ires N XXI
3
Uitslag enquête, in opdracht van episcopaat gehouden:
MEESTE NEDERLANDSE PRIESTERS
WIJZEN CELIBAATSVERPLICHTING AF
Betaalcheque
in opmars
Drie theologen:
waarborg
keuzevrijheid
Over meer inspraak
van jonge mensen denken ze wel
even anders...
THEODORUS NIEMEYER
ETRÖMARKTl
INKELMARKT
14»
Onderscheiding
voor Zeeuwse die
joden redde
Maar over Voortrekker Pijptabak zijn ze het eens.
Voortreffelijk! Aan geen generatie gebonden.
Die twee roken er best van.
Dames SHIFT
(tumjurkje)
Dames
HUISHOUD
DUSTER
T0NDERG0ED
WAARDERING
Dispensaties
MOEILIJKHEDEN
Theoloog Aubert:
Revolutionaire
bewegingen
ontmaskeren
ongelijk van
kapitalisme
PTT studeert
Eurocheque
Voordelen
NIEUW!
DE STEM VAN DONDERDAG 22 MEI 1969
9
SCHOOL VOOR
SLBAAR en
HUISHOUD- en
ONDERWIJS
r. 100, Breda. Tel.
i a g d
igustus 1969
lessen per week op 1
;n tuinbouw aan de OV°
natuur- en scheikunde aa
stenten).
het Bestuur van de scfc.ni
■aat 100, Breda.
e direktrice, mej. A. M.
ten met de kwaliteitsgarantie
e zaak. Daarom kun je zo
n de koopjes op een Metro
elheid van een echte markt
rijzen. Er is van alles te koop
;t staat De Gruyter.
i«n zijnaileenverkrljgbsarlnottt
Katoen
diverse kleuren,
matensmall-
medium-large
Nylon
diverse kleuren,
matensmall-
medium-large
ii singlets
,5 maten 5P 75
6 en 7
(Van een onzer redacteuren)
NIJMEGEN Een groot gedeelte van de Nederlandse priesters, diakens en subdiakens wijst
j de celibaatsverplichting in haar huidige vorm af. Slechts een klein gedeelte gaat zonder meer
met de bestaande regeling akkoord. Een resterende minderheid (ongeveer een vijfde) houdt
'momenteel nog aan de bestaande regeling vast, zonder die echter als onveranderlijk te be-
gouwen. Aldus de uitslag van de enquête die door het Instituut voor Toegepaste Psycholo
og jn Nijmegen in opdracht van het episcopaat is gehouden. Deze uitslag staat in een rapport
dat zo juist aan het episcopaat is uitgebracht.
De reacties op de celibaatswet vallen in drie groepen uiteen. Een
meer behoudende groep (27 procent) wenst de celibaatswet te hand
haven, zij bet op grond van verschillende motieven (ontkoppeling
no.? niet realiseerbaar, ontkoppeling alleen gewenst voor uitzonde
ringsgevallen). Van deze groep is slechts 5 procent voorstander van
een handhaving der celibaatswet voor iedereen en voor altijd.
Een sterk veranderingsgezinde groep (46 procent) wenst de celi
baatswet in beginsel op te heffen. Een gedeelte (21 procent) wenst
dit onmiddelliik en voor iedereen, de rest neemt een minder radicaal
standpunt in. Een middengroep (27 procent) wenst zich niet uit te
spreken, zij pleit uitdrukkelijk voor pluriformiteit op het punt van
het priestercelibaat.
Uit alles blijkt dat de pauselijke
encycliek over het celibaat bij de Ne
derlandse priesters slecht is gevallen.
Tegenover 20 procent die zich geheel
of althans in grote lijnen met de in
houd van het pauselijk schrijven kan
verenigen, staat maar liefst 45 procent
die het er absoluut niet mee eens is,
terwijl 35 procent zich van een oor
deel onthoudt.
De meerderheid van de priesters
kar. zich niet voorstellen, dat de pau-
I selijke encycliek het laatste woord
van Rome in deze zaak zal zijn. Zij
meent dat er aan wijzigingen in de
celibaatswet eenvoudig niet is te ont-
nen. De helft van de Nederlandse
I priesters vindt een eigen nationaal
beleid van de bisschoppen tn deze
raak gerechtvaardigd Zij vraagt daar
zelfs uitdrukkelijk om.
Rond 70 procent is van mening dat
men priesters die gaan huwen, zoveel
I mogeljjk in het ambt moet laten. Rond
procent vindt dat er voor gehuw
den veel meer mogelijkheden gescha-
I pen moeten worden om priester te
j worden.
