MAANTJE KIJKEN VOOR DE N.A.S.A.
Kloos laat
het
OORDELEN EN
achterste
van
VOOROORDELEN
IN PAPERBACK
zijn tong zien
Sterrenwacht Oudenbosch in wereldnetwerk Apollo-10
BINNENHOF]
Afgang van
bewindsman
ROND
Vakbeweging
Politiek
Goederengroei
Steken vallen
Consumplievrijlieid
(Van een onzer redacteuren)
DEN HAAG De heer Toxopeus, de
liberale fractieleider in de Tweede
Kamer, kan dan wel beweren, dat
het kabinet-De Jong niet voortijdig
verdwijnt, het is intussen wel duide
lijk, dat enkele ministers bijzonder
zwak staan. Mannen met een ver
dienstelijk verleden achter het bu
reau van belangrijke instellingen, met
grote verdiensten op hun vakgebied,
schrompelen dikwijls mentaal erfy
siek ineen, wanneer zij zich in de
politiek wagen.
Zo'n overduidelijk voorbeeld wordt
langzamerhand minister De Block
van Economische Zaken. In zijn lange
leven heeft hij zich doen kennen als
een uiterst bekwaam ambtenaar, als
een voortreffelijk directeur bij de
KLM, als een knappe onderhandelaar
in de tijd, toen hij nog staatssecreta
ris van Buitenlandse Zaken was. Ach
ter de gesloten deuren van een com
plexe maatschappij is hij tot voor
kort in alle stormen overeind geble
ven. Maar sinds april 1967 toen hen»
de zware portefeuille van Economi
sche Zaken in handen gegeven werd,
wordt het politieke leven voor de
minister zelf een martelgang naar
Canossa. Hij telt bij wijze van spre
ken de dagen, dat hij nog minister
moet blijven en hij telt de dagen, dat
hij telkens weer voor een uiterst kri
tische en uiterst lastige Tweede Ka
mer moet verschijnen.
Het dient gezegd, oppositie noch
regeringspartijen sparen deze minis
ter van Economische Zaken. Hij heeft
de Kamer na het zoveelste debat nog
niet de rug toegekeerd, of In zijn
agenda staat weer een volgend debat,
weer een nieuw gevecht met het Ne
derlandse parlement. Hij krijgt nau
welijks tijd meer zijn beleid uit te
voeren, nieuwe ideeën te laten groei
en, rustig en weloverwogen 's lands
economie leiding te geven. Men spaart
hem niet, men legt hem telkens weer
op de politieke pijnbank en iedere
keer weer wordt zijn haar witter, zijn
gezicht vermoeider.
Eerlijkheidshalve dient gezegd, dat
zelfs de beste minister op dit moment
in Nederland aan Economische Zaken
een zware dobber zou hebben. Om
voorbeelden te noemen een minister
De Pous, een minister Andriessen,
een minister Den Uyl, en nog verder
teruggaande een minister v. d. Brink
of een minister Zijlstra zou in deze
dagen voor evenveel problemen, voor
dezelfde moeilijkheden staan als deze
minister De Block. Maar zij zouden
zich anders gedragen hebben. Zij zou
den de voortdurende politieke aan
vallen op hun beleid hebben opge
vangen en afgeweerd. Door betere
argumenten te gebruiken, door veel
slagvaardiger antwoorden. Door hun
groter gewicht ook in het kabinet.
De heer De Block beheerst zijn ma
terie, hij kan het echter niet in poli
tieke woorden omzetten, ook al zou
den deze politieke woorden toch niet
door de oppositie aanvaard worden.
Want de oppositie van deze P.v.d.A.
moet heftig zijn, strijdvaardig en
hard. Het congres van de P.v.d.A.
heeft dit van Den Uyl en de zijnen
geëist.
