-,
schouwen. Dat is niet Kèt gevolg
van enige domheid of boos opzet,
maar van de beperktheid in het
verschijnsel nieuwswaarde.
Wie nu, om een recent voor
beeld te noemen, de publiciteit
rond de gebeurtenissen in en bij
het Amsterdamse Maagdenhuis als
graadmeter voor'het belang daar
van zou nemen, is het slachtoffer
van een voor de massa-media ty
perend gezichtsbedrog. De zaak
waar het oorspronkelijk eventueel
om ging, is er niet door bevorderd,
zo lijkt het. Er zijn wat spectacu
laire randverschijnselen geprodu
ceerd. Er is daarbij, zoals in de
hoofdstad eerder regel dan uitzon
dering is, zeer duidelijk op de ca
mera gespeeld. De media hebben
deze gebeurtenissen gemaakt.
Zonder hun magisch oog en hun
aanmoediging zouden deze ge-
singen en voetbalwedstrijden zijn.
Is het toevallig dat beide gebeur
tenissen verband houden met de
wije tijd? In het weekend is
nieuwswaarde iets anders dan door
de week. Er gebeuren andere din
gen. Maar vooral: ook de nieuws
media liggen stil of werken op
halve kracht. En zij zijn het die
ie nieuwswaarde van de gebeur
tenissen voor een groot deel bepa
len, niet zozeer door hun kritische
selectie als wel door het feit dat
zi] de gebeurtenissen verslaan.
De publikatie van een gebeurte
nis verandert die gebeurtenis op
een ingrijpende wijze. Dat is een
zeer oude waarheid, waarop het
antl^e .eP?s al steunt. De strijd
om Troje is belangrijk geworden
door de Ilias van Homerus, de
jongens die daar vochten zijn door
de epische lof tot helden gewor-
n;Gelijktijdig nieuws heeft deze
in een verhevigde mate:
hot beïnvloedt niet alleen de be
oordeling van de gebeurtenissen
achteraf, maar ook de loop daar
van En dat is nog zacht uitge
drukt; we zouden zelfs kunnen
eggen, dat de media de gebeurte
nissen uitlokken en scheppen.
aaF staat tegenover dat zij die
goeddeels ook weer ongedaan ma-
er geen televisie was,
o-oK een aantal dingen nooit
f™eurd «in en zouden een aantal
SohaThebC. meM consequenties
rcS?1 een me(üum nieuwswaarde
.?n een gebeurtenis, zegt
S niets over het belang daarvan.
beurtenissen een ander verloop
hebben gehad. Zij zouden minder
spectaculair zijn geweest, minder
tot randverschijnselen geleid heb
ben en dus, zouden we kunnen
zeggen, meer effect gehad hebben
in de richting van het beoogde
doel. De nieuwswaarde die er nu
aan gegeven is, moet dus in min
dering gebracht worden op hun
historische waarde, zoals, wie
weet, de geweldig aandacht die
aan de eerste harttransplantatie
besteed is, de medische activitei
ten van de heer Barnard ingrij
pend benadeeld, als zij al niet zijn
hele leven ontwricht heeft. Deze
wat vervelende conclusie is moei
lijk te vermijden. Zij komt niet
overeen met de gebruikelijke
theorie, dat nieuwswaarde afge
leid is van historische waarde. Zij
is daar in veel gevallen niet van
afgeleid, maar eraan onttrokken.
Deze paradox hoort bij de ge
compliceerdheid van ons bestaan.
Wie er geen oog voor heeft, loopt
gevaar het slachtoffer te worden
van een stevige frustratie. Hij
gaat denken iets gedaan te heb
ben, terwijl hij in werkelijkheid
alleen maar bijgedragen heeft aan
een schouwspel. Het medium, dat
dit schouwspel registreerde, is dan
geen medium-middel meer, maar
doel op zich. Ik zie dan ook wer
kelijk geen principieel verschil
tussen de jongeren, die zo be
kwaam op de camera spelen en
de door hen zo verfoeide ouderen
die in hun luie stoel, vol overga
ve, naar het programma zitten te
gapen.
