53-
WAT KUNNEN WE MET DE ERFELIJKHEID DOEN?
Efische problematiek vraagt
om prioriteit boven oplossing
van technische moeilijkheden
EVINRUDE
'enden.
MANN
Het
wonder
van het
leven (V)
echte service
:tric
t
vrouwelijke en
mannelijke
krachten
SCHILDER
passend©
werkkring
Speekselproef
Genen en milieu
Macht
Vooroordelen
Ja of nee
©-
buitenboordmotoren
daar staat
achter!
DE STEM VAN ZATERDAG 31 MEI 1969
19
loofdprogramma's.
ibinatiemogelijkhe-
g. droog wasgoed,
nailleerd. Uitneem-
de wasautomaat 'n
bare scheer-
Compleet in
ST.-LAÜBENS-
ZIEKENHUIS - BREDA
Voor zo spoedig m0|?'|p
vragen wij enkele fl"1
die voor het huishoudelijk
onderhoud tewerk f
zullen worden op
onre
verpleegaf delingen.
Gehuwde dames k"1®!
ook naar deze funktie
liciteren. Werktijden
nen in overleg gere®
worden.
Met vakantieafsprakim
rekening worden S®*1 ,--jS
Er wordt een goed sal 0
en een prettige werkte™
lohicitaties van maan^
tot en met vrijdag van
uur tot 17.30 uur aan
ziekenhuis bij het H«°M
van de Civiele Dienst.
i.b.v. rijbewijs, Ja"
vestigirtgspapieren,
zoekt een hem
Brieven onder nr.
9055.
Tijdens de Olympische spelen in
1968 in Mexico heeft een erfelijk
bepaalde afwijking de voorpa
gina's van de kranten gehaald.
Het betrof hier vrouwelijke at
leten, die op grond van het feit,
dat zij maar 45 chromosomen in
haar celkernen bezitten (deze
vrouwen hebben maar één X-
chromosoom) in meer of min
dere mate mannelijke kenmer
ken kunnen bezitten, die haar
tot oneerlijke concurrenten ma
ken in haar sex-groep. Men
spreekt hier van het Turner
syndroom.
Het is betrekkelijk eenvoudig de
ze mensen te herkennen. Eind 1940
mtdekte Barr, dat de cellen van nor-
tiale mannen en vrouwen van elkaai
verschillen door het al of niet aan
toonbaar zijn van een klein vlekja
in de celkern, dat sedertdien naar
hem het Barr-lichaampje wordt ge-
noemd.^ Verder is gebleken dat er
altijd één Barr-lichaampje minder is
dan het aantal aanwezige X-chro-
mosomen. Als gevolg daarvan heb
ben de cellen van een normale XY-
man het niet, die vzm een normale
vrouw XX heeft er één. In mensen
met andere afwijkende chromo
soom-garnituren, zoals XXX en
XXXY, zijn er zelfs'ttyee.
Wanneer men zjU -w4t cellen van
het mondslijmvlies op git gemakke
lijk door kleuring, té ontdekken li
chaampje onderzoekt," kan men van
daaruit gemakkelijk' iöt een bepa
ling van het geslacht kpijien. Helaas
omvat het Turner-synÖroom nog
andere kenmerkeft, .dan eventueel
?rotere sportprestaties: Ofschoon de
ze mensen vrouwelijke géslachtde-
len hebben, zijn zij onvruchtbaar,
menstrueren zij niet en blijven de
borsten onderontwikkeld.
Soms, maar lang niet altijd zijn er
geestelijke afwijkingen. Ongeveer 1
op 500 vrouwen zijn Turners.
Onder mannen vindt men vaker
1 op 400 tot 600 een vergelijk
bare afwijking, bekend als het Kli-
nefelder-syndroom. Deze mannen
bezitten de formule XXY, hebben
X en Y chrom. uit een mannelijke en X en Y chrom. uit een vrou
welijke celkern.
Beneden de mannelijke celkern heeft geen, de vrouwelijke één Barr-
nchaarnpje, ook sex-chromatine genaamd, omdat het zich zo gemak
lik laat kleuren met basische kleurstoffen.
(Vrij naarV. A. McKusick Human Genetics.)
In deze vijfde aflevering van
onze serie „Het wonder van het
leven" gaat de schrijver J. P. H.
Hoogenboom in op vragen rond
het thema„Wat doen wij met
de erfelijkheid
De grote kennis die wjj bezit
ten op het gebied van de erfe
lijkheid, roept direct het pro
bleem op wat we met deze ken
nis (kennis verschaft macht!)
gaan doen.