Op grond van welke gezichtspunten
wensen velen de afschaffing van de
I huidige celibaatsverplichting en wij-
zen anderen die af? Om deze vraag te
beantwoorden, moet men oóg hebben
voor vier waardencomplexen die
j richtinggevend zijn.
Een grote meerderheid van de Nè*
derlandse priesters (80 procent) is
van mening dat het afzien van het
huwelijk omwille van het behoren tot
een religieuze gemeenschap een zin
volle zaak is. Een iets kleinere meer
derheid (72 procent) onderschrijft dat
de ongehuwde priester groter fysieke
en psychische beschikbaarheid voor
ziin werk krijgt. Ongeveer de helft
(47 procent) ziet het celibaat als een
mogelijkheid om Christus van meer
nabij na te volgen. Tenslotte meent
de helft van de priesters (49 procent)
dat het celibaat afbreuk doet of dreigt
te doen aan het persoonlijk levens
geluk van de priesters.
Uit een en ander blijkt dat het mas
sale verzet van de Nederlandse pries
ters tegen de celibaatswet niet mag
worden opgevat als een massale op
stand tegen de ongehuwde staat als
zodanig. Integendeel: de grote meer
derheid weet het celibaat in het alge
meen wei te waarderen, zij het op
amdere gronden dan in de officiële
kerkelijke documenten worden aan
gegeven. Ook is het duidelijk, dat de
Nederlandse priesters het leven vol
gens de drie geloften steeds meer als
een eigen werkelijkheid gaan zien,
die los van het ambtscelibaat op de
eigen merites moet worden beoor
deeld.
Van doorslaggevende betekenis
voor het ,;ja"! of „neen" tegen de ce
libaatswet zijn vooral twee waarden-
- complexen.
Zij die het celibaat zien als Christus
navolging en minder zwaar tillen aan
de eventuele bedreiging van het per
soonlijk levensgeluk der betrokkenen
pleiten voor handhaving van de wet.
Zij die door het motief van de
Christus navolging weinig worden
aangesproken, en zich veel zorgen
maken over het levensgeluk der be
trokkenen, pleiten voor opheffing van
de wet.
Los van de vraag, hoe men de ce
libaatswet in het algemeen beoordeelt
staat de vraag, hoe iedere priester
persoonlijk zijn celibaat beleeft. De
enquête wijst uit, dat 67 procent het
waardeert als een vorm van beschik
baarheid, 64 procent als een aspect
van het eigen leven als religieus, 62
procent als een persoonlijke navol
ging van Christus. Vervolgens is 20
procent tot de bevinding gekomen, dat
het celibaat afbreuk doet aan het per
soonlijk levensgeluk, en meent 13
proeent dat het celibaat een ernstige
belemmering is voor het leggen van
contacten met de mensen.
Hoewel het maar om een minder
heid gaat, dient te worden onder
streept, dat minstens eenvijfde deel
van de Nederlandse priesters lijdt aan
het celibaat. Ook heeft eenvijfde deel
wel eens serieus overwogen het pries
terschap vanwege het celibaat op te
geven. Het aantal priesters dat de
celibataire staat „wel eens" als een
grote last ervaren heeft is dubbel zo
groot, namelijk 42 procent.
In tegenstelling tot wat verwacht
mocht worden, hebben de werk- en
wooncondities weinig invloed op het
standpunt dat de priesters tegenover
de celibaatswet innemen. De werkte
vredenheid blijkt zeer groot te zijn en
ook over de woonsituatie zijn er maar
weinig klachten. Schakelt men alle
andere factoren uit, dan blijkt het
verband tussen ontevredenheid en
verzet tegen de celibaatswet praktisch
nul te zijn.
Wel is er een duidelijke samenhang
tussen het priesterbeeld dat men
heeft en de houding tegenover de
celibaatswet. Degenen, die een cul
tische ambtsopvatting hebben (en dat
zijn er 38 procent), pleitten voor
meer dan de helft voor handhaving
van de wet, terwijl slechts een min
derheid deze wet wil afschaffen. De-
(Van een onzer redacteuren)
NIJMEGEN-AMSTERDAM - „Het
ongehuwd blijven terwille van liet
rijk Gods zal slechts dan als authen
tiek ideaal in de kerk van morgen
kunnen blijven gelden, als de vrij
heid van keuze gewaarborgd wordt,
doordat deze levensstaat niet langer
als onvoorwaardelijke conditie ge-
honden wordt aan de keuze van het
priesterambt. Dit impliceert een op
heffing van de celibaatswet en tevens
een hernieuwde verkondiging van de
waarde van het celibaat als vrij cha
risma". Aldus een van de beleidslij
nen, die prof. dr. J. Groot, prof. mag.
dr. E. Schillebeeckx en dr. J. Stieger
in een pastorale nabeschouwing op
de enquête hebben uitgestippeld.
