Westeuropese monarchieën: gezegende stukjes van de wereld STERK PLEIDOOI VAN Dft. WILLEM DREES Illusies Verdienste OTTERDAM timmerlieden gmakers iksjouwers Wim van Uzendoorn >ielverkoop Uzendoorn Zestig jaar 34 IF I £rabbedijksestraat t) tel. 0-10—271992. DE STEM VAN ZATERDAG 26 APRIL 1969 Automobiel verkoop (Van een onzer redacteuren) TILBURG Het is beslist niet zo dat de democratie de beste kansen krijgt daar waar de monarchie verdwijnt. Er zijn natuurlijk zeer democratische republieken. Maar het is een niet te loochenen feit dat er in West-Europa een aantal landen is met een constitutionele mo narchie en dat die in menig op zicht een gezegend stukje van de wereld vormen. Waar rechts zekerheid, eerbiediging van de menselijke persoonlijkheid, vrije keuze van de volksvertegen woordiging samengaan met een voortschrijdende maatschappe lijke ontwikkeling. Natuurlijk gaat het in die landen ook niet helemaal van een leien dak. Er doen zich moeilijkheden voor. Maar in vergelijking met an dere landen staan die monar chieën er niet slecht voor. Dat beoogt dr. W. Drees sr. in een korte interessante beschouwing over „monarchie, democratie, republiek", de zojuist opnieuw in druk versche nen tekst van een lezing die hij hield op het historische congres dat in 1966 in Nijmegen is gehouden. De heruitgave, met eraan toege voegd een interview met de oud- minister-president van Martin van Amerongen, heeft het licht gezien ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van koningin Juliana. Het is een nuchtere, directe en doodeerlijke beschouwing. Wie had van een man als Drees iets anders verwacht! Hij draait, ook in het in terview, niet heen om het feit dat hij men zou bijna zeggen van huis-uit veel meer voelt voor de republikeinse dan voor de monar chale democratie. Maar theorie en praktijk zijn vaak zaken die niet te verenigen zijn. Hij vergelijkt ergens Engeland met Frankrijk. Dat Britse staatsbestel heeft heel wat archaische trekken die wij normaal niet aanduiden met „democratie". En dan zegt hij langs zijn neus weg: „Maar desondanks is Engeland toch eigenlijk wel de mocratischer dan de tegenwoordige Franse republiek". En hij wijt dat voor een belangrijk deel aan het feit dat er in Engeland van een doorlopende ontwikkeling sprake is, van een traditie die vooral met de vrijheidsgedachte verbonden is. Over de Nederlandse monarchie zegt hij enkele ontmythologiserende dingen. Hij wijst erop dat de verhouding tussen Oranje en het Nederlandse volk echt niet altijd ideaal is ge weest, al proberen sommige „ge schiedschrijvers" dat beeld te idea liseren. De conflicten met de konin gin zijn niet -van de lucht geweest. Maar toch is ér die sterke ver bondenheid met dat vorstenhuis, dat voorging in de strijd tegen Spanje en dat in de persoon van Wilhelmina in de strijd tegen Duitsland „van zo grote morele be tekenis is geweest". Niet voor alle bevolkingsgroepen heeft dat dezelfde betekenis. Katho lieken zouden dat anders kunnen zien dan protestanten. Maar men zou, bijvoorbeeld, kunnen waarde ren dat Willem van Oranje katholie ken én protestanten beide vóór was in zijn opvattingen van verdraag zaamheid en van gelijkheid voor de beide godsdiensten". Onder Wilhelmina groeide een be perkte monarchie uit tot een parle mentaire democratie, zegt Drees. Het ligt niet meer aan de vorst als er bij kabinetsformaties en derge- '.ijke iets is, dat minder ideaal ver loopt. Dat ligt aan de partijver houdingen en is een gevolg van de oeslissing van de kiezers. Rustig betogend, puttend uit zijn eigen rijke praktische ervaring, vertelt