In de vorige afleveringen wer
den achtereenvolgens besproken:
grondbegrippen uit de erfelijk
heidsleer (3 mei), de belangrijk
heid van de wetten van Mendel
(10 mei), de betekenis van de
celdeling (17 mei), en de moge
lijkheden van het experiment
(24 mei).
één Barr-lichaampje en mannelijke
geslachtsorganen. Hun borsten nei-
;en echter tot vrouwelijke vormen.
Ook zij zijn onvruchtbaar. Over het
ontstaan van dergelijke afwijkingen
heeft men wel al theoretische voor
stellingen, maar zekerheid ont-
breekt.en
Hoe belangrijk de geslachtschro
mosomen zijn, volgt wel duidelijk
uit dit soort verschijnselen. Maar
ook afwijkende aantallen andere
chromosomen kunnen heel wat leed
veroorzaken. Daar is bijvoorbeeld
nog het Down's syndroom. Zulke
mensen zijn mongooltjes, lichame
lijk en geestelijk in hoge mate ach
terlijk (idioot). Zij hebben 47 chro
mosomen, één te veel dus. Opmer
kelijk is, dat deze afwijking meer
voorkomt onder kinderen geboren
uit moeders van meer dan 35 jaar
oud.
merkelijk hoog percentage mannen
met de formule XYY worden aan
getroffen.
De toekomst zal leren wat hiervan
waar genoeg is, om er consequenties
betreffende de behandeling van der
gelijke mensen aan te verbinden.
Minstens één rechter heeft er bij
zijn vonnis al rekening mee gehou
den.
De bekende antropoloog Ashley
Montagu wijst echter hier en ook in
andere verbanden telkens op de
enorme invloed die het milieu heeft
op de vorming van de persoonlijk
heid. Nooit doet de erfelijke aanleg
het alleen. Bij planten en dieren
trouwens ook niet. Maar in het bij
zonder niet bij de mens. Onder de
indruk van alles wat we nu weten
van genen en chromosomen moeten
we ons er wel voor hoeden, de in
vloed van het milieu, van opvoe
ding, sociale omstandigheden, reli
gie e.d. niet te gaan onderschatten.
Montagu verdedigt dan ook het
standpunt, dat de eugenetica, dat is
de wetenschap die het weliswaar
edele, maar ook wel bijzonder pre
tentieuze doel nastreefd om de men
selijke soort, de homo sapiens, te
verbeteren, de veiligste weg volgt,
als zij tracht om, waar dit maar mo
gelijk is, het milieu zo gunstig mo
gelijk te maken.
Dit humane standpunt zal wel door
ieder weldenkend mens zonder meer
onderschreven worden, wat nauwe
lijks te verwachten valt van de .oe-
passing van eventueel te ontwikke
len methoden om rechtstreeks in
het genenpatroon in te grijpen.
Er waren genetici die vast geloof
den, dat ook misdadigers worden ge
boren, d.w.z. dat zij door afwijken
de gen'en of chromosomen zouden
zijn voorbeschikt tot agressiviteit
of asociale gedragspatronen.
Ook kortgeleden zijn zulke berich
ten weer opgedoken in de kranten.
Onder een aantal wegens ernstige
misdaden veroordeelden zou een op-
Zo komen we dan op een belang
rijk punt. Wij bezitten aangaande
de erfelijkheid al een flink arse
naal van kennis. Kennis verschaft
macht. Hoe oefenen we deze macnt
uit, of om Montagu te volgen: „Wat
doen we met de erfelijkheid?"
Wie zich daarin verdiept, merkt
al gauw, dat de ethische problema
tiek, opgeworpen door die steeds
toenemende macht, zeer ernstig is
en in feite om prioriteit vraagt bo
ven de oplossing van allerlei techni-
che moeilijkheden.
Dat heeft zonder twijfel Rattray
Taylor bewogen tot het schrijven
van zijn verontrustende boek: De
biologische Tijdbom. Niet dat er van
biologische zijde geen ernstige kri-
teik op dit boek mogelijk zou zijn.
Maar de verontrusting is echt en te
recht. In biologie waarin geleidelijk
aan de mens fantastische mogelijk
heden in handen worden gegeven.
