CREATIEVE RECREATIE
ook
voor
de
vrouw
Klein
apart
heid
doet
1
Mag
tandarts
baardige
patiënt
weigeren
Eekhoorn geruisloos verdwenen
VERLICI
RECHTER ZAL HET ANTWOORD MOETEN GEVEN
Harige kinnen
OPGEDEELD
VERRIJKING
VERBORGEN
CURSUSSEN
Wie wil weten of in de om
geving mogelijkheid bestaat
zich creatief te leren uiten kan
informeren bij de leiding van
een kunstacademie of een huis
houdschool, maar ook bij COSA
(Centraal Orgaan Scheppend
Ambacht,Oude Delft 145, Delft,
tel. 01730-23545) waar men
zich graag zal inspannen u aan
een adres te helpen.
Enkele van de aan te beve
len boekjes:
Uit de serie Goed Handwerk:
kruissteek, vrij borduren, ste-
kendictionaire. Het abc van het
weven (alle door Nel Kol). Vrij
borduren met kinderen (Edna
Martin). Voorts: pottenbakken
(K. Drake), schilderen (J. Ray-
nes), maak mozaïek (J. Berry).
Cantecleer hobbyboekjes:
emailleren en beschilderen van
metaal (Jutla Lamer), poppen -
dieren - harlekijnen (Ilse Stroebl)
versieren met origamie (I. Knies-
Ier), werken met metaalfolie
(M. Burggraf), kralen (Greta La-
croix), naald - draad en lapjes
(Lies Guntenaar).
DE STEM
Weven met eenvoudig tafeltoestel: by voorkeur geschikt voor beperkte ruimte.
(Van een onzer verslaggevers)
ALKMAAR „Allemaal flau
wekul, mijnheer. Het is in 1965
begonnen. Vorig jaar hebben
alle kranten er weer over ge
schreven en nu willen ze zeker
een derde poging wagen. Wij
kunnen de patiënten weigeren
die wij willen", zegt de Alkmaar-
se tandarts J. P. Kokkes, over wie
in diverse dagbladen al meerdere
malen is geschreven, omdat hjj
zjjn handen niet wil „vuil maken"
aan patiënten met een baard.
Mr. G. J. Kramer van de Neder
landse maatschappij tot bevordering
van de tandheelkunde in Den Haag
adviseert zo blijkt uit een bericht in
een weekblad de „slachtoffers" van
de heer Kokkes een klacht in te
dienen bij deze beroepsorganisatie
van de tandartsen, zodat via een pro
ces kan blijken of een tandarts ge
rechtigd is om deze reden een patiënt,
die hem door het ziekenfonds is toe
geschoven, te weigeren.
Commentaar hierop van de heer
Kokkes: „Wie een aanklacht wil in
dienen, moet dat zelf maar weten.
Ik bemoei me er niet mee
Tandarts Kokkes, die vorig jaar al
zijn particuliere patiënten heeft af
gestoten en zich geheel voor de zie
kenfondspatiënten beschikbaar heeft
gesteld, weigert al enkele jaren men
sen met een baard te behandelen.
In het kleine spreekkamertje van
zijn huis aan de Maclaine Pontstraat
hangt keurig ingelijst een bord
je, waarop voor iedereen te lezen
staat: „Tandarts J. Kokkes te Alk
maar helpt geen baardige patiënten.
Wie met een baard naar binnengaat,
komt met kiespijn weer op straat.
Ook patiënten, die plotseling bij
voorbeeld tijdens het weekeinde
wegens hevige kiespijn een beroep
op hem doen, worden pertinent ge
weigerd, wanneer zij een baard dra
gen. „Ik weiger ook buitenlanders,
en mensen die, met vuile, ongepoetste
tanden bij me komen", vult tandarts
Kokkes aan. Hij wil daarmee aanto
nen, dat het hem heus niet alleen
om mensen met harige kinnen gaat.
„Wij kunnen weigeren wie we willen,
behalve, wanneer iemand in levens
gevaar verkeert. Voor artsen geldt
deze zelfde regel", aldus de omstre
den, maar aan zijn principe vasthou
dende Alkmaarder.