Vassilis Nassilikos
Tn vele boeken en van ontelbare
spreekgestoelten wordt tegen het
kolonelsbewind in Griekenland de
aanklacht geuit, dat het de oppositie
in eigen land met geweld onder
drukt en het regiem onwelgevallige
personen in de gevangenis gooit of
verbant. In enkele Europese landen,
waaronder Nederland, heerst sinds
enige tijd bij velen de mening, dat
er voor Griekenland voorlopig geen
plaats meer is in de Europese ge
meenschappen zolang in het land de
rechten van de mens en de demo
cratie niet in voldoende mate zijn
hersteld.
Het Griekse bewind wordt alom
in Europa aan de verachting prijs
gegeven, dat het eeltachtig ongevoe
lig is voor de rechtmatige politieke
verzuchtingen van het Griekse volk.
Dit probleem speelt in Griekenland
niet alleen sinds de dag dat de ko
lonels de macht overnamen. Lang
daarvoor werden de Griekse rege
ringsleiders ervan beschuldigd de
grondbeginselen van de democratie
met voeten te treden.
rje jonge schrijver Vassilis Vassili-
kos, die nu in ballingschap in Pa
rijs woont, heeft daarvan in zijn be
gin mei in Nederland verschenen
roman „Z" een voorbeeld willen
geven.
In deze roman, waarin lyrische
ontboezemingen afgewisseld worden
door gevoelens van onmacht, wan
hoop, twijfel en angst, laat Vassili-
kos met vlijmscherpe pen zien dat
het raderwerk van de rechtse macht
ook al voor de putsch van Patakos
en Papadopoulos bestond en in niet
geringe mate geleid heeft tot de
treurige omstandigheden in het land.
XJet schrijven van „Z" is voor Vas-
silikos zeker niet alleen een po
litieke daad geweest. Het is ook een
literair werkstuk. Wat „Z" een zo
geheel eigen toon geeft is de liefde
van de schrijver voor zijn volk. Hoe
wel hij in enkele gevallen wel de
indruk wekt te idealiseren, tekent
hij zijn hoofdfiguur, het in 1963 ver
moorde parlementslid Lambrakis,
toch ook af met ai zijn zwakheden
en doet hij de lezer vooral verstaan
hoe het verdragen van de grofste
vernederingen, ook de kracht kan
zijn van een mens. Het zal voor de
jonge schrijver een verlichting ge
weest zijn deze gebeurtenissen
die zinloze moord en de vernederin
gen die zijn geestgenoten hebben
moeten doorstaan neer te schrij
ven en er zich zo van te bevrijden.
IXoe het probleem door hem zelf
wordt beschouwd en in hoeverre
het een volmaakt sluitende getuige
nis is van een zes jaar geleden ge
beurd feit kunnen wij niet beoor
delen. Wel is het een roman die op
wekt, die als het ware inspireert tot
aktiviteit en nadenken. Een feit is,
dat wij Nederlanders, het zuidelijke
temperament van de Grieken missen
en de omstandigheden in het land
niet aan den lijve kennen.
Uit de beschrijvingen van Vassi-
Iikos krijgt de lezer in ieder geval
wei informaties over het dagelijkse
leven in Griekenland, die in het ka
der van de berichten die wij de
laatste jaren uit dit land te horen
krjjgen, erg authentiek aandoen.
PIERRE PETIT
Henny Scheepmaker. Prijs 13.75.
Vassilis Vassilikos„Z" - Uitg. door
Bruna. Vertaald uit het Frans door
a de geslaagde maanvlucht van de Apollo-10 zou men graag de balans
willen opmaken van de Amerikaanse en Russische vorderingen op
het gebied van de ruimtevaart. Bij gebrek aan gegevens is dit onmogelijk.
Terwijl de Amerikanen hun plannen gedetailleerd in de openbaarheid
brengen, houden de Sovjets de spanning erin. Naar hun feitelijke pro
gramma mag men raden. Het enige dat we van hen te weten komen is
dat de jongste Soyoez-vluchten nieuwe mijlpalen waren op de weg naar
de socialistische overwinning en dat het volk van de Sovjet-Unie als één
man achter de vredeswil van de ruimtevaarders staat
liever zouden we horen of er maanvluchten op het programma staan,
of dat we (bijvoorbeeld) op een ruimtestation mogen rekenen. Wat ge
detailleerde gegevens kunnen geen kwaad. Ze zouden bovendien het
vermoeden kunnen liquideren dat de Sovjets onder democratie iets anders
blijven verstaan dan de Amerikanen.
