een zin, ULST dank zij techniek, durf en langdurige onderzoekingen Ontwikkeling hartchirurgie met sprongen vooruit Toen nog niet NIET INGEWIKKELD AFWIJKINGEN MAGER SUCCES BIER PROEVEN BESTRIJDING Er is moed voor nodig in het hart, ien onvervangbaar exemplaar, het mee te zetten. De grote moeilijkheid nel Hartoperaties in het algemeen is, dat men in tegenstelling tot andere organen (nieren, longen, oren en ogen) te maken heeft met een „enig'' orgaan. Men kan een nier wegnemen, de collega-nier zal de werkzaamheden goeddeels kunnen waarnemen. Bij het hart komt de geneesheer voor grote problemen te staan: in hoeverre is het verantwoord te opereren op een enig orgaan? Het is „alles of niets". Mislukking betekent onherroepelijk de door van de patiënt. Het hart is geen ingewikkelde, mt wel een bijzonder knappe Het hart van iemand van ze- mïij'ljar heeft plusminus 2555 mil ium nul geklopt. Gedurende iedere minuut van deze 70 jaar drie tot vijf liter bloed door slagaderen en aderen gepompt. Tenminste voorzover het in rusttoestand bevond. Zodra er krachtsinspanningen verricht wor den past het hart zich vanzelf aan ®)or het ritme te versnellen. Het nart van een atleet die honderd me ter loopt, pompt in een minuut (de atleet doet er wel een hele tijd min der over) vergelijkingsgewijs dertig ™r bloed, dat is zes maal zoveel en dat voor een pompje van niet meer dan 300 gram. Schematisch voorgesteld bestaat het tart uit drie delen. De buitenzijde is een dubbel vlies dat het hart geheel "■n j ®nder vhes bevindt ach de eigenlijke spier met daarin f verschillende hartkleppen. Het SL, kan' als Sevolë van ontste- J< ,geheel verstijven en soms is verkalken. Dan is het hart ais et ware ingesloten door een hard *«van kalk- Uiteraard belem- roert dit de werking in hoge mate. verwijderen van het kalkpantser een moaiiijke operatie omdat de hit' de ne'Sing heeft in de «artspier te dringen. Ze kunnen zelfs l eens een geheel gaan vormen. In Schm-u, bet twee geleerden, «S Sauerbruch, de belem- K ka,'klaag af te pellen. kW u at vier holten en vier stroomt' 1 bloed uit de longen daar i m hnker-voorkamer en htberkamer mitraliskleP naar de stof" m0fd\v00rzien van verse zuur- slassJL de §rote lichaams- chaam naar alle deIen van het li- Ontdaan van de zuurstof keert het DE STEM Dr- Philip Blaiberg; de langst levende harftransplantatiepatiënt. bloed langs de grote aders terug naar de rechtervoorkamer, vandaar naar de rechterkamer, vanwaar het door de longslagader naar de longen gaat waar opnieuw zuurstof wordt inge nomen. Nu bestaat er een aangeboren af wijking waarbij een verbinding blijft bestdfen tussen de aorta (grote li chaamsslagader) en longslagader. Het gevolg hiervan is, dat een deel van het zuurstofrijke bloed terug naar de longen stroomt. Hoewel de afwijking zonder veel symptomen kan verlopen, worden deze patiënt jes in het algemeen niet oud. In 1939 slaagde de Amerikaanse chirurg Gross er in deze verbinding tussen de longslagader en de aorta te dich ten. Enkele jaren nadien begon men met de operatie van een andere aan geboren hartafwijking: vernauwing van de aorta, even voorbij de plaats waar het bloed naar hoofd en armen gevoerd wordt. Het gevolg is dat het onderlichaam onvoldoende zuurstof rijk bloed krijgt toegevoerd en in ontwikkeling kan achterblijven. In het bovenlichaam daarentegen staat het bloed onder abnormaal ho ge druk. In 1944 waagden de Zweed Grafoord en de Amerikaan Gross het erop ze sneden de vernauwing weg en verbonden onderste en bovenste gedeelte van de aorta weer. Blijkt de vernauwing te lang, dan zet men er tegenwoordig een dralonbuis tus sen. Heeds in de 19e eeuw beschreef de Franse arts Faloot een veel voor komende en naar hem genoemde hartaandoening: jonge patiëntjes werden blauw zodra ze konden lo pen. Hoewel sommigen met deze af wijking 40 tot 50 jaar kunnen wor den, sterven zij doorgaans toch wet iong. Faloot ontdekte dat er een opening was tussen linker en rechter hart kamer en dat de klep aan de ingang van de longslagader vernauwd was Het resultaat is, dat „blauw" (zuur stof arm) en „rood" (zuurstofrijk) bloed zich in het hart vermengen en via de aorta door het gehele lichaam stroomt Het voortdurende gebrek aan zuur. stof, zeker bij lichamelijke inspan ning veroorzaakt de blauwe kleur. In 1945 maakte de Amerikaan Blalock een verbinding tussen aorta en long- slagader, zodat er meer bloed naar de longen kon stromen en de totale zuurstofvoorziening duidelijk verbe terde. In de medische literatuur van 1948 valt nog bijzonder weinig te lezen over heelkundige ingrepen op de in wendige hartstructuren. Alleen Al len en Graham, Cultler en Beck ope reerden omstreeks 1925 twaalf pa tiënten aan een vernauwing van de klep tussen linker voorkamer en lin kerkamer. Deze afwijking heet mt tralisstose. Slechts één patiënt over- leefde de operatie vier jaar. Van 192? tot 1948 bleef het inwendige van he' mensenhart gesloten gebied. In die tijd ging de wetenschap ge stadig vooruit. De narcose technie F ging in de jaren veertig enorm voor uit. Dank zij de uitvinding van Fle ming (penicilline) werden de anti biotica ontwikkeld, die het gevaai voor infectie sterk indamden en ten slotte dacht men nieuwe technieken uit, die het mogelijk maakten de bloedstroom langer te onderbreken. Wanneer men bij een lichaamstem peratuur van 37 graden de bloedtoe voer naar de hersenen langer dan drie minuten onderbreekt, treden ei blijvende hersenletsels op. Maar als een patiënt afgekoeld kan worden tot een temperatuur van 28 graden, dan kan deze kritieke periode tot 15 a 20 minuten verlengd worden Dit is juist voldoende voor bepaalde ingrepen in het inwendige van het hart. Weer was het een Amerikaan, ch Baily, die de heelkundige correctie aandurfde van mitralistenose. In 1948 ondernam hij de eerste operatie. Dt resultaten waren magertjes. Het gro te aantal patiënten verwekte veel protest. Hem werd verweten, dat de operatie te voorbarig was. Baily werd zelfs ter verantwoording voor een commissie geroepen. Voor drie van zijn beste patiënten betaalde hij een vliegtuigreis en verscheen met hen voor de commissie. Hun getuigenis deed de balans in het voordeel van Bailey overslaan. Langdurige inwendige operaties bleven echter nog moeilijk. Het ver wijderen van de vernauwde klep tussen de linkervoorkamer en linker kamer was echter een betrekkelijk eenvoudige operatie. Door 't gebruik van de hart-longmachine werd het zelfs mogelijk ingrepen te doen op de vier hartkleppen en de te zeer beschadigde kleppen te vervangen door kunstkleppen. De aangeboren aandoeningen en de klepgebreken zoals hierboven be sproken, vormen evenwel maar een minderheid. Angina pectoris, hartin farct en myocarditis (ontsteking van de hartspier) komen veei meer voor. Voor deze patiënten brengt de ge- .vone hartchirurgie geen oplossing. lij kunnen alleen geholpen worden net een nieuw hart. Chirurgisch gezien is het gemakke. ijker iemand een tweede hart er bij te geven dan zijn eigen hart door een inder te vervangen. Een tweede hart kan gehecht worden aan de grote aders en slagaders van de hals, borst of buikholte. Het nadeel is, dat zulk een tweede hart maar weinig arbeid levert. Het eigen hart blijft het groot ste werk doen. Deze vorm van trans plantatie noemt men „heterotoop". Bij de andere methode, de „isoto- pische", wordt het hart geheel weg genomen en er 'n ander voor in de plaats gezet. In dat geval moet het overgeplante hart op eigen kracht de gehele bloedsomloop van de patiënt op peil houden. Vanaf 1946 werd deze methode op al lerlei manieren toegepast op honden. Deze dierproeven hadden tot gevolg dat chirurgen, technisch althans, ge reed waren om de overplanting van een menselijk hart tot een feit te maken. De eerste poging dateert uit 1964. Dr. James Hary trachtte in dal jaar het hart van een chimpansee over te brengen in een man, die ster vende was aan een hartkwaal. De betrokkene overleed anderhalf tur later. Wellicht had de omstandigheid dat een chimpanseehart aanmerkelijk kleiner is, dan dat van een mens met dat zeer snelle overlijden iets te ma ken. De race was in ieder geval in volle gang. Het wachten was op de juiste donor onder de juiste