Ernstiger wordt het, wanneer ook
regeringspartijen in deze voortduren
de aanval gaan meemarcheren. Voor
een minister moet het de pijnlijkste
minuut van zijn ministeriële leven
zijn, wanneer een regeringsgezinde
partij hem vlijmscherp laat voelen,
duit hij voor deze partij (de A.R.)
alleen maar minister is en geen be
windsman. Het lachen moet je dan
wel vergaan.
De moeilijkheden hebben zich de
laatste tijd rond mr. De Block opge
stapeld over de prijzen, over de ves
tiging van Shéll-chemie aan de Moer
dijk, over de industrialisering van de
probleemgebieden en thans over zijn
opvattingen in het Verblifa-conflict.
Bij het debat over deze Krommeniese
affaire stond praktisch de gehele Ka
mer tegenover hem. Men wachtte ge
woon op een duidelijk en hard ant
woord van de minister, dat niet al
leen bepalend is voor dit conflict tus
sen werknemers en werkgevers, maar
voor het totale regeringsbeleid in de
toekoomst. Dit antwoord kwam niet,
de Kamer kreeg alleen een aantal
vage ontwijkingen. Geen wonder, dat
de meeste fracties tenslotte een bit
tere nasmaak hebben overgehouden
van dit debat over een conflict, dat
grote gevolgen kan hebben voor de
Nederlandse ondernemingen. Niet
voor niets hadden de meeste fracties
dagen tevoren zelf al rondgereisd,
geïnformeerd, gesproken met werk
gevers en werknemers van het Ver
blif a-concern. Zij waren voor het
parlement een van de zeldzame ge
legenheden bijzonder goed geïn
formeerd. Wat de fracties wilden,
was een duidelijk standpunt van de
regering te horen. Dit standpunt
kivam niet, totdat een zeer geladen
Kamer een toezegging afdwong. Maar
niet, nadat minister De Block had
moeten horen, dat de A.R. hem alleen
nog maar als minister beschouwt «tl
niet als bewindsman.
Erger kan het niet in d« Neder
landse politiek.
DE STEM VAN ZATERDAG 17 MEI 1969
(Van een onzer verslaggevers)
OUDENBOSCH Dinsdagavond
om half tien precies, begint een be
langrijk hoofdstuk in de not prille
historie van de volkssterrenwacht
Simon Stevin in Oudenbosch. Precies
op dat tijdstip is de ring van observa
tieposten in de hele wereld, die in
opdracht van de NASA het maanop
pervlak bestuderen in het kader van
de op dat tijdstip verlopende maan-
reis van de Apollo-10, gesloten. En
Simon Stevin is een van de zeventig
volkssterrenwachten, die, naar aan
leiding van haar goede resultaten de
afgelopen jaren op het gebied van
satellietobservaties, werden uitgeno
digd aan dit „Lunar International
Observers Network" deel te nemen.
In een sterrenwacht als deze, kan
men de belangstelling van steeds gro
tere groepen publiek voor de ruimte
en de ruimtevaart duidelijk peilen. In
de dagen dat astronauten op weg zijn
naar de maan, of, zo maar ergens in
het gewichtloze heelal, oefenen,
wordt de directie van de sterren
wacht overstroomd met verzoeken
om een kijkje te mogen nemen in de
grote observatiekoepel, waar de Mak
sutov-telescoop zelfs kleine gedeeltes
ran het maanoppervlak dicht en dich
terbij kan halen.
Maar er is méér: in de projectie
zaal kunnen groepen belangstellen
den steeds terecht voor klankbeelden
met dia's of films over het heelal, de
sterren, de planeten en over de ruim
tevaart. Een uitgebreide verzameling
boekwerken over deze onderwerpen
■s er te koop en complete bouwsets
voor het in elkaar knutselen van
telescopen, kijkers en slijpsets voor
net maken van holle spiegels zijn er,
in alle prijsklassen, voorhanden.
Inmiddels hebben de directeur van
de sterrenwacht, de heer Th. M. Ver-
meeseh en zijn zeer geïnteresseerde
vrouw, samen met de vele enthou
siaste assistenten die de sterren
wacht telt, de afgelopen weken ber-
we* verzet om de opdracht van
de NASA zo goed mogelijk uit te
voeren.
