ei voor omelet „HIJ KON ER 's NACHTS NIET MEER VAN SLAPEN" voor u en voor u I Lente OP 64 VELDEN In Koeborrenstad JAN KLAASSEN EN DE ROVERS Veertien en Vijftien de bank waar ook zich thuis voelt S Hf H al 11 i 1*1*1 1 Fijne kenner f2000,- 18 maanden f 123,17 p.m. aflossen of f5000,- 24 maanden f234,12 p.m. aflossen Italiaanse prinses gewond na val uit raam Te druk Crack Ontbreken van galg stelt executie uit W. J. MUHRING - DE STEM VAN ZATERDAG 5 APRIL 1969 21 i Er was eens epi kaboutertje. Hij heette Tibbedaan. Hij had een kfein rood mutsje op en rode, schoentjes aan. Hij had een Ifef klein huisje, in een boomstam, moet je weten. Daar had hij ftjn fornuisje en daar kookte hy zyn eten. Hij kookte hizelnotenpap en hazelnootpuree, hij kookte lazelnotensoep en hazelnoothachee. na elke maatijd nam hij dan een hazelnootje toe. Zou jij dat iltijd lekker vinden? Nou ik niet! Aboe! Nu, zo was?t ook met Tibbedaan, hij werd er akelig van. Hij kon ge<n hazelnoot meer zien. Hij keek eens in de pan, hij rook w<er hazelnotensoep en zuchtte: Nee, o nee! Nu wil ik heus iets anders als die hazelnootpuree! Ik wil zo ;raag een omelet, een echte omelet.... Maar daa'voor heb je eietjes nodig, en dat is 't nu net. Toen ginj hij naar de nachtegaal, die zat in het lover: Och, liere juffrouw Nachtegaal, hebt u een eitje over? Een eitji, zei de nachtegaal, zo nijdig als een spin, mijn eitjes, wel daar zitten kleine nachtegaaltjes in. Toen ging hij treurig verder, die kabouter Tibbedaan, hij zag een prachtige merelnest en klopte daar eens aan. Dag juffroüw Merel, zei hij en hij tikte aan zijn pet, hebt u; misschien een eitje over voor mijn omelet? Wel ja| 'k geef daar mijn eitjes weg, zei snibbig juffrouw IVftrel, eet jij maai hazelnoten hoor, maak dat je wegkomt, kerel! Daar stond die arme Tibbedaan en huilde van verdriet. Hij wou zo Jraag een eitje hebben, maar hij kreeg het niet.. Maar wat vtas dat! Daarginds stond een oude boerderij, en Tibbedaan sloop dichterbij en steeds nog dichterbij.... Hij glipte finnen in de schuur en keek eens in het rond. 0 kijk, daaf lag een reuzenei, gewoon maar op de grond! Een eitje 1oor mijn omelet, zo zuchtte Tibbedaan, maar och,'wie kwam daar binnenstormen? Oei het was de haan. Wat moet jij hier? Wat wil jij hier? Jij dreumes tok-tok- tok. Zo riep de haan, o, denk eens aan, wat Tibbedaan toen schrok! 0, neemt u mij niet kwalijk, zei hij zachtjes en beleefd, maar mag ik vragen, of u soms een eitje over heeft? Ik wil het eerlijk kopen voor een zak vol hazelnoten. Toen keek de hian weer vriendelijk en krabde met zijn poten. Vooruit maar, zei hij, neem het maar en zet het op je rug en kom dan nut een zak vol noten morgen hier terug. 0 dank u, dank u, dank u, zei kabouter Tibbedaan. Daar ging hij m(t zijn ei op weg. Tot ziens, meneer de haan. En toen kabou/er Tibbedaan weer thuis kwam, wat een piet! Toen bakte hij een hele grote gele omelet! En sindsdien gpat hij iedere woensdag naar de boerderij vol hazelnoten voor zo'n reuzenei! en ruilt een za Carla Prinse, Voorstraat 17 Made, 12 jaar. De winter is nu veirbij ee iedereen is heelfblij ®e «ogels komen irug uit de I warme landen, I "Mr wij hebben log steeds koude handen. fcr ook dat geit voorbij, I tknroro zijn wij po