I 3 IJ Annelies JornaSommige dingen neem ik erg gauw zwaar op HEBBEK EEN S00SJE NODIG Ellende van Pat Boone IE KWERKERS CKTRICIENS ACTURISTE 5.50 49.75 a a 9 a a a #9.1/: - Goes DE STEM VAN ZATERDAG 17 MEI 1969 a wa#ü*U*Ü®ü#naRo- wiJ NSTRAAT I 01100-5540 toestel 2 v. Westen „Zullen we naar mijn kamer gaan?", zegt Annelies Jorna van halverwege de trap als haar vadei me de woonkamer in wil loodsen. Ze komt toch even naar beneden. Om thee te halen, die we dan voorzichtig naar boven dragen. Twee trappen op; naar een zolderkamertje via een klein halfrond raam uitzicht op een stukje van de Bussumse Koningslaan met een bed, boekenrek, papieren bloemen in verschoten kleuren, oude platen op de muur, een bureau met een lichtgewicht schrijfmachine, waarin een vel papier steekt. Hier werkt Annelies Jorna, met haar zeventien jaar een van Nederlands jongste schrijfsters. Ze heeft twee romans op haar naam staan. Vorig jaar werd haar eersteling „Tarantelle" handelend over een 17-jarig meisje, dat de school verlaat en haar plaats in de maatschappij zoekt gepubliceerd. Het werd geschreven toen ze vijftien was. In maart van dit jaar kwam haar tweede boek van de persen van een Bussumse uitgeverij: „Nacht zonder dromen", opnieuw het zoeken naar een eigen plaats in de wereld, ditmaal geprojec teerd op een dochter van ge scheiden ouders. Wie als de schrijfster een vroeg oud meisje verwacht ver gist zich, Annelies is een gewone tiener, wat mollig, het halflange bruine haar los, een blauwe bloemetjesbloes, blauwe spencer, beige corderoy broek en rode sokken. Sommige mensen hebben haar de Nederlandse Frangoise Sagan genoemd. Een vergelijking die niet helemaal opgaat omdat Annelies nog duidelijk die volwassenheid mist, waarmee Frangoise Sagan op jonge leeftijd in haar eerste romans zo'n opzien baarde. Annelies zegt zelf: „De enige vergelijking die je kunt maken is die van de leeftijd. Maar voor de rest zijn we heel ver schillende mensen, Veel van haar levenssfeer is ook wel de mijne, maar in het algemeen is het verschil toch groot." Ze be strijdt dat de boeken van Sagan volwassener zijn: „Het zijn heel andere boeken dan cue van mij. Ze hebben geen romanvorm, net zijn novellen. Het eerste boek is helemaal niet volwassen. Alleen het einde gaf een suggestie naar volwassenheid." Voel je jezelf volwassen? „Nee. Nee, ik voel me mezelf Of het volwassenheid is of puberteit, daar ga ik niet riteei- over zitten piekeren. Ben nu wel een stuk volwassener dan toen ik dat laatste boek schreef, een jaar geleden. Of ik het nu anders zou schrijven? Nee. Misschien enkele details. Ik zou er misschien wel veel uitlaten, maar mijn gevoelsleven zou ik niet willen veranderen. Ik neem er wel afstand van. Er zijn dingen waarvan ik nu zeg: dat is verdomd goed, heb jij dac geschreven? Het brengt je gedachten goed over. Daarom is het een geschrift dat voor een zekere leeftijd echt wel staat." Die zekere leeftijd is de leef tijd van generatiegenoten. Ze karakteriseert haar boeken als „jongerenroman". „Een rotwoord", zegt ze, „maar ik geloof wel dat het dat is. Het vult een beetje een kloof op." Is het literatuur? pauze 1 „Nee, ik geloof het niet." Zegt dan, dat literatuur voor haar gewoon een fijn boek is met een erg treffende stijl. Noemt als Nederlandse voorbeelden Mulisch en Van 't Reve, voegt er lachend aan toe: „Ze worden al een beetje oud, die jongens, maar hun boeken hebben toch iets blijvends". Iets blijvends maken is ook wat haar zelf voor ogen staat, iets dat