omstandighe den. Toch waren er nog altijd vele art sen die er niet aan dachten een der gelijke ingreep uit te voeren uit hoofde van filosofie en morele be zwaren. Het moest de hand van dr. Barnard zijn, die op zaterdag 2 de cember 1967 een menselijk hart los sneed en er een ander voor in de plaats bracht. Op 21 december over leed de eerste harttransplantatiepa tiënt ter wereld, Louis Wasjanski. Sedertdien zijn er tal van harten overgeplant. Somige patiënten leven nog steeds. anderen zijn reeds lang overleden. Een van de hoofd problemen is het verschijnsel dat weefsel, dat niet de „nestgeur" van het eigen lichaam heef, afgestoten wordt. Dat wil zeggen, aangevallen wordt Tekening van de hartklepcorrectie, zoals die thans wordt toegepast. Links de mitralisklep en rechts de aortaklep. Links: de ingeplante kleppen. Zo wordt een transplantatie uitgevoerd. Het gedeelte van het donor hart is donker. Het deel dat de patiënt zelf houdt is licht getint. De eerste harttransplantatie op een mens. Links de ontvanger van het nieuwe hart, Louis Wasjkanski; rechts de donor Denise Ann Darvall. RECHTER- VOORKAMER -LINKER VOORKAMER -MITRALISKLEP —LIMKERKAMER door „politieagenten" van het eigen lichaam, de witte bloedlichaampjes. Maar intussen heeft men ontdekt (met name in Leiden dr. J. van Rood) dat die witte bloedlichaampjes even als de rode, verdeeld kunnen worden in groepen, die min of meer op elkaar lijken. Deze afstotingsverschijnselen kun nen bestreden worden. En wel op twee manieren. Door medicamenten, die de reacties van het organisme op het vreemde hart verminderen (corticoïden, imuren, antinocymide of bestraling met de kobaltbom) of antilymfocytensera, die de activiteit van de witte bloedlichaampjes van de ontvanger vermindert. Maar zelfs al zou men de afstotingsverschijnselen kunnen beheersen, dan nog blijven er allerlei problemen bestaan. De kwellende vragen blijven. Wie komt voor een nieuw hart in aan merking? Wie is geschikt als donor? Voor deze problemen zijn er enkele richtlijnen. Men kan alleen een hart transplantatie overwegen bij men sen, die een snel verergerende hart aandoening hebben en bij wie geen mogelijkheid tot beterschap bestaat. De keuze van de donor moet ge leid worden door drie overwegin gen: zijn hart moet in feilloze con ditie zijn, zijn witte bloedlichaampjes moe ten overeenkomen met die van de ontvanger, hij moet tenminste neurologisch dood zijn Dit betekent dat hij geen contact heeft met de om geving, geen spierreflexen heeft. De ademhaling moet dus spontaan zijn weggevallen even als de bloeddruk zodra deze niet meer kunstmatig op peil wordt gehouden. Het is duidelijk dat er meer ont vangers zijn dan gevers. Men zoekt daarom heden ten dage in twee richtingen: het over planten van een dierehart en het ontwikkelen van een kunsthart. De ontwikkeling van de chirurgie staat voor niets. De Azteken hadden de ge woonte om mensenoffer, te brengen, om him goder gunstig te stemmen. Dil beeld stelt een krijgei voor, bij wie men het hart heeft uitgesneden. Men „vergat toen nog er een ander voor in de plaats te geven. (Van onze medische medewerker) t I DEN HAAG Philip Blaiberg, de tweede man die ooit een nieuw hart ontving, maakt het nu ruim een jjar na zi|n operatie - bijzonder goed. Hij heeft zijn normale leven weer grotendeels kunnen hervatten. Dit resultaat werd bereikt dank zij de techniek en vooral de durf van dr Christian Barnard, de immunolo gische onderzoekingen van dr. J. van Rood van de Leidse universiteit en tal van anderen. De hartchirurgie is echter niet begonnen op 3 december 1967, toen Wasjkanski een nieuw hart kreeg en kort nadien overleed, maar al veel eerder. Een periode van 52 onderzoekingsjaren ligt tussen de eerste overplanting van een hon- dehart op de halsstreek van een andere hond door de Franse fysioloog dr. Alexis Carell en de eerste hart transplantatie op een mens. Hef „pantserhart". Het pijltje toont duidelijk de dikke kalkschaal om het hart aan. RECHTERKAMER SCHEMA I Schema van de normale bloedsomloop.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 13