Westeuropese monarchieën: gezegende stukjes van de wereld
STERK PLEIDOOI VAN
Dft. WILLEM DREES
Illusies
Verdienste
OTTERDAM
timmerlieden
gmakers
iksjouwers
Wim van
Uzendoorn
>ielverkoop
Uzendoorn
Zestig jaar
34
IF
I £rabbedijksestraat
t) tel. 0-10—271992.
DE STEM VAN ZATERDAG 26 APRIL 1969
Automobiel
verkoop
(Van een onzer redacteuren)
TILBURG Het is beslist
niet zo dat de democratie de
beste kansen krijgt daar waar
de monarchie verdwijnt. Er zijn
natuurlijk zeer democratische
republieken. Maar het is een
niet te loochenen feit dat er in
West-Europa een aantal landen
is met een constitutionele mo
narchie en dat die in menig op
zicht een gezegend stukje van
de wereld vormen. Waar rechts
zekerheid, eerbiediging van de
menselijke persoonlijkheid, vrije
keuze van de volksvertegen
woordiging samengaan met een
voortschrijdende maatschappe
lijke ontwikkeling. Natuurlijk
gaat het in die landen ook niet
helemaal van een leien dak. Er
doen zich moeilijkheden voor.
Maar in vergelijking met an
dere landen staan die monar
chieën er niet slecht voor.
Dat beoogt dr. W. Drees sr. in een
korte interessante beschouwing over
„monarchie, democratie, republiek",
de zojuist opnieuw in druk versche
nen tekst van een lezing die hij
hield op het historische congres dat
in 1966 in Nijmegen is gehouden.
De heruitgave, met eraan toege
voegd een interview met de oud-
minister-president van Martin van
Amerongen, heeft het licht gezien
ter gelegenheid van de zestigste
verjaardag van koningin Juliana.
Het is een nuchtere, directe en
doodeerlijke beschouwing. Wie had
van een man als Drees iets anders
verwacht! Hij draait, ook in het in
terview, niet heen om het feit dat
hij men zou bijna zeggen van
huis-uit veel meer voelt voor de
republikeinse dan voor de monar
chale democratie. Maar theorie en
praktijk zijn vaak zaken die niet te
verenigen zijn.
Hij vergelijkt ergens Engeland met
Frankrijk. Dat Britse staatsbestel
heeft heel wat archaische trekken
die wij normaal niet aanduiden met
„democratie". En dan zegt hij langs
zijn neus weg: „Maar desondanks
is Engeland toch eigenlijk wel de
mocratischer dan de tegenwoordige
Franse republiek". En hij wijt dat
voor een belangrijk deel aan het
feit dat er in Engeland van een
doorlopende ontwikkeling sprake is,
van een traditie die vooral met de
vrijheidsgedachte verbonden is.
Over de Nederlandse monarchie
zegt hij enkele ontmythologiserende
dingen.
Hij wijst erop dat de verhouding
tussen Oranje en het Nederlandse
volk echt niet altijd ideaal is ge
weest, al proberen sommige „ge
schiedschrijvers" dat beeld te idea
liseren. De conflicten met de konin
gin zijn niet -van de lucht geweest.
Maar toch is ér die sterke ver
bondenheid met dat vorstenhuis,
dat voorging in de strijd tegen
Spanje en dat in de persoon van
Wilhelmina in de strijd tegen
Duitsland „van zo grote morele be
tekenis is geweest".
Niet voor alle bevolkingsgroepen
heeft dat dezelfde betekenis. Katho
lieken zouden dat anders kunnen
zien dan protestanten. Maar men
zou, bijvoorbeeld, kunnen waarde
ren dat Willem van Oranje katholie
ken én protestanten beide vóór was
in zijn opvattingen van verdraag
zaamheid en van gelijkheid voor de
beide godsdiensten".
Onder Wilhelmina groeide een be
perkte monarchie uit tot een parle
mentaire democratie, zegt Drees.
Het ligt niet meer aan de vorst als
er bij kabinetsformaties en derge-
'.ijke iets is, dat minder ideaal ver
loopt. Dat ligt aan de partijver
houdingen en is een gevolg van de
oeslissing van de kiezers.
