Commentaar
Geen president zonder slag of stoot
BENELUX: MAAR WEER AFWACHTEN
D
De kapper van Midas
Honderd dagen Richard Nixon: schoorvoetend begin
DR. CORN. VERHOEVEN:
'EBy..iJ^l:LKiNGlr..,kPJ!.LJ.NGlN 'peilingen peilingen peiliijgen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen ..peilingen peilingen peiungen peiliwgtin
peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen pei1lingen peilingen peilingen peilingen peilingen
Grote vergissing
Bemiddelaar gevraagd
Experiment mogelijk?
38
15
DE STEM VAN ZATERDAG 3 ME» 1969
19
iki/*x»:! JenlaiK-i1! f peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen .pe ng n peiungen peiungen
ungn|| ^peilingen ..peilingen peilingen peilingen peiliigen peilingen peilingen peilingen peilingen peilngen peilingen, tki peilingen ikj peilingen peilingen peu
Koninginnedag en 1-meiviering hebben in Amsterdam weer geleid tot
een aantal rellen, tot vandalisme en straatschennerij. Voor deze straat
terreur is geen enkel excuus aan te voeren. Wie zo de gevestigde orde
denkt te kunnen hervormen vergist zich deerlijk. Hij schept alleen maar
wanorde en roept reacties op die serieuze hervormingspogingen blokkeren.
Maatschappijhervorming, vereist hard werken. Met agentje pesten en
ruiten ingooien bewijzen de betrokken Amsterdamse jongeren alleen dat
ze te dom dan wel te lui zijn om werkelijk iets tot stand te brengen.
Politiek is de kunst van het haalbare. Dat hebben de Tilburgse studenten
vergeten. Zij hadden de mogelijkheid om een groot aantal van hun
eisen ingewilligd te krijgen Zij wilden echter alles ineens hebben en dat
op een dusdanige wijze, dat zij het de andere partij bijna onmogelijk
maakten aan het gesprek deel te nemen.
Ook die andere partij heeft zich vergist. Zij heeft zich vergist in de aan
hang van de studentenleiders, in de opstelling van hoogleraren en staf
docenten. Dit soort vergissingen leiden er toe dat met onjuiste middelen
wordt gereageerd. In dit geval de sluiting van de hogeschool en de inti
midatie van degenen, die aan de kant van de studenten staan.
Nu is men zo langzamerhand in een impasse geraakt. Niemand is daar
gelukkig mee. Het ogenblik lijkt daarom aangebroken om bemiddeling
van elders in te roepen. Minister Veringa (Onderwijs en Wetenschappen)
lijkt ons de aangewezen man om als bemiddelaar op te treden.
e Tilburgse studenten verlangen medebeslissingsrecht op alle niveaus
voor alle geledingen, die in de hogeschool werkzaam zijn Ook elders
worden soortgelijke eisen gesteld. In de wetenschappelijke wereld maar
ook daarbuiten wordt deze eis in meerderheid als onrealistisch afgewezen.
Als iedereen over alles gaat meepraten krijgen we de complete chaos,
wordt er gezegd.
Is die stelling ooit bewezen? Als mensen, die inspraak wensen, zeggen
ook bereid en in staat te zijn verantwoordelijkheid te dragen en die ver
antwoordelijkheid waar te maken, hebben zij dan niet het recht om te
laten zien wat zij kunnen?
Universiteiten en hogescholen zijn centra van onderzoek en research.
Zou het nu zo vreemd zijn als er één universiteit of hogeschool zou worden
aangewezen als laboratorium voor de complete inspraak? Dit experiment
zou natuurlijk met een aantal waarborgen omgeven moeten zijn maar die
zijn te vinden.
Bijvoorbeeld inspraak op basis van pariteit. Er zou een zotte situatie ont
staan als de studenten, die qua aantal verreweg in de meerderheid zijn,
alle andere groepen zouden kunnen overstemmen. Hierbij kan ook niet
het feit genegeerd worden, dat een groot deel van de eerstejaars de eind
streep niet haalt.
In deze tijd moeten wij over zo'n experiment minstens durven denken.
