MAANTJE KIJKEN VOOR DE N.A.S.A. Kloos laat het OORDELEN EN achterste van VOOROORDELEN IN PAPERBACK zijn tong zien Sterrenwacht Oudenbosch in wereldnetwerk Apollo-10 BINNENHOF] Afgang van bewindsman ROND Vakbeweging Politiek Goederengroei Steken vallen Consumplievrijlieid (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG De heer Toxopeus, de liberale fractieleider in de Tweede Kamer, kan dan wel beweren, dat het kabinet-De Jong niet voortijdig verdwijnt, het is intussen wel duide lijk, dat enkele ministers bijzonder zwak staan. Mannen met een ver dienstelijk verleden achter het bu reau van belangrijke instellingen, met grote verdiensten op hun vakgebied, schrompelen dikwijls mentaal erfy siek ineen, wanneer zij zich in de politiek wagen. Zo'n overduidelijk voorbeeld wordt langzamerhand minister De Block van Economische Zaken. In zijn lange leven heeft hij zich doen kennen als een uiterst bekwaam ambtenaar, als een voortreffelijk directeur bij de KLM, als een knappe onderhandelaar in de tijd, toen hij nog staatssecreta ris van Buitenlandse Zaken was. Ach ter de gesloten deuren van een com plexe maatschappij is hij tot voor kort in alle stormen overeind geble ven. Maar sinds april 1967 toen hen» de zware portefeuille van Economi sche Zaken in handen gegeven werd, wordt het politieke leven voor de minister zelf een martelgang naar Canossa. Hij telt bij wijze van spre ken de dagen, dat hij nog minister moet blijven en hij telt de dagen, dat hij telkens weer voor een uiterst kri tische en uiterst lastige Tweede Ka mer moet verschijnen. Het dient gezegd, oppositie noch regeringspartijen sparen deze minis ter van Economische Zaken. Hij heeft de Kamer na het zoveelste debat nog niet de rug toegekeerd, of In zijn agenda staat weer een volgend debat, weer een nieuw gevecht met het Ne derlandse parlement. Hij krijgt nau welijks tijd meer zijn beleid uit te voeren, nieuwe ideeën te laten groei en, rustig en weloverwogen 's lands economie leiding te geven. Men spaart hem niet, men legt hem telkens weer op de politieke pijnbank en iedere keer weer wordt zijn haar witter, zijn gezicht vermoeider. Eerlijkheidshalve dient gezegd, dat zelfs de beste minister op dit moment in Nederland aan Economische Zaken een zware dobber zou hebben. Om voorbeelden te noemen een minister De Pous, een minister Andriessen, een minister Den Uyl, en nog verder teruggaande een minister v. d. Brink of een minister Zijlstra zou in deze dagen voor evenveel problemen, voor dezelfde moeilijkheden staan als deze minister De Block. Maar zij zouden zich anders gedragen hebben. Zij zou den de voortdurende politieke aan vallen op hun beleid hebben opge vangen en afgeweerd. Door betere argumenten te gebruiken, door veel slagvaardiger antwoorden. Door hun groter gewicht ook in het kabinet. De heer De Block beheerst zijn ma terie, hij kan het echter niet in poli tieke woorden omzetten, ook al zou den deze politieke woorden toch niet door de oppositie aanvaard worden. Want de oppositie van deze P.v.d.A. moet heftig zijn, strijdvaardig en hard. Het congres van de P.v.d.A. heeft dit van Den Uyl en de zijnen geëist. Ernstiger wordt het, wanneer ook regeringspartijen in deze voortduren de aanval gaan meemarcheren. Voor een minister moet het de pijnlijkste minuut van zijn ministeriële leven zijn, wanneer een regeringsgezinde partij hem vlijmscherp laat voelen, duit hij voor deze partij (de A.R.) alleen maar minister is en geen be windsman. Het lachen moet je dan wel vergaan. De moeilijkheden hebben zich de laatste tijd rond mr. De Block opge stapeld over de prijzen, over de ves tiging van Shéll-chemie aan de Moer dijk, over de industrialisering van de probleemgebieden en thans over zijn opvattingen in het Verblifa-conflict. Bij het debat over deze Krommeniese affaire stond praktisch de gehele Ka mer tegenover hem. Men wachtte ge woon op een duidelijk en hard ant woord van de minister, dat niet al leen bepalend