ten
&A
Revolutionaire
comité's al
ingebouwd in
het „bestuur"
WD-VOORZITSTER
ZIET IN TOEKOMST
EEN GROTE
CENTRUMPARTIJ
chinees partijcongres stemt over status
goedwillende mensen
BOAC-piloten
willen meer
salaris
Brand verwoest
fabriek
in Amsterdam
V.V.D., k.v.p., A.en c.h.u.
Drie groepen
Selectie
Anti
Economie
Vijftien
Bij Co-op Nederland
Commissarissen
en directie
treden af
DE STEM VAN DONDERDAG 3 APRIL 19Ó9
(Van onze correspondent in Peking, Collin McCullough)
PEKING Het congres van de Chinese communistische party
zal twee belangrijke punten ter goedkeuring voorgelegd krijgen:
het economische plan voor 1969 en de status van de revolutionaire
comités, het enige radicaal nieuwe maar geer belangryke element
dat door de culturele revolutie in het bestaande Chinese regerings
apparaat kon worden ingebouwd.
De afgelopen weken zijn de lofuitingen op deze revolutionaire comités
niet van de lucht geweest. Aan het partijcongres zal gevraagd worden
formeel goedkeuring te hechten aan een verklaring over de status van
de comités, die bestuurlijke macht hebben. Hoe die verklaring eruit
zal zien, valt moeilijk te zeggen. In de geschiedenis van het Chinese
communisme heeft zich een dergelijk verschijnsel nog nooit voorgedaan.
Deze comités zijn al een paar jaar
geleden ontstaan, toen de Rode Gar
de nog in opkomst was. Miljoenen
studenten verspreidden zich toen
over het land om „revolutionaire
gedachten uit te wisselen" en de
ideeën van Mao uit te dragen. Bloe
dige botsingen waren het gevolg
van de pogingen „bourgeois-ambte-
naren" (die ook hun aanhang had
den) uit te stoten. Hoge en lagere
functionarissen tuimelden van hun
ambtelijke stoelen, toen de ongere
geldheden zich van provincie tot
provincie uitbreidden. Tenslotte
werd het leger als derde macht ge
mobiliseerd om een einde te maken
aan de gevechten door de „linkse
stroming" te steunen.
Ongeveer in dié tijd (begin -'67)
Kwam er de orderidat op alle scho
len, fabrieken, gemeentelijke en
provinciale besturen enz. een z.g.
„groot verbond" gevormd moest
worden, bestaande uit (partij)kader,
soldaten en revolutionairen. Dit was
een eerste stap naar de oprichting
van de revolutionaire comités, die
uit dezelfde drie groepen waren sa
mengesteld.
Deze beweging groeide zeer snel
uit, maar toen er meer nieuws over
de oprichting van revolutionaire co
mités verscheen, werd het duidelijk
I dat het leger niet alleen een „ver
zoenende taak" had, maar ook als
scheidsrechter op moest treden. De
voorzitter van een nieuw comité
bleek steevast een wat oudere mili
tair te zijn. In de hogere machtsre-
gionen spraken de namen van de
voorzitters van provinciale comités
al boekdelen. Later in 1967 en 1968
Kondigde provincie na provincie de
opnchting van hun revolutionair
comité aan. Sianking en Tibet
geheel eigen (ethnologische)
Problemen waren de laatste.
Vanaf 1 oktober 1968 zijn er op
ager ^veau gestadig nieuwe comi-
Tijdens de voorbereidingen van het negende partijcongres werden
ar in de uitgebreide lagere regionen van de partij ernstige pogingen
ernomen, om kaderleden, die tijdens de culturele revolutie wer-
an aangevallen en beschuldigd, te rehabiliteren. Met geen mogelijk-
ei valt te zeggen hoeveel leden van de partij in 1961 werd het
aantal officieel op 17 miljoen geschat in de laatste drie jaar in
^"genade zijn gevallen. Nu schijnt men veel meer de nadruk te leggen
in 5emal'f'("1eid, opvoedend optreden en overreding om hen weer
n e juiste revolutionaire plooi te krijgen.