Het lijkt er echter niét op, dat
de ontwikkeling van ons verant
woordelijkheidsgevoel gelijke tred
houdt met de toeneming van onze
macht over de natuur. Men hoeft
hier maar te wijzen op de steeds
krankzinniger wordende bewape
ning in feite een geraffineerde
toepassing van voor de leek onvoor
stelbare hoeveelheden scheikunde
en natuurkunde. Maar beter kun
nen we als inleiding op de te be
spreken moeilijkheden, waarvoor
de moderne genetica ons meer en
meer zal plaatsen, uitgaan van een
meer actueel gegeven.
hadden, toen zij nog in de „gelukki
ge" omstandigheden verkeerden een
bijna onvoorstelbaar grote kinder
sterfte en lage gemiddelde leeftijd
voor de betrekkelijk weinig overle
venden te hebben.
Zo gezien zou de Godheid dan hel
zedelijk goede hanteren als een
straf voor degenen, die menen, dat
zij hun goede gezonde verstand van
Hem hebben en dan ook om het te
gebruiken. En daarbij zou die straf
dan allereerst degenen treffen, die
nog geen weet hebben van onze
moderne „zonden". Waarbij wel aan
gemerkt mag worden, dat zij vaak
genoeg geboortenbeperking toepas
ten in de vorm van kindermoord of
te vondeling leggen.
En terwijl dit geschreven wordt,
vertelt de nieuwslezer dat in Tur
kije studentenacties voor geboorten,
beperking tot ernstige ongeregeld
heden leidden met bevolkingsgroe
pen, die pleiten voor 100 miloen Tur
ken om het. land groot te maken.
Het is moeilijk om optimistisch te
blijven als we zien, hoe moeizaam
men maar vordert ten aanzien van
wellicht het grootste probleem op
onze wereld. Ik zie nu voorbij aan
alle andere politieke ellende, het
chauvinisme, het achterlijke natio
nalisme en bekrompen militarisme,
verder het mateloze winstbejag,
waarin waarschijnlijk de werkelij
ke onzedelijkheden van deze we
reld gevonden moeten worden en
■waardoor bijvoorbeeld de voedsel-
produfctie veel minder toeneemt, dan
mogelijk zou zijn. Maar zelfs al was
deze laatste optimaal, dan zou bin
nen afzienbare tijd geboortenrege-
ling een onontkoombare eis zijn.
Als nu het verhinderen, dat er
kinderen geboren worden, die beter
niet geboren worden, al zo'n zee
van moeilijkheden schept, wat wil
len we dan met andere toekomstige
mogelijkheden zoals bijvoorbeeld:
zoon of dochter of het ras te „ver
beteren", of zelfs genenchirurgie
Een weinig opwekkend voorbeeld
van ons onvermogen om de tekenen
des tijds te verstaan en, belangrij
ker nog, daaruit de consequenties
voor ons gedrag te trekken, is de
problematiek rond de bevolkingsex
plosie. De deskundigen zijn 't er wel
over eens, dat deze op korte termijn
drastisch en mondiaal moet worden
aangepakt of het loopt binnen zeer
afzienbare tijd uit op een eveneens
mondiale catastrofe. Hier zijn het
niet alleen de traagheid van geest
van sommige leiders naast de onver
mijdelijke traagheid van de masa,
maar meer nog de hardnekkigheid
van sociale, religieuze en politieke
vooroordelen, die een werkelijke
aanpak belet.
Zekere religieuze groepen zien een
dergelijke catastrofe graag als een
straf voor de zonden der mensen,
de afval van het geloof der vade
ren, de onkerkelijkheid, de aards-
gezinde levenshouding, dat wat zij
zien als toenemende onzedelijkheid,
daarbij niet zelden inbegrepen de
geboortenbeperking zelf of minstens
de daartoe geschikte middelen.
De bevolkingsexplosie is echter
niet het gevolg van enigerlei onze
delijkheid, maar juist van iets, wat
iedereen als een zedelijk goed zal
ervaren, nl. de verbetering van de
medische en hygiënische levensom
standigheden van de volkeren, die
nog geen overbevolkingsproblemen
Uit het feit, dat ik een overtuigd
voorstander ben van geboortenrege-
ling en vooral van geboortenbeper
king, volgt niet automatisch, dat ik
ook verrukt ben van die andere mo
gelijkheden. Integendeel! Maar dat
is niet de vraag. Waar het om gaat
is, dat wij straks al deze dingen
kunnen en dan zullen moeten beslis
sen ze óf goed te gebruiken, óf er
vrijwillig op goede gronden van af
te zien. En goede gronden worden
niet geboren uit louter emotionele
overwegingen. Het ziet er niet erg
haar uit, dat we het daarover eens
■*ullen kunnen zijn, alvorens de
technische moeilijkheden zullen zijn
opgelost.