dr. Drees hoe hij in eigen land de positie van de vorstin heeft gevoeld. Zij heeft wel degelijk „iets" te zeggen. Koningin Juliana zei hem eens: „Ja natuurlijk, u is politiek verantwoordelijk, maar dat neemt niet weg dat ik voor datgene waaraan ik meewerk, waaraan ik mijn handtekening geef, toch mo rele verantwoordelijkheid gevoel." De ministers zijn in Nederland verantwoordelijk tegenover het par lement. De vorstin is niet partij-ge bonden. Dat maakt haar initiatief in moeilijke momenten des te waar devoller. Zo riep koningin Juliana eens drie politici bij zich toen het ernaar uitzag dat er geen nieuwe re gering gevormd kon worden. Er kwam een oplossing uit de bus. Voorts wijst hij op het feit dat koningin Wilhelmina in Londen, toen er geen parlement was voor de ministers om zich te verantwoor den, zich sterk kon doen gelden. Ze deed toen iets groots en kreeg sen persoonlijke betekenis die ver uit ging van wat men van een con stitutionele vorst kan verwachten. Dr. Drees voelt er niet voor de vorstin (of vorst) bij bepaalde ge legenheden de mogelijkheden te ge ven zich uit te spreken in het open baar. „Naar mijn mening zou dat een zeer gevaarlijke zaak zijn, als zij zich zou uiten over nationale vraagstukken zonder dat dat in overeenstemming is met de minis ters". Die zijn namelijk naar buiten ver antwoordelijk. Wel vindt hij het juist dat de vor- tin haar redevoeringen zelf formu- Leert. Dan voelt men dat er een per soonlijkheid aan het woord is en „dat er woorden gezegd worden die geen minister en geen ambtenaar zó aan de koningin heeft voorgelegd". Hij geeft enkele voorbeelden die erop duiden dat soms politici zo klein zijn dat zij een echte persoon lijke uitting van de vorst ogenblik kelijk in hun benauwde politieke gareel trekken. Dat gebeurde, bijvoorbeeld, toen koningin Juliana bij een staatsbe- soek van de Franse president Coty in haar tafelrede spontaan zei: „Uit Frankrijk is de schone leuze afkom stig van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap". Een van de leden van een protestants christelijke par tij uit de Eerste Kamer vloog erop af. Tegen die uiting van de Franse Revolutie koren zich de partijen op christelijke grondslag nog altijd nu neemt de koningin die leuze in de mond „Ik neem aan, aldus zegt Drees, dat de koningin helemaal niet de bedoeling heetf gehad alles was de Franse'Revolutie bracht te verheer lijken, maar dat ze die woorden ge woon moo:i vond. Maar hoe het ook zjj, de minister werd ter verant woording geroepen, niet de koningin. Uitvoerig staat hij stil, ook in het vraaggesprek, bij het republikeinse verleden van de socialistische bewe ging in ons land. Hij wijst erop dat de SDAP niet de republiek in haar programma had. Wel was de inter- lationale socialistische traditie repu blikeins. Misschien komt uit zijn be toog wat te weinig tot uitdrukking dat de praktische anti-monarchale houding van de oude socialisten voor een niet gering deel gelegen was in het feit dat zij op alle mogelijke ma- ïieren zijn vervolgd door mensen die zich beriepen op hun koningsgezind heid. Die socialistische beweging in ons land heeft echter een ontwikkeling loorgemaakt. Ook in het licht van de gematigder opstelling van haar te genstanders en in het kader van in- :ernationale politieke gebeurtenissen, zoals de opkbmst van het fascisme en nationaal-socialisme. Hij wijst erop dat er drie vorstin nen achter elkaar in ons land zijn geweest Emma, Wilhelmina en Juliana die de sympathie hadden van ons volk. Hij zegt dan er vast van overtuigd te zijn dat Beatrix een waardig opvolgster in die rij