behMrtlt;ic'c'rgroe',en' samen met degenen die hun oude positie
6 en He dank zij de culturele revolutie nieuw toegetreden
om' 6<ien WOrt" c'e stuwende kracht verwacht, die nodig zal zijn
economische plannen en partijprogramma's te verwezenlijken.
fflogC rit abilitatie"beweSinS. die Mao Tse Toengs uitspraak dat het
heeft J 'S °m ™et het grootste deel van het partijkader dat fouten
sehijnt e^naakt' tot samenwerking te komen in praktijk brengt,
alleen h" enlteIe Kevallen weerstanden te hebben opgeroepen; niet
een n rev0'u'i°nairen, maar ook in het kader zelf. Volgens
de v^.°')a?an('a-l>roeP in Kirin zijn de revolutionairen bezorgd, dat
laan 'k'"° van deze kaderleden het enthousiasme, om door te
Ander k6 massa'tr"'e't en de beschuldigingen, zal temperen,
fabriek^ 'ac!lten> deze keer van het revolutionaire comité van een
over m k" Shantoeng 2Un> dat sommige arbeiders zich er zorgen
'artiezenda' Z^ l'e c'00r de revolutie gebrachte voordelen zullen
dansen z'j banS z'in te worden beschuldigd van rechtse ten-
proH W somm'ge kaderleden weer zullen accepteren.
'elfk„|66,m met 'lc kat'ers is> dat zelfs na verscheidene blijken
van
Hu l, Ze sommige kaderleden weer zullen accepteren,
"at probleem met de i
vw>r de Somm'Ke van hen toch nog een gebrek aan begrip
Van de m aa 'e fouten tonen. Weer anderen lukt het de goedkeuring
'^hcid «r:J:':.erwinnen-weigeren verdere verantwoorde-
®an met v"l"SS' Weer 'n moe'"ikheden te raken.
w°ord zijn V66' SClllllcl toeSepaste heropvoeding moet hierop het ant-
Partijwerk A^h *'0e' hen weer enthousiast te maken voor het
naire bouree ze t'an tijdens de culturele revolutie de reactio-
Partijcomi. ?'S" naftevolgd, aldus het rapport van het centrale
at zijn goedwillende mensen.
tés gecreëerd. De Tsinghua-univer-
siteit in Peking kwam pas enkele
weken geleden gereed met de vor
ming. Intussen werden de bestaande
comités aangespoord politiek de
messen te slijpen. Dit bleek (ook
operationeel) nodig, omdat b.v. het
aantal leden van de comités onge
kende proporties had aangenomen.
Ook oppositie-leiders en hun aan
hang moesten de nodige zetels heb
ben. Toen orde en rust eenmaal wa
ren weergekeerd, werden de leden
(ingevolge de instructie van Mao:
„Minder en betere soldaten en een
eenvoudiger bestuursvorm) scher
per geselecteerd.
Er zijn nog wel wat vragen over
de hiërarchische opbouw en organi
satie van deze revolutionaire comi
tés. Het is duidelijk dat de hoogste
macht ,in iedere provincie gaat be
rusten bij het provinciale revolutio
naire comité. Het controle-systeem
op de ondergeschikte (plaatselijke)
comités zal waarschijnlijk hetzelfde
als vroeger blijven, toen elk rege
ringsorgaan onder toezicht stond
van enerzijds het partijcomité (op
hetzelfde niveau) en anderzijds van
een hoger regeringslichaam.
De onorthodoxe image die de co
mités zich hebben verworven, doet
veronderstellen dat zij veel onaf
hankelijker en soepeler kunnen
functioneren dan hun voorgangers.
Dit houdt natuurlijk het gevaar in
van een te snel verlopend decentra
lisatieproces. Hierdoor worden ook
de waarschuwingen van het centra
le comité verklaard, nl. dat degenen
die Mao's instructies niet stipt na
volgen, zich schuldig maken aan het
volgen van de anti-revolutionaire
lijn van de vele centra.