„Daarbij moet er steeds rekening
mee worden gehouden in hoeverre de
lokale gemeente het feit van de ge
huwde priester accepteert".
Ten aanzien van de priesters uit
de bestaande kerkorde geven zij de
volgende beleidslijnen:
Er moet zekerheid kunnen worden
gegeven omtrent de mogelijkheid
tot een persoonlijke, volwassen
integratie, zonder welke het celi
baat eerder schadelijk dan nuttig
moet worden genoemd.
Voor priesters die van hun gelofte
gedispenseerd wensen te worden
moge de wereldkerk het eigen be
leid accepteren varj het episcopaat
in de eigen kerkprovincie, dit zal
een ruimhartig beleid moeten
zijn.
Pastoraal gezien moet het moge
lijk worden dat een ambtsdrager
SCHILLEBEECKX
die huwt, gehandhaafd blijft in
het ambt en daarin opnieuw wordt
bevestigd, de financiële conse
quenties zullen onder ogen moe
ten worden gezien.
Het lijkt niet wenselijk om bij de
vraag naar voortzetting van de
ambtsuitoefening onderscheid te
maken tussen de verkondiging
van het woord en de bediening
der sacramenten.
Ten aanzien van de priesters, die
tot een religieuze orde of congregatie
behoren, geven de drie theologen het
volgende beleidsadvies:
op zich dient een dispensatie-
aanvrage van deze priesters anders
bekeken te worden dan die van se
culiere priesters;
in feite ligt de situatie echter
vaak zo, dat regulieren allereerst de
bedoeling hadden priester te wor
den, terwijl hun religieuze leven als
iets secundairs werd gezien, daarom
hoeft het dispensatiebeleid ten aar-
zien van reguliere priesters in feite
niet veel van 't algemene dispensatie
beleid te verschillen.
De drie theologen baseren deze be
leidslijnen op de algemene overwe
ging, dat het innemen van een eigen
standpunt tegenover het celibaat door
de plaatselijke kerk legitiem moet
worden geacht. De grote wereldkerk
moet kiezen „voor een beleid van
vertrouwen in de plaatselijke kerken
met hun herders".
genen daarentegen, die de priester
lijke functie allereerst als een getui
gende en zorgende functie zien (en
dat zijn er 46 procent) willen voor
het grootste deel de wet afgeschaft
zien, terwijl slechts een kleine min
derheid haar wil behouden.
Iets dergelijks kan men zeggen van
de samenhang tussen kerkbeeld en
celibaatsopvattir.g. Van hen die sterk
geporeerd zijn voor een krachtig leer
gezag, is 71 procent voor de handha
ving van celibaatswet; van hen die
het minst voelen voor een krachtig
leergezag in de kerk, is maar 1 pro
cent voor het behoud van de wet, ter
wijl 86 procent deze wet opgeheven
wil zien.
De moeilijkheden, die de priesters
in hun persoonlijke geloofsbeleving
hebben, vormen geen zelfstandige
factor, die de celibaatsopvattingen en
de houdingen tot de wet bepaalt. Die
moeilijkheden zijn er overigens wel,
35 procent heeft geen moeilijkheden,
18 procent heeft ze nauwelijks, 7 pro
cent heeft ze weinig, 11 procent tame
lijk veel, 9 procent veel en 22 procent
zeer veel.
Wie zijn het meest voor afschaffing
en wie het meest voor handhaving
van de celibaatswet? De seculieren
zijn over het algemeen meer voor af
schaffing darj de regulieren (verbon
den aan orde of congregatie). De in
telligentsia onder de Nederlandse
priester ligt ergens in het midden -
zij mag zeker niet als „de grote gang
maker van de anticelibaatscampagne"
worden beschouwd. De kerkelijke
overheid staat even rechts van het
midden. Kan zeker niet als de meest
behoudende groep worden aangeduid.
De factor leeftijd als zodanig blijkt
nauwelijks van invloed te zijn op het
„ja" of „neen" tegen de celibaatswet.