zal zijn, ondanks haar omstreden huwe lijk. Veelbetekenend nuchter, modern, is mogelijk een nog treffender om schrijving in Drees' opvatting over het koningschap in deze tijd. Hij aanvaardt niet dat het koningschap principieel van hogere orde is dan, bijvoorbeeld, de volksvertegenwoor diging. Ook wijst hij af, sommige partijen aanvaarden dat nog min of meer, dat het huis van Oranje door God is gesteld als top van onze staatsregeling. Hij ziet dat niet. Waarom zou een president minder Gods wille zijn? „Van dergelijke mystieke gevoe lens moeten wij af. Dit lijkt mij in de werkelijkheid van onze staats regeling niet te passen. Ik geloof ook niet dat het voor de verster- lüng van de positie van het vorsten huis, in het geheel van onze staats instellingen, ook maar enigszins noodzakelijk is". Hij concludeert dat het in de hui dige Nederlandse verhoudingen dwaas is om de constitutionele mo narchie te willen vervangen door een republikeinse staatsvorm. Er is gewoon geen meerderheid voor. Bo vendien garandeert die republiek niets dat we nu niet hebben. „Indien de Koningin zou voelen dat de meerderheid het (koning schap) niet zou willen, dan zou zij, daarvan ben ik overtuigd, allerminst aan deze positie gehecht zijn". Fel keert hij zich tegen acties van minderheidsgroepen om „met welke middelen dan ook" een republiek te forceren. Dat is „daar gelaten wat democratischer is van beide staatsinstellingen, een gevaar voor onze democratie, omdat het emotionele tegenstellingen oproept om iets dat op het ogenblik toch niet gerealiseerd zal worden, onze democratie schaadt, omdat zij de gedachten, de geesten, de gevoelens in beslag gaat nemen op een wijze die de ogen doet sluiten voor de werkelijke problemen waarvoor wij staan en voor de beslissingen die gevraagd worden en waarom het de democratie op dit ogenblik ln haar feitelijke werking gaat." JACQUES LEVIJ Dr. W. Drees sr.: Monarchie, demo cratie, republiek". (Uitg. In den To ren. F. 3,90). Wolfskuilseweg 98 NIJMEGEN Telefoon 08800-71365 s met garantie en service, gesorteerd in de auto die 968 als nieuw. Simca 1500 ma staat. Simca 100Q 1964 agen 1600 Karmann Ghia swagen 1600 T.L. 1966 als 300 1967 als nieuw. Volks- na staat. Volkswagen 1200 lkswagen 1200 1963 prima 00 1961 prima staat. Volks- 967 als nieuw. Volkswagen ■na staat. Ford Taunus 17M 0 km als nieuw. Ford Tau- rw. Ford Cortina 1200 1967 d Cortina 1500 1965 prima 1200 1965 wit als nieuw, ma staat. Ford Cortina 1200 rd Corsair 1964 vier-deurs. oupé 1967 als mieuw. Ford 1 nieuw. Ford Taunus 12M na staat. Ford Taunus 12M a staat. Ford Taunus 12M •d Anglia 1963 prima staat, aravan. Opel Rekord 1700 i als nieuw. Opel Rekord w. Opel Rekord 1965 met prima staat. Opel Rekord )pel Kadett caravan 1964 0 Coupé 1967 prima. Fiat Fiat 600D 1966 plm 30.000 00D 1965 prima staat. Fiat t. Fiat 124 1967 plm. 30.000 !4 1966 als nieuw. Fiat 2300 ,t 1500 Confort 1965 met 1965 prima staat. Fiat 1800 nault R10 1968 als nieuw, nieuw. Renault 4L export ls nieuw. Renault 4L export tuit R16 G.L.S. 1966 prima pe 1967 met radio enz. als 964 prima staat. Audi type 2600 Sprint-13 type 1965 Chevrolet Corvadr 1964 sta- Luxe 1966 als nieuw. Mer- pe 1963 prima staaf. Glas t. Daffodil 1967 als nieuw, uw. Triumph Herald 13/60 xhall Viva 1965 met ruil- (auxhal Victor 1965 prima 1964 prima staat. B.M.W. B.M.W. 700LS 1965 prima 1964 prima staat. B.M.W. taat. ■iumph 13/60 1968. Herald d 13M Coupé 1967. Volks- a 1966 type 1600. Alfa Ro- e 1965. Ford Taunus 20M 1967. Mercedes 190D diesel ens: Ford Taunus Transit tunus Transit FT9 00 1967. 