9m te beginnen moest er een nauw-
tuitend observatieschema worden
gemaakt. Immers, langer dan één
kwartier aan een stuk kun je door
oen kijker niet intensief speuren. Be
halve de heer en mevrouw Vermeesch
zullen in de avonden van 20, 21 22.
-» en 24 mei de assistenten J. Jacobs,
J. beuykens, J. Pepers, A. Dorreman,
J. Verpalen, C. Derks, J. Suyker-
buyk en C. Jacobs aan de kijkers zit
ten.
Kijkers; inderdaad! Want behalve
de grote Maksutov, waarmee de
hoofdwaarneming wordt verricht, zal
er een kleinere kijker in de koepel
worden opgesteld, om de maan in de
uren dat geobserveerd moet worden,
letterlijk geen seconden uit het oog
te verliezen.
Doel van dit alles is: eventuele
verschijnselen op het maanopper
vlak, via een voor de hele wereld
voor deze Apollo-10 vlucht opgestel
de, informatiecode te observeren en
door te geven naar de centraalpost
in New York. Vooral verschijnselen
van langere duur zijn interessant
voor de astronauten in hun capsule,
die radio-fonisch van eventuele waar
nemingen op de hoogte worden ge
bracht, zodat zij een bepaald feno
meen van dicht bij kunnen bekijken.
De Apollo-10 immers nadert het
maanoppervlak tot op een hoogte van
slechts vijftien kilometer. De waarne
mingstijden voor de volkssterren
wacht in Oudenbosch zijn officieel
geplant en met verschillende starttij
den per avond, variëren zij van twee
tot twee en een half uur.
Wat er die avonden vanuit Ouden
bosch eventueel op de maan te zien
en doorgegeven moet worden naar
New York, is onderverdeeld in een
aantal vaste codes. Blink betekent
bijvoorbeeld: flitsend, brigh: helder,
dimmi: wazig, obscu: een donkere
plek, pulsa: trillend en speet: kleu
ren. De plaats waar het verschijnsel
op de maan zich voordoet wordt door
geseind met de vijf eerste letters van
het betreffende meer of de krater.
De waarnemingen die gedaan kun
nen worden hebben verschillende
prioriteiten. Een verschijnsel dat op
eens begint en voor onbepaalde tijd
blijft doorgaan, is natuurlijk het
boeiendst en daarom ook het belang
rijkste. Het moet zo snel mogelijk
per telefoon, naar Amerika worden
doorgeseind.
Verschijnselen op de maan, die op
eens beginnen en zich met bepaalde
tussenpozen herhalen hebben prio
riteit twee en worden evenals ver
schijnselen die beginnen en meteen
weer ophouden, vanuit Oudenbosch
per telegram naar Amerika verzon
den, samen met het exacte tijdstip
waarop ze werden gezien. Dat wordt,
aan de kijker, getimed met een stop
watch en moet op één tiende minuut
nauwkeurig zijn. De directie van de
volkssterrenwacht in Oudenbosch
heeft afsproken met het PTT Tele
graafkantoor in Amsterdam gemaakt
voor snelle communicatie met Ame
rika op de avonden van de obser
vaties.
De volkssterrenwacht heeft in het
raam van deze Apollo-10-vlucht,
waarin ze een eervol aandeel heeft
gekregen, een aantal randactiviteiten
georganiseerd, waarvan het grote pu
bliek profiteren kan.
Voor de filatellisten is er een spe
ciale enveloppe-met stempel te krij
gen. Enkele duizenden aanvragers
hebben al gereageerd en de envelop
pen zullen op een van de observatie
avonden verzonden worden. Verder
zijn er vanaf vandaag tot en met
maandag 26 mei, filmvoorstellingen
in de projectiezaal van de sterren
wacht, met ondermeer een compleet
filmverslag van de boeiende ruimte
reis met de Apollo-acht Een klank
beeld over planeten en sterren, aan
gepast aan deze speciale gebeurtenis
in de sterrenwacht, geeft het publiek
een goed begrijpelijke indruk van wat
er nu eigenlijk allemaal precies ge
beurt.