blij. fe gaan straks laar het strand a "laken berg® van zand. De auto staat dj bijna klaar, toe gaan Jaar Wolfslaer. D» dan nog na|r Spanje, Jaar groeien d< appeltjes van oranje. '»ar zover is [hit nog niet, I e mensen ïopef nog met mutsen zoals je ziet. Daan Peters Piet Icijnlaan 32, Breda Mark Ver Bredasewe Bavel T' churen 29 In de Koeborrenstad. Woont een man, zo mager als een lat. Hij wou niet eten, hij wou niet drinken. Hij vond het veel te erg stinken. Ze deden een knijper op zijn neus. j Maar het hielp niet, heus, 5 Hij wou niet eten. Maar ik zou het ergste bijna S helemaal vergeten. Het mannetje was nu zo dun. Hij moest naar HunHun. Dat was een tovenaar. Die had een drankje klaar. De tovenaar riep: louw, louw sjouw. En zo kwam het dat het mannetje weer eten wou. Carolien Wajon, 9 jaar Breda. Dag Jan Klaassen. Dag kinderen. Ik ben rijk geworden Moet je horen. Ik liep naar de stad. En dan moet je door een groot bos. En dan moet je langs de vijver En daar zitten vaak rovers En dat was zo, ik kwam rovers tegen. En de eerste sprong uit de struiken. En toen de tweede ook. O, wat een dikkoppen. Dat had ik niet verwacht. De eerste zei, je geld of je leven Jan zei niets. Toen zei de tweede. Heb je het niet verstaan? Jan keerde zijn zakken om. Niets. Maar thuis heb ik een kist vol O, zeiden de rovers dan is het goed. Ga naar huis of ik schiet je dood Jan loopt naar huis. De rovers lopen achter hem. Als de rovers mij uit hadden laten praten. Had ik gezegd een kist vol turf. Maar Jan liep niet naar huis. Nee, hij liep naar de politie. Daar hadden de rovers geen erg in. Ze moesten in de gevangenis voor altijd. En toen kreeg ik duizend gulden. Ik was blij, zeer bedankt zei ik. En ik en Katrijn hebben een mooi feest gevierd. En iedereen was gelukkig. Maar Katrijn en ik het meest. En we leefden nog lang en gelukkig. Ja, zo was het gebeurd. Zo was het echt. En ik heb mijn geld echt ver diend. Nu weet je het. En verder was het avond en we konden niet lopen. Ik hoorde wat. Ik wou dat het een rover was. Dan had ik hem weer. En wie was het? Wat was dat? Een rover dacht ik, dat is fijn. Katrijn zei ik, een rover. Ik weet wat, zei Katrijn. Hier is een touw een dik touw. Bind hem vast en zet hem in de schuur. Ja, dat vind ik goed Katrijn Een dikke kus voor jouw Ja, schiet op domoor. O, ja dat is waar ook. Nou en het lukte goed. Ik gaf Katrijn een zoen. En we leefden nog lang en gelukkig. Marian van Kuijk Zuurstraat 5, Chaam Ik zit in de 2e klas. Twee grote broers Die zijn jaloers Ze heten Veertien en Vijftien Hebben jullie die wel eens gezien Veertien wilde Vijftien zijn Maar hij blijft steeds zo klein Vijftien wil het niet Veertien krijgt dan groot verdriet Je kunt beter zo blijven Zegt juffrouw van Nijven Dat hebben ze gedaan Kijk ze daar eens in de rij staan Zij zijn weer lieve broers Ze ziin niet meer jaloers Hans Vennik, 9 jaar Maldegemstraat 12, Breda (Van onze duivensportmedewerker) BREDA In een respectabel dui- venblaadje lees ik dat het ras van wijlen onze grote vriend Jan Aar den te Steenbergen „zuiver ras Schouteren" is. Als Antoon, die sportman genoeg is om dit soort on ware en onfaire berichtgeving te la ken, dit leest, zal hij zich afvragen: Hoe komen ze daar nou aan? De waarheid is