Hf
ER IS in de Griekse mytholo
gie een verhaal dat op mij
altijd bijzonder veel indruk
gemaakt heeft. Het gaat
over Midas, de domme koning van
Frygië, dezelfde die eens wenste
dat alles wat hij zou aanraken in
goud zou veranderen en die toen
bijna van honger stierf. Deze Mi-
das had zich ook eens als scheids
rechter opgeworpen bij een mu-
ziekwedstrijd tussen de god Apol
lo en de stater Marsyas. Apollo
speelde op de citer en Marsyas op
een fluit die Pallas Athene had
weggeworpen, omdat ze van het
blazen bolle wangen kreeg. Midas
vond het spel van Marsyas mooier
en eiste dat hem de prijs gegeven
zou worden. Maar Apollo nam
wraak door Marsyas levend te vil
len als straf voor zijn overmoed.
Koning Midas trok hij alleen maar
even aan zijn oren. Die werden
toen plotseling lang en behaard,
het werden ezelsoren. Uit schaam
te ging Midas voortaan een tul
band dragen om zijn lelijke oren
te bedekken. Zodoende wist nie
mand hoe hij door de god gestraft
was. Alleen de kapper die zijn
haren verzorgde kwam het te we
ten. Maar hij mocht het aan nie
mand vertellen. Omdat hij daar
bijna gek van werd, ging hij naar
een eenzame plek, groef een gat
m de grond, stak zijn hoofd erin
en fluisterde drie keer zijn grote
geheim: koning Midas heeft ezels-
te ruilen is voor een daaruit te
distilleren lesje, terwijl dat lesje
er toch duidelijk in zit. Het zou
een aardig stukje huiswerk zijn
die moraal er toch uit te halen,
maar omdat het zo'n mooi verhaal
is, valt het lesje er eigenlijk mee
samen. We kunnen ook zeggen:
wat die kapper doet, is zo gek,
dat er geen rationeel appèl van
uitgaat, tenzij de volkomen mis
plaatste suggestie, dat het niet
verstandig is zijn geheimen aan
de aarde toe te vertrouwen. Het
bijzondere geval van het verhaal
tje is zo duidelijk herkenbaar, dat
de meer algemene formulering van
het lesje die herkenbaarheid zou
schaden. De uitzonderlijkheid van
de kapper is alleen herkenbaar
in het gekke en onzinnige van zijn
gedrag, zijn onredelijkheid is niet
te veralgemenen zonder dat zij
haar eigen karakter verliest.
Wat we begrijpen is dat die kap
per niet gek is. Hij doet precies
wat hij niet laten kan en wij vol
gen hem met begrip, omdat gehei
men van dit soort, mooie verhalen
die controleerbaar waar zijn, op
de duur beginnen te werken als
stoom die onder druk gezet wordt.
De kapper is niet onbenullig of
gek. Hij is een normaal mens,
maar, maar het geheim is te uit
zonderlijk om niet verteld te wor
den. Als hij het aan de aarde toe
vertrouwt, kan zelfs die het niet
verzwijgen. Het fluisterende riet
oren. Toen maakte hij opgelucht
ie kuil weer dicht. Maar op de
plaats waar hij zijn geheim be
graven had, groeiden rietstengels
op en wanneer de wind daar door
heen voer, fluisterde het riet: ko
ning Midas heeft ezelsoren.
Ik zal niet kunnen uitleggen
waarom ik dit verhaal zo indruk
wekkend vind. Zeker niet alleen
om de cultuurhistorische gegevens
die rin verwerkt zijn: de supe
rioriteit van het snareninstrument
boven het blaasinstrument, de
straf voor menselijke overmoed of
de mythologische verklaring van
de oosterse tulband. Voor mij is
het hoogtepunt van het verhaal
het moment waarop de kapper een
kuil graaft om er zijn geheim aan
toe te vertrouwen. Op dit mo
ment wordt het verhaal een para
bel, een typisch voorbeeld van
menselijk gedrag. Het is indruk
wekkend omdat het meer dan lou
ter een verhaal is. Bii fabels en
parabels wordt dat „meer" vaak
in de vorm van een conclusie of
een moraal aan het verhaal toe
gevoegd. Het verhaal van de
vrouw die de kip met gouden
eieren slacht, leert ons: wie alles
ineens wil hebben verliest alles.