(Van een onzer redacteuren
Bijna zes jaar geleden, op 22 mei 1963, werd de Griekse hoogleraar
in de medicijnen aan de Universiteit van Athene, Grigoris Lambrakis,
vermoord toen hij als afgevaardigde van de linkse EDA-partij in
Saloniki verbleef. Hij zou er een vergadering hijwonen van pacifisten,
maar werd midden op straat overreden onder de ogen van een onbe
wogen toekijkende politie.
Deze was medeplichtig aan de vorming van uiterst rechtse groeperin
gen, die zij zelf had geholpen met het organiseren van een nationalis
tische „contra-manifestatie".
Zolang het geen personen met een internationale bekendheid als Kennedy
betreft, worden politieke'nidStdén doorgaans snel vergeten. Maar de dood van
Lambrakis veroorzaakte grote beroering bij het Griekse volk en hij werd al
gauw een symbolische figuur. Weldra weerklonk door heel Griekenland de
kreet„Lambrakis zei" Lapibrakis leeft. „Zei" betekent in het Grieks
„hij leeft". Het werd één woord „zei" daarna één letterteken„Z" dat
op muren werd gekalkt, het wachtwoord voor allen die nog op een democra
tische toekomst hopen.
De jonge schrijver Vassilis Vassili
kos heeft deze moord uiteengerafeld.
Dankzij een goede bekendheid met
de streek en het feit, dat hij de 5000
bladzijden tellende gerechtelijke dos
siers minutieus heeft bestudeerd, luk
te het hem het mechanisme op te
sporen dat van een man een moorde
naar maakt en van zijn kaste zijn
medeplichtige.
Om zijn boek, dat hij Z noemde,
in Griekenland te kunnen laten ver
schijnen veranderde Vassilikos de na
men van de hoofdpersonen. Namen
van mensen die nu hoge posities be
kleden. De Nederlandse editie van
het boek houdt deze pseudoniemen
aan, maar in de loop van dit verhaal
zullen wij de identiteit van de voor
naamste betrokkenen onthullen.
Al begin 1963 heeft Lambrakis zich
de woede van de Griekse royalisten
op de hals gehaald. Als voorzitter van
de Griekse delegatie voor de vrede
en ontwapening was hij in die tijd In
Londen waar de Griekse koningin
Frederika een officieel bezoek bracht.
Lambrakis nam toen de bemiddeling
op zich om voor Betty Ambatiélos, de
vrouw van een politieke gevangene
die al 17 jaar achter de tralies zat,
audiëntie aan te vragen. Toen zijn
verzoek werd afgewezen, scheurde
Betty Ambatiéles de jurk van de ko
ningin kapot. Het Griekse konings
huis stelde Lambrakis voor deze be
lediging verantwoordelijk.
Een maand later loopt Lambrakis,
met zijn sjerp van afgevaardigde om,
alleen de mars voor de vrede van
Marathon naar Athene, hoewel de re-
rechtse figuren in Griekenland te po-
gering deze mars ten strengste ver
boden had. Lambrakis werd voor vele
rechtse figuren in Griekenland te po
pulair en te machtig. In hoge politie-
en legerkringen besluit men Lambra
kis uit de weg te ruimen.
Enkele weken later, op de avond
van de 22ste mei, wordt hij in Salo
niki door een gemotoriseerde driewie
ler in volle vaart tegen de straat ge
smakt en overreden. Zwaar gewond
wordt hij naar een ziekenhuis over
gebracht waar hij drie dagen later
sterft zonder bij kennis te zijn ge
weest.
„Een betreurenswaardig ongeval"
verklaren de autoriteiten. Maar vanaf
het eerste moment leek het er al op,
dat het om een zorgvuldig voorbe
reide zaak ging, die door de plaatse
lijke politiechefs en enkele generaals
in elkaar gezet was.