namelijk heel an ders. De stammoeder van het ras Jan Aarden is een duif van 45, ge kweekt op het hok van de Gebr. Oomens te Breda, van een doffer van 42 van de Gebr. Deguffroy te Winge- ne, zoon van de „Witte" (die een ei gen broer is van de „Fijne") met een duivin van 44 van Van Tuyn, die destijds te Naast woonde, niet ver van Soignies in de Walenpays. Die duivin van Van Tuyn had hij gekocht bij Maurice Deibar te Ronse, zij was de dochter v.d. „Kleine Lichte" die tweemaal de eerste prüs interna tionaal St.-Vincent gewonnen had. Deze stammoeder van het ras Jan Aarden was een zeer fijne rasduif, doch wat aan de schuwe kant. Gebr. Oomens zagen de vader niet graag. Als Jan Oomens die vogel van het nest wilde pakken om hem eens in handen te nemen, had hij het lillek aanwensel hem vlak in het gezicht te vliegen, al of niet met de eieren tussen de poten, zodat het al gebeurd is dat er niets van overbleef als struif Die Deïbar-duivin was maar geleend en moest na een maand of drie terug naar Van Tuyn. Een broer van de stammoeder van het ras Jan Aarden, luisterde bij Oo mens naar de naam van „Jaap". De ze vloog in 1947 de 7e prijs natio naal Bordeaux: reeds in 1948 sneu velde hij op het veld van eer. Ik weet dit alles zo precies omdat Jef Oo mens en ik zowel de vader als de moeder van de duivin, die als jonge duif ten geschenke zou worden gege ven aan Jan Aarden, op de betref fende Belgische hokken, hebben ge selecteerd. Wij reden er in de oorlogswinter van 1944 op de fiets voor naar de Vlaan ders en naar Soignies. Ten geschenke gegeven is niet helemaal juist uitgedrukt. Jan Aar den die magazijnmeester was op de Suikerfabriek te Steenbergen, had ons in de oorlog een emmer plante- vet gegeven en daar was hem een jonge duif van het fijnste fondras voor beloofd. Ik heb die doffer nooit anders ge kend als ziek. Hij stak in een slecht vel en stierf in 1950. Een van zijn dochters won dat jaar de 6e prijs nationaal St.-Vincent tegen achtdui zend duiven. Deze duivin had schrijver dezes die sinds 1948 ieder jaar de dui ven van Jan Aarden samenzette in februari 1950 gekoppeld met een late jonge doffer van bakker Ri- nus Meesters te De Heen, vriend en overbuur van Antoon Schouteren. Die late van Meesters was gekweekt van „Zes en Tachtig" en „Zilvervos- je", twee beroemde duiven van het ras Schouteren, 'n ras dat ik van meet ze namelijk in 1947 in het duiven- lokaal op de Kaai te Steenbergen, ge keurd en gekoppeld. Van „Mozes" en De stammoeder waar wij over spreken is zeer oud geworden en tenslotte gestorven op het hok van de Gebr. Vroegindeweij te Middel- harnis. In 48 werd zij gepaard met een duif van Tony Wagemaker uit Tholen. Het was een donkere doffer, rechtstreeks van het hok Delbar te Ronse, aldaar uitgekozen door de fijne kenner J. B. (Tiest) Stok te Halsteren. (ADVERTENTIE) 2000: «AO de heer J. W. Hoogeveen beheerder bijkantoor Amstelveen Contant geld nodig voor privé-doeleinden? Neem een persoonlijke lening bij de NMB Dat gaat prettig en snel. Bijvoorbeeld: 3000,- in handen, betaling in 18 x 183,15. Of: 10.000,- in handen, betaling in 36 x 332,67. Loop eens binnen bij het dichtstbijzijnde NMB-kantoor.Men geeft u er graag alle inlichtingen over de persoon lijke lening. U zult zien, dat