Aan een verslaggever onthulde hij
het een irriterend gevoel te vinden
iemand met een baard bij de kin te
vatten. „Bovendien is de tandtrek-
ker bang, dat zijn snelle boor, wan
neer deze zou blijven haken aan een
kinhaartje, het aangezicht van de pa
tiënt als een breiwerkje uiteen zou
kunnen rafelen", schrijft het week
blad Vrij Nederland in aansluiting
hierop.
Tandarts Kokkes trekt zich wei
nig van het advies van mr. G. J.
Kramer van de Nederlandse maat
schappij tot bevordering van de
tandheelkunde in Den Haai
Naar zijn zeggen heeft hij
weigeren wie hii wil. Mr. 1
daarentegen hoopt via een
van zijn slachtoffers bij de i
schappij door middel van een pi#
te kunnen laten onderzoeken ol a
tandarts eigenlijk de hem door li
ziekenfonds toegeschoven
mag weigeren.
Het Algemeen Ziekenfonds I
maar-Den Helder en omstel
maakt er zelf geen probleem i
Men keek in 1965 wel even
op, toen bekend werd, dat i
Kokkes een behaarde patiënt wi
gerde, maar moeilijkheden zijn i
sindsdien nooit geweest. Volgens i
directeur laten patiënten, die
door de heer Kokkes laten behar
len, tegenwoordig eerst toil 1
afscheren, voordat zij bij hem o.
zoek gaan. Voor zover bekend h
niemand om deze reden bij itla-
kenfonds verzocht zich bij eeatwr;
tandarts te laten inschrüvs
Het zijn voornamelijk den®
mers in de stad, die bij del®1
hun neus „stoten", omdat zii «ij®
cipiële weigering van de het:»'
kes niet kennen.
„Wij sturen de nieuwe ingezeta
die zich bij ons hebben
een lijst met tandartsen. Velen h
ben een overbezette praktijk, i'
er is toch altijd een keuze uitta
of drie tandartsen mogelijk. V
daar staat niet op, dat de heer
kes patiënten met een baard wap-
Ons gaat dat niet aan.
Wy staan op het standpunt, 4
de verzekerde recht op een vrijilt
ze heeft, de tandarts dus ook, I
vendien kan de heer Kokkes er i
gen wel anders over denken."
dus de heer L. v. d. Wolf van het ik
kenfonds.
Twintig jaar geleden werd in mijn
omgeving een amateurschilder- en
tekenclubje opgericht. Eens in de
twee weken kwam een bekend kun
stenaar aanwijzingen geven en in
spiratie inblazen. Wie de leden wa
ren? Een notaris en een huisschil
der, een aannemer en een aanstaand
onderwijzer, enkele huisvrouwen, 'n
doktersassistente, een boekhandelaar
de een met meer, de ander met
minder talent. We tekenden en schil
derden portret en naakt, bloemen en
stillevens.
(Van een medewerker)
VOERENDAAL Is het
u ook opgevallen, dat je
de laatste tyd steeds min
der eekhoorntjes ziet? Zelf
ken ik enkele boscom
plexen waarin een tiental
jaren gelden zelfs een te
grote eekhoornstand huis
de. Een tweetal jaren ge
leden was daar van dat „te
grote" bitter weinig meer
overgebleven.
In die tijd begon het tot
de eigenlijke beangstigen
de zeldzaamheden te be
horen wanneer je zo'n rap
springertje zag. Wat
mocht hiervan wel de oor
zaak zijn? 3oms een of an.
iere besmettelijke, onbe
kende eekhoornziekte?
Van een toename van ha
vik en boommarter, dè vij
anden van de pluimstaart,
was geen sprake.
Uit diverse informaties
bleek, dat praktisch overal
in ons land deze bosdier-
tjes vrijwel waren ver
dwenen. In 1963 schreef ik
nog in een artikel over de
eekhoorn: „Een uitvoerige
introductie van dit alom
bekende bosdiertje behoef
ik echt niet te geven. Vrij
wel iedereen heeft eens in
de intelligent aandoende
levendige kraaloogjes van
dit knaagdiertje gekeken."
Destijds behoorden zij be
slist niet tot de bedreigde
diersoorten en niemand
kon toen vermoeden, dat
dit weldra het geval zou
zijn.