is voor dit conflict tus sen werknemers en werkgevers, maar voor het totale regeringsbeleid in de toekoomst. Dit antwoord kwam niet, de Kamer kreeg alleen een aantal vage ontwijkingen. Geen wonder, dat de meeste fracties tenslotte een bit tere nasmaak hebben overgehouden van dit debat over een conflict, dat grote gevolgen kan hebben voor de Nederlandse ondernemingen. Niet voor niets hadden de meeste fracties dagen tevoren zelf al rondgereisd, geïnformeerd, gesproken met werk gevers en werknemers van het Ver blif a-concern. Zij waren voor het parlement een van de zeldzame ge legenheden bijzonder goed geïn formeerd. Wat de fracties wilden, was een duidelijk standpunt van de regering te horen. Dit standpunt kivam niet, totdat een zeer geladen Kamer een toezegging afdwong. Maar niet, nadat minister De Block had moeten horen, dat de A.R. hem alleen nog maar als minister beschouwt «tl niet als bewindsman. Erger kan het niet in d« Neder landse politiek. DE STEM VAN ZATERDAG 17 MEI 1969 (Van een onzer verslaggevers) OUDENBOSCH Dinsdagavond om half tien precies, begint een be langrijk hoofdstuk in de not prille historie van de volkssterrenwacht Simon Stevin in Oudenbosch. Precies op dat tijdstip is de ring van observa tieposten in de hele wereld, die in opdracht van de NASA het maanop pervlak bestuderen in het kader van de op dat tijdstip verlopende maan- reis van de Apollo-10, gesloten. En Simon Stevin is een van de zeventig volkssterrenwachten, die, naar aan leiding van haar goede resultaten de afgelopen jaren op het gebied van satellietobservaties, werden uitgeno digd aan dit „Lunar International Observers Network" deel te nemen. In een sterrenwacht als deze, kan men de belangstelling van steeds gro tere groepen publiek voor de ruimte en de ruimtevaart duidelijk peilen. In de dagen dat astronauten op weg zijn naar de maan, of, zo maar ergens in het gewichtloze heelal, oefenen, wordt de directie van de sterren wacht overstroomd met verzoeken om een kijkje te mogen nemen in de grote observatiekoepel, waar de Mak sutov-telescoop zelfs kleine gedeeltes ran het maanoppervlak dicht en dich terbij kan halen. Maar er is méér: in de projectie zaal kunnen groepen belangstellen den steeds terecht voor klankbeelden met dia's of films over het heelal, de sterren, de planeten en over de ruim tevaart. Een uitgebreide verzameling boekwerken over deze onderwerpen ■s er te koop en complete bouwsets voor het in elkaar knutselen van telescopen, kijkers en slijpsets voor net maken van holle spiegels zijn er, in alle prijsklassen, voorhanden. Inmiddels hebben de directeur van de sterrenwacht, de heer Th. M. Ver- meeseh en zijn zeer geïnteresseerde vrouw, samen met de vele enthou siaste assistenten die de sterren wacht telt, de afgelopen weken ber- we* verzet om de opdracht van de NASA zo goed mogelijk uit te voeren. 9m te beginnen moest er een nauw- tuitend observatieschema worden gemaakt. Immers, langer dan één kwartier aan een stuk kun je door oen kijker niet intensief speuren. Be halve de heer en mevrouw Vermeesch zullen in de avonden van 20, 21 22. -» en 24 mei de assistenten J. Jacobs, J. beuykens, J. Pepers, A. Dorreman, J. Verpalen, C. Derks, J. Suyker- buyk en C. Jacobs aan de kijkers zit ten. Kijkers; inderdaad! Want behalve de grote Maksutov, waarmee de hoofdwaarneming wordt verricht, zal er een kleinere kijker in de koepel worden opgesteld, om de maan in de uren dat geobserveerd moet worden, letterlijk geen seconden uit het oog te verliezen. Doel van dit alles is: eventuele verschijnselen op het maanopper vlak, via een voor de hele wereld voor deze Apollo-10 vlucht opgestel de, informatiecode te observeren en door te geven naar de centraalpost in New York. Vooral verschijnselen van langere duur zijn interessant voor de astronauten in hun capsule, die radio-fonisch van eventuele waar nemingen op de hoogte worden ge bracht, zodat zij een bepaald feno meen van dicht bij