Voor het bijwonen van deze voor
stellingen kan men telefonisch af
spreken met de volkssterrenwacht
(01652-2034). Ze worden gegeven
zaterdag, 17 mei om twee uur en vier
uur, zondag om twee uur en half vijf,
woensdag, 21 mei, om twee uur en
half vijf, zaterdag, 24 mei om twee
uur en vier uur, zondag, 25 mei om
twee uur en half vijf en maandag, 26
mei, om twee uur en half vijf. Het
bezoek aan deze voorstellingen kan
gecombineerd worden met een be
zoek aan de permanente tentoonstel
ling en de observatiekoepel.
Dat het wel degelijk zin heeft om
het maanoppervlak te blijven bestu
deren, bewijst de lange lijst van kort
stondige maanverschijnselen, tussen
26 november 1540 en 19 oktober 1967,
toen alléén al in de maankrater Aris-
tarchus 225 waarnemingen werden
gedaan.
De nationale pers, radio en televisie
hebben grote belangstelling getoond
voor de volkssterenwacht naar aan
leiding van de komende ruimtevaart
observaties. Radio en tv zullen er
een aantal documentaires aan wijden,
alsmede rechtstreekse uitzendingen
uit de koepel op de avonden van de
observaties.
De grote Maksutov-telescoop in de observatiekoepel. Met deze telescoop zal de komende maanwaarneming tij
dens de vlucht van de Apollo 10 worden verricht*
Kloos betoogt in zijn boek ook, dat
er te grote inkomensverschillen zijn.
Hij erkent, dat het economisch pro
ces niet kan functioneren zonder der
gelijke verschillen prestaties moe
ten nu eenmaal met financiële prik
kels warden uitgelokt, grotere kennis
en grotere verantwoordelijkheid moe
ten hoger worden beloond maar
een wezenlijke nivellering van inko
mens lijkt Kloos noodzakelijker. De
inkomensverschillen zijn een gevolg
van het marktmechanisme, van de
werking ven de vraag en aanbod dus.
„Men moet ervoor oppassen dat men
de uitkomst van de marktmechanisa-
tie tot ethische norm verheft omdat
er geen beter verdelingsmechanisme
dan de markt hij de hand is". Door
de ongelijkheid van inkomens hebben
de achterblijvers het gevoel, dat zij
niet meedelen in de welvaartsstijging
En zij houden het gevoel, omdat als
ze in de lift zitten, de koplopers nog
sterker omhoog klimmen. Minister
Toxopeus heeft aan die dendvellering
hard meegewerkt, weliswaar voor
het overheidspersoneel, maar het
werkte door in alle geledingen. „De
strijd voor de underdog is een we
zenlijk onderdeel van 't beleid van de
vakbeweging", stelt Kloos, die erop
wijst, dat het handhaven van achter
blijvers weerstanden en uiteindelijk
politiek extremisme oproept. „Poli
tieke partijen en vakbeweging zou
den samen moeten vechten voor een
grotere gelijkheid in de beloningssy
stemen". De vraag komt op, of
de vakbeweging door deze vactiek
niet juist de greep op de midden
groepen en hoger gesalarieerden
gaat verliezen. Kloos vindt, dat de
ze categorieën solidariteit moeten
opbrengen voor de underdog. Geens
zins wi) hij de marsroute laten uit
stippelen door de beteT betaalden.
„Dan zou de vakbeweging voor mij
zijn aantrekkelijkheid verliezen".