Het is niet toevallig dat het leger
zelf geen revolutionaire comités
kent. Het leger heeft gedurende de
culturele revolutie ook het interne
partij-apparaat intact gelaten. De
talrijke ministeries met premier
Tsjoe-en-Lai aan het hoofd, kennen
evenmin dergelijke comités. Als ook
daar eventueel comités zouden ko
men wat een logisch gevolg van
de ontwikkeling zou zijn dan zou
de voorzitter van (laten we zeggen)
het ministerie van buitenlandse za
ken de minister van buitenlandse
zaken moeten zijn. Hoe de beslising
van het partijcongres deze dagen
ook mag uitvallen, de revolutionai
re comités zijn nu al een vitaal be
standdeel van het Chinese bestuurs
apparaat. Het was geen toeval, dat
toen op de laatste nationale feest
dag (1 oktober) de officiële hiërar
chische lijn bekendgemaakt werd,
de namen van leidende figuren in
alle provinciale comités, alleen in
belangrijkheid overtroffen werden
door Mao, Lin Piao, Tsjoe-en-Lai
en nog elf andere topleiders.
Het partijcongres zal zich ook be
zighouden met de economische si
tuatie. Er zijn voldoende aanwijzin
gen om aan te nemen dat China van
1969 een topproduktie-jaar wil ma
ken. De redenen daarvoor liggen
duidelijk voor de hand: industriële
successen kunnen niet alleen gepre
senteerd worden als één van de ge
volgen van de culturele revolutie,
maar ook gebruikt worden als „pa
radepaardje" bij de viering van het
20-jarig bestaan van de Chinese
V olksr epubliek.
Deze produktie-vergroting heeft
daarnaast ook twee andere „doe
len": de import te verkleinen en te
voorzien in de belangrijkste behoef
ten van een jaarlijks enorm toene
mende bevolking. Ongetwijfeld is
men in 1968 de schade geleden
tijdens de culturele revolutie
weer te boven gekomen. In decem
ber, toen de jaarcijfers werden ge
publiceerd, kon bijna iedere lichte
en zware industrie behoorlijke en
soms zelfs opmerkelijke produktie-
stijgingen melden.
Dit jaar echter, moet de grote
„klap" vallen. Voor januari hebben
reeds diverse bedrijfstakken (staal
industrie, olie-raffinaderijen en de
katoen-industrie) produktievergro-
tingen kunnen aantonen.
Het is nu ongeveer drie maanden
geleden, dat bekend werd, dat de
Chinese leiders aan een economisch
plan voor 1969 werkten. Uit publi-
Copyright
Mail).
In heel China werd via muurkranten met het opplakken waarvan
Rode Gardisten hier bezig zijn de instelling van revolutionaire co
mités bepleit.
katies bleken de voorbereidselen
voor een nieuwe grote sprong voor
waarts, maar deze berichten waren
zo vaag, dat er niet aangenomen
mag worden dat er eenzelfde verho
ging gepland is als in 1958.
Hoe dan ook, voor sommige be
drijfstakken hebben Chinese econo
men een produktieverhoging van
maar liefst 15 pet. op het oog. Dit
percentage werd onlangs bereikt in
Tientsin, waarvoor het persbureau
Nieuw China lovende woorden over
had. Echter ook enige waarschu
wingen, dat het niet overal zo kon
gaan. (Vreemd genoeg is het per
centage van Tientsin ongeveer ge
lijk aan het percentage van 14,8, dat
in het eerste vijf-jarenplan ge
start in 1953 als jaarlijkse pro-
duktie-verhoging werd aange
merkt).
Er waren nog meer prijzende
woorden voor Tientsin voor de ma
nier, waarop „menselijk vernuft"
gebruikt was, in plaats van meer
arbeiders en materiaal te gebrui
ken. Dit heeft het vermoeden ge
wekt, dat er van de fabrieken ver
wacht wordt, dat de produktie ver
hoogd zal worden met de huidige
bezetting, wat dan ook weer past in
de campagne arbeiders aan te moe
digen ideeën naar voren te brengen
om de produktie te verhogen en de
kosten te drukken. Uitvoerbare
bewijs van de overwinning van de
ideeën worden aangehaald als het
culturele revolutie op de denkbeel
den van de technische „bourgeoi
sie" en theorieën van buitenlandse
experts.
Uiteraard blijven de Chinezen ge
ïnteresseerd in de ontwikkelingen
in het buitenland. Er is zelfs een re
gelmatig komen en gaan van Scan
dinavische technici in en uit Peking.