bij de NMB de persoonlijke lening samengaat met per soonlijke service. NEDERLANDSCHE MIDDENSTANDSBANK Breda: Veemarktstraat 55-57, Valkeniersplein 14. Bergen op Zoom: Zuivel- plein 5. Dongen: Hoge Ham 19. Etten-Leur (N.Br.): Markt 34. Halsteren: Dorpsstraat 13. Oostburg: Nieuwstraat 24. Oosterhout: Heuvelstraat 8. Roosendaal: Markt 19. Terneuzen: Nieuwstraat 10. Voorts bijkantoren te Breskens, Goes, Hulst, Sas van Gent en Zaamslag. „Saar" heb ik toen gezegd: „Zet ze in de ren en leg er een waakhond bij. Ik heb er van mijn leven nooit be ter en waardevoller gekend". Reeds in 1949 kwam mijn voorspel ling uit. Schouteren zelf won toen de eerste prijs nationaal St.-Vin- cent tegen drieëneenhalfduizend duiven: bakker Meesters de derde prijs nationaal Dax met een zuster van de St.-Vincent-duivin: deze Dax- duivin kreeg de toepaselijke naam van „Zilvervosje". GENEVE (AFP) Prinses Maria Beatrice van Savoye, dochter van ex- koning Umberto van Italië, heeft ernstigé verwondingen opgelopen bij een val uit een raam op de tweede verdieping van een huis in Genève. Zij ligt in het ziekenhuis. De prinses maakte de val vorige week zaterdag. Haar toestand werd gisteren nog ernstig genoemd, maar ze schijnt niet in levensgevaar. Over de toedracht van het gebeurde is niets bekend. Prinses Maria Beatrice, 24 jaar, liep twee jaar geleden in Madrid een schotwond op onder omstandigheden die nimmer zijn opgehelderd. Sinds een half jaar vertoeft ze in Genève. In 1950 kweekte Jan Aarden een serie auiven van zijn koppel: „La te Meesters pius oe nationaal St.- Vincent. Hieronder waren ae „49" en de „38in het naj aar van 50 nam ik Han Wassen uit Rotterdam mee naar Steenbergen. Hij was nieuwsgie rig gemaakt aoor mijn artikel in „De Stem", waarin ik als mijn overtui ging uitsprak dat de Schouteren-dui- ven meer intrinsieke (kweek-) waarde hadden dan die van Huys- kens-Van Kiel, zeker wat de grote fond betreft. Han probeerde de „49" van Jan Aarden te kopen, doch slaagde daarin met. In 1952 won de „49" de 9e prijs nationaal St.-Vin cent tegen tienduizend duiven. Hij moet minstens een uur binnen geze ten hebben, want Piet en Jan van Geloven te Tilburg, Karei Rossou te Dongen en schrijver dezes zaten al die tijd te „letten" in de stralende zon op het betonnen koertje achter het café zonder hem te hebben zien vallen. Piet van Geloven mag het niet kwalijk genomen worden dat de ar me Jan Aarden door toedoen van zijn vrienden die kwamen „letten" de eerste prijs nationaal verspeelde. Want Piet had het te druk met de beide dochters des huizes, Lucie en Mimi (de latere concertzangeres); hij zat daar een kaartje mee te leggen aan een witgelakt ijzeren tafeltje met rond blad en gekrulde poten. Jan Aarden vertrouwde het zaakje blijk baar toch niet helemaal, want hij kwam wat vroeger thuis om te schaf ten dan anders, dronk eerst nog een pintje, draaide een Drummeke of wat het toen was en ging naar boven om de drinkbakken na te kijken. De „49" zat met volle krop op het nest... alsof hij Bergen op Zoom gevlogen had. Vier weken later, in juli 1952 won de „38" een grote vetgeschelpte dui vin de 6e prijs nationaal Dax Alles wat er in 1953 en latere ja ren van de „Late" Meesters gekweekt werd, ziin halfbroers en zusters van de „49" en de „38". Want Jan Aar den 6e prijs nationaal St.