Rustig betogend, puttend uit zijn
eigen rijke praktische ervaring,
vertelt dr. Drees hoe hij in eigen
land de positie van de vorstin heeft
gevoeld. Zij heeft wel degelijk
„iets" te zeggen. Koningin Juliana
zei hem eens: „Ja natuurlijk, u is
politiek verantwoordelijk, maar dat
neemt niet weg dat ik voor datgene
waaraan ik meewerk, waaraan ik
mijn handtekening geef, toch mo
rele verantwoordelijkheid gevoel."
De ministers zijn in Nederland
verantwoordelijk tegenover het par
lement. De vorstin is niet partij-ge
bonden. Dat maakt haar initiatief
in moeilijke momenten des te waar
devoller. Zo riep koningin Juliana
eens drie politici bij zich toen het
ernaar uitzag dat er geen nieuwe re
gering gevormd kon worden.
Er kwam een oplossing uit de bus.
Voorts wijst hij op het feit dat
koningin Wilhelmina in Londen,
toen er geen parlement was voor de
ministers om zich te verantwoor
den, zich sterk kon doen gelden.
Ze deed toen iets groots en kreeg
sen persoonlijke betekenis die ver
uit ging van wat men van een con
stitutionele vorst kan verwachten.
Dr. Drees voelt er niet voor de
vorstin (of vorst) bij bepaalde ge
legenheden de mogelijkheden te ge
ven zich uit te spreken in het open
baar. „Naar mijn mening zou dat
een zeer gevaarlijke zaak zijn, als
zij zich zou uiten over nationale
vraagstukken zonder dat dat in
overeenstemming is met de minis
ters".
Die zijn namelijk naar buiten ver
antwoordelijk.
Wel vindt hij het juist dat de vor-
tin haar redevoeringen zelf formu-
Leert. Dan voelt men dat er een per
soonlijkheid aan het woord is en
„dat er woorden gezegd worden die
geen minister en geen ambtenaar zó
aan de koningin heeft voorgelegd".
Hij geeft enkele voorbeelden die
erop duiden dat soms politici zo
klein zijn dat zij een echte persoon
lijke uitting van de vorst ogenblik
kelijk in hun benauwde politieke
gareel trekken.
Dat gebeurde, bijvoorbeeld, toen
koningin Juliana bij een staatsbe-
soek van de Franse president Coty
in haar tafelrede spontaan zei: „Uit
Frankrijk is de schone leuze afkom
stig van Vrijheid, Gelijkheid en
Broederschap". Een van de leden
van een protestants christelijke par
tij uit de Eerste Kamer vloog erop
af. Tegen die uiting van de Franse
Revolutie koren zich de partijen op
christelijke grondslag nog altijd nu
neemt de koningin die leuze in de
mond
„Ik neem aan, aldus zegt Drees,
dat de koningin helemaal niet de
bedoeling heetf gehad alles was de
Franse'Revolutie bracht te verheer
lijken, maar dat ze die woorden ge
woon moo:i vond. Maar hoe het ook
zjj, de minister werd ter verant
woording geroepen, niet de koningin.
Uitvoerig staat hij stil, ook in het
vraaggesprek, bij het republikeinse
verleden van de socialistische bewe
ging in ons land. Hij wijst erop dat
de SDAP niet de republiek in haar
programma had. Wel was de inter-
lationale socialistische traditie repu
blikeins. Misschien komt uit zijn be
toog wat te weinig tot uitdrukking
dat de praktische anti-monarchale
houding van de oude socialisten voor
een niet gering deel gelegen was in
het feit dat zij op alle mogelijke ma-
ïieren zijn vervolgd door mensen die
zich beriepen op hun koningsgezind
heid.
Die socialistische beweging in ons
land heeft echter een ontwikkeling
loorgemaakt. Ook in het licht van de
gematigder opstelling van haar te
genstanders en in het kader van in-
:ernationale politieke gebeurtenissen,
zoals de opkbmst van het fascisme
en nationaal-socialisme.
Hij wijst erop dat er drie vorstin
nen achter elkaar in ons land zijn
geweest Emma, Wilhelmina en
Juliana die de sympathie hadden
van ons volk. Hij zegt dan er vast
van overtuigd te zijn dat Beatrix een
waardig opvolgster in die rij zal
zijn, ondanks haar omstreden huwe
lijk.