Vassilikos beschrijft nauwgezet hoe
alles in zijn werk is gegaan. De voor
bereiding en de wijze waarop achter
af van alles geprobeerd is om de zaak
te verdoezelen, doen in alle opzichten
denken aan de methoden die in het
fascistische Duitsland gebruikt wer
den.
De plaatselijke autoriteiten had
den de beschikking over een onder-
wereldje van kooplui, bootwerkers en
dokwerkers van wie zij ten alle tij
den de vergunning tot het uitoefenen
van hun beroep konden intrekken.
Op die manier werden Yangos
(waarlijke naamSpyros Gotzama-
nis), een boodschappenjongen die te
arm was om zijn wagentje te kunnen
onderhouden en Vagos (Emmanuel
Emmanouilides), een handelaar in
kinderfietsjes, aangewezen om Lam
brakis te vermoorden. Aan de aanslag
gaat een golf van rechtse terreur
vooraf. Personen die van linkse sym-
pathiën worden verdacht en zelfs toe
vallige voorbijgangers worden gemo
lesteerd en zwaar mishandeld door
oproerkraaiers terwijl hoge politie
functionarissen op een afstand goed
keurend toekijken. Deze personen
zijn in het verhaal van Vassilikos o.m.
„de generaal", Constatin Mitsou, ge
neraal van de militaire politie in
Noord-Griekenland; „De Mastodon",
de commissaris van politie in Salo
niki, Emmanuel Kapelonis en de
„Ichtyosaurus", Xenophon Yiosmas,
hoofd van een extreem-rechtse orga
nisatie die een zelfde gehoorzaamheid
eist als indertijd de nazi's. Ook de
commandant van de koninklijke ma-
rechausse Vardakoulis en het hoofd
van de veiligheidsdienst van Saloniki
hebben een groot aandeel in de moord
op Lambrakis.
Al deze hoog geplaatste figuren
maken het de rechter van instructie
Christos Sartzetakis, die daadwerke
lijk van plan is de zaak goed aan te
pakken, vrijwel onmogelijk, een on
derzoek in te stellen naar de waar
lijke toedracht van de aanslag. Niet
temin stapelt het bewijsmateriaal te
gen de hoge heren zich steeds hoger
op. Dat is voor de procureur van de
Grote Aeropagus in Athene, de heer
Constantin Kollias, een aanleiding om
naar Saloniki te gaan waar hij de
rechter van instructie probeert te be
ïnvloeden. De poging komt hem ech
ter later op een ontheffing uit zijn
functie te staan. Maar niet voor lang.
Zes maanden later wordt hij weer in
ere hersteld en hij vervult thans de
zeer hoge functie van president van
de raad van de militaire junta.
Zo vergaat het ook de vele hoge
politiefunctionarissen die ten nauw
ste bij de moord betrokken zijn en
wier positie steeds onmogelijker
wordt. Zij worden uit hun ambt ont
zet en tijdelijk in afwachting van
het proces gevangen gezet. Maar
wel worden eerst de strafcellen waar
in ze opgesloten worden speciaal voor
hen verbeterd en voorzien van alle
gewenste comfort.
Tijdens het proces blijft de politie
een welbeschermd front vormen waar
slechts afwijzing en stilzwijgen heer
sen. Twee belangrijke getuigen die
de moord hebben zien gebeuren wor
den zelfs gevangen gezet op grond
van een aanklacht wegens laster in
gediend door een wegens zijn aandeel
in de aanslag op Lambrakis ontslagen
hoofdcommissaris. Vrijwel alle ver
dachten worden vrijgesproken. De
betrokken politiefunctionarissen blij
ven echter wel uit hun functie ont
slagen.
Dankzij misleidende propaganda,
knevelarij, intimidatie en valsheid in
geschriften bleef de nederlaag voor
de rechtse elementen in Griekenland
nogal beperkt. Maar zeker niet on
gewroken
Onmiddellijk na de greep naar de
macht van de junta in april 1967
wordt de rechter van instructie Chris
tos Sartzetakis, die belast was met de
zaak Lambrakis, ontheven van zijn
post als officier van justitie in Salo
niki. Hij krijgt geen schadevergoeding
en hem wordt een verbod opgelegd
om het land te verlaten. Tevens wordt
hem een beurs afgenomen die hem
in staat gesteld zou hebben naar
Frankrijk te gaan om een promotie
voor te bereiden. De Griekse autori
teiten staan hem voorts niet toe zijn
beroep van advokaat uit te oefenen.