Iedereen vond het ver
dwijnen van deze rappe
rakkertjes spijtig en men
voelde het als een verar
ming van de streek. Deze
sympathie voor dit bos
diertje is niet zo vreemd.
Aangezien de eekhoorn een
uitgesproken dagdier is,
een grote uitzondering on.
der de zoogdieren, is de
kans groot hem in zijn
woongebied .waar te ne
men. Dit maakt de popu
lariteit van de eekhoorn
begrijpelijk. Voor iedere
rustige wandelaar is het
sen genot het doen en la
ten van dit elegante dier
tje zonder veel moeite te
kunnen observeren. Ak.
koord, het eekhoorntje
doet wel schade aan onze
kleine zangvogeltjes, maar
dat accepteert iedereen
van dit diertje. In de
naaldbossen valt deze scha
de overigens hard mee,
daar die meestal vogelarm
zijn.
Ook het Rijksinstituut voor
Veldbiologisch 0nlkrz{f
ten behoeve van het
uurbehoud (RIVON)k™
iet verdwijnen van
ekhoorn totaal vern
iet RIVON stelt os.
lerzoeken in op de
;ame diersoorten
vensgemeenschappe',
bescherming nodig M
Zoals het hoofd van
Zoölogie dr. A. van
gaarden mij medw-v,
heeft het RIVON «J
nooit met de eekhoor»®
gelaten, omdat der
voor ca. acht jaar1
gemeen was.
Daarna zijn de dier®
genlijk gerf
sterk in aantal teru»..
pen. Toen men zich
het RIVON
was het al te lMt
een diepgaand
aan te wijden.
Wel meent dr. Van
gaarden te mogen
$0
&V" of
men, dat het
thans is gepi
enkele gebieden tree
herstel op en -
eekhoorn weer n™
toe. Eaten we Hope»
dit herstel
worden, want niema
dit mooie diertje
missen.
^oals ons land progressie
en conservatieven kent
rekkelijken en preciezen,
kent Zuid-Afrika verkrampi
en verlichten. Verkrampten z
mensen, die voortdurend pra
over Afrikanerdom, lotsverb
denheid en HET VADERLAf
Zij houden vast aan „onvera
derlijke normen" en zij zi
nauwkeurig op de hoogte v
Gods bedoelingen ten aanzit
van blank en zwart. Alles w
bloot is, is hun een gruwel b
halve zwart naakt dan, wa
plaatjes en ansichten met blo
Bantoemeisjes worden overal
koop aangeboden. De verkram
ten staan voor honderd procei
achter de apartheidspoliti
Kritiek daarop beschouwen
als een ondermijning, zo
als verraad van Volk en
land.
De verlichten noemen zich
beraal in de goede
van het woord." Het is niet
tijd duidelijk wat daarmee
doeld wordt, maar in ieder
val kom je in die groep een
kritische instelling tegen
zijn niet alle verlichten
overtuigd, dat de Bijbel
de niet-blanke te
zoals hij behandeld wordt. D<
mensen staan wat meer oj
voor contacten met de
wereld. Vernieuwing is voor 1
niet altijd identiek met
De hoofdredacteur van het in
vloedrijke Afrikaanse blad Die Bu>
pr' de heer P. Cillié, wordt gert
«end tot de verlichten. Hy verte
ae me„Een jaar of tien gelede
erd een niet-blanke abonnee va
ons in correspondentie of ander:
ariftA°0lt„aangesproken met »S<
'o heer of „geachte mevrouw
eic. Dat was ondenkbaar toen. Ni
webLWe dat wel* Dat is een
weid1ge verandering. Daaruit kur
,at.er.ons heel duidelij
mentallteitsverandering gaand
stafff s°?rtSelÜks vertelde me ee:
kZ"nC raris van de Zuidafri
nse (staats)omroep.