1965. Volkswagen bestel 967. Renault Coulette 1962. d diesel 1961, laadvermo- ekord caravan 1967. Opel Volkswagen 1600 variant 0 variant 1963. Ford Taunus d Taunus 12M combie 1965. )65. Chevrolet Corvair 1964 koop: Opeis, Volkswagend' •K.W. Fll 1965 1250. Ford 14. Opel Rekord 1961 viei" f 1250. Daffodil 1964 met Aniglia 1961 f 450. Peugeot en motoren: scooter Lain- 750. Kreidler Florett i960 ts Kapitein f 275. Batavus 50. uto's zijn iedere dag te be nt 20.00 uur, zaterdag en n worden desgewenst kant us met overschrijving ken- financiering met en zon- tie en service. Inruil brom- :nz. mogelijk. Komt u met dt afgehaald. Wij zijn te ing BREDA in Nijmegen en links, dain plm. louu ok Uw auto bij lijmegen Tel. 08800-71365 DOODGEWONE VROUW Ter gelegenheid van het huwelijk van kroonprinses Beatrix is een nogal rumoerige en vooral verhitte discussie ontstaan allerlei excessen die met democratie niets te maken hebben Duiten beschouwing ge ilen - over onze constitutionele parlementaire democratie. Er bleek, vrij teling, een republikeinse stroming in ons land te bestaan. Het gekrakeel is verstomd. De grote meerderheid van ons volk heeft er Wh buiten gehouden. Het heeft zich om de televisietoestellen geschaard de glans en glorie van de huwelijksinzegening, rustig, vaak met gevoe- hns van vertedering, aanschouwd. Duidelijker dan meestal gedaan wordt, heeft dr. Drees in zijn beschou wing over onze staatsvorm het hardnekkige sprookje om hals gebracht dat ten republiek per definitie een betere staatsvorm is dan een monarchie, fcn zou kunnen stellen dat het in een niet gering aantal Europese repu blieken met de democratie bepaald niet beter is gesteld dan in de monar- ieën. Integendeel. Om over de buiten-Europese republieken veelal maar 3 te spreken. Toch is er reden om zich ?f te vragen, of niet moet worden gepoogd de Neme monarchie, zoals wij die in ons land kennen, meer openheid te Seven. De staatsrecht-publicisten in ons land zijn eigenlijk nooit goed ge ragd in hun pogingen de onschendbaarheid van de vorst te verklaren, -ruycken niet, Kamphuisen niet. Kranenburg niet. Om er maar enkele te 'nemen. Seen wonder, die onschendbaarheid is, zo merkt professor dr. P. H. ''helman op, een fictie. Staatsrechtelijk zal zij gehandhaafd moeten wor- 6n Maar misschien kan onze democratie in de toekomst zo volwassen '■°rden dat zij de mogelijkheid opent voor de dragers van het hoogste ge- !iü duidelijker als persoonliikheden naar voren te treden. Waarschijnlijk zal dat aan veel mythes een einde maken. Het zij zo. Een "ingschap in deze tijd dat het van een verdoezeling van de realiteit moet '-bben, zal zich niet lang meer kunnen handhaven Wel een koningschap 331 gestalte krijgt. Een vorst die voor de burgers meer is dan een figuur "Ws wezenlijke betekenis voor het staatsbestel zij nauwelijks of niet ver ben te zien, krijgt perspectief. Het is niet goed dat men op vragen wat 8 vorst nu eigenlijk doet, niets dan vage versluierde antwoorden geeft. 's gevaarlijk over hem alleen maar te spreken in termen van symbool s' "hysterie. Koningin Juliana heeft binnen het kader waarin zij zich als vorstin kon ^wegen gepoogd zich als een persoonlijkheid op te stellen. Zij is opge- ®e'd in een traditie die haar nog in staat stelde met vele beperkingen !kening te houden. Niet altijd lukte dat. Juist als zij daarin faalde, trad I voor de burgers naarvoren in al haar menselijkheid. Misschien stond leen dan als staatshoofd nader dan wanneer zij de onaantastbare, mo- ch|e was. Juist omdat ze dan een gewone vrouw was, geroepen om een '-"zwaar ambt te vervullen en dat deed naar beste vermogen. 