de mensen aanspreekt. „Mijn eerste boek Tarantella heb ik min of meer voor mezelf geschreven, zonder rekening te houden met het lezerspubliek Toen ze het manuscript lazen zeiden ze: dat spreekt wel aan. Bij het tweede boek heb ik iets meer voor het publiek ge schreven. Veel publikaties van jongeren zijn onrijp. Die van mij mis schien ook wel, maar het is heerlijk. De ouderen kunnen er wat van opsteken, de jongeren ook. Ik behandel de problemen van een leeftijd en de reacties van de ouderen daarop. De lezer kan daarop zelf weer een verdere reactie opbouwen. Een lezer moet zelf ook wat doen. Je hoeft niet alles haarfijn op te dissen. Mijn derde boek gaat over jonge mensen, die al een zekere draai hebben gevonden. Het is een beetje positiever. De puberteit is over het algemeen zo negatief vind ik." Een doel in je leven? „Schrij ven is een doel. Omdat ik volgens mij talent heb en daarmee wat wil doen. Ik kan me bovendien geen ander beroep voorstellen." Idealiste? „Tja, ja. Ben eigenlijk een vat vol tegen stellingen. Ik geloof niet, dat ik anders zou schrijven. Om geld te verdienen? Geld komt bij mij niet zo erg kijken. En trou wens, je hebt toch ook financiële idealisten". Annelies is in de vierde van de m.m.s. van school gegaan. Ze heeft er geen spijt van, al moet ze nu thuis hard werken voor het staatsexamen h.b.s.-a. Dat papiertje wil ze toch graag hebben, omdat het te pas kan komen als ze straks als journaliste wil gaan werken. Voorlopig werkt ze vier middagen per week in een kinderbibliotheek in Laren. Annelies noemt als bron voor haar boeken het leven zelf. Een bron die nooit opdroogt. We gaan praten over geëngageerd heid, maatschappelijk en po litiek, waar zoveel jongeren hun mond van vol hebben. Hoever gaat de politi"ke interesse? „Je moet wel geïnteresseerd zijn in politiek", zegt ze. „Natuurlijk. In de hele wereld situatie. Sommige dingen neem ik erg gauw zwaar op in de politiek. Ik zou nooit een goede politica zijn. Neem nou Biafra en Vietnam. Dan ga ik af op de menselijke zijde. Politici hou den zich bezig met de feiten. Mijn informatie haal ik uit kranten (Volkskrant, Vrij Ne derland), teevee (journaal) en gesprekken. Ik ben wel een beetje links. Ja, wat is links?" Ze denkt even na. „Mijn links heid zweemt een beetje naar het anarchisme". Haar uitleg van anarchisme is echter erg vaag. Ze is voor tracht ze te ver duidelijken „medezeggen schap, die verder gaat dan de rechtse vorm van democratie". Op wie zou je stemmen als je al mocht stemmen? „Je moet iets stemmen hè, anders gaat je stem naar de KVP. Misschien op D '66. Ik zou het niet goed weten." De Nederlandse politiek? „Ik hou niet alles van dag tot dag bij. Er zijn bepaalde brokstukken die je eruit haalt, maar Biafra en Vietnam treffen me meer. Die ellende. In Ne derland is het bovendien zo'n verschrikkelijke rotzooi." Ze hult haar onbehagen over die „rotzooi" weer 'in vaagheden. „Nederland is erg klein en onbelangrijk tegenover de rest van de wereld. Nederland is zo verschrikkelijk Nederlands. Er is rotzooi, vooral tussen ouderen en jongeren. Heel Nederland kan eigenlijk zjjn draai met vinden. Dat idee krijg je op een gegeven moment als je er Doven gaat staan en het overkijkt. Of ik het overkijk? Ik voel me niet specifiek Nederland. Ik heb een echte zwervers- natuur, zou het liefst grote reizen maken. Nederland is niet zaligmakend". Waar is het dan beter dan hier? „Weet ik niet Herstelt zich dan snel. „Er is natuurlijk geen enkel land waar men helemaal