- AXEL WETTEN VAN MENDEL BASIS VOOR ERFELIJKHEIDSLEER De wipneus van Oma en haar blonde kleinkinderen JW Acht overwegingen om nw salaris te storten op een AMRO -Privé -reken ing: 1 2 3 4 5 6 7 8 AMRO BANK dntrole te waard! e te wachten! £ïegcrjc end tl 4811 -18 8 H 'm'Kk MK hdKk. DdKk fJikk per meter per meter Kadett Caravan rijdtl louding raszuiver kruisingen ['Wetten bastaard gelijk kansen beperking dDKk ffDKk AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK DE STEM VAN ZATERDAG TO MEI 1969 79.- 89.- v vf i - I |er is tiifgebuif. jemakkelijk inschuift. kt hem met gemakï Daar. Jsstuurkolom... klasse. sen afspraak met ons! EUZE 41, HULST, tel. 0*140 INEUZEN, tel. 01150-2258, Mi 1. 00—6210. TERNEtJZEN ■Wat de moderne erfelijkheids- Iter zo'n bijzonder exacte basis sft verschaft is het feit, dat er luit twee verschillende we- ;chappelijke disciplines aan «werkt is en dat de respectie- ijke resultaten elkaar zo ichtig bevestigden, aanvulden verklaarden. Onsterfelijke roem heeft zich larbij de Oostenrijkse Augus- jnermonnik Gregor Mendel 1822-1884) verworven. Deze j, voor zover we weten, als irste in, dat we pas een beter licht in de problemen van de lelijkheid zouden kunnen krij- ;n, wanneer we onze aandacht ms zouden bepalen tot aanvan- één, later enkele eigen- ïappen. En als we daarmee in doelbewust zouden gaan ex- irimenteren door het uitvoeren in kruisingen van ouders, die roor die betreffende eigenschap- raszuiver waren. J - jWat dat raszuiver in de genetica rcies inhoudt zullen we later nog eten bespreken. In elk geval had monnik zowel het geniale inzicht i het vereiste geduld en doorzet- Jigsvermogen. Helaas ook het ongeluk om in een #jd te leven, die voor zijn werk nog it het geheel niet rijp was. Mendel pas al 16 jaar dood toen hij van liet minder dan drie botanici, die «afhankelijk van elkaar dezelfde ptdekkingen deden als hij had ge- lan, n.l. De Vries, Tschermak en torrens, de eer kreeg die hem toe- fram. Mendels resultaten kunnen wor- i samengevat in een drietal wet- jen, die nóg steeds de ruggegraat Ktmaken van de erfelijkheidsleer, n het dan, dat de derde wet later [en beperking behoefde, die Men- sl niet kon bevroeden, omdat zij levalligerwijze in zijn experimen- T geen rol had gespeeld. Mendel werkte met kruisingen psen erwten-rassen. Zijn experi menten zijn later door versch'llen- 6 onderzoekers herhaald, met de- flide erwtenrassen alsook met ras- in van andere plant- en diersoor- p. De uitkomsten waren telkens .8 bij Mendel. [Weliswaar kregen de genetici wel ■ens onverwachts afwijkende resul- pen, maar dan bleek ook telkens jen tot op dat moment niet bekende jonaak of oorzakencomplex een rol spelen; was deze oorzaak door Mere analyse wat betreft zijn ef- eet op het geheel bekend, dan werd laarmee tevens de geldigheid van "e Mendelwetten weer opnieuw be vestigd. kunnen niet ingaan op de ex perimenten zelf, maar het is belang- jk om hier even in te gaan op de Petten. Dat de formulering ervan Bet precies die van Mendel zelf is, pakt hier geen verschil. Dat we 'erder altijd spreken van groot vaders, ouders en kinderen, ook als ®et gaat om planten of dieren, ver gemakkelijkt het praten erover. Dan is er telkens sprake van ras- 'ver- Daaronder verstaat men in va leven iets wat bijzonder aS blijft en niet zelden fout is. irio j erfelijkheidsleer bedoelt l daarmee een exact omschreven agnp. We zagen hiervoor reeds, t genen die in twee homologe romosomen op dezelfde plaats Sgen en derhalve betrekking heb- »°P eenzelfde kenmerk, geheel dikkunnen zijn of ongelijk. Zijn tróff