Het minst ingrijpend en daardoor
net gemakkelijkst aanvaardbaar is
het elimineren van de gevolgen van
erfelijke kwalen, zoals we dat al
hebben besproken bij de behande
ling van de gevolgen van de bloe
derziekte. Ook het verschaffen van
een speciaal dieet aan kinderen, die
ten gevolge van fenylketonurie on
behandeld geestelijk invalide zouden
worden, of bij andere afwijkingen
bepaalde geneesmiddelen niet mo
gen hebben, die normale mensen
wel mogen innemen, schept geen
moeilijkheden tot ja tot we
ons realiseren, dat deze mensen
vroeger door hun kwaal werden uit
geselecteerd, d.w.z. geen nakomelin
gen kregen aan wie ze hun ernstige
gebrek konden doorgeven, terwijl ze
nu wel bijdragen tot de toename van
dit gebrek in de bevolking? Hoe
lang zal hun dit nog worden toe
gestaan?
Het zou natuurlijk het mooist zijn
als deze mensen uit eigen verant
woordelijkheid af konden zien van
het krijgen van kinderen. Het zou
ook mooi zijn als alle automobilis
ten uit eigen verantwoordelijkheid
nooit de snelheidsbepalingen over
schreden. En als het nu eens moge
lijk zou zijn om voor deze mensen
hun geslachtscellen zó te selecteren,
dat ze toch echte eigen kinderen
konden hebben, maar zonder de
kans op dat bepaalde gebrek? Dan
zal men mogelijk geneigd zijn om
te zeggen: natuurlijk, waarom niet?
Als we ons daarbij dan wel terdege
realiseren, dat we dan al bezig zijn
zaad- of eicellen te selecteren.
Mensen met erfelijke niergebre
ken kunnen in sommige gevallen
met niertransplantaties worden ge
holpen. Maar straks worden zoveel
(uiterst kostbare) transplantaties en
niet alleen van harten en nieren
mogelijk, dat men er wegens een te
kort aan deskundigen veel geld voor
zal moeten neertellen. De rijkaard,
die het zelf kan betalen dat zijn
er niet zoveel of de arme sloe
bers, die het eventueel uit het zie-
d/e duurZyn.,
snaar een Aioye
nydraye deere/iy Ay as/y
aa/7 c/e ye- /cod/enA en
J d/c '\sneens'c/apyóydrayen. deen.
*/h/ader /eAayjAyn c/> Va A
/ebben yebo/t^y Aoyeryi/lscceu.
'/naar Aod/ ee/t X
by'dra. y e /eeey
Ven Ay v/'eSd
Aei ye/rsd-yAroy/e/i
c/e/Ae yAydra.de oor\^l),
et/erredyy Zy.-
/naar- y/ Ma./
vn
d/e
'da/>ad/éel
dn /lebben.
'a/s1 /di de yrae-
r^ben i h/ d,
\/_J /naar Sri Ander
a/A'
*/a.yer A/Aea u. Ay drayen Aan
^A/er/oCy 'be/oor/^r Aas/en Ad.
?de /nadda ranyterer bij dm 1 daor y Ure a red
tAe y>o//iu.JaA/ey ye o/ider Ae/ wea
yyetm dde/de b/yeer
yal dof/en Zy jb/nS
i/L y 'A cAoor:
■\\l_Jy febre/cbtfe. //cAa/ne/ybe
y /ondA/'Aub/e J yer/Aye. derf Aan. |V—v d/e. Meer-
rde/<y/e derjn of en dj /Ada //dAeiAI \^J/o/Arn Aan
0/> fa/ere Jeef/yd door 2/èdbe., Xbydrayem door
O/i era. //en Sl/eAoyen e. d. OnA/dpd. na/uur.-
\Aeeren,fio/ de.
h-ia-fcyen.
f/2 c/U dArren. foor
Aa/e trol- (ijwadfertb.
ro/Aea/yAn ra//de ayn
'ens/an^y^/) AcA. of fees/e/ (jQ^
JCodte/i aan
qe/nee/idcdi a/>
Een schematische indeling van de bevolking op grond van de verhouding tussen hetgeen een individu
aan de gemeenschap kost en de bijdrage die het op zijn beurt zelf weer aan die gemeenschap levert. De
diagonale streepjeslijn geeft dan de gemiddelde verhouding Bijdrage/Kosten I. De groepen 1 en 2,
samen veruit de massa van de bevolking vormend liggen zo rond dat gemiddelde.