tevreden is". Zegt ook dat dat voor haarzelf geldt: „Het zou niet goed zijn als je op je zeventiende of achttiende al tevreden zou zijn met je leven. Ik moet nog zoveel doen. Ik hoop ook door te schrijven die rotzooi beter te maken. Maar dan kom je natuur lijk aan het probleem: wie ben ik. Het is wel een land met rotzooi, maar ergens is het ook wel een fijn land. Dat wat dan de burgerij, de burgerlijkheid wordt genoemd is over het algemeen erg verdraagzaam. Ze slikken toch maar alles Na haar tweede boek is haar stijl veranderd: directer ge worden, voor een groot deel op advies van anderen. Heb je zelf nooit het gevoel gehad dat je te vroeg gepu bliceerd hebt? „Nee. Dat boek Tarantella zou ik nou niet meer lezen. Maar toen ik vijftien was zou ik het graag hebben gelezen, denk ik, als het door een ander geschre ven was. Het behandelt proble men waaT ieder meisje van die leeftijd mee worstelt (trekt een gek gezicht en zegt gewichtig langzaam:) het seksuele Sex was in zoverre een punt voor je op die leeftijd, dat je er met je vrienden en vriendinnen over praatte. Het hoorde tot je leven. Maar meisjesboeken waren zo verschrikkelijk onecht. Dat had geen moer te maken met je leven. Er was geen overgang. Daarna kreeg je meteen de literaire boeken. Van Wolters b.v., die je wel bewonderde, maar die je toch nog niet snapte." Tot slot komen we even terug op het derde boek dat in de maak is. „Er komt iemand in voor die betrokken is met politieke gebeurtenissen. Nee, niet in Nederland, in het buitenland". Ze zwijgt, zegt dan verontschul digend en wat haastig alsof ze haar woorden terug wil nemen: „Maar ik ga niet het plot van het boek al verklappen als u het niet erg vindt JOSé TOIRKENS Ik zal niet geloven in het recht van de sterkste in de taal van de wapens in de macht van de machtigen. Maar ik wil geloven in het recht van de mens in de open hand in de macht van geweldloosheid. Ik zal niet geloven in ras of rijkdom in voorrechten in de gevestigde orde. Maar ik wil geloven dat alle mensen ménsen zijn dat de orde van de macht en van het onrecht wanorde is. Ik zal niet geloven dat ik niets te maken heb met wat ver van hier gebeurt dat ieder maar moet vegen voor zijn eigen deur. Maar ik wil geloven dat de héle wereld mijn huis is en het veld dat ik bezaai, dat alle oogsten van wat allen hebben gezaaid. Ik zal niet geloven dat ik verdrukking daar kan bestrijden als ik onrecht hiér laat bestaan. Maar ik wil geloven dat recht één is hier én daar dat ik niet vrij ben zolang nog één mens slaaf is. Ik zal niet geloven dat alle liefde begoocheling is dat vriendschap onbetrouwbaar is dat alle woorden leugens zjjn. Maar ik wil geloven in de liefde die alles verdraagt in de weg van mens tot mens in een woord dat zegt wat het zegt. Ik zal niet geloven dat oorlog en honger onvermijdelijk zijn en vrede onbereikbaar. Maar ik wil geloven in de kleine daad in de schijnbaar machteloze liefde in de vrede op aarde. Ik zal niet geloven dat alle moeite vergeefs is. Ik zal niet geloven dat de droom van de mensheid een droom zal blijven dat de dood het einde zal zijn. Maar ik durf geloven altijd en ondanks alles in de nieuwe mens Ik durf geloven in Gods eigen droom: een nieuwe hemel, een nieuwe aarde waar gerechtigheid zal wonen. (Uit een Oosterhoutse jongerenmis) ..Vrijheid, openheid, liefde en eerlijkheid zonder bijbedoelingen". Daarvoor pleit (en strijdt) de Provadya?