Dat neemt niet weg, dat Kloos een
uitgebreid hoofdstuk moet wijden
aan de aantrekkingskracht van de
vakbeweging. Hij erkent een vrij be
perkte organisatiegraad in Neder
land, maar hij wil de afzijdigen toch
ook niet allemaal klaplopers noe
men. Ook speelt mee, dat vakorgani
saties voor het algemeen belang ope
reren, waar door het individu geen
direct verband ziet tussen zijn offer
en de realisering van gemeenschap
pelijke voorzieningen.
Een middel om de leden te binden
is hen te laten profiteren van bijzon
dere voordelen: grote service, ook via
het scheppen van vakantiegelegenhe
den, goederenaankoop, e.d. Kloos
haast zich overigens te stellen dat
de vakbonden niet alleen maar le
den heeft met 'n- egoïstische instel
ling Er zijn ook aanzienlijke groepen
met een verlangen naar een maat
schappij met hogere morele stan
daards en de auteur erkent, dat de
vakbeweging zelf ook vaak is tekort
geschoten.
Kloos pleit (uiteraard) ook voor
een samengaan van de drie zuilen
in de vakbeweging. Hij vindt dat er
geen principiële beletselen zijn en dat
er in het praktische vlak voor sa
mengaan of alleen maar samenwer
ken een enorme verspilling van geld
en energie kan worden voorkomen.
Nu doet men heel veel werk in drie
voud. Kloos geeft N.K.V. en C.H.V.
dan ook ernstig in overweging na te
gaan of de organisatorische ver
deeldheid van de Nederlandse werk
nemers houdbaar is, juist gezien van
uit de christelijke solidariteit en de
aanvaarding van de niet-gelovige als
gelijkwaardige medemens.
De vakbeweging is vanzelfspre
kend sterk geïnteresseerd in de poli
tieke ontwikkelingen, omdat de wet
gever nu eenmaal invloed uitoefent
op vele terreinen, waarop de vakbe
weging aktief is. Wie vindt dat de
vakbeweging a-politiek moet zijn,
kan slechts bedoelen, dat er geen or
ganisatorische banden moeten be
staan met een of meerdere partijen,
stelt Kloos. Dat er een voorkeur
voor een politieke groepering groeit,
is duidelijk. Met name heeft hy iets
tegen confessionele partijen („partij
formatie op de niet-politieke noemer
van 't geloof"), die volgens hem her
structurering van de maatschappij in
de weg staan omdat zij een samen
stel van alle groeperingen zijn. Om
dat radikalisering van de bestaande
confessionele partijen niet zo voor
de hand ligt. „Gezien de traditionele
invloed van de niet-werknemers in
deze partijen", put Kloos hoop uit de
oprichting van de politieke Partij Ra-
dikalen, wier aanhangers zich hebben
onttrokken aan de kleurloosheid van
de confessionele partijen" bij voldoen
de steun, vooral uit het katholieke
kamp, kan deze partij volgens Kloos
de stoot geven tot een partijpolitie
ke vernieuwing via formaties van par
tijen met duidelijke programma's be
treffende maatschappelijke opvattin
gen
De vroegere, intussen doorgesne
den. maar naar de schijn nog altijd
aanwezige band met de Partij van de
Arbeid moet het NVV helemaal laten
vervagen. Voor het NVV moet als
richtsnoer gelden, dat het op eigen
gronden ontleend aan het werkne
mers belang, op een lijn moet ko
men met de beide andere vakcentra
les. Blijkt die lijn ook die van de
P.v.d.A. te z'jn dan is dat politiek ge
zien, meegenomen.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG „De Nationale produktie wordt van jaar tot jaar
groter. Voor de leek is dat een groot raadsel, maar ook economen,
politici en vakbondsbestuurders, die wel de randvoorwaarden voor
die groei kennen, weten over het algemeen niet zo heel veel van alle
technische ontwikkelingen. Zij verbazen zich echter niet meer over
het verschijnsel van de economische groei, zij accepteren dat een
voudig als een statistisch vaststaand gegeven. Om zich daarna des
te meer over te geven aan hun fantasie, hoe dat meerdere nationale
produkt kan worden gebruikt voor het verwezenlijken van aller
lei verlangens. En dat blijkt elke keer weer tegen te vallen".