31 is mogelijk de grootste lof die men haar op deze verjaardag kan toe- J^ien. En dan dient men zichzelf in alle eerlijkheid af te vragen of men "ter een jongere vrouw, gevormd in de tradities van deze tijd, niet veel echte uitings- en bewegingsvrijheid zal moeten geven. Juist om 'e kunnen zijn in een periode die haar niet meer kan aanvaarden "6en soort mythe, maar wel als de eerste onder haars gelijken. BREDA Is dat nou een konin gin? Het is net een gewone vrouw Uitspraak van een Amerikaanse tie ner naar aanleiding van een -foto van koningin Juliana. Meteen een per soonsbeschrijving. Dat wist die tiener natuurlijk niet, maar het kon niet raker. Koningin Juliana van wie je de laatste tijd herhaaldelijk hoort zeggen: wat ziet ze er oud uit, wordt ze echt pas zestig? zit niet ochter glas op een troon met een bevroren glimlach en geschilderde blosjes. Haar officiële leven (met hoed, on waarschijnlijk aandachtig in schroef- jesfabrieken en tuinbouwscholen) vertoont regelmatig barsten en schil fers, en daarachter blijkt dan steeds een gewoon mens te zitten. Zij is niet alleen een gekleurde staatsiefoto, iets dat bij Nederland hoort zoals de windmolens, de Phi- ïipsfabrieken, de Amsterdamse grach ten en de kaasdragers in Alkmaar, een trekpleister voor toeristen die hel land waar ze een queen en een gou den koets hebben, wel eens willen zien. Nee, ze is, voor de meeste Ne derlanders, levend. Ook voor de te genstanders van de monarchie, zoals de Nieuw Linksers. Die willen de mo narchie aan de kant hebben, maar pas na Juliana. Waarom vechten ze niet meteen voor een republiek? Dat zouden ze ongetwijfeld doen als Ju liana alleen een voos symbool was. Maar, vreemd genoeg, in een tijd waarin de ware betekenis van de monarchie is uitgehold en afgesle ten, weet zij er toch een eigen waar de aan te geven. Nieuw Links (en vele anderen, on getwijfeld) hebben er geen bezwaai tegen van Beatrix straks een gewone vrouw te maken. Maar Juliana is aanvaard als koningin, voornamelijk omdat ze is aanvaard als mens. Gal mende termen als „onze geliefde vor stin", „de banden tussen vorst en volk", zijn overleefd. De troonsopvolging van koningin Juliana in 1948. Wie kan oprecht zeggen dat Oranje een belangrijke plaats in zijn leven inneemt? Die snob-stories proberen de damesbladen wel ijverig in le ven te houden, maar hun reeële be tekenis is klein. Een koningin kan nog zoveel flessen champagne stuk gooien tegen nieuwe boten, nog zo veel rijtoeren maken in gouden koet sen met fraaie jurken aan en veren- hoeden op, het maakt geen indruk meer. Veel imponerender bleek het behuilde gezicht in de tijd van Irene's eigenzinnige escapades. En toen Ma- rijke's handicap duidelijk was en Ju liana, om te redden wat er te red den viel, tot uitersten bereid bleek, was er ondanks alle afkeur links en rechts toch plotseling een voe dingsbodem voor begrip. Iemand die vertwijfeld naar een houvast grijpt, die kun je begrijpen. En dat is de enige basis waarop je in deze tijd een vorst nog tolereert. Afgodsbeelden, verheven symbolen, starre despoten op een troon, ze hebben hun tijd ge had. Wie nu niet persoonlijk wordt aanvaard, hoeft zich geen illusies te maken die sneuvelt. Dat Juliana een wankele troon toch nog betrekkelijk veilig heeft weten te stellen, komt ongetwijfeld omdat ze de dochter is van Wilhelmina. Koningin Wilhelmina .groeide op in een tijd dat een vorst nog geen nor maal mens mocht zijn. Ze heeft het uitgebreid neergeschre ven in „eenzaam maar niet alleen". Ook haar duidelijke afkeer daarvan verzwijgt ze