- afdeling Oosterhout. Eigenlijk pleit ze op de eerste plaats voor communicatie, maar dat is een besmet woord en daarom gebruiken de Provadya-jongens bat liever niet. Het afgelopen weekeinde werd J, Pannehoef te Oosterhout ae tweede Provadya?-mani- xestatie gehouden. Van 6 uur tot en uur 's nachts creatieve en recreatieve toestanden. Voor ïdwest-Nederland, waar op dit gebied niet zo heel veel gebeurt, veelbelovend. Des te S8nAe.r daarom dat deze mfestatie geen succes werd. iJail, e/ÏÏrwachte vijfhonderd d» b J vierhonderd waren de_orgamsators al uit de kos- honderdamen n°S geen drie' Te zien was er genoeg: Super Sister show, Kosmos lights, films, De Witte Banaan, Horrible night, Soft Explosion, Maeckus poetry The magical apparatus ars, Albina Goof, magisch animator Nol van Golde, een stand van ontwikkelingshulpvrijwilligers over de „vrije wereld" en in de torenkamer een jongen, die wat vertelde over het wezen van Provadya? en het gebruik van verdovende middelen. Het programma was niet erg solide opgebouwd en door tech nische moeilijkheden, o.a. met de geluidsinstallatie, liepen som mige dingen anders dan de or ganisatoren hadden gewild, maar het mislukken lag toch voor een groot deel aan het publiek zelf. Dit bestond hoofdzakelijk uit jongeren uit Oosterhout, Breda (veel) en omgeving. Er liepen enkele ouderen tussen, onder wie verschillende gemeente raadsleden, van wie zich ver schillenden voor lieten lichten over de doelstellingen van dit gebeuren. Oosterhouts wethouder G. Brokx voelde zich wat onwennig tussen de Pannchoef- muren, die voor het grootste deel bedekt waren met witte lakens, waarop vloeistofdia's werden geprojecteerd, getuige zijn vaak herhaalde opmerking: „Wat is nou de zin ervan?" Oosterhouts grootste festijnen- organisator Leo Wellens, met bolhoed en paraplu, liep eveneens hoofdschuddend rond: „Ik heb zes mensen gevraagd: als je dit op de t.v. zou zien wat zou je dan doen? De knop omdraaien zeiden ze. Waarom gaan jullie dan niet weg? We hebben be taald". Voor hem tekende dit duidelijk de sfeer. En hierna hoefde Provadya? eigenlijk al niet meer. De jongeren die wij zelf naar hun mening vroegen waren erg enthousiast. Echter niet omdat het gebodene hun nou zo aan sprak, maar omdat het anders was dan in barretjes of sozen hanger, zoals meestal op een zaterdagavond. Het muzikale programmagedeelte met de dia projecties en films kon nog wel wat enthousiasme in de zaal losslaan. Maar veel andere onderdelen, o.a. de acts van de groep Horrible night, vonden nauwelijks weerklank bij het pubiek, dat wat apathisch half zittend, liggend, hangend, de zaak gadesloeg. Een groep als Provadya? moet dit toch aan het denken zetten. Want de zo nijver nagestreefde communicatie was in veel ge vallen zoek. En als het publiek op een gegeven moment alleen luidruchtig gaat reageren (bij val) als een jongen op het toneel een plasje maakt of als een jongen en een meisje in folklo ristisch Oostenrijks (daar leek het tenminste op) kostuum een persiflage op de geslachtsdaad uitvoeren maar ails er diezelfde avond niemand komt kijken naar de film „China now" van Greene, dan wordt het in onze ogen een wat kinderachtige aangelegenheid. Provadya?'er Jef Caron na afloop: „Onrijp publiek. Ze moeten een soosje hebben, dan hoeven ze niet te denken". Voorlopig heeft de afdeling Oosterhout genoeg van een ma nifestatie in deze gemeente. Ze wil zich nu meer gaan richten op Breda. Het liefst in de vorm van een stichting. „Want", zegt Jef Caron, „we hopen als stichting in aanmerking te komen voor subsidie. Een bestuur? Als je een stichting hebt heb je ook een bestuur. Wij zijn de bemiddelaars tussen het gebeuren en de mensen die erin geïnteresseerd zijn. En die bemiddelaars zouden dan bij die stichting de uitvoerende maeht worden." Het klinkt allemaal erg mooi. En we zijn er ook van overtuigd dat Provadya?