Het verhaal is dan maar een in
leiding tot de moraal; we kunnen
het bij wijze van spreken weg
strepen en de moraal behouden.
Dat is bij het verhaal over deze
kapper niet mogelijk. Het is zo'n
mooi verhaal omdat het niet in
straft de kapper niet voor zijn los
lippigheid, maar het beloont hem
voor zijn discretie en bewijst door
zijn gefluister, dat de verspreiding
van groot en heet nieuws niet een
aangelegenheid is van menselijke
loslippigheid, maar een werking
van onweerstaanbare natuurwet
ten. Bij gebrek aan menselijke
respons neemt de natuur de in
formatieve verplichtingen wel
over. Alles is informatie, zou de
moraal van dit verhaal kunnen
zijn.
Voorzover de pers, vanaf de se
rieuze kranten tot de boulevard
bladen toe, een rechtvaardiging
vanuit de mythologie nodig heeft
wat waarschijnlijk niet het ge
val is zou zij de kapper van
Midas eventueel tot patroon kun
nen kiezen. De vraag is natuurlijk
of het inderdaad groot nieuws was
wat deze kapper in zijn kuiltje
fluisterde. Misschien niet, maar
het ging over een koning en de
man wist het zo ontzettend zeker
en zo helemaal op zijn eentje, dat
alleen al de spanning er een groot
nieuwtje van maakte De afloop
van het verhaal wordt verder ook
niet verteld. De reactie van Midas
en zijn eventuele maatregelen te
gen de persvrijheid blijken niet
interessant te zijn, vergeleken bij
de boodschap zelf en de wijze
waarop zij zich een weg baande
naar de openbaarheid. De moraal
van het verhaal heeft hier dan ook
geen vat on.
(Van onze Parijse correspondent Lucas Kleijn)
Pompidou wil opvolger worden van De Gaulle. De bookmakers in
Engeland geven hem een voorsprong van vier tegen een, maar daar
behoeft men bij voorbaat niet van onder de indruk te komen. Dat
draagt alleen maar bij tot het schilderachtige van het geval. Aan
de vooravond van het referendum voorspelde Londen, net als De
Gaulle zelf, troebelen en allerlei misère als De Gaulle zou worden
verslagen. Maar dat was meer uit angst voor het pond sterling dan
uit angst voor de frank.
Is die bezetting voorbij, dan wor
den Pompidou en De Gaulle grote
vrienden. De Gaulle benoemt hem tot
kabinetchef. De bank Rothschild
maakt zich van Pompidou meester
zodra De Gaulle zich tijdelijk in
Colombey-Les-Deux-Eglises terug
trekt na zijn eerste schermutseling
met de politieke partijen. Deson
danks zien Pompidou en De Gaulle
elkaar regelmatig. Op zijn landgoed
zit de generaal gedenkschriften te
schrijven, Pompidou voorziet hem
van alle mogelijke archiefstukken,
onderhoudt het contact met de druk
ker en uitgever en zorgt dat de op
brengst van de memoires goed wordt
beheerd. Dat laatste is hem als di
recteur van de bank Rothschild toe
vertrouwd.
In mei 1958 na de val van de vier
de republiek komt De Gaulle naar
Parijs terug. Zijn voornaamste pro
bleem is: vrede te sluiten met het
rebelse Algerije. Via Pompidou steekt
de generaal zijn voelhorens uit en
laat Pompidou tijdelijk vrijmaken
van de bank Rothschild om in het
geheim met de Algerijnse F.L.N. te
onderhandelen in Zwitserland en in
Tunesië. Is de vrede getekend, dan
zet De Gaulle de driftige eerste mi
nister Michel Debré aan de dijk en
vervangt hem door Pompidou.
George is intussen getrouwd met
Claude Cahour, de dochter van een
Engelse arts. Een mooiere carrière
kan men zich nauwelijks voorstellen.
De chaos die na De Gaulle zou ko
men is tot dusver uitgebleven. Stij
ging van het goud is tot staan geko
men en de frank houdt zich aardig
goed. Gaat het de frank goed, dan
profiteert daarvan het pond sterling.