En kort daarop verklaard Georges
Papadopoulos het decreet van 23 no
vember 1963 nietig, dat de generaal
van de militaire politie in Npord-
Griekenland uit zijn funktie ontsloeg.
Samen met een groot aantal ontsla
gen politiefunctionarissen worden zij
in ere hersteld en weer bij de politie
aangesteld.
Na de dood van Lambrakis werd de
bekende componist Mikis Theodorakis
afgevaardigde in het parlement. Hij
nam de plaats van Lambrakis in. Hij
organiseerde een jeugdbeweging met
ongeveer 20.000 mensen. Het symbool
van die beweging was „Z" een
pacifistische beweging. De gevestigde
orde noemde haar echter communis
tisch. En Theodorakis zit nog altijd
als banneling in het geïsoleerde dorp
Zatouna. Ziek en onder voortdurende
militaire bewaking
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG De kaart van Ne
derland is verouderd. Het wordt tijd
dat daaraan iets gedaan wordt. Zo
denken tenminste verschillende po
litieke partijen, die willen afstappen
van de bestaande indeling in elf pro
vincies en in, ruw gerekend, 900 ge
meenten. Zoiets is uit de tijd, aldus
de P.v.d.A., de Politieke Partij Radi-
kalen en D'66.
De andere partijen zijn nog niet
zo ver, maar denken en praten toch
regelmatig over grotere bestuurs-
eenheden, over een herindeling van
een groot aantal gemeenten, over
bovengemeentelijke instituten, over
al of niet volledige districtenstel
sel voor verkiezingen en dergelijke.
Er is dus wel wat gaande. Waar
schijnlijk wel zoveel, dat straks de
kaart van Nederland een totaal nieuw
gezicht krijgt. Dat de aardrijkskun-
deboekjes en de aardrijkskundelessen
veranderd zijn.
De discussie over de bestuursin-
deling van Nederland is niet van de
laatste dagen. De vaderlandse ge
schiedenis is er vol van: de staten
van Holland enz., de republiek, de
generaliteitslanden en ga zo maar
door. Nog niet zo lang geleden werd
zelfs nog serieus gedacht aan het
oprichten van een twaalfde provincie
Zover is het natuurlijk nog niet.
Er zal nog heel wat water moeten
stromen door de Westerschelde, de
Waddenzee, het IJsselmeer rond Mar
ken en Volendam, de Maas, IJssel
en dergelijke, voordat de elf provin
cies inderdaad samengegroeid zijn
tot pakweg zeven, zes, vijf of nog
minder gebieden: regio's in politiek
Nederlands genoemd.
Toch is er heel wat gaande.
De Dr. Wiardi Beekmanstichting
kwam onlangs met een goed, door
dacht rapport over de herindeling
van Nederland. Voorgesteld werd on
der meer de elf provincies op te hef
fen en daarvoor in de plaats de re
gio's Noord, Oost, Noord-west, Zuid
west en Zuid in het leven te roepen.
Het rapport van de Dr. Wiardi Beck-
manstichting sprak ook over een wer
kelijk rigoureuze aanpak van de be
staande gemeentelijke indelingen.
Wordt dit ooit werkelijkheid, dan blij
ven er misschien vijfhonderd, wel
licht iets meer of minder, gemeenten
over. Maar dan ook gemeenten met
een sterke bestuurskracht, aldus dit
rapport.
Een aantal leden van D '66 (nog
lang niet alle leden) denken in prak
tisch dezelfde richting. Volgens die-
ze D '66-ers kan men in deze tijd
met de bestaande bestuursindeling
nauwelijks meer uit de voeten. Trou
wens in de praktijk van alledag wijst
daar al lang op. Een groot aantal
gemeenten werkt immers al sinds
jaar en dag op verschillende gebie
den van het bestuurlijk terrein met
elkaar samen. Er is ook een stro
ming binnen D '66, die alleen maar
heil ziet in het opheffen van alle pro
vincies en alle gemeenten. In plaats
daarvan moet Nederland ingedeeld
worden in een aantal gewesten met
een bestuurskracht, die ligt tussen
die van de provincies en van de ge
meenten. De gewesten zouden dan
eventueel onderverdeeld moeten wor
den in zogenaamde buurtschappen.