China is ook zeer geïnteresseerd in
handel met het buitenland. Dat
heeft kort geleden nog geleid tot
handelsovereenkomsten met een
aantal landen. Japanse en Franse
handelslieden organiseren een
beurs, eind april. In Kanton wordt
dan ook de jaarlijkse handelsbeurs
gehouden; een en ander staat in het
teken van het 20-jarig bestaan van
de Chinese volksrepubliek. Tegen
die tijd zullen ook de resultaten be
kend zijn van het partijcongres, dat
dinsdag is begonnen, en waarop de
economische politiek besproken is.
De Stem-Globe and
(ADVERTENTIE)
Bloedige gevechten gingen aan de oprichting van de revolutionaire
comités vooraf. Er werd voor miljarden guldens schade aangericht.
Pas dit jaar zal de Chinese economie de grote „klap" te boven komen.
(Van onze correspondent)
LONDEN Hoe kan iemand die
halverwege zijn loopbaan bijna 43.000
gulden per jaar verdient, gaan sta
ken om meer geld, als zijn land in
moeilijke financiële omstandigheden
verkeert? De BOAC-piloten (BOAC
is een staatsbedrijf), die nu bedreigd
worden met een lange periode, waar
in ze geen geld zullen ontvangen, zien
nu deze vraag onder ogen. Ze hebben
een zware opleiding gehad, en ieder
een is het er waarschijnlijk wel over
eens dat de kunde om een Boeing,
waarin hij het opstijgen brand uit
breekt, weer aan de grond te zetten
wel 43.000 gulden per minuut waard
De piloot is als zodanig maar kort
in functie 25 jaar terwijl een
zakenman ongeveer 48 jaar lang zijn
zaken kan behartigen. Al deze tijd
is de piloot een mogelijk slachtoffer
van zijn gezondheid gezichtsver
mogen, gehoor, reactiesnelheid kun
nen hem tijdens het halfjaarlijks me.
disch onderzoek noodzaken het vlie
gen op te geven.
Gedurende wachtperiodes tijdens
hun vluchten komen ze in aanraking
met collega's die veel meer verdie
nen.
En toch betalen de passagiers die zij
vervoeren evenveel om dezelfde af
stand met dezelfde snelheid met het
zelfde comfort af te leggen. Zo ver
dient een piloot in Scandinavië on
geveer 65.000 gulden, en in Frankrijk
ongeveer 90.000 gulden per jaar. De
meeste Europese piloten worden ge
salarieerd volgens een vaste tabel
of per uur, zoals bij de BOAC, waar.
over nu gestaakt wordt.
De piloten willen f 130 per vlieg
uur en de BOAC wil niet verder gaan
dan f 108 per uur. Verder willen de
piloten de mogelijkheid geschapen
zien om meer uren te vliegen dan
ze op het ogenblik doen. Piloten van
de BOAC vliegen ongeveer 46 uur
per maand. Piloten van Panam b.v.
vliegen 80 uur per maand en die van
de Lufthansa 70 uur. Het wettelijk
maximum ligt even beneden de 100
uur per maand.
Maar hoe de betaling ook geregeld
wordt, de BOAC-piloten vergelijken
hun salaris niet graag met dat van
piloten in andere landen. De kosten
van het levensonderhoud in verschil
lende landen bepalen de waarde van
de getallen. Het bedrag dat aan be
lasting betaald wordt, kan ook aan
zienlijk verschillen -een gezagvoer
der in Pakistan verliest 60 procent
van zijn salaris aan belasting.
In ieder geval zal de BOAC als de
staking 17 dagen duurt zolang
duurde de staking vorig jaar een
bedrag aan geld verliezen, waarmee
de piloten tot 1978 tevreden gesteld
hadden kunnen worden.
AMSTERDAM (ANP) Een felle
uitslaande brand, waarbij de vlam
men huizenhoog uit het dak sloegen,
heeft gisteren een groot deel van
het bedrijf van de N.V. Nederlandse
Schuimplastic Industrie in Amster
dam verwoest.
Het magazijn, waar de brand moet
zijn ontstaan, en een daaraan vast-
gebouwd deel van de fabriek gin
gen geheel verloren.