Waarschijnlijk zal pas 15 juni een
tweede ronde over de opvolger van
De Gaulle worden gestemd. Totdat
het zover is kan er nog heel veel
gebeuren. Toch is het misschien wel
interessant nu al af te wegen wat de
kansen van Pompidou zijn. Wat hij
voor en wat hij tegen heeft.
Voor heeft hij een briljante loop
baan. Zijn vader was leraar Spaans
op een gymnasium, niet te arm, niet
te rijk. George zo heet Pompidou
van zijn voornaam was op het
gymnasium een bolleboos in Grieks.
Hij studeerde politieke wetenschap
pen en haalde zijn doctorsgraad in
de literatuur. In alle eenheidsprijs-
winkels ligt zijn pocket, een bloem
lezing van de Franse poëzie. Zijn
voorkeur gaat uit naar Chateaubri
and. In zijn jeugd heeft hij de in
vloed ondergaan van het humani
taire socialisme van Jean Jaurès, aan
de vooravond van de eerste wereld
oorlog als vredesapostel vermoord.
Zijn biografen maken geen melding
van bijzonder illegaal werk tijdens
de Duitse bezetting.
Van leraar tot bankdirecteur en eer
ste minister is in een betrekkelijk
korte tijd een hele klim. Iedereen be
greep toen al: De Gaulle is nummer
één, George Pompidou is nummer
twee.
Zonder veel tegenspraak kon Pom
pidou kort voor het referendum eerst
in Rome en daarna in Genève zeg
gen: „Zo God wil, ga ik een nationale
bestemming tegemoet". De Gaulle
fronste toen hij dat hoorde, wel even
met de wenkbrauwen omdat hij.
Charles de Gaulle, dat zelf had wil
len bekendmaken, maar bij de rea
liteit legde hij zich neer. Waarschijn
lijk had de generaal toen al het ge
voel: zo lang zit ik niet meer op
mijn stoel in het Elysée.
Wat heeft George Pompidou bij al
die voordelen in zijn nadeel, als hij
over een paar dagen met zijn ver
kiezingscampagne begint? Nu al kan
men overal in Frankrijk horen; Als
Pompidou het wint, krijgen we een
De Gaulle in zakformaat terug. En
dat klinkt redelijk. Alles wat De
Gaulle in de laatste paar jaar heeft
gedaan, heeft Pompidou slaafs ge
volgd. Hij moge af en toe hem tegen-
gesputterd hebben, maar de grote
beslissingen
de breuk met de Navo; het vergren
delen van de deur van de gemeen
schappelijke markt voor Engeland;
de zelfstandige atoombewapening
(force de frappe); leve het Vrije
Quebec; het anti-Amerikanisme; het
flirten met Moskou; de vriendschap
met de Arabische staten en het wa
pen-embargo tegen Israël.
Alles heeft Pompidou voor zijn
rekening genomen en verdedigd. Men
beweert, dat hij De Gaulle het laat
ste referendum over afschaffing van
de senaat en het instellen van nieu
we gewesten, heeft ontraden. Maar
dat heeft toch niet belet dat hij als
een Samcho Pamcha achter Don Qui-
chotte heeft aangereden. Al zijn te
genstanders, en dat zijn er velen,
zullen niet nalaten dat zo hard mo
gelijk uit te bazuinen en te voor
spellen, dat een Pompidou op het
Elysée zijn orders krijgt uit Colom-
bey-les-deux-Eglises.
Bij het overwegen van Pompidou's
kansen moet men verder niet ver
geten dat het Gaullisme bij het refe
rendum van zondag 47 procent van
de uitgebrachte stemmen kreeg. Net
niet genoeg voor Pompidou om het
bij de tweede ronde te halen. Pompi
dou zal dus in de komende campagne
alle zeilen moeten bijzetten om het
van zijn tegenstanders te winnen.
De eerste die dinsdag na die kandi
datuur van Pompidou applaudisseer
de, was de tegenwoordige minister
van buitenlandse zaken Michel De
bré. Dat is begrijpelijk. Want in de
komende verkiezingen voor het presi
dentschap gaat het er voor het Gaul
lisme er op of er onder. Wordt Pom
pidou president, dan blijft de tegen
woordige kamer waar de Gaullisten
een overweldigende meerderheid
hebben tot 1972 bestaan. Verliest
Pompidou het en wordt Poher ge
kozen, dan ligt de ontbinding van de
kamer voor de hand en wee dan het
gebeente van menige Gaullistische
afgevaardigde.