-manifestaties kansen moeten krijgen, maar we vinden ook dat de dingen goed georganiseerd moeten worden. „De mensen die kijken moeten vrij zijn van associaties. Ze moe ten die dingen puur kunnen ervaren. En als ze dat niet kunnen gaan ze af. Dan begrijpen ze niet de essentie van het gebeuren", zegt Jef Caron. Daar zijn we het niet mee eens. We dachten dat juist een organisatie als Provadya? naar middelen zou moeten zoeken om steeds meer mensen bij het gebeuren te betrekken. Het lijkt ons nu nog te veel een pro grammaatje, waarin alleen de organisatoren zich kunnen uitleven. Liefhebbers van melodieuze muziek en „poëtische" teksten kunnen terecht bij Peter Sarstedt. de „komeet" van de eerste maanden met Where do you go to (my lovely). De broer van Eden Kane (ja, ja) haakte na tuurlijk onmiddellijk in op dit succes en zong en speelde samen met (vele) anderen een elpee vol, die na een matige, wat saaie eerste kant de verrassing voor de achterkant (als je tenminste eerst kant 1 draait) bewaart. My daddy is a millio naire, Once upon an everyday, Mary Jane en Time was leading us home maken (met de titel song, maar die hebben we al zo dikwijls gehoord) deze hele elpee goed. Nu wel variatie, niet meer alleen Peters stem met af en toe het koortje, betere begeleiding, wat meer durf en (inderdaad) poëtische, niet diepgaande teksten. Peter Sarstedt heeft volgens de bijgevoegde gegevens samen met Don Partridge (Rosy) in Parijs met straatzingen zijn kost verdiend. Maar hij heeft toch meer weg van Cliff Richard dan van Don Partridge, om de sfeer te be palen. Toch wel aardig en (vrij) goedkoop: 14,50. (Peter Sarstedt, Where do you go to (my lovely). United Artists ZUA S-5019). PAT BOONE En dan wordt me daar een elpee van n.b. Pat Boone uitge geven. Het gokken op het jeugd sentiment gaat niet op, want suikerzoete Pat is niet in the picture. Daarom blijft de vraag: Waarom? Voor 12,80 kun je al die lieve liedjes van Pat weer eens horen. Love letters in the sand, Bernardine, I'll be home, April Love; ze roepen enige herinneringen op, maar je bent toch ook wel zielsgelukkig dat dit verleden tijd is. Dat dit genre (hm) nauwelijks meer doordringt. Er rest (alweer) een vraag. Waarom zong de man, die in een film zelfs geen meisje durfde te kussen, altijd over de liefde? (Presenting Pat Boone, DOT-records NL 537) TEE-SET Op de achterkant van de hoes van Tee-Sets nieuwste elpee Emotion staat een stuk tekst. Ik pluk daaruit de volgende zinsneden: „Maar wat veel belangrijker is, is dat we technisch vogelen in de studio zoveel mo gelijk beperken. We willen graag dat het publiek geen afknapper krijgt als we op het podium staan". Nou, dat moet niet al te moeilijk zijn. Want wat Tee-Set uit de studio te voorschijn tovert is de diepste ellende. Dat moet zelfs op het podium gemakkelijk geëvenaard kunnen worden. Emotion (voor nog geen tientje, om precies te zijn 7,50) is gemaakt zonder enige fanta sie. De stem van Peter Tetteroo overheerst het gedreun op de achtergrond, maar ook daar krijg je al zeer snel genoeg van. Het is allemaal precies gelijk, zonder afwisseling en uitschieters. (Tee Set, Emotion, Delta MU 209). E. L.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 31