De jonge Politieke Partij Radika-
len, die nog maar pas zelfstandig
kan denken, is nog lang niet zover.
Zij wil eerst nog studeren op de
mogelijkheden, maar ook op de moei
lijkheden, die een totaal nieuwe be
stuursvorm met zich meebrengt. Na
tuurlijk zal men in de PPR maar ook
in D '66, in de P.V.D.A. en in iede
re partij, die aan deze materie be
gint op een ongekend aantal proble
men stuiten.
Maar Nederland staat daarin niet
alleen. Frankrijk en Italië bijvoor
beeld kennen al regio's. Deze zijn
tot stand gekomen dwars over de pro
vinciale grenzen of departementale
indelingen (in Frankrijk) heen. Italië
is al zover, dat de regio's waarbij
kleine gebieden van zo'n miljoen
mensen een grote mate van zelfbe
stuur hebben.
De kans zit er natuurlijk wel in,
dat deze regio's op de duur uitgroeien
tot staten in de staat, zoals in West-
Duitsland en in Amerika al het geval
is. „Maar wat dan nog", zeggen de
genen, die zich al een poos met deze
problematiek bezighouden. „Rotter
dam als stad is zelfs al hard op weg
een staatje in de provincie te worden
en Amsterdam krijgt die pretentie
ook al een bikkeltje".
Anderen zeggen: de toekomst wijst
misschien wel uit, dat een samen-
groeiend Europa dergelijke regio's
niet eens meer kan missen. Dat ze
juist zo zelfstandig mogelijk moeten
zijn. Om wat nu nog heet de national
regeringen de gelegenheid te geven
zich meer op Europees niveau te be
wegen.
Een mooie volzin, inderdaad, maar
er zit heel wat in. Een voorbeeld
is de historie van de Verenigde Sta
ten van Amerika, al willen wij in
Europa waarschijnlijk liever wat an
ders bereiken met ons verenigd Eu
ropa.
Zoals met alles in de maatschappij
is zelfs de natuurlijke ontwikkeling
op bestuurlijk niveau niet tegen te
houden. De regering is altijd al bezig
geweest met herziening van gemeen
tegrenzen, de bevolking zorgt door
haar migratie naar bepaalde steden
bijna als vanzelf voor een schaalver
groting. De gemeentebestuurders zoe
ken steeds meer bovengemeentelijke
samenwerking omdat zij een aantal
taken niet meer zelfstandig kunnen
uitoefenen.
Regering, provincies, gemeenten
zoeken schaalvergroting, om een aan
tal gemeenten de kans te geven uit
te groeien tot werkelijk levende be-
stuursinstanties: Zuid-Limburg,
Zeeuwsch-Vlaanderen, Tholen, wel
licht het Sloe-gebied, westelijk Bra
bant, West-Friesland, Kennemerland
Groot-Alkmaar om weer andere voor
beelden aan te halen.
Met de provincies begint het deze
richting ook al uit te gaan. In het
noorden pleit men al geruime tijd
voor een veel intensievere samen
werking tussen Groningen, Friesland
Drente Zuid-Holland en Zeeland kun
nen er straks ook niet meer onderuit
ai is het alleen al vanwege de ha
venproblemen,
„Er is", zeggen sommige planolo
gen en bestuurders, „om het popu
lair te zeggen, eigenlijk geen houden
meer aan. De vraag alleen is nog
hoe lang men (wie dat ook zijn mo
gen) deze natuurlijke ontwikkeling
kan tegenhouden, laat staan de nood'
zakelijke ontwikkeling".
Het woord is voorlopig waarschijn*
lijk vooral aan de politieke partijen.
Zeker is het echter nu al, dat de be
staande kaart van Nederland zijil
langste tijd gehad heeft. Trouwen!
wie goed kijkt, ziet het gemakkelijk]
dat gezicht is eigenlijk ook te ou/
geworden.