De voorspelling van de bookma
kers: vier tegen een lijkt dus nogal
gewaagd. Tenzij bij de tweede ronde
de Franse communisten Poher in de
steek laten en zich massaal van stem
ming zouden onthouden. In dat geval
maakt Pompidou een grote kans pre
sident van de republiek te worden.
Weliswaar niet bij de gratie gods,
maar bij de gratie van Waldeck
Rochet en Duel os de twee kopstuk
ken van het Franse communisme.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG De smokkelhandel
heeft in de Benelux zijn langste tijd
gehad. Wanneer medio 1972 alle
grensposten verdwenen zijn, valt zeer
waarschijnlijk ook voor de smokke
laar geen droog brood meer te ver
dienen met welk artikel ook. Ten
minste, dat is de bedoeling van de
besluiten, die eind april resp. eind
vorige week, genomen zijn op de
Haagse conferentie van de Benelux-
regeringen. Op 1 november 1970
wordt het grenstoezicht immers al
een stuk minder, op 1 juli 1971 ver
valt deze controle bijna helemaal en
op 1 juli 1972 zal van grenstoezicht
tussen Nederland en België totaal
geen sprake meer zijn. Dit staat ten
minste netjes officieel geformuleerd
in de protocollen, die de ministers
presidenten van België, Luxemburg
en Nederland op 29 april '69 onderte
kend hebben. Nu maar afwachten, of
het allemaal zo zal lopen, als de on
derhandelaars verwachten.
De grote moeilijkheid bij dit soort
grote conferenties is altijd en eeuwig
de politiek van ieder land afzonder
lijk. Nederland bijvoorbeeld zit met
zijn export van aardgas ook naar
België, met zijn accijnsverhogingen,
die de laatste jaren aan de lopende
band voorgeschreven werden, met
zijn her-industrialisatie in ook het
zuiden van Nederland. België wor
stelt men 't Vlaams-Waalse probleem,
dat op iedere internationale confe
rentie op de achtergrond meespeelt,
met zijn b.t.w., waarvan in België
niemand durft te voorspellen, welke
gevolgen zij op het binnen- en bui
tenlandse economische leven zal heb
ben. De Belgen kijken daarom wel
uit, om zonder ruggespraak met de
achterban nogal ingrijpende inter
nationale beslissingen te nemen, zelfs
in de Benelux.
Zich binden aan een datum, waar
op de binnengrenzen vervallen is
zo'n ingrijpende beslissing, die in
het Waalse deel van België wel eens
problemen kan opwerpen. Dit speelde
op de Haagse conferentie een grote
rol en daarom ook dreigde de eer
ste de beste conferentiedag al een
mislukking te worden. Men heeft het
echter gered, dank zij ook, naar men
zegt, enkele concessies van Neder
land in ruil voor de datum, waarop
de binnengrenzen zouden kunnen
vervallen. Ook al hebben de Belgen
deze beslissing in drie etappen weten
in te delen.
Een belangrijke Nederlandse con
cessie is, zegt men, de energiepoli-
tiek. België verlangt voor het aard
gas een prijs, die ook in Nederland
betaald wordt, zij het dan met de
kosten erbij van het langere trans
port. De Belgische delegatie schijnt
hiervoor niet tevergeefs gepleit te
hebben, al zullen uiteraard in Neder
land zelf nog wel de nodige haken en
ogen opgeruimd moeten worden.
Nederland zal ook moeten ophou
den zelfstandig te beslissen over ver
hoging, of (men kan er nauwelijks
meer aan denken) over verlaging van
de accijnzen in eig enland. Want na
1971 krijgt dit onherroepelijk zijn
weerslag in België, wanneer de bei
de beide landen dit soort beleidsza
ken niet gemeenschappelijk oplossen.
Het is in ieder geval de eerste grote
stap naar een gemeenschappelijk be
leid, dat de smokkelhandel tegelijk
een halt toeroept. Ook al is deze
smokkel sinds de boterregeling in de
EEG reeds aanzienlijk minder gewor
den.