kunnen bekijken. De Apollo-10 immers nadert het maanoppervlak tot op een hoogte van slechts vijftien kilometer. De waarne mingstijden voor de volkssterren wacht in Oudenbosch zijn officieel geplant en met verschillende starttij den per avond, variëren zij van twee tot twee en een half uur. Wat er die avonden vanuit Ouden bosch eventueel op de maan te zien en doorgegeven moet worden naar New York, is onderverdeeld in een aantal vaste codes. Blink betekent bijvoorbeeld: flitsend, brigh: helder, dimmi: wazig, obscu: een donkere plek, pulsa: trillend en speet: kleu ren. De plaats waar het verschijnsel op de maan zich voordoet wordt door geseind met de vijf eerste letters van het betreffende meer of de krater. De waarnemingen die gedaan kun nen worden hebben verschillende prioriteiten. Een verschijnsel dat op eens begint en voor onbepaalde tijd blijft doorgaan, is natuurlijk het boeiendst en daarom ook het belang rijkste. Het moet zo snel mogelijk per telefoon, naar Amerika worden doorgeseind. Verschijnselen op de maan, die op eens beginnen en zich met bepaalde tussenpozen herhalen hebben prio riteit twee en worden evenals ver schijnselen die beginnen en meteen weer ophouden, vanuit Oudenbosch per telegram naar Amerika verzon den, samen met het exacte tijdstip waarop ze werden gezien. Dat wordt, aan de kijker, getimed met een stop watch en moet op één tiende minuut nauwkeurig zijn. De directie van de volkssterrenwacht in Oudenbosch heeft afsproken met het PTT Tele graafkantoor in Amsterdam gemaakt voor snelle communicatie met Ame rika op de avonden van de obser vaties. De volkssterrenwacht heeft in het raam van deze Apollo-10-vlucht, waarin ze een eervol aandeel heeft gekregen, een aantal randactiviteiten georganiseerd, waarvan het grote pu bliek profiteren kan. Voor de filatellisten is er een spe ciale enveloppe-met stempel te krij gen. Enkele duizenden aanvragers hebben al gereageerd en de envelop pen zullen op een van de observatie avonden verzonden worden. Verder zijn er vanaf vandaag tot en met maandag 26 mei, filmvoorstellingen in de projectiezaal van de sterren wacht, met ondermeer een compleet filmverslag van de boeiende ruimte reis met de Apollo-acht Een klank beeld over planeten en sterren, aan gepast aan deze speciale gebeurtenis in de sterrenwacht, geeft het publiek een goed begrijpelijke indruk van wat er nu eigenlijk allemaal precies ge beurt. Voor het bijwonen van deze voor stellingen kan men telefonisch af spreken met de volkssterrenwacht (01652-2034). Ze worden gegeven zaterdag, 17 mei om twee uur en vier uur, zondag om twee uur en half vijf, woensdag, 21 mei, om twee uur en half vijf, zaterdag, 24 mei om twee uur en vier uur, zondag, 25 mei om twee uur en half vijf en maandag, 26 mei, om twee uur en half vijf. Het bezoek aan deze voorstellingen kan gecombineerd worden met een be zoek aan de permanente tentoonstel ling en de observatiekoepel. Dat het wel degelijk zin heeft om het maanoppervlak te blijven bestu deren, bewijst de lange lijst van kort stondige maanverschijnselen, tussen 26 november 1540 en 19 oktober 1967, toen alléén al in de maankrater Aris- tarchus 225 waarnemingen werden gedaan. De nationale pers, radio en televisie hebben grote belangstelling getoond voor de volkssterenwacht naar aan leiding van de komende ruimtevaart observaties. Radio en tv zullen er een aantal documentaires aan wijden, alsmede rechtstreekse uitzendingen uit de koepel op de avonden van de observaties. De grote Maksutov-telescoop in de observatiekoepel. Met deze telescoop zal de komende maanwaarneming tij dens de vlucht van de Apollo 10 worden verricht* Kloos betoogt in zijn boek ook, dat er te grote inkomensverschillen zijn. Hij erkent, dat het economisch pro ces niet kan functioneren zonder der gelijke verschillen prestaties moe ten nu eenmaal met financiële prik kels warden uitgelokt, grotere kennis en grotere verantwoordelijkheid moe ten hoger worden beloond