j laten we 4e bfe- rettende genen aanduiden met Iet- re dan is dat organisme vóór kenmerk AA en daarmee ook pszuiver voor dat kenmerk. dit het gaat om een mens drmu Slaat op het verkrijgen van dovt' ™ar, dan is die mens voor bp»#* I aar Taszuiver en bovendien "li °f zij aan alle geslachts- ei.'n edkele A mee. Anders Ice* i °t 2D vormt m.b.t. dat JSST* maar één soort geslachts- vUzuiver de ^este def*nitie van t i0Jfaar "ïe heide genen op de homo- I on» pk c!)romosomen kunnen ook In,.. z'in', dan geven we ze aan |™et A. en a. dat kenmerk, is dat organis- ln de eerste aflevering van de serie „Het won der van het leven" die in De Stem van zaterdag 3 mei jl. werd gepubli ceerd gaf de schrijver J. P. J. Hoogenboom een omschrijving van een aantal grondbeginselen uit de erfelijkheidsleer, zoals cellen, kernen en chromosomen. Hiernaast de tweede aflevering. me, die mens dan niét raszuiver, maar een bastaard of hybride. Vanwege de regel der dominantie, die hierboven ah besproken is, kin die mens (en zal hij in geval van de haarkleur toevallig ook) toch donker haar hebben, maar hij of zij vormt m.b.t. de haarkleuraanleg twee soorten geslachtscellen, n.l. 50% met de aanleg A voor donker haar en 50% met de aanleg a voor licht haar. Wanneer dus de geneti cus de begrippen^ raszuiver of bas taard hanteert (hij spreekt dan lie ver van homo- en heterozygoot), denkt hij altijd aan één of meer zeer bepaalde kenmerken en nooit aan het organisme als geheel. Het blijft trouwens zeer de vraag van allerlei betekenen: effen, rood wit gevlamd, en andere tussen rood en wit gelegen schakeringen, af hankelijk van de variëteit. En dat wordt weer bepaald door het wel of niet dominant zijn van één van de ouderlijke kenmerken. De kinderen zijn dan met betrek king tot de kleur natuurlijk bas taarden. Het bewijs is betrekkelijk ge makkelijk te leveren en de alge mene geldigheid van deze wet zo groot, dat niet-gelijke kinderen juist als bewijs geldt voor het niet raszuiver zijn van minstens één van de beide ouders. Vervolgens stelde Mendel vast; Onderlinge vermenigvuldi ging van zulke bastaarden levert een generatie door in teelt verkregen kleinkinderen, die nu voor 50 procent de grootouderlijke kenmerken weer raszuiver bezitten en voor 50 procent weer bastaar den zijn als de ouders. Toelichting: in het geval van bo vengenoemde tulpen zou dat be tekenen dat 25 procent van de kleinkinderen weer raszuiver rood, 25 procent weer raszuiver wit en 50 proeent weer bastaarden (rood, wit of rose) zouden zijn. Ook deze nauwkeurige percentages gaan theoretisch volmaakt op en het bewijs is ook weer door Men del geleverd. Hij nam daarbij aan, dat de ei genschappen van een individu wor den veroorzaakt door factoren in de cellén, dat deze in de gewone lichaamscellen altijd in tweevoud, maar in de geslachtscellen in en kelvoud aanwezig waren. Dit is of er organismen bestaan die voor al hun kenmerken raszuiver zijn en onder de mensen bestaan ze wél ze ker niet. E ven exact dus is voor de weten schap het begrip bastaard! Wat de litteratuur daaronder meestal ver staat: een buitenechtelijk kind en vaak wordt het dan nog in ongun stige zin gebruikt alsof dat kind wat het allereerst zelf niet helpen kan, bovendien nog „slecht" zou moeten zijn, heeft wetenschappelijk geen enkele waarde. Tenslotte moeten we ons realise ren, dat kruisingen meestal alleen mogelijk zijn tussen dieren of plan ten, die behoren tot dezelfde soort. Een enkele maal wil een kruising tussen verschillende, maar dan toch altijd nog zeer verwante soorten wel gelukken, bv. die