De allesoverheersende vraag blijft
echter, hoe België na 1 januari op het
invoeren van de b.t.w. aldaar zal
reageren. Bekend is, dat onze Bene
lux-partner zich nauwkeurig op de
hoogte houdt van de gang van zaken
rond de b.t.w. in Nederland.
Los daarvan kan de Haagse con
ferentie van grote betekenis worden
voor de Benelux. Alleen al de wil
van de drie regeringen om hun sa
menwerking met de interparlemen
taire Benelux-raad te versterken,
wekt grote verwachtingen.
Dat daarbij ook het optreden van
de raadgevende interparlementaire
Benelux-raad sterk gestimuleerd kan
worden, ligt voor de hand. Het is al
leen te hopen, dat deze raad geen en
kele gelegenheid voorbij zal laten
gaan om ook uit eigen beweging de
samenwerking met de regeringen te
verstevigen.
Het stimuleringscollege van zes,
waartoe de Haagse conferentie be
sloten heeft, zal daarbij zowel de Be
nelux-raad als de Benelux-regerin-
gen alleen maar tot nog grotere ac
tiviteiten kunnen aansporen. Dit col
lege moet in hoofdzaak voorstellen
doen tot verwezenlijking van de eco
nomische unie binnen de Benelux.
Het is geen politiek college, dit in
tegenstelling tot de raadgevende in
terparlementaire Benelux-raad. Bei
de echter kunnen ieder op eigen ter
rein invloed blijven uitoefenen op de
drie regeringen om te komen tot rea
lisering van alle verklaringen die op
de Haagse conferentie afgelegd zijn.
En dat zijn er nogal wat. Zij bestrij
ken bijna het gehele regeringsbeleid
in de drie landen.
Merkwaardig in dit verband is het,
dat de conferentie een uitzondering
maakt 'voor wetenschap, onderwijs,
maatschappelijk gezinswerk, ontwik
kelingshulp en justitie. Want het ge
zamenlijk communiqué dringt b(j
deze ministers aan op een intensie
ver overleg en een ruimere uitwisse
ling van informatie. Dit is zonder
meer veelzeggend, omdat de drie re
geringen ermee te kennen geven, dat
zij deze onderwerpen in de Benelux
zo snel mogelijk tot een gemeenschap
pelijk beleid willen laten uitgroeien.
Het overleg hierover is waarschijn
lijk ook al het verst gevorderd. Mis
schien zijn deze beleidszaken ook wel
het meest vrijblijvend, omdat ze lang
niet zo politiek geladen zijn als an
dere kwesties.
Industrievestiging, energie-, haven-
beleid van een gemeenschappelijke
ruimtelijke ordening bijvoorbeeld zijn
wel zeer politieke onderwerpen.
Maar hierover heeft het gezamenlijk
communiqué alleen maar gezegd, dat
deze beleidszaken „bevorderd moe
ten worden". Nietszeggendier kan het
bijna niet.
Troost bij dit alles is echter, dat
de drie regeringen van nu af aan
ieder jaar bij elkaar komen om zo
snel mogelijk de economische unie
te voltooien.
„Te dier gelegenheid zullen de drie
regeringen beraadslagen over de
stand van hun samenwerking in het
algemeen en zullen in voorkomende
gevallen de passende beslissingen
treffen met het oog op een nauwere
samenwerking tussen de drie lan
den", aldus de fraaie volzin hierover
in het communiqué.
Met andere woorden: het stimule
ringscollege van zes man en de raad
gevende interparlementaire Benelux-
raad krijgen handen vol werk, om de
drie regeringen deze officiële clausule
te laten waar maken.
(RICHARD SCOTT)
WASHINGTON Sinds de eerste
dagen van Franklin Roosevelt is het
een Amerikaanse traditie in de po
litiek dat een nieuwe president door
't congres en het publiek welwillend
tegemoet getreden Wordt tijdens de
eerste 100 dagen waarin hij in functie
is. In die dagen wordt bekeken hoe
hij de zaken behartigd heeft en hoe
zijn programma voor de wetgeving
er uitziet. Eerst vanaf dan staat hij
bloot aan kritiek. Op dinsdag waren
Nixons eerste honderd dagen voorbij.
Wat is het oordeel over hem en zijn
politiek?