Veelbetekenend nuchter, modern,
is mogelijk een nog treffender om
schrijving in Drees' opvatting over
het koningschap in deze tijd. Hij
aanvaardt niet dat het koningschap
principieel van hogere orde is dan,
bijvoorbeeld, de volksvertegenwoor
diging. Ook wijst hij af, sommige
partijen aanvaarden dat nog min of
meer, dat het huis van Oranje door
God is gesteld als top van onze
staatsregeling. Hij ziet dat niet.
Waarom zou een president minder
Gods wille zijn?
„Van dergelijke mystieke gevoe
lens moeten wij af. Dit lijkt mij in
de werkelijkheid van onze staats
regeling niet te passen. Ik geloof
ook niet dat het voor de verster-
lüng van de positie van het vorsten
huis, in het geheel van onze staats
instellingen, ook maar enigszins
noodzakelijk is".
Hij concludeert dat het in de hui
dige Nederlandse verhoudingen
dwaas is om de constitutionele mo
narchie te willen vervangen door
een republikeinse staatsvorm. Er is
gewoon geen meerderheid voor. Bo
vendien garandeert die republiek
niets dat we nu niet hebben.
„Indien de Koningin zou voelen
dat de meerderheid het (koning
schap) niet zou willen, dan zou zij,
daarvan ben ik overtuigd, allerminst
aan deze positie gehecht zijn".
Fel keert hij zich tegen acties van
minderheidsgroepen om „met
welke middelen dan ook" een
republiek te forceren. Dat is „daar
gelaten wat democratischer is van
beide staatsinstellingen, een gevaar
voor onze democratie, omdat het
emotionele tegenstellingen oproept
om iets dat op het ogenblik toch
niet gerealiseerd zal worden, onze
democratie schaadt, omdat zij de
gedachten, de geesten, de gevoelens
in beslag gaat nemen op een wijze
die de ogen doet sluiten voor de
werkelijke problemen waarvoor wij
staan en voor de beslissingen die
gevraagd worden en waarom het
de democratie op dit ogenblik ln
haar feitelijke werking gaat."
JACQUES LEVIJ
Dr. W. Drees sr.: Monarchie, demo
cratie, republiek". (Uitg. In den To
ren. F. 3,90).
Wolfskuilseweg 98
NIJMEGEN
Telefoon 08800-71365
s met garantie en service,
gesorteerd in de auto die
968 als nieuw. Simca 1500
ma staat. Simca 100Q 1964
agen 1600 Karmann Ghia
swagen 1600 T.L. 1966 als
300 1967 als nieuw. Volks-
na staat. Volkswagen 1200
lkswagen 1200 1963 prima
00 1961 prima staat. Volks-
967 als nieuw. Volkswagen
■na staat. Ford Taunus 17M
0 km als nieuw. Ford Tau-
rw. Ford Cortina 1200 1967
d Cortina 1500 1965 prima
1200 1965 wit als nieuw,
ma staat. Ford Cortina 1200
rd Corsair 1964 vier-deurs.
oupé 1967 als mieuw. Ford
1 nieuw. Ford Taunus 12M
na staat. Ford Taunus 12M
a staat. Ford Taunus 12M
•d Anglia 1963 prima staat,
aravan. Opel Rekord 1700
i als nieuw. Opel Rekord
w. Opel Rekord 1965 met
prima staat. Opel Rekord
)pel Kadett caravan 1964
0 Coupé 1967 prima. Fiat
Fiat 600D 1966 plm 30.000
00D 1965 prima staat. Fiat
t. Fiat 124 1967 plm. 30.000
!4 1966 als nieuw. Fiat 2300
,t 1500 Confort 1965 met
1965 prima staat. Fiat 1800
nault R10 1968 als nieuw,
nieuw. Renault 4L export
ls nieuw. Renault 4L export
tuit R16 G.L.S. 1966 prima
pe 1967 met radio enz. als
964 prima staat. Audi type
2600 Sprint-13 type 1965
Chevrolet Corvadr 1964 sta-
Luxe 1966 als nieuw. Mer-
pe 1963 prima staaf. Glas
t. Daffodil 1967 als nieuw,
uw. Triumph Herald 13/60
xhall Viva 1965 met ruil-
(auxhal Victor 1965 prima
1964 prima staat. B.M.W.
B.M.W. 700LS 1965 prima
1964 prima staat. B.M.W.
taat.