maar een wezenlijke nivellering van inko mens lijkt Kloos noodzakelijker. De inkomensverschillen zijn een gevolg van het marktmechanisme, van de werking ven de vraag en aanbod dus. „Men moet ervoor oppassen dat men de uitkomst van de marktmechanisa- tie tot ethische norm verheft omdat er geen beter verdelingsmechanisme dan de markt hij de hand is". Door de ongelijkheid van inkomens hebben de achterblijvers het gevoel, dat zij niet meedelen in de welvaartsstijging En zij houden het gevoel, omdat als ze in de lift zitten, de koplopers nog sterker omhoog klimmen. Minister Toxopeus heeft aan die dendvellering hard meegewerkt, weliswaar voor het overheidspersoneel, maar het werkte door in alle geledingen. „De strijd voor de underdog is een we zenlijk onderdeel van 't beleid van de vakbeweging", stelt Kloos, die erop wijst, dat het handhaven van achter blijvers weerstanden en uiteindelijk politiek extremisme oproept. „Poli tieke partijen en vakbeweging zou den samen moeten vechten voor een grotere gelijkheid in de beloningssy stemen". De vraag komt op, of de vakbeweging door deze vactiek niet juist de greep op de midden groepen en hoger gesalarieerden gaat verliezen. Kloos vindt, dat de ze categorieën solidariteit moeten opbrengen voor de underdog. Geens zins wi) hij de marsroute laten uit stippelen door de beteT betaalden. „Dan zou de vakbeweging voor mij zijn aantrekkelijkheid verliezen". Dat neemt niet weg, dat Kloos een uitgebreid hoofdstuk moet wijden aan de aantrekkingskracht van de vakbeweging. Hij erkent een vrij be perkte organisatiegraad in Neder land, maar hij wil de afzijdigen toch ook niet allemaal klaplopers noe men. Ook speelt mee, dat vakorgani saties voor het algemeen belang ope reren, waar door het individu geen direct verband ziet tussen zijn offer en de realisering van gemeenschap pelijke voorzieningen. Een middel om de leden te binden is hen te laten profiteren van bijzon dere voordelen: grote service, ook via het scheppen van vakantiegelegenhe den, goederenaankoop, e.d. Kloos haast zich overigens te stellen dat de vakbonden niet alleen maar le den heeft met 'n- egoïstische instel ling Er zijn ook aanzienlijke groepen met een verlangen naar een maat schappij met hogere morele stan daards en de auteur erkent, dat de vakbeweging zelf ook vaak is tekort geschoten. Kloos pleit (uiteraard) ook voor een samengaan van de drie zuilen in de vakbeweging. Hij vindt dat er geen principiële beletselen zijn en dat er in het praktische vlak voor sa mengaan of alleen maar samenwer ken een enorme verspilling van geld en energie kan worden voorkomen. Nu doet men heel veel werk in drie voud. Kloos geeft N.K.V. en C.H.V. dan ook ernstig in overweging na te gaan of de organisatorische ver deeldheid van de Nederlandse werk nemers houdbaar is, juist gezien van uit de christelijke solidariteit en de aanvaarding van de niet-gelovige als gelijkwaardige medemens. De vakbeweging is vanzelfspre kend sterk geïnteresseerd in de poli tieke ontwikkelingen, omdat de wet gever nu eenmaal invloed uitoefent op vele terreinen, waarop de vakbe weging aktief is. Wie vindt dat de vakbeweging a-politiek moet zijn, kan slechts bedoelen, dat er geen or ganisatorische banden moeten be staan met een of meerdere partijen, stelt Kloos. Dat er een voorkeur voor een politieke groepering groeit, is duidelijk. Met name heeft hy iets tegen confessionele partijen („partij formatie op de niet-politieke noemer van 't geloof"), die volgens hem her structurering van de maatschappij in de weg staan omdat zij een samen stel van alle groeperingen zijn. Om dat radikalisering van de bestaande confessionele partijen niet zo voor de hand ligt. „Gezien de traditionele invloed van de niet-werknemers in deze partijen", put Kloos hoop uit de oprichting van de politieke Partij Ra- dikalen, wier aanhangers zich hebben onttrokken aan de kleurloosheid van de confessionele partijen" bij voldoen de steun, vooral