President Nixon heeft, en hierin
verschilt hij met veel voorgangers,
zijn eerste 100 dagen niet gebruikt
om een groot aantal nieuwe pro
gramma's of wetsvoorstellen te lan
ceren-. Hij heeft geen gevoel van ur
gentie of opwinding opgewekt, zelfs
niet het gevoel dat men een duidelijk
omlijnd doel probeert te bereiken.
Het tempo was laag, kalm, welover
wogen en voorzichtig.
Ongetwijfeld is dit alles met opzet
gedaan. Senator Dirksen zei trouwens
dat „het afwezig zijn van drama deel
uitmaakt van de prestatie" en het
belangrijkste onderdeel van Nixons
inaugurale rede was een dringend
verzoek aan het land om een tijd
lang de mond dicht te houden en „af
te koelen". Dit heeft hij serieus pro
beren te bereiken en niet geheel
zonder succes. Ongetwijfeld verklaart
dit voor een deel het ongebruikelijk
kalme begin van zijn ambtsperiode,
en het wordt gedeeltelijk ook ver
klaard vanwege het probleem waar
de president voor de eerste keer in
de laatste honderd jaaT van de Ame
rikaanse geschiedenis mee te maken
heeft, n.l. dat zijn partij in het con
gres in de minderheid is. Maar het
valt te betwijfelen of de president
het politiek mogelijk zal vinden om
dit tempo ook na zijn eerste 100 da
gen te handhaven.
Een reden is al dat er verscheide
ne belangrijke kwesties zijn, en de
beslissingen hierover niet langer uit
gesteld kunnen worden. Als het nieu
we bestuur op dreef 'komt, is het
waarschijnlijk dat er stuwkracht ont
wikkeld wordt. Maar de president
is pas de laatste tien dagen gaan
zien wat de belangrijkste dingen zijn
en zijn programma's gaan voorleg
gen.
Men heeft overall gezien dat voor
Nixon het allerbelangrijkste is de
oorlog in Vietnam tot een einde te
brengen of althans er voor te zor
gen dat de V.S. er minder bij betrok
ken raakt en de inflatie en de
misdaad te bestrijden.
Het Amerikaanse volk heeft schoon
genoeg van de oorlog in Vietnam
en heeft de grote hoeveelheid geld
diie daarvoor uitgegeven wordt hard
nodig om de binnenlandse problemen
tot een oplossing te brengen. Nixon
ziet heel scherp dat, als hij niet v'lug
iets aan de oorlog in Vietnam doet,
zijn regering wel eens erg impopu
lair zou kunnen worden.
Maar bij het publiek is er verwar
ring ontstaan over wat hij nu precies
van plan is inzake Vietnam, omdat
er door leden van zijn regering te
genstrijdige verklaringen zijn gedaan
Hierdoor en door de bijna tastbare
pogingen om optimisme te kweken
zonder dat ze bewijzen hebben die
dat optimisme zouden kunnen recht
vaardigen, is de regering Nixon al
dicht bij het punt gekomen waar het
moeilijk wordt nog geloof te hechten
aan wat er gezegd wordt. De ene dag
zegt de minister van defensie dat
een aanzienlijk aantal soldaten uit
Vietnam teruggetrokken zal worden,
en op een andere dag zegt hij niets
af te weten van die plannen.
Een woordvoerder zegt dat er geen
sprake kan zijn van een vermindering
van het aantal troepen totdat alle
Noordvietnamese troepen naar huis
zijn teruggekeerd, en een ander zegt
dat een unilaterale Amerikaanse te
rugtrekking Hanoi er toe zou dwin
gen zich terug te trekken.
Dit alles leidt tot verwarring, nog
vergroot doordat er onlangs gezegd
werd dat er op de vredesbesprekin
gen in Parijs vooruitgang geboekt
was, terwijl dit aan de andere kant
weer tegengesproken werd. Tot nu
toe is er te weinig bewijsmateriaal
waardoor we een oordeel over Nixon
zouden kunnen uitspreken.