tussen paard en ezel, die dan muilezels of muil dieren oplevert, maar dan zijn de nakomelingen van zo'n soortvreemd huwelijk onvruchtbaar en voor ver dere genetische experimenten on bruikbaar. De eerste wetmatigheid door Mendel gevonden kan dan als volgt omschreven worden Gegeven twee ouders, die on derling verschillen in één of meer kenmerken, waarvoor ze beiden echter raszuiver zijn; hun kinderen zijn dan voor die eigenschap(pen) on derling volkomen gelijk. Toelichting: kruisen we een ras zuivere rode tulp met een raszui vere witte dan worden alle kinde ren rood, of allemaal wit, of alle maal rose. Dat rose kan dan nog wel zijn meest geniale zet geweest en juist die werd in zijn tijd voor niet mogelijk gehouden. Men wist nog niets van chromosomen en nog minder van op chromosomen gele gen deeltjes! Mendel zelf evenmin, maar zijn hypothese verklaarde uitstekend de uitkomsten van zijn experimenten, en is bovendien vanuit de cytolo gie de andere wetenschappelijke discipline waarop bij het begin van dit artikel werd gedoeld beves tigd. De cytologie is de wetenschap van de cel, de celkunde dus; zij bestudeert de microscopische en submicroscopische bouw van de cel, zijn onderdelen en hun functies. Wat wij in ons eerste artikel daarover konden vertellen en dan meer speciaal de ontdekking van de homologe chromosomen met hun „gelijke" en „ongelijke" genen, als mede het feit dat in de geslachts cellen nooit meer dan het halve aantal chromosomen aanwezig is, stelt Mendel op een schitterende wijze in het gelijk. Wel moet even worden opge merkt, dat de theoretische uitkom sten in de praktijk slechts worden benaderd en wel volgens de wet matigheden van de kansrekening; hoe meer nakomelingen men in zijn berekeningen kan betrekken, hoe beter de uitkomsten. Zo is het theoretisch te bewijzen, dat uit het huwelijk van een dochter van een kleurenblinde vader met een niet- kleurenbllnde man de helft van de zonen weer kleurenblind wordt. Maar éls dit ene echtpaar al zonen krijgt is de kans niet groot, dat er een fifty-fifty-verdeling optreedt Nemen we echter de uitkomsten Wel behoeft nu de derde wet van Mendel dus een beperking; zij gaat alleen op als de, genen voor de bestudeerde kenmerken liggen op verschillende chromosomen. Dit nu was toevallig het geval met de ze ven paren kenmerken, die Mendel bij zün erwten bestudeerde! Sindsdien hebben vele onderzoe kers zich met dit doel van de erfe lijkheid bezig gehouden en ook de liefhebberij-biologen profiteren bij hun kwekerijen van aquariumvis jes (kruisingen van guppies, van plaatjes en zwaarddragers) en kleurparkieten, zang- en kleur- kanaries van de uitkomsten van deze wetenschap, om maar te zwij gen over de betekenis voor veeteelt en land- en tuinbouw. Wat de mens betreft vervalt om ethische redenen de moge lijkheid tot gerichte kruisings experimenten, niaar gelukkig neemt het leven deze proeven zelf en hebben de.geleerden ook wat de menselijke erfelijkheid aangaat al heel wat ontdekt en kunnen verklaren, gewapend als ze waren met hurt kennis van de erfelijkheid bij dieren en plan ten. Daarop willen we in een af zonderlijk artikel graag nog eens wat uitgebreider terugkomen. Volgende week: Kinderen uit hetzelfde ge zin zijn nooit volkomen gelijk. van vele van dergelijke huwelijken samen dan komen we wel in de buurt van deze verhouding. Het is nu een kwestie van wis kunde om uit te maken hoe groot de afwijkingen van de theorie mo gen zijn bij verschillende aantallen nakomelingen, zonder dat de theo rie zelf daardoor wordt ondermijnd. Dit onderdeel van de biologie