De vooruitgang moet het hebben van de groepen 3 en 4. Politieke demagogen en oplichters zitten
bijeen in groep 6, ondanks hun normale lichamelijke en geestelijke kwaliteiten. In groep 13 zijn on
dergebracht degenen die voor of spoedig na de geboorte sterven. (Vrij naar V. A. McKusick Human
Genetics die het weer heeft van S. WrightThe biological effects of atomic radiation.)
kenfonds, d.w.z. via de gemeenschap
bekostigd krijgen? Zal men zich
dan, gedwongen tot kiezen, gaan af
vragen: Wie is het meest kostbaar?
Kostbaar voor wie? Voor hem of
haar zelf? Voor de (betalende) ge
meenschap?
Wie zegt dan wat kostbaarheid in
dit verband precies is? Is een amb
tenaar kostbaarder dan een artiest
van wie heel misschien pas over en
kele tientallen jaren zullen zeggen,
dat hij niet zo gek was als hij ons
aanvankelijk leek? Is een slager
kostbaarder dan een geoloog, die
ons nuttige aardgasbellen aanwijst?
In elk geval heeft de gemeenschap
in de geoloog kapitale sommen meer
geïnvesteerd dan in de slager. Maar
misschien is deze geoloog een uiterst
onaangenaam mens en de betreffen
de slager het zonnetje van de su
permarkt.
Dat dit geen loze vragen zijn kan
ook worden afgeleid uit het schema
(fig. B) dat we met grote vrijheid
hebben aangepast aan ons probleem,
maar dat ontleend is aan Human
Geneties van V.A. Mc Kusiek. Tot
werk vakje moet men straks beho
ren, om eventueel te worden ge
holpen?
1
Vragen, vragen, vragen. En er
zullen toch antwoorden op gegeven
noeten worden. Sommige zullen wel
licht minder moeilijkheden geven,
dan nu lijkt, andere zullen door de
ontwikkeling al verouderd blijken
op het ogenblik dat ze volgens onze
huidige verwachtingen moeten op
duiken. Vele andere zullen er mo
gelijk ontstaan, die wij door kort
zichtigheid zelfs nog niet vermoe
den. Dat onze knapste koppen zich
daarover moeten gaan beraden en
dat internationaal en onverwijld
tijkt ons een dwingende eis.
Want:
men kan reeds de zoonverwek-
kende en dochterverwekkende
spermacellen scheiden langs elec-
trische weg, al blijven technische
verbeteringen nog gewenst;
men beheerst reeds de techniek
van de kunstmatige inseminatie;
men kent al methoden om
sperma gedurende lange tijd in
goede conditie te bewaren, al moe
ten er t.a.v. de mens nog tech
nische verbeteringen komen;
men vordert steeds op het ter
rein van de microchirurgie en „ge
nenchirurgie" is al geen dwaas ge
dachte-spel meer maar serieuze
speculatie;
men zal er ongetwijfeld in sla
gen baby's vanaf de conceptie tot
en met het „voldragen stadium"
buiten de moederschoot groot te
brengen aanvankelijk zeker met de
goede bedoeling moeders of ou
ders aan eigen kinderen te helpen,
wanneer dat op natuurlijke wijze
niet zou kunnen.
Maar dan.als we de techniek
beheersen?
Het leek zinvol ons in een reeks
artikelen, waarin met een zeker ge
rechtvaardigd enthousiasme de stand
van onze kennis op het gebied van
de erfelijkheid wordt geëtaleerd,
niet voorbij te gaan aan het gelei
delijk duidelijker worden van de
ethische problematiek. Dit zullen
sommigen zelfs mogelijk aanvoelen
als een anti-climax. De zo stralende
wetenschappelijke medaille heeft
ook de beruchte keerzijde.
De wetenschap werkt echter
ongetwijfeld door, tenzij een
wereldomvattende ramp een ein
de zou maken aan de cultuur.
Wanneer we durven blijven ho
pen, dat we die niet zullen be
leven, zullen we in elk geval
moeten leren leven met en een
positief antwoord leren geven op
de vraag: „Wat doen we met de
erfelijkheid?"
De laatste aflevering van
deze serie wordt gepubliceerd
in de krant van volgende
week zaterdag.
(ADVERTENTIE)