■iumph 13/60 1968. Herald
d 13M Coupé 1967. Volks-
a 1966 type 1600. Alfa Ro-
e 1965. Ford Taunus 20M
1967. Mercedes 190D diesel
ens: Ford Taunus Transit
tunus Transit FT9 00 1967.
1965. Volkswagen bestel
967. Renault Coulette 1962.
d diesel 1961, laadvermo-
ekord caravan 1967. Opel
Volkswagen 1600 variant
0 variant 1963. Ford Taunus
d Taunus 12M combie 1965.
)65. Chevrolet Corvair 1964
koop: Opeis, Volkswagend'
•K.W. Fll 1965 1250. Ford
14. Opel Rekord 1961 viei"
f 1250. Daffodil 1964 met
Aniglia 1961 f 450. Peugeot
en motoren: scooter Lain-
750. Kreidler Florett i960
ts Kapitein f 275. Batavus
50.
uto's zijn iedere dag te be
nt 20.00 uur, zaterdag en
n worden desgewenst kant
us met overschrijving ken-
financiering met en zon-
tie en service. Inruil brom-
:nz. mogelijk. Komt u met
dt afgehaald. Wij zijn te
ing BREDA in Nijmegen
en links, dain plm. louu
ok Uw auto bij
lijmegen Tel. 08800-71365
DOODGEWONE VROUW
Ter gelegenheid van het huwelijk van kroonprinses Beatrix is een nogal
rumoerige en vooral verhitte discussie ontstaan allerlei excessen
die met democratie niets te maken hebben Duiten beschouwing ge
ilen - over onze constitutionele parlementaire democratie. Er bleek, vrij
teling, een republikeinse stroming in ons land te bestaan.
Het gekrakeel is verstomd. De grote meerderheid van ons volk heeft er
Wh buiten gehouden. Het heeft zich om de televisietoestellen geschaard
de glans en glorie van de huwelijksinzegening, rustig, vaak met gevoe-
hns van vertedering, aanschouwd.
Duidelijker dan meestal gedaan wordt, heeft dr. Drees in zijn beschou
wing over onze staatsvorm het hardnekkige sprookje om hals gebracht dat
ten republiek per definitie een betere staatsvorm is dan een monarchie,
fcn zou kunnen stellen dat het in een niet gering aantal Europese repu
blieken met de democratie bepaald niet beter is gesteld dan in de monar-
ieën. Integendeel. Om over de buiten-Europese republieken veelal maar
3 te spreken.
Toch is er reden om zich ?f te vragen, of niet moet worden gepoogd de
Neme monarchie, zoals wij die in ons land kennen, meer openheid te
Seven. De staatsrecht-publicisten in ons land zijn eigenlijk nooit goed ge
ragd in hun pogingen de onschendbaarheid van de vorst te verklaren,
-ruycken niet, Kamphuisen niet. Kranenburg niet. Om er maar enkele te
'nemen.
Seen wonder, die onschendbaarheid is, zo merkt professor dr. P. H.
''helman op, een fictie. Staatsrechtelijk zal zij gehandhaafd moeten wor-
6n Maar misschien kan onze democratie in de toekomst zo volwassen
'■°rden dat zij de mogelijkheid opent voor de dragers van het hoogste ge-
!iü duidelijker als persoonliikheden naar voren te treden.
Waarschijnlijk zal dat aan veel mythes een einde maken. Het zij zo. Een
"ingschap in deze tijd dat het van een verdoezeling van de realiteit moet
'-bben, zal zich niet lang meer kunnen handhaven Wel een koningschap
331 gestalte krijgt. Een vorst die voor de burgers meer is dan een figuur
"Ws wezenlijke betekenis voor het staatsbestel zij nauwelijks of niet ver
ben te zien, krijgt perspectief. Het is niet goed dat men op vragen wat
8 vorst nu eigenlijk doet, niets dan vage versluierde antwoorden geeft.
's gevaarlijk over hem alleen maar te spreken in termen van symbool
s' "hysterie.
Koningin Juliana heeft binnen het kader waarin zij zich als vorstin kon
^wegen gepoogd zich als een persoonlijkheid op te stellen. Zij is opge-
®e'd in een traditie die haar nog in staat stelde met vele beperkingen
!kening te houden. Niet altijd lukte dat. Juist als zij daarin faalde, trad
I voor de burgers naarvoren in al haar menselijkheid. Misschien stond
leen dan als staatshoofd nader dan wanneer zij de onaantastbare, mo-
ch|e was. Juist omdat ze dan een gewone vrouw was, geroepen om een
'-"zwaar ambt te vervullen en dat deed naar beste vermogen.