Aldus begint André H. Kloos, vooi-
zitter van het N.V.V., zijn bij Paul
Brand uitgekomen paperback „Het
achterste van de tong", waarin hij
z'n oordelen en voordelen ten bes
te geeft. Geheel voor eigen rekening
overigens, want zegt hij zelf in het
voorwoord de opvattingen, die ik
in dit boek heb neergelegd worden
niet steeds gedeeld door anderen in
de kring van het N.V.V., laat staan in
die van de beide andere vakcentra
les. Kloos kan die inleiding heel goed
gebruiken om zich af te zetten tegen
de futuroloog prof. dr. F. L. Polak,
die ons een veel te fraai perspectief
heeft geschilderd, althans wat het
moment van realisering betreft.
Kloos rekent ons voor, dat er nog
zeker 27 jaar zullen moeten verstrij
ken om de koopkracht te bereiken,
die Amerikanen hebben niet alleen
die Amerikanen hebbe, niet alleen
meer koopkracht, doch ook meer
vrije tijd, in Amerika werkte men in
1966 nog maar 40 uur, toen onze
werkweek nog uit 46 uur bestond. Als
men een deel van de economische
groei ook nog voor werktijdverkor
ting gebruikt, dan staan we en wat
koopkracht en wat werktijd betreft
pas over 30 jaar °P 't Amerikaanse
niveau.
En 40 uur is nog een hele ruk, als
men er ook nog de toenemende reis
tijd bij optelt, gaan we nog verder,
d.w.z. korter werken, en tegelijker
tijd de daarmee corresponderende
behoefte aan goederengroei honore
ren, dan duurt het nog zeker 30 jaar
voordat we 'n arbeidstijd van 30 uur
per week bereiken en 56 jaar voordat
we op een 20-urige werkweek staan,
de tegenkrachten buiten beschouwing
gelaten. Polaks vermaning, dat de
vakbeweging haar werkterrein ntóëfi
verleggen naar de spelende studeren
de en cultuurscheppende mens, en
zich minder moet inzetten voor de
werkende mens, slaat bij Kloos dan
ook niet aan. „De vakbeweging ziet
de problematiek vooralsnog liggen
in het niet versneld achterop raken
bij landen, waar de technische ont
wikkeling verder is dan bij ons".
Kloos zegt ook, dat de Nederland
se ondernemers een enorme hekel
hebben aan arbeidsverkorting. Zij
tillen zwaar aan de produktiederving,
die daarvan het gevolg is.
Kloos heeft daarvoor wei
enig begrip, want de enorm
kostbare apparatuur wordt nog duur
der als ze weinig wordt gebruikt. Men
kan dit ondervangen door continu
dienst In Amerika hebben de werkne
mers minder bezwaar tegen ploe
gendienst dan in Nederland. Kloos
zelf vindt continudienst een bruik- en
aanvaardbaar alternatief voor het
verwerven van meer vrije tijd.
Kloos verwijt de Nederlandse in
dustrie een gebrek aan visie op lange
termijn. Hij verklaart dat door te
stellen, dat de meeste industriëlen
afstammelingen zijn van handeldry-
venden en handeldrijven is nu een
maal snel reageren op snel wisselen
de marktsituaties. Visie op lang zicht
betekent produkten ontwikkelen,
waarvoor de markt nog niet to over
zien valt. Toch is dat nodig om in de
concurrentiestrijd staande te blijven.
Een andere voorwaarde voor eco
nomische groei is het beschikbaar
zijn van arbeidskrachten van hoog
tot laag, die in staat zijn 'n zich voort
durend vernieuwende en uitbreiden
de produktie op gang te houden.