-Vincent 1950, die dus voortkwam van de krui sing Wagemaker-Oomens, is in de winter 50 op 51, tegelijk met haar va der en een heleboel broers en zusters in de volière gestorven. Vermoedelijk aan haarworm, waar destijds nog geen kruid tegen gewassen was. Naderhand heb ik nog verschei den duiven naar Steenbergen ge bracht voor de verdere uitbouw van het ras. Een ervan was een blauwe doffer van Jef Boels te Stene-Con- terdam (Oostende). Deze had in 1950 de 7e prijs internationaal Barcelo na gewonnen; zijn volle broeder won toen de le prijs internationaal. Dat waren Vandevelde-duiven, via Cas- telyn te Gistel en nauw verwant aan het ras Devriendt. Door mijn bemid deling bood burgemeester Boels deze 7e prijs Barcelona in 1945 of 55 ten geschenke aan, aan de hokken van Prins Bernhard te Soestdijk. De gros sier in vis Jef Boels, die feitelijk geen tijd had voor zijn duiven, doch een knappe verzorger had in Van Vooren (een zachtmoedige mens met een snor als een tijger zo be schreef ik hem in die jaren), won op een paar jaar tijd vier eerste prij zen nationaal! Effenaf formidabel. Een andere duif die ik naar Steen bergen bracht was een roodvale duif ras Brieoux, van Isidoor Vandamme te Nederboelaere, nauwe familie van diens fameuze „Rode Wittenbaard". Deze roodvale duif had Hector De smet gekocht op de verkoping Ar thur Caramin te Charleroi kort na de oorlog. Ko Nipius kocht evenenveertig duiven van Jan Aarden; hü werd er een crack mee op de grote fond. Volgens Joep van Dongen had hij het meeste suces met afstammelingen van deze rode lijn, al waren ze in Middelharnis geschelpt van kleur. Die factor was er namelijk in het begin al uit gekweekt. Tal van grote fondrassen in Ne derland stammen af van deze De Heense en Steenbergse duiven; zij werden gekruist met ras van Suus van den Berg (ten dele ras Oomens via schrijver dezes), Cock Rombouts, vader en zoon Stoffelen, Van Agt- maal, De Ron, Jan de Weert, Gebr. de Groot, Janus van der Wegen en een heleboel anderen die mij niet zo gauw te binnen schieten. Het ras Schouteren ligt ook aan de basis van de roemruchte fondvliegers van bakker Barendregt te Putters hoek, Jos van Wanrooi) te Broekhui zervorst en van tientallen anderen. In de Antwerpse Union werden aanvankelijk gekruist de Janssen's van Arendonk, hetgeen eclatant suc- eens opleverde tot Orleans. Louis van Loon te Poppel kocht bij Van Tuyn een zoon van de „Coppi" (Schoute ren) en vloog met de progenituur Jan en alleman onder tafel in de Hafcoclub te Lier. Bjj ver doorge ADEN (AP) Het ophangen van twee Arabieren beschuldigd wegens ondergrondse activiteit en sabotage is uitgesteld omdat er in Aden geen galg meer is. De galg die er stond was bij de nationalistische opstand tegen de Britten van juni 1967 stukgeslagen. De Britse galg was in de 128 jaar dat Groot-Brittannië het bestuur over Aden voerde, maar 10 maal ge bruikt. De regering van de onafhankelijke republiek Zuid-Jemen heeft opdracht gegeven dat er een nieuwe moet worden gebouwd. Het leven van Achme-d Hoessein Amsjara en Ach- man Moehammad Johaid, die op 4 maart veroordeeld werden, is er nog even door gerekt. voerde inteelt werden de Schoute- rens in die tijd echter te „mager". Jan