Bij de jongste generatie (35 jaar of
jonger) staat het celibaat vrij laag
genoteerd. Driekwart van deze groep
is van mening, dat de celibataire le
vensstaat een ernstige bedreiging is
van het levensgeluk, 80 procent is
dan ook tegen de celibaatswet. Rond
40 procent lijdt persoonlijk aan het
celibaat. Ongeveer eenzelfde percen
tage heeft er serieus over gedacht het
priesterschap vanwege het celibaat
op te geven en ongeveer de helft zal
in het huwelijk treden, zodra de wet
gewijzigd is, dat dit op korte termijrj
zal gebeuren, daarvan is tweederde
overtuigd. Hieruit kan men conclu
deren, wat er gebeuren zal, wanneer
in de nabije toekomst de verwachte
wetswijziging zal uitblijven.
De kerkelijke gezagsdragers zijn
weinig minder tegen de huidige celi-
baatswetgeving (41 procent) dan de
Nederlandse priesters in het alge
meen (46 procent). Maar liefst 71
procent van de gezagsdragers vindt,
dat een priester die huwt, in het
ambt moet kunnen blijven. En 80 pro
cent is van mening, dat er ruimere
mogelijkheden voor gehuwden moe
ten worden geschapen om priester te
worden. Interessant is te vernemen
dat 40 procent op korte termijn een
wijziging van de huidige celibaatswet
verwacht.
NIJMEGEN (KNP) De
Frans moraaltheoloog Jean Ma-
rie Aubert, van de universiteit
van Straatsburg, beschouwt de
revolutionaire bewegingen van
deze tijd als een ontmaskering
van „het inmense ongelijk van
het kapitalisme." Hij schrijft
dit in het mei-nummer van
„Concilium", het internationale
tijdschrift voor theologie.
De revolutionaire uitbarstin
gen in de maatschappij, univer
siteit en wetenschap stellen de
moderne mens doorlopend voor
moeilijke, ethische problemen,
vandaar de intense belangstel
ling van de moraaltheologen.
Overal ervaart men een gevoel
van onvrijheid en afhankelijk
heid. De revolutie breekt uit,
omdat men kennelijk geen hoop
meer ziet op een geleidelijker
aanpassing. De universiteitsre
voluties die overal ter wereld
opschudding brengen, zijn niet
anders dan hefitge vormen van
maatschappijkritiek, aldus Au
bert.
„Concilium"-theologen vallen
de moderne maatschappij-filoso
fen bij die een duidelijke over
eenkomst zien tussen de arbei
dersrevolutie van het socialisme
en de massale studentenrevolte.
Als volgens Pius XI de ver
vreemding van de arbeiders van
de kerk een van de grootste
schandalen van de twintigste
eeuw is, dan zal de kerk daar
uit een conclusie moeten trek
ken met betrekking tot de uni
versiteitsrevolutie. Men loopt
thans het risico de intelligentia
te verliezen, zo wordt immers
gezegd.
TERNEUZEN (ANP) De Israëli
sche ambassadeur in Nederland,
Sjimsjon Arad, zal dinsdag in Den
Haag onderscheidingen uitreiken aan
elf Nederlanders die tijdens de twee
de Wereldoorlog joodse medeburgers
hebben gered van de dood. Onder de
elf Nederlanders is o.a. mevrouw A.
den Hamer uit Terneuzen.
De onderscheidingen zijn toegekend
door het {rijksinstituut Jad Vasjem,
dat op 19 augustus 1953 door het Is
raëlische parlement werd opgericht.
De onderscheiden Nederlanders zul
len e enoorkonde en een medaille
met de Talmoedtekst „Wie een enkel
wezen redt, redt de gehele wereld"
ontvangen.
A A M VA j> j B/\ N KI
- .v
(Van een onzer redacteuren)
AMSTERDAM „Wat doet die
mijnheer? Hij toont zijn groene be
ipas en betaalt met een betaal-
cheque", zegt een schoolmeesterach-
"se stem in een bekende reclame-
spa', waarmee banken het grote pu
bliek aansporen over te stappen op
een moderne manier van „betalen
zonder geld".
®jntk 4e handelsbanken, verenigd
do Stichting Bevordering Cheque-
vr T' 'n november 1967 hun acties
or de betaalcheque begonnen, zijn
f "Nederland al tussen de 600.000
,„ii 0 betaalpasjes uitgereikt. Er
n er ongetwijfeld nog meer vol-
rinu" ?ok de spaarbanken in prin-
nüÜ °^en hebben deel te gaan
en aan het betaalcheque-verkeer.
hnt!? girale betalingsverkeer (het
munt ?Ü?der bankpapier en ge
mat u6 w°rdt in niet geringe
e bevorderd door de bedrijven,
1™ st.eeds meer toe over gaan de
nn betalen door stortingen
P de salansrekeningen bij de ban-
,™t,,van ,hun Personeelsleden. Het
half i-i?3 srekeninëen beeft het
"'ten reeds overschreden,
toe bk zal er nog dit jaar
amfctJ gaan de salarissen van de
tZ.ejraal te betalen, voor
dit al niet facultatief gebeurt.