uit het katholieke kamp, kan deze partij volgens Kloos de stoot geven tot een partijpolitie ke vernieuwing via formaties van par tijen met duidelijke programma's be treffende maatschappelijke opvattin gen De vroegere, intussen doorgesne den. maar naar de schijn nog altijd aanwezige band met de Partij van de Arbeid moet het NVV helemaal laten vervagen. Voor het NVV moet als richtsnoer gelden, dat het op eigen gronden ontleend aan het werkne mers belang, op een lijn moet ko men met de beide andere vakcentra les. Blijkt die lijn ook die van de P.v.d.A. te z'jn dan is dat politiek ge zien, meegenomen. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG „De Nationale produktie wordt van jaar tot jaar groter. Voor de leek is dat een groot raadsel, maar ook economen, politici en vakbondsbestuurders, die wel de randvoorwaarden voor die groei kennen, weten over het algemeen niet zo heel veel van alle technische ontwikkelingen. Zij verbazen zich echter niet meer over het verschijnsel van de economische groei, zij accepteren dat een voudig als een statistisch vaststaand gegeven. Om zich daarna des te meer over te geven aan hun fantasie, hoe dat meerdere nationale produkt kan worden gebruikt voor het verwezenlijken van aller lei verlangens. En dat blijkt elke keer weer tegen te vallen". Aldus begint André H. Kloos, vooi- zitter van het N.V.V., zijn bij Paul Brand uitgekomen paperback „Het achterste van de tong", waarin hij z'n oordelen en voordelen ten bes te geeft. Geheel voor eigen rekening overigens, want zegt hij zelf in het voorwoord de opvattingen, die ik in dit boek heb neergelegd worden niet steeds gedeeld door anderen in de kring van het N.V.V., laat staan in die van de beide andere vakcentra les. Kloos kan die inleiding heel goed gebruiken om zich af te zetten tegen de futuroloog prof. dr. F. L. Polak, die ons een veel te fraai perspectief heeft geschilderd, althans wat het moment van realisering betreft. Kloos rekent ons voor, dat er nog zeker 27 jaar zullen moeten verstrij ken om de koopkracht te bereiken, die Amerikanen hebben niet alleen die Amerikanen hebbe, niet alleen meer koopkracht, doch ook meer vrije tijd, in Amerika werkte men in 1966 nog maar 40 uur, toen onze werkweek nog uit 46 uur bestond. Als men een deel van de economische groei ook nog voor werktijdverkor ting gebruikt, dan staan we en wat koopkracht en wat werktijd betreft pas over 30 jaar °P 't Amerikaanse niveau. En 40 uur is nog een hele ruk, als men er ook nog de toenemende reis tijd bij optelt, gaan we nog verder, d.w.z. korter werken, en tegelijker tijd de daarmee corresponderende behoefte aan goederengroei honore ren, dan duurt het nog zeker 30 jaar voordat we 'n arbeidstijd van 30 uur per week bereiken en 56 jaar voordat we op een 20-urige werkweek staan, de tegenkrachten buiten beschouwing gelaten. Polaks vermaning, dat de vakbeweging haar werkterrein ntóëfi verleggen naar de spelende studeren de en cultuurscheppende mens, en zich minder moet inzetten voor de werkende mens, slaat bij Kloos dan ook niet aan. „De vakbeweging ziet de problematiek vooralsnog liggen in het niet versneld achterop raken bij landen, waar de technische ont wikkeling verder is dan bij ons". Kloos zegt ook, dat de Nederland se ondernemers een enorme hekel hebben aan arbeidsverkorting. Zij tillen zwaar aan de produktiederving, die daarvan het gevolg is. Kloos heeft daarvoor wei enig begrip, want de enorm kostbare apparatuur wordt nog duur der als ze weinig wordt gebruikt. Men kan dit ondervangen door continu dienst In Amerika hebben de werkne mers minder bezwaar tegen ploe gendienst dan in Nederland. Kloos zelf vindt continudienst een bruik- en aanvaardbaar alternatief voor het verwerven van meer vrije tijd. Kloos verwijt de Nederlandse in dustrie een gebrek aan visie op lange termijn. Hij verklaart dat door te stellen, dat de meeste industriëlen afstammelingen zijn van handeldry- venden en handeldrijven