Niessink te Bleiswijk heeft per sé geen Aarden's of Schouteren'a, Zijn duiven komen van Han Wassen en de stammoeder is de „Onbekende". Deze was een zoon van een duivin van Labeeuw-Bostijn, zpiver ras Stichelbout, nauwe familie van de „Rooschele" van Marcel Desmet te Waregem. Ik kocht deze duivin voor P. Kern te Middelharnis, die er zijn eerste prijs nationaal Parkeston van kweekte. Naderhand ruilde hij die duif van Han Wassen die er na dat hij haar gezien had niet meer van slapen kon Zo gaat dat in de duivenworeld! Allemaal goeie. DEN BRUINEN Een schaakprobleem is een eigen aardige schepping van het menselijk vernuft, half raadsel, half kunstge wrocht, half scherts en half strakke ernst. Met dit citaat schetst Weenink in zijn voorwoord van een bijkans 50 jaren geleden verschenen boekwerk „Het Schaakprobleem". Dit onvol prezen boek behandelt in grote lij nen de ontwikkelingsgang van het probleem en de belangrijkste stijlen, terwijl voorts een systematische be spreking van de probleemldeeën on der de loep genomen wordt. Weenink is een der grondleggers geweest van de Nederlandse Bond van Probleemvrienden. Weenink was zelf ook een begaafd componist, die duidelijk zijn stempel gedrukt heeft op de hedendaagse componisten. De Wereldschaakbond heeft onlangs zoals ik reeds eerder publiceerde aan de Nederlander Jac. Haring, een zeer oorspronkelijk en begaafd com ponist, de titel van internationaal schaakmeester voor de compositie verleend. Van zijn hand volgden on derstaand een tweetal zeer recente- lijke composities. wM, ear 'Mm. 4. 'Mim Wit geeft mat in twee zetten De imposante sleutelzet luidt 1. Pe4-f2ü Het grappige is, dat de zwarte koning door de tekstzet twee extra vluchtvelden krijgt maar toch aan zijn noodlot niet kan ontkomen. Men zie: 1. Kd6 of Kd5 2. Td7: mat; 1 Kf6 of Kf5 2. Tf7: mat, l....d6 2. Tg5: mat; 1.... d5 2. Tcf7: mat; 1 f6 2. Tc5: mat; 1. f5 2. Tgd7: mat. Na de sleutelzet is een symmetrische figuur ontstaan, 't probleem is „decoratief"; de vier zwarte pionzetten blokkeren één van de vier vluchtvelden, de overige drie vluchtvelden worden door de beide witte batterijen telkens op een ande re manier bezet. «W Wi WMt Wit geeft mat in twee zetten Deze tweezet van de componist dingt mee in een Russisch toernooi, waar van de opdracht luidde: Een tweezet met maximaal 7 stukken; door tel kens vanuit de diagramstand een stuk te verplaatsen ontstaat een andere tweezet met een andere oplossing. In de diagramstelling wint 1. d7-d8 Lo per!, Ka7-a8 of Ka7-b8 2. Ld8-b8 mat. Nu verplaatsen wij in de diagramstel ling de witte koning naar c7 dan wint 1. d7-d8 Paard!, Ka7-a8 2. Pd8-c6 mat. Bij verplaatsing van de zwarte ko ning naar f7 wint 1. d7-d8 Toren!, Kf7-e7 2. Td8-d7 mat. Verplaatsen wij tenslotte in de diagramstelling het witte paard van c5 naar a8 dan wint 1. d7-d8 Dame!, Ka7-b7 of Ka7-a6 2. Dd8-b6 mat. Grandioos! (ADVERTENTIE) OLIFANT OP DE WADDEN. Steeds meer sportvissers gaan een dagje vissen op de wadden. Bot, schar, schol, krabben, tong en klonten mosselen zijn niet van do lucht. En soms een Olifant. Steeds vaker zelfs. Want wat is er heerlijker dan zo nu en dan even er tussen door een. glaasje Olifant Vieux?

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 25