Werknemers krijgen zodoende
mat m'nder ,cash' in handen. Zij
j 'm een veelvuldig gebruik van
betaalcheques, die de bank
jaar zij een rekening hebben lopen
"en kan verstrekken.
dwlswi^6 ^dnkeiiers is de voor Ne-
cheaiid n°g vr0 nieuwe betaal-
a«*ptee?derErlet.,algeme®n vlot ge-
aaamd geen J 4 voor hen hoege"
ke betaalnhL aan' aa"gezien el-
bedran ae or dc bank tot een
dekt g0oMig gulden wordt ge-
gen aceenw Nedej;landse spoorwe-
betaalchemtl SB1? enlSe tijd de
de PTT van de banken. Maar
bog ste»s,eige,rt de "gtoene" cheques
aan al wordt de aanpassing
deerd betalingswijze wel bestu-
cie Vries
,9125 4 .5 6 7 5
Inmiddels zijn de circa één-drie
kwart-miljoen rekeninghouders van
de postgirodienst in de gelegenheid
gesteld in winkels te betalen met de
blauwe giro-kaart. Veel winkeliers
schijnen hiervan echter terug te
schrikken, omdat de girokaarten niet
gedekt worden als het saldo van de
rekeninghouder onvoldoende zou
zijn.
Het misbruik, dat van de betaal
cheques van de banken wordt ge
maakt is te verwaarlozen, aldus de
Stichting Bevordering Chequeverkeer
die er zelfs voor ijvert dat boeten
bijvoorbeeld voor verkeersovertredin
gen per betaalcheque kunnen
worden voldaan.
Sinds 1 mei kunnen houders van
betaalpasjes door middel van zoge
naamde Eurocheques geld opnemen
in alle niet-collectivistische landen
van Europa, alsook in Joego-Slavië.
Men moet er evenwel rekening mee
houden, dat een buitenlandse bank
bij de verzilvering van een aangebo
den betaalcheque provisie berekent
en dat de Nederlandse bank, waar
van men de cheques betrokken heeft,
vijftig cent in rekening brengt voor
elke in het buitenland ingewisselde
cheque.
Desondanks zijn de kosten van de
Eurocheques vermoedelijk minder
hoog dan van de in Amerika ge
bruikelijke credit-cards. Bij aankoop
van een artikel wordt het kennum-
mer van deze pasjes afgedrukt op
de factuur, die door de winkelier
vervolgens ter voldoening wordt
aangeboden aan de betreffende bank.
De .louder van de credit-card krijgt
eenmaal in de maand een afrekening
van de bank, die hij pas na enkele
weken hoeft te voldoen. De bank
geeft dus de houder van een credit
card ongeveer twee maanden kre
diet, maar berekent de winkelier
daarvoor soms wel zes of zeven pro
cent provisie. Veel winkeliers hou
den bij het vaststellen van de prij
zen hiermee uiteraard rekening. Dit
blijkt dan uit het feit, dat zi) con
tante betalers meestal een hoge kor
ting geven!
De Nederlandse banken wekken
niet de indruk veel financieel pro
fijt te hebben van de retail-banking
(het verzorgen van kleine trans
acties).
De baten wegen dikwijls nauwe
lijks op tegen de kosten, als men de
jaarverslagen mag geloven.
Toch heeft retail-banking, wat on
der andere vestiging van grote aan
tallen kleine postkantoren in buiten
wijken noodzakelijk maakt, wel zijn
voordelen op het gebied van klan
tenbinding door middel van service
verbetering. Daarbij, klanten, die
eenmaal de drempelvrees ten aan
zien van de banken die vroeger in
pompeuze gebouwen met veel mar
mer kantoor hielden overwonnen
hebben, zullen op de duur aan de
bank meerdere geldzaken toever
trouwen.
Bovendien, ook de banken moeten
met de tijd meegaan, Het devies
luidt: to bank or not to bank.
(ADVERTENTIE)
Voortrekker Naturel. Licht en geurig.
Eerlijke tabak. Puur natuur.
•Recht op de man af. 1.45 per pakje.
Een creatie apart; Voortrekker Aromatic!
Dezelfde eerlijke tabak,
iets aromatisch van geur. Ook 1.45.
U kunt zich gratis abonneren op „Het Nieuwsblad voor Pijprokers".
Briefkaartje aan Postbus 41N - Groningen, is voldoende.