31 is mogelijk de grootste lof die men haar op deze verjaardag kan toe-
J^ien. En dan dient men zichzelf in alle eerlijkheid af te vragen of men
"ter
een jongere vrouw, gevormd in de tradities van deze tijd, niet veel
echte uitings- en bewegingsvrijheid zal moeten geven. Juist om
'e kunnen zijn in een periode die haar niet meer kan aanvaarden
"6en soort mythe, maar wel als de eerste onder haars gelijken.
BREDA Is dat nou een konin
gin? Het is net een gewone vrouw
Uitspraak van een Amerikaanse tie
ner naar aanleiding van een -foto van
koningin Juliana. Meteen een per
soonsbeschrijving. Dat wist die tiener
natuurlijk niet, maar het kon niet
raker. Koningin Juliana van wie
je de laatste tijd herhaaldelijk hoort
zeggen: wat ziet ze er oud uit, wordt
ze echt pas zestig? zit niet ochter
glas op een troon met een bevroren
glimlach en geschilderde blosjes.
Haar officiële leven (met hoed, on
waarschijnlijk aandachtig in schroef-
jesfabrieken en tuinbouwscholen)
vertoont regelmatig barsten en schil
fers, en daarachter blijkt dan steeds
een gewoon mens te zitten.
Zij is niet alleen een gekleurde
staatsiefoto, iets dat bij Nederland
hoort zoals de windmolens, de Phi-
ïipsfabrieken, de Amsterdamse grach
ten en de kaasdragers in Alkmaar,
een trekpleister voor toeristen die hel
land waar ze een queen en een gou
den koets hebben, wel eens willen
zien. Nee, ze is, voor de meeste Ne
derlanders, levend. Ook voor de te
genstanders van de monarchie, zoals
de Nieuw Linksers. Die willen de mo
narchie aan de kant hebben, maar
pas na Juliana. Waarom vechten ze
niet meteen voor een republiek? Dat
zouden ze ongetwijfeld doen als Ju
liana alleen een voos symbool was.
Maar, vreemd genoeg, in een tijd
waarin de ware betekenis van de
monarchie is uitgehold en afgesle
ten, weet zij er toch een eigen waar
de aan te geven.
Nieuw Links (en vele anderen, on
getwijfeld) hebben er geen bezwaai
tegen van Beatrix straks een gewone
vrouw te maken. Maar Juliana is
aanvaard als koningin, voornamelijk
omdat ze is aanvaard als mens. Gal
mende termen als „onze geliefde vor
stin", „de banden tussen vorst en
volk", zijn overleefd.
De troonsopvolging van koningin Juliana in 1948.
Wie kan oprecht zeggen dat Oranje
een belangrijke plaats in zijn leven
inneemt? Die snob-stories proberen
de damesbladen wel ijverig in le
ven te houden, maar hun reeële be
tekenis is klein. Een koningin kan
nog zoveel flessen champagne stuk
gooien tegen nieuwe boten, nog zo
veel rijtoeren maken in gouden koet
sen met fraaie jurken aan en veren-
hoeden op, het maakt geen indruk
meer. Veel imponerender bleek het
behuilde gezicht in de tijd van Irene's
eigenzinnige escapades. En toen Ma-
rijke's handicap duidelijk was en Ju
liana, om te redden wat er te red
den viel, tot uitersten bereid bleek,
was er ondanks alle afkeur links
en rechts toch plotseling een voe
dingsbodem voor begrip. Iemand die
vertwijfeld naar een houvast grijpt,
die kun je begrijpen. En dat is de
enige basis waarop je in deze tijd een
vorst nog tolereert. Afgodsbeelden,
verheven symbolen, starre despoten
op een troon, ze hebben hun tijd ge
had. Wie nu niet persoonlijk wordt
aanvaard, hoeft zich geen illusies te
maken die sneuvelt.
Dat Juliana een wankele troon toch
nog betrekkelijk veilig heeft weten
te stellen, komt ongetwijfeld omdat
ze de dochter is van Wilhelmina.
Koningin Wilhelmina .groeide op in
een tijd dat een vorst nog geen nor
maal mens mocht zijn.
Ze heeft het uitgebreid neergeschre
ven in „eenzaam maar niet alleen".