Kloos stelt, dat het onderwijs met
name de beroepen- en vakscholing
onvoldoende op deze ontwikkeling
is voorbereid. Het officiële vakonder
wijs laat volgens hem vele steken
vallen, die door privé-onderwijsinsti-
tuten en door opleidingen in de be
drijven rechtgebreid moeten wor
den.
In een ander hoofdstuk stelt Kloos,
dat onze maatschappij in economisch
opzicht langzamerhand een meng-
«trffii£ 'géworden van liberalisme
en centraal geleide volkshuishouding.
De wederzijds afhankelijkheid groeit.
In het verleden gold, dat de sterk
ste (particuliere) ondernemingen de
strijd overleefden ten koste van de
zwaksten. Nu redt de overheid die
zwaksten als zij belangrijk zijn voor
de werkgelegenheid. In het algemeen
kunnen trouwens ondernemingen
slechts floreren dank zij de steun en
De heer Th. Vermeesch, directeur van de Oudenbossclie sterrenwacht
bezig met de apparatuur, waarmee de signalen van weersatellieten worden
opgevangen.
medewerking van de overheid (in
dustrieterreinen, energielevering, we
genaanleg, opleiding van arbeids
krachten e.d.) „De onderneming ont
wikkelt zich tot een publiek instituut
Het rendabel maken van het kapi
taal is niet langer de enige doelstel
ling, zelfs niet meer de belangrijkste".
De continuïteit is een belangrijk
nieuw element geworden Ook is de
ondernemingsleiding ten opzichte
van de kapitaalverschaffers zelfstan
diger geworden. Niet alle winst wordt
meer uitgekeerd, maar een belangrijk
deel ervan blijft in het bedrijf ter
versterking ervan Dat kan volgens
Kloos ook een gevaarlijke ontwikke
ling inhouden. Want slechts sterke
benen kunnen een grote macht dra
gen. Daarom moet er een effectieve
re controle zijn dan alleen die van
de aandeelhouders. En de opeenstape.
ling van vermogen moet ingetoomd
worden door de werknemers te laten
delen in dat vermogen. Kloos vindt
het maken van winst geen „vuige
zaak". Winst staat in zo'n kwade
reuk omdat ze zo lang synoniem, is
geweest met persoonlijke verrijking.
Een open verslaggeving kan hierin
verandering brengen.
In een hoofdstuk over consumptie-
vrijheid schrijft Kloos onder meer
dat die vrijheid op zichzelf reeds
betrekkelijk doordat ze wordt be
paald door de inhoud van de porte
monnee beperkt wordt <2°°^ de
verplichte afdracht voor collectieve
voorzieningen en regelingen, waar
tegen Kloos overigens geen bezwaar
heeft. Dikwijls betekent die vrijheids
beperking een soort herverdeling van
het inkomen. Het is echter onjuist dat
alleen de lagere inkomenstrekkers
hiervan profiteren. Zo berekent Kloos
dat het hoger onderwijs 'n inkomens
overdracht betekent ten gunste van
de hogere inkomens van 176 miljoen
en van de middelbare van 21 miljoen
ten nadele van de lagere inkomens
dus van 197 miljoen.
Een vrijheidsbeperking in de be
steding van het inkomen is volgens
Kloos ook een reclame. „Wij réken
door de reklame zo bedwelmd, dat
wij het gevoel hebben, dat onze aan
kopen ons de maximale behoeften-
bevrediging schenken". Kloos wil te
genkrachten mobiliseren. Hij erkent
dat de vakbeweging te weinig be
langstelling heeft voor de consu
mentenbelangen. Ze heeft zich te
sterk ingesteld op inkomensvorming,
rechtszekerheid en werkgelegenheid.
En waar zij er wat aan doet (consu
menten Contact Orgaan) komt het
niet goed van de grond. De overheid
zou er ook meer aan moeten doen.
Er wordt meer gedacht aan produk-
tiegroei, industrialisatie, concurren
tiepositie en exportbevordering dan
aan veiligstelling van de consumen
tenbelangen.