gen" "§eweldige veranderin
der sSfn op mij als buitenstaan
meer Ind dlepe indruk- Vee
S^-^olgend,
vliegveld*'0" al Tbi-' aankomst op he
means1 Johannesburg eei
gana blanken en een in
iijke toHerttnietflbianken' Afzonder
In de park u°nderIijke balie*
niet-blank noif". voor blank ei
den ziin „no d d? prachtige stran
en nie -blank? elrd in blanke er
moet het'a"ke sectoren. Niet-blanl
te komen. pen om aan Ze1
den apartee? niet-blanken rij-
Een niet blank,? bussen en treinen]
tel voor hW "?ag "let in een ho
een restam???" logeren eten ir
halve dan Ta? V00r blanken. Be:
dan ook nnapa"ners' maar zij doer
Zuid-Afrika ni ?chaal zaken mef
ben hun eise? ,en zwart hebi
Zen en kerken. en' Zlekenhui|
w°rdt risnn? buidskleur-barrièrJ
De Bantoes van hand gehouden:
oes vallen er onder, de InJ
Het door ons geannexeerde, maar oorspronkelijk onnederlandse woord
hobby, betekent „liefhebberij". Sprekend over hobby's voor de vrouw
zouden wij juist erg graag het woord „liefhebberij" gebruiken. Over het
algemeen heeft de vrouw minder behoefte aan stoer en geleerd doen.
Zij kan soms gemakkelijker zeggen: „Ik heb lief", dan de man die zich
ingewikkeld of helemaal niet weet uit te drukken als het om gevoelens
gaat. Dat we gaan spreken over liefhebberijen (en dan speciaal creatieve)
voor vrouwen is eigenlijk heel ouderwets. Zowel man als vrouw heeft
immers voor ontplooiing behoefte aan recreatie. Niet alleen omdat onze
welvarende maatschappij zoveel vrije tijd geeft dat het moeite kost die
zinvol te vullen. Maar ook omdat iets ondernemen buiten het dagelijkse
werk (zelfs al vergt dat dagelijks werk de volle dag) voor elk mens nodig
is om uit de gevangenis van zijn zinnen te komen.
We dachten er een winter mee
zoet te zijn. We doen het nu nog
steeds, al wisselt het gezelschap.
Creatief ofwel scheppend bezigzijn
lijkt modern. Maar de overblijfselen
van volkskunst uit alle culturen en
alle perioden laten zien dat scheppend
werk een liefhebberij van alle men
sen, zowel mannen als vrouwen, is
geweest totdart in de vorige eeuw de
mechanisatie het handwerk opzij -
schoof en het gebied van de fanta
sie alleen nog maar gunde aan be
roepskunstenaars. De beeldhouwer
Mari Andriessen zegt: „De kunst
bloeit niet als er genieën aan het
woord zijn, maar als de volkskunst
leeft".
Nog juist op tijd om de mens
heid te behoeden voor een vervlak
king en een misverstaan van elkaar,
is herontdekt dat het creatief-bezig-
zijn of „spelen" een belangrijke uit
drukkingsvorm is.
Door cheatieve ezpressie, leert de
mens twee dingen: eerstens zich
ook in het intermenselijk verkeer
beter uit te drukken en voorts een
voudiger en directer van taal te wor
den. In de kunst (zie literatuur en
beeldende kunst) maar ook in de jon
ge samenleving is het nieuwe streven
zich zo eenvoudig mogelijk, maar
eerlijk en waar uit te drukken. Dus
„Ik heb je lief' en niet „Je bent
de allerliefste - mooiste - beste van
de hele wereld".
Behalve deze zegeningen van de
kunstzinnige liefhebberijen komt er
nog een onschatbare verrijking bij:
de grenzeloze overgave tijdens het
werk, de onmetelijke voldoening bij
het resultaat en de kracht en in
spiratie die er uit voortvloeien om
alle andere taken en zorgen van het
leven gemakkelijker uit te voeren.
Er rijn (nog) verschillen tussen
tussen sommige hobby's voor man
nen en vrouwen. Hij zal eerder met
eigen handen architect en aannemer
spelen, zij zal gemakkelijker bordu
ren. Maar kleine jongens borduren
graag er, beroemde brodeurs niet
minder. Wanneer het odium „vrou
wenwerk" verslijt, zal de begaafde
man een even monumentaal wand
kleed kunnen maken als de vrouw.
Gevoel voor schoonheid is ieder
mens aangeboren. Maar de smaak
kan gevormd en verfijnd worden.