Ook haar duidelijke afkeer daarvan
verzwijgt ze niet. Als kind kwam ze
er al tegen in opstand, toen al een
brok bazalt, halstarrig, onverzettelijk.
Ze groeide niettemin op in een kooi,
dat zijn haar eigen woorden. Schaat
sen mocht ze niet leren, dat paste
niet, haar vader, al doodziek zou
zeker van opwinding gestorven zijn
als 'hij geweten had dat ze op de
gracht van Huis ten Bosch met
goedvinden van haar moeder stie-
kum toch op schaatsen leerde.
Haar hele jeugd was doortrokken
van dingen die niet mochten en niet
pasten. Ze woonde in ongezellige pa
leizen, had geen vriendjes en geen
normale omgang met kinderen, naar
school gaan was er uiteraard niet bij.
Het corset zat juist haar zo strak,
omdat ze zo'n sterke persoonlijkheid
was. Maar ze was niet te temmen, ook
niet in een kooi. Ze zocht en vond
een weg om de kooi te verbreken.
Ondanks de weerstand van haar om
geving.
Letterlijk schrijft zij: „Degenen die
de kooisfeer wensten te handhaven,
gaven ons alleen de berichten door,
waarvan zij meenden dat wij ze ken
nen moesten. De andere, hoe belang
rijk ook, werden ons onthouden. Ach
ter dit alles zat de wens ons te iso
leren van wat er werkelijk in het
volk omging, een geest van afweren
en gedurig afstand scheppen. Dit was
voor mij onaanvaardbaar. Intussen
begon ik mij steeds meer de eenzaam
heid van de kooi bewust te worden
en ontstond een hunkering naar de
mensen. Ik verlangde ernaar ze te
ontmoeten zoals zij werkelijk zijn, en
niet opgeschikt voor een bezoek ten
paleize".
Wilhelmina wist de tralies te ver
breken en Juliana heeft daarvan ge
profiteerd. Ze ging tot haar tiende
gewoon naar een klasje, ze mocht
schaatsen, ze had huisdieren, ze speel
de viool, was bij de padvindsters en
ging kamperen. Ze kreeg de kans
om normaal op te groeien.
De monarchie, die niet langer han
teerbaar is als de vorst op zijn feodale
rechten staat, is teruggebracht-tot een
eigen, kleine plaats in deze tijd. En
Juliana kon dat aan. Ze had geen
behoefte om buiten haar bevoegdhe
den te treden omdat ze binnen en
niet naast de eigen tijd opgroeide.
Ze heeft zich daarom nooit ver
scholen achter de officiële figuur van
een koningin. Ze leerde van haar
moeder haar eigen speeches te ma
ken („voor machinaal bij de el ver
vaardigde toespraken, met steeds de
zelfde inhoud, voelde ik niets", zei
Wilhelmina).
Ze toonde zich zoals ze was. Als je
foto's van haar bekijkt, kun je daar
op altijd iets echts ontdekken. Dat
geldt natuurlijk voor de foto's uit
een grote hoed, een verlegen rond
gezichtje en een tackeltje) maar dat
bleef ook later zo. In het boek van
Wilhelmina staat een plaat van moe
der en dochter, beiden in het wit, bei
den met parels. Je ziet gewoon dat er
een innige band tussen die twee was.
Ook op latere foto's, met Bernhard
en het oude Fordje, met haar groepje
kleine kinderen, met Marijke achter
op haar fiets, is er nooit sprake van
een masker. Foto's van Juliana
een aantal staatsieportretten uitge
zonderd zijn altijd foto's geweest
van een vrouw die je moeder, je
tante, je buurvrouw, zou kunnen zijn.
Dat heeft de sprookjessfeer rond
een koninklijk gezin kunnen afbre
ken, en in plaats daarvan een nor
male verstandhouding tussen koningin
en Nederland geschapen.
We kennen haar zoals ze is: Af en
toe bepaald slecht gehumeurd (voor
al tegenover persfotografen), ander
zijds oprecht geïnteresseerd, heel
nauw betrokken bij de gebeurtenissen
in dit land. Maar ook intens duidelijk
bezorgd voor haar eigen gezin en
haar eigen kinderen.
Een doodgewone vrouw.
Voor een koningin is dat eenvou
digweg een verdienste.
BENITA ISPHORDING