is nu een maal snel reageren op snel wisselen de marktsituaties. Visie op lang zicht betekent produkten ontwikkelen, waarvoor de markt nog niet to over zien valt. Toch is dat nodig om in de concurrentiestrijd staande te blijven. Een andere voorwaarde voor eco nomische groei is het beschikbaar zijn van arbeidskrachten van hoog tot laag, die in staat zijn 'n zich voort durend vernieuwende en uitbreiden de produktie op gang te houden. Kloos stelt, dat het onderwijs met name de beroepen- en vakscholing onvoldoende op deze ontwikkeling is voorbereid. Het officiële vakonder wijs laat volgens hem vele steken vallen, die door privé-onderwijsinsti- tuten en door opleidingen in de be drijven rechtgebreid moeten wor den. In een ander hoofdstuk stelt Kloos, dat onze maatschappij in economisch opzicht langzamerhand een meng- «trffii£ 'géworden van liberalisme en centraal geleide volkshuishouding. De wederzijds afhankelijkheid groeit. In het verleden gold, dat de sterk ste (particuliere) ondernemingen de strijd overleefden ten koste van de zwaksten. Nu redt de overheid die zwaksten als zij belangrijk zijn voor de werkgelegenheid. In het algemeen kunnen trouwens ondernemingen slechts floreren dank zij de steun en De heer Th. Vermeesch, directeur van de Oudenbossclie sterrenwacht bezig met de apparatuur, waarmee de signalen van weersatellieten worden opgevangen. medewerking van de overheid (in dustrieterreinen, energielevering, we genaanleg, opleiding van arbeids krachten e.d.) „De onderneming ont wikkelt zich tot een publiek instituut Het rendabel maken van het kapi taal is niet langer de enige doelstel ling, zelfs niet meer de belangrijkste". De continuïteit is een belangrijk nieuw element geworden Ook is de ondernemingsleiding ten opzichte van de kapitaalverschaffers zelfstan diger geworden. Niet alle winst wordt meer uitgekeerd, maar een belangrijk deel ervan blijft in het bedrijf ter versterking ervan Dat kan volgens Kloos ook een gevaarlijke ontwikke ling inhouden. Want slechts sterke benen kunnen een grote macht dra gen. Daarom moet er een effectieve re controle zijn dan alleen die van de aandeelhouders. En de opeenstape. ling van vermogen moet ingetoomd worden door de werknemers te laten delen in dat vermogen. Kloos vindt het maken van winst geen „vuige zaak". Winst staat in zo'n kwade reuk omdat ze zo lang synoniem, is geweest met persoonlijke verrijking. Een open verslaggeving kan hierin verandering brengen. In een hoofdstuk over consumptie- vrijheid schrijft Kloos onder meer dat die vrijheid op zichzelf reeds betrekkelijk doordat ze wordt be paald door de inhoud van de porte monnee beperkt wordt <2°°^ de verplichte afdracht voor collectieve voorzieningen en regelingen, waar tegen Kloos overigens geen bezwaar heeft. Dikwijls betekent die vrijheids beperking een soort herverdeling van het inkomen. Het is echter onjuist dat alleen de lagere inkomenstrekkers hiervan profiteren. Zo berekent Kloos dat het hoger onderwijs 'n inkomens overdracht betekent ten gunste van de hogere inkomens van 176 miljoen en van de middelbare van 21 miljoen ten nadele van de lagere inkomens dus van 197 miljoen. Een vrijheidsbeperking in de be steding van het inkomen is volgens Kloos ook een reclame. „Wij réken door de reklame zo bedwelmd, dat wij het gevoel hebben, dat onze aan kopen ons de maximale behoeften- bevrediging schenken". Kloos wil te genkrachten mobiliseren. Hij erkent dat de vakbeweging te weinig be langstelling heeft voor de consu mentenbelangen. Ze heeft zich te sterk ingesteld op inkomensvorming, rechtszekerheid en werkgelegenheid. En waar zij er wat aan doet (consu menten Contact Orgaan) komt het niet goed van de grond. De overheid zou er ook meer aan moeten doen. Er wordt meer gedacht aan produk- tiegroei, industrialisatie, concurren tiepositie en exportbevordering dan aan veiligstelling van de consumen tenbelangen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 7