heeft dan ook een gelukkig belangenhu- welijk gesloten met de waarschijn lijkheidsberekening in de wiskunde. Tenslotte dan de derde wet van Mendel: Wanneer de ouders in meer dan één eigenschap verschil len, dan blijken die eigen schappen onafhankelijk van elkaar op de nakomelingen over te gaan. Toelichting: wanneer moeder een wipneus paart aan donker haar, terwijl vader blond is en een ha viksneus heeft, dan mogen bij de kleinkinderen ook de combinaties donker haar haviksneus en blond haar wipneus verwacht worden. Uit Mendels erwtenproeven was deze conclusie legaal te trekken. Maar latere onderzoekers konden dit niet altijd bevestigen en von den daarvan ook de aan Mendel nog onbekende oorzaak. Wat doet een geneticus namelijk wanneer hij een kruising gaat tot stand brengen om te zien wat er met bepaalde kenmerken in de loop van de generaties gebeurt? Hij kiest om te beginnen de kenmer ken die hij wil bestuderen. Daarbij zijn er twee kansen. De door hem uitgekozen kenmerken hebben hun genen op verschillende chromosomen liggen of zij liggen op hetzelfde chromosoom. Als we denken aan de betrekkelijk kleine aantallen chromosomen (met enke le extreme uitzonderingen meestal niet meer dan enkele tientallen) en de duizenden eigenschappen die een organisme heeft, dan volgt daaruit zonder meer, dat honder den eigenschappen hun genen op hetzelfde chromosoom moeten heb ben. Kernen we nu eens aan, dat de straks genoemde combinatie don ker haar wipneus inderdaad haar genen op hetzelfde chromosoom had liggen, dan kreeg een kind mét de aanleg voor donker haar ook onoverkomelijk de wipneus- aanleg mee! Als dit niet het geval is en der halve de andere combinatie ook op treedt, concludeert de geneticus daaruit terecht, dat de betreffende genen op verschillende chromoso men liggen. Ook hier hebben de uitkomsten van genetici en cytolo- gen elkaar weer zeer fraai beves tigd, want de geneticus vindt even veel groepen van gekoppelde (dus niet onafhankelijk van elkaar over- ervende) genen als de cytoloog ver schillende chromosomen ziet! !DDkX Jo A dijKk Schematische voorstelling van de 16 theoretisch mogelijke nakomelingen (m.b.t. tot naarkleur en haarvorm) van twee ouders die beide niet-raszuiver zijn voor donker haar (Dd) noch voor krulhaar (Kk). De betreffende genen liggen op verschillende chromosomen, dus de derde wet van Mendel gaat zonder be perking op. De beide kenmerkenparen zijn willekeurig over de geslachten verdeeld, want het geslacht heeft er niets mee te maken. Wie het schema goed bekijkt, ziet dat er feitelijk maar vier uitwendig te onderscheiden typen zijm donker-gekruld, licht-gekruld, donker-sluik, licht-sluik. Vanwege de dominantie is de kans op gekruld groter dan op sluik, en donker groter dan op licht. Er is 9 x meer kans op donker-gekruld dan op licht-sluikl Daar de haarkleur door meer dan één gen wordt veroorzaakl, is de variatie in werkelijkheid nog groter. (ADVERTENTIE) gemakkelijk contant geld opnemen (ook door uw echtgenote b.v.); geen kpsten. AHe giro-mogelijk heden. En iedere boeking act a op het dagafschrift; 3%% rente. En spaar-mogelijk- heden met 4 t/m 6 >4% rente; een voorschot is mogelijk. Maar belangrijker mogelijkheid; de AMRO-Lening; Betaalcheques, om contant te be* talen zonder contant geld op zak; u kunt de bank de betaling van huur, verzekeringen, electriciteit e.d. laten verzorgen; alle overige diensten van de AMRO Bank staan tot uw be schikking; uw geld is veilig en voordelig bij de AMRO Bank. Maak daar ge bruik van.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 17