Ons modern onderwijs raakt daarvan
al doordrongen en algemeen is men
weer tot de overtuiging gekomen dat
fantasie een persoonlijk bezit is. De
persoonlijkheid mag dan ook niet
onderdrukt worden in de uitingen
van fantasie: iets dat „net echt" is
hoeft waarom niet bepaald te
beantwoorden aan kunstnormen. Iets
dat een persoonlijke visie of inter
pretatie geeft, zal dat eerder doen
De vernieuwde vorm van handen
arbeid komt dicht bij eigentijdse kunst
en kunstnijverheid en bij ongerepte
volkskunst. Door eerlijke handenarbeid
raakt men in staat zich te verdiepen
in vele kunstuitingen. Na verdiepen
kan begrijpen volgen. Handigheid
kun je bezitten van nature, hand
vaardigheid moet nu eenmaal ge-
Wandkleden maken.
leerd worden, maar dat gebeurt van
daag in grote vrijheid.
De mogelijkheden en technieken
veranderen momenteel bijna met de
dag. De ontwikkeling van materialen
is dynamisch. Er komt telkens iets
nieuws bij, er gaat niets ouds ver
loren: het werken met natuurproduk-
ten is zo oud als de wereld en zo
nieuw als de dag van morgen. Ken
nen wij niet de volkskunst van maïs-
bladen uit Tsjechosilowakije, gevloch
ten palmbladeren uit de tropen, stro
uit Zweden en gebruiken we niet te
gelijkertijd de nieuwste synthetische
stoffen?
De creatieve fantasie, die te lang
verborgen heeft gelegen, krijgt mo
menteel her en der de kans weer op
te leven. Overal ontstaan groepen,
instellingen, cursussen om het mu
sisch spel aan te moedigen, remmin
gen weg te nemen, raad te geven, Het kneden met de hand op de draaischijf gemakkelijk thuis te doen.
de juiste materialen aan te reiken,
speelruimte te bieden voor de ver
beeldingskracht.
Kunstzinnige vormingscentra schie
ten als paddestoelen uit de grond.
In Veghel b.v. heeft een tekenle
raar een grote boerderij verbouwd
met subsidie, hij woont er, heeft er
tentoonstellingsruimte ingericht en
geeft cursussen: over de honderd in
schrijvingen voor de avondlessen. De
doktersvrouw zit er naast de boerin
en zij gaan op in hun eigen en eik
aars werk. Dergelijke centra van de
Stichting Kunstzinnige Vormgeving
komen er dagelijks in ons land bij
Over enkele jaren zullen er hon
derden zijn opgericht.
De tendens naar creatieve ontplooi
ing is zo groot, dat b.v. Organon
zich inzet de werknemers in de twee
vrije dagen per week kennis te laten
maken met alle technieken.
Veel huishoudscholen geven cursus
sen op zeer verschillend gebied, zo
goed in het maken van sieraden als
in koken (voor de fijne keukencur
sus staan op een zekere huishoud
school meer mannen dan vrouwen
achter het fornuis).
Het gezamenlijke werken geeft bo
vendien een niet te definiëren barnd,
een spaning en tegelijk een ontspan
ning, daitgene wat men met het gro
te woord „inspiratie" pleegt aan te
duiden. In de gemeenschap ontstaat
ook het „gesprek", de communica
tie. Ofschoon al deze cursussen on
der leiding staan van gediplomeerde
docenten is het standpunt „Ik ben
de leraar, ik weet het", niet meer
van deze tijd. De muze wordt ge
zamenlijk benaderd, en thuis, in de
binnenkamer, borduurt men er op
voort.
Aan de vele vormen van hand
werken, zoals borduren, applicatie,
weven, (er bestaan mooie tafeltoe
stellen) en aan alles wat met textiel
en mode van doen heeft. Voorts
aan tekenen, schilderen, grafiek,
boetseren en beeldhouwen, hout
snijden, collages, glas in lood mo
zaïek maken, pottenbakken, edel
smeden, emailleren, lino-snijden,
plastieken maken van papier, kar
ton en ijzerwaren. Zij kan sieraden
maken, leer bewerken, pitriet
vlechten, bloemen schikken, poppen
en maskers vormen.
Sommige van deze technieken
zal zij niet leren beheersen zoals
„de" kunstenaar; emailleren, echt
mozaïek maken, werkelijk edelsme
den kan nooit als hobby geleerd
worden. Maar de vrijetïjds „verta
ling" voldoet in alle opzichten.
Ann McGillavry