De schade loopt in de tonnen. De
directeur van het bedrijf uitte gis
teren kritiek op de Duivendrechtse
brandweer, die volgens hem niet al
leen te laat was gekomen maar ook
niet snel genoeg en niet in voldoen
de hoeveelheid water kon spuiten.
In deze industrie, die schuimplas
tic verwerkt in kleinmeubelen, kam-
peermatrassen en dergelijke, werk
ten 40 personen, onder wie tien bui
tenlanders. Over de oorzaak van de
brand, waarvan het nablussen tot
de avond duurde, kon niets met ze
kerheid worden gezegd.
(Van onze parlementaire redactie)
ROTTERDAM „De VVD koerst aan op stembusakkoorden in
1971 en 1975 met KVP, AR en CHU. Daar moet dan een federatief
verband tussen deze vier regeringspartijen uitgroeien en later
over een jaar of tien de totstandkoming van één grote centrum
partij. Er bestaan nauwelijks verschillen meer tussen ons vieren.
Apart blijven is geen reële zaak meer voor de kiezers".
Aan het woord is in haar woning
aan de Van Somerenweg te Rotter
dam mevrouw Gerarda Victoria
(„Haya") van Someren-Downer, se
dert zaterdag j.l. xn functie als voor
zitster van de „Volkspartij voor Vrij
heid en Democratie".
In het hierboven geschetste plan
de campagne van de V.V.D. past een
prolongatie van het premierschap
van de heer De Jong. „Ik hoop dat
hij wil blijven. De K.V.P. zal daar
toe stellig een zwaar beroep op pre
mier De Jong doen". Van het aan
blijven van drs. Norbert Schmelzer
als fractievoorzitter is zij minder ze
ker. De naam Veringa valt. Dan is
mevrouw Van Someren-Downer ter
stond weer heel resoluut: „Veringa
moet minister van Onderwijs en We
tenschappen blijven. Hij is een heel
goede minister. Die moet men daar
vooral laten zitten".
Mevrouw Van Someren-Downer zei
onlangs dat door de uitspraken van
het P.v.d.A.-congres over de K.V.P.
de positie van de V.V.D. in het ka
binet-De Jong weliswaar versterkt is,
maar dat het nog maar de vraag is
of dat de V.V.D. stemmenwinst zal
opleveren. Waarom twijfelt zij daar
aan? Mevrouw V. Someren-Downer:
„Als de buitenwereld de V.V.D. als
de sterkste partner in het kabinet
gaat zien, dan krijgen wij ook ten
volle het gewicht van diverse impo
pulaire maatregelen van het kabinet
op ons hoofd. Daar krijgen wij dan
de schuld van. Aan het lonen- en
prijzenfront zitten de zaken b.v. niet
fijn, daar komen nog geweldige pro
blemen aanzetten. Die zullen niet op
te vangen zijn door alleen maar po
pulair te willen doen. Van ons zit
Witteveen al op Financiën. Wij mo
gen niet de indruk wekken, dat wij
alleen de dienst uitmaken".
Wat denkt mevrouw Van Some
ren-Downer van de in Groningen
vernomen aansporing om zich als
V.V.D. meer op het buiten-parlemen
taire vlak te begeven en daar ac
tiever te zijn? De reactie is voor
zichtig. De V.V.D.-voorzitster voelt
er niet zo bijster veel voor om op
de „buitenparlementaire toer" te
gaan.
„Het hangt er van af of het ni
veau heeft. Je moet dat steeds van
geval tot geval bekijken. Er is geen
algemene regel voor mogelijk. Die
Vietnam-teaeh-ins b.v., daar was op
een gegeven moment niets nieuws
meer uit te halen. Daar zijn we toen
niet meer verschenen". Toch meent
mevrouw Van Someren-Downer dat
de V.V.D. als partij onder haar lei
ding vaker zou kunnen gaan reage
ren op actuele gebeurtenissen.