Men gelooft dat Nixon echt vast
besloten is om de oorlog in Vietnam
tot een einde te brengen, de oorlog
die de V.S. per dag 70 miljoen dollar
en 32 levens kost. Maar hij heeft n°S
niet laten weten hoe hij dit denkt
te bereiken als de besprekingen in
Parijs mislukken en ook niet hoe lang
hü bereid is te onderhandelen voor
dat hfj tot actie overgaat. Het pu
bliek is waarschijnlijk bereid Nixon
nog wat tijd te gunnen.
Maar de druk begint weer groter
te worden. Het enige grote en con
troversiële besluit dat president Ni
xon genomen heeft is dat men zal
doorgaan met de anti - raket - raket
bewapening. Tot op heden heeft hij
dit probleem niet met vaardigheid
behandeld. Er bestaat verschil van
merung over onder het volk en trou
wens ook binnen de republikeinse
partij.
Het is vreemd dat de president,
die anders zo voorzichtig en wel
overwogen te werk gaat, het nodig
vond al in dit stadium een beslis
sing te nemen inzake de anti - raket
raket - bewapening.
De komende besprekingen met de
Russen over raketten zouden een
prachtig excuus gevormd hebben
voor het uitstellen van een beslis
sing. Het schijnt trouwens dat dit
logisch en verstandig zou zijn ge
weest. Hoewel hij besloten heeft om
ondanks de oppositie, die steeds ster
ker wordt, door te gaan, heeft hij
weinig gedaan om zijn beslissing
uit te leggen of te rechtvaardigen.
Op het ogenblik ziet het er niet
naar uit dat de senaat het verzoek
om geld zal goedkeuren om de plan
nen voor de anti-raket-raket-bewape
ning ten uitvoer te kunnen leggen.
Er zijn binnen de republikeinse par
tij mensen die tegen deze plannen
zijn, men zegt dat er 18 van hen in
de senaat zitting hebben, en die de
poging van Nixon, om van het vei
ligheidssysteem een kwestie binnen
de partij te maken door een beroep
te doen op de loyaliteit van de le
den, bitter betreuren.
Een andere beslissing die Nixon
plotseling moest nemen was in ver
band met het neerschieten van het
verkenningsvliegtuig bij Noord-
Korea. Hier heeft hij voorzichtig ge
handeld en men is overai] van oor
deel dat hij hier met bekwaamheid
en gezond verstand gehandeld heeft.
Dit heeft er verder toe bijgedra
gen, dat de indruk die men van hem
heeft, tenietgedaan wordt, n.l. die
van een vuuretende anti-communis
tische Nixon, die president Johnson
ervan beschuldigde dat deze de
Pueblo-affaire niet stevig genoeg had
aangepakt. Het geeft ons enigszins
de verzekering dat president Nixon
het land niet overijld in gevaarlijke
situaties zal brengen.
Wat de binnenlandse politiek be
treft, is de president nog maai' pas
begonnen met het omschrijven van
zijn programma. De eerste zes van
de 25 boodschappen die hij over het
congres zal uitstrooien in de komen
de weken, hielden begrotingswijzigin
gen, het bestrijden van de georgani
seerde misdaad, belastinghervormin
gen en het verhogen van de post-
tarieven in.
„De tijd van nietsdoen is voorbij",
zei senator Dirksen onlangs. Maar
Nixon heeft zijn plannen alleen nog
maar gedeeltelijk openbaar gemaakt.
Het moet opgemerkt worden dat het
enige verzoek om meer geld voor
de bestrijding van de georganiseer
de misdaad is.
Op het gebied van de burgerrech
ten heeft de regering Nixon wat
tweeslachtig gehandeld. Over het al
gemeen laat de regering zien dat
ze van plan is de bestaande wetten
met kracht toe te passen, maar dat
ze het niet nodig vindt nieuwe ini
tiatieven te ontplooien.
Na zijn eerste honderd dagen
blijft de minister van defensie,
Laird, hoofdzakelijk de persoon zo
als men hem zag toen de regering
Nixon van start ging; de meest con
troversiële figuur in Nixons kabinet.
Rogers, de minister van buitenland
se zaken blijft bijna even onbekend
als toen hij benoemd werd. Dr.
Kissinger, de adviseur van de pre
sident inzake de nationale veilihgeid
sident inzake de nationale veiligheid
hij tegenover de pers nog gereser
veerder is dan zijn voorganger.
li