niet. Als kind kwam ze er al tegen in opstand, toen al een brok bazalt, halstarrig, onverzettelijk. Ze groeide niettemin op in een kooi, dat zijn haar eigen woorden. Schaat sen mocht ze niet leren, dat paste niet, haar vader, al doodziek zou zeker van opwinding gestorven zijn als 'hij geweten had dat ze op de gracht van Huis ten Bosch met goedvinden van haar moeder stie- kum toch op schaatsen leerde. Haar hele jeugd was doortrokken van dingen die niet mochten en niet pasten. Ze woonde in ongezellige pa leizen, had geen vriendjes en geen normale omgang met kinderen, naar school gaan was er uiteraard niet bij. Het corset zat juist haar zo strak, omdat ze zo'n sterke persoonlijkheid was. Maar ze was niet te temmen, ook niet in een kooi. Ze zocht en vond een weg om de kooi te verbreken. Ondanks de weerstand van haar om geving. Letterlijk schrijft zij: „Degenen die de kooisfeer wensten te handhaven, gaven ons alleen de berichten door, waarvan zij meenden dat wij ze ken nen moesten. De andere, hoe belang rijk ook, werden ons onthouden. Ach ter dit alles zat de wens ons te iso leren van wat er werkelijk in het volk omging, een geest van afweren en gedurig afstand scheppen. Dit was voor mij onaanvaardbaar. Intussen begon ik mij steeds meer de eenzaam heid van de kooi bewust te worden en ontstond een hunkering naar de mensen. Ik verlangde ernaar ze te ontmoeten zoals zij werkelijk zijn, en niet opgeschikt voor een bezoek ten paleize". Wilhelmina wist de tralies te ver breken en Juliana heeft daarvan ge profiteerd. Ze ging tot haar tiende gewoon naar een klasje, ze mocht schaatsen, ze had huisdieren, ze speel de viool, was bij de padvindsters en ging kamperen. Ze kreeg de kans om normaal op te groeien. De monarchie, die niet langer han teerbaar is als de vorst op zijn feodale rechten staat, is teruggebracht-tot een eigen, kleine plaats in deze tijd. En Juliana kon dat aan. Ze had geen behoefte om buiten haar bevoegdhe den te treden omdat ze binnen en niet naast de eigen tijd opgroeide. Ze heeft zich daarom nooit ver scholen achter de officiële figuur van een koningin. Ze leerde van haar moeder haar eigen speeches te ma ken („voor machinaal bij de el ver vaardigde toespraken, met steeds de zelfde inhoud, voelde ik niets", zei Wilhelmina). Ze toonde zich zoals ze was. Als je foto's van haar bekijkt, kun je daar op altijd iets echts ontdekken. Dat geldt natuurlijk voor de foto's uit een grote hoed, een verlegen rond gezichtje en een tackeltje) maar dat bleef ook later zo. In het boek van Wilhelmina staat een plaat van moe der en dochter, beiden in het wit, bei den met parels. Je ziet gewoon dat er een innige band tussen die twee was. Ook op latere foto's, met Bernhard en het oude Fordje, met haar groepje kleine kinderen, met Marijke achter op haar fiets, is er nooit sprake van een masker. Foto's van Juliana een aantal staatsieportretten uitge zonderd zijn altijd foto's geweest van een vrouw die je moeder, je tante, je buurvrouw, zou kunnen zijn. Dat heeft de sprookjessfeer rond een koninklijk gezin kunnen afbre ken, en in plaats daarvan een nor male verstandhouding tussen koningin en Nederland geschapen. We kennen haar zoals ze is: Af en toe bepaald slecht gehumeurd (voor al tegenover persfotografen), ander zijds oprecht geïnteresseerd, heel nauw betrokken bij de gebeurtenissen in dit land. Maar ook intens duidelijk bezorgd voor haar eigen gezin en haar eigen kinderen. Een doodgewone vrouw. Voor een koningin is dat eenvou digweg een verdienste. BENITA ISPHORDING

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 31