Vrees voor divergenties tussen de
opvattingen tussen het beleid van het
partijbestuur en dat van de Kamer
fracties hoeft daarbij niet te be
staan. Mevrouw Van Someren-Dow
ner is weliswaar van plan om, in
tegenstelling tot haar voorganger
ir. Van der Pols, waar en wanneer
nodig met politieke uitspraken te
komen „Ik ben tenslotte geen
voorzitster van een kanariezangver
eniging" maar die zullen dan toch
geheel in de lijn van de Kamerfrac
ties liggen. De ontwikkeling in de
P.v.d.A., waarbij Nieuw Links door
haar sterke vertegenwoordiging in
het partijbestuur poogt ook het frac-
tiebeleid te beïnvloeden, is niet de
weg die zij begaan wil.
Eigener beweging brengt mevrouw
Van Someren-Downer een gerucht
ter sprake, dat het tussen haar en
fractieleider Toxopcus niet zo zou
boteren. „Volstrekt onwaar'. Wij
praten samen veel. Wij zijn vrien
den. Ons enige meningsverschil ooit
was de kwestie van de Bijlmermeer.
Tussen ons groeit het beslist niet
fout".
Ze zegt in de V.V.D. graag men
sen te hebben die „op de ketting
springen", die „lastig" zijn, maar
beslist niet „vijandig".
„Ik was zelf als Kamerlid ook
geen schat je". Ze zegt in dit ver
band ook niet te zullen kunnen en
willen wat P.v.d.A.-voorzitter Vonde
ling moet opknappen. „Dat is niet
meer één partij. Ik vind het van
Vondeling overigens wel bewonde
renswaardig".
De V.V.D. mikt voor haar eigen
toekomstige groei met name op de
„goedgeschoolde, veel presterende
vakman". Hoe gaat dat in zijn werk?
Mevrouw van Someren-Downer:
„Wij moeten onze presentatie zo
maken dat we naar elkaar toegroei
en. We moeten deze mensen het ge
voel geven, dat er voor hen plaats
bij ons is. In dit groeiproces naar
elkaar legt ieder een stuk van de
weg af. Die vakman zal b.v. minder
vatbaar worden voor socialistische
idealen, doordat hij een groter indi
vidualist wordt".
Na de bloemen en warme wel
komstwoorden in Groningen wacht
nu voor de partij voorzitster het ge
wone werk. Haar plannen? „Ik ga
eerst onze 18 kamercentrales bezoe
ken. Prikken en horen wat onder on
ze staten- en gemeenteraadsleden
leeft. Dat geef ik dan weer aan de
fracties door. Ik ben een verzame
laarster van ideeën".
(ADVERTENTIE)
NEDERLANDSE KUNST- EN ANTIEKBEURS
f v''U.
Geopend van
4 APRIL t/m 22 APRIL
van 10.00-18.00 uur
dinsdags, vrijdags en de beide paasdagen van. 10.00-22.00 uur
DE BEYERD Boschstraat 22 Breda Telefoon 01600-32537
yf--,!«i;v
(Van een onzer verslaggevers)
BREDA De impasse, geschapen
tussen directie en commissarissen
van de centrale van verbruikscoöpe
raties enerzijds en de regionale
coöperaties anderzijds, is thans com
pleet nu een en ander heeft geleid
tot het aftreden van directie en com
missarissen.
Het conflict bij Co-op Nederland
is ontstaan doordat de meerderheid
van de regionale verbruikscoöpera
ties (ongeveer 55%) niets voelde
voor het samensmelten tot één li
chaam, waardoor men soepeler en
slagvaardiger zou kunnen reageren
op de concurrentiedruk. De zestien
coöperaties nemen een geheel ver
schillende marktpositie in. Enkele
zijn in staat zich uitstekend te hand
haven in de slag om de consument
en het zouden met name deze coöpe
raties zijn, die er niets voor voelen
samen te smelten met de kleinere
broeders.
Een commissie beraadt zich thans
om alsnog een nieuwe structuur voor
te bereiden. 2 mei a.s. zal opnieuw
in Utrecht een vergadering worden
belegd om zich hierover te beraden.
Dan zullen ook de nieuwe kandida
ten voor het bestuur worden gesteld,
die 25 juni d.a.v. gekozen dienen te
worden.
Men wacht van de zijde van di
rectie en commissarissen het verdere
verloop van de gang van zaken rus
tig af, van enige paniekstemming
is geen sprake.
V