ommentaar HET PAKKET Pseudo-gebeurtenissen beheersen leven in toenemende mate ZEEHAVENSEERST REKENEN, DAN BEKVECHTEN STENT- MTANT erland) BOEK OVER ILLUSIEMAKERS, QUASI-HELDEN EN SCHIJN nde lewerker istrateur trateur 407 operator d operator Samengaan China met V.S. straks logischer dan met de Russen DU CORN. VERHOEVEN: t ERLAND) N.V, VELD parade en kinderspel Laat-Vi'ctoriaanse oprisping ELIJKE ADM. 5? abrieken te TERNEUZfm KHOUDING een) N' DE STEM VAN ZATERDAG 22 MAART 1969 s» T v '&Z I ocll I kir* CM ■J PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN.^PE'l-JNGENPEILINGEN.PEILINGEN PEIUNGEN- CILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENy PEILNGEN ..PEILINGEN PEILIN^N PEILINGEN PEILINGEN ^iu •EN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEIL ^GEN MIUNGEN PEILINGEN ^PEIUNGEN PEIUNGEN PEIW PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN louden, eventueel aam» stgeving. ervaring in de administri- MULO-diploma en naaste omgeving worden erkkring, een aantrekkelijk genoemde funkties, schrijft and adres onder bepalen in sterke mate die zich in de sfeer «vnv wb/W:;.. "WQW la nsrs nab'KW"-' 'TflWiS r Engels en liefst met lie initiatief paart aan ft dit geen eindrang te voor het IVEX-diploma gaat doen. EBUREAU te GENEREN voor het feit dat je land er een leger op nahoudt, is onzin J en het leger om deze reden blijvend achter de coulissen te willen duwen evenzeer. Van de andere kant echter is in ae loop van de jaren de burgerij (en met haar vele militairen) zich bewust geworden van het feit dat de noodzakelijkheid van een leger, eigenlijk een diep treurige zaak is. Militaire parades ter opluistering van feesten raken daarom uit de tijd. Oorlogstuig en marcherende soldaten imponeren niet meer maar boeze men vrees in. Breda zal dit jaar op koninginnedag geen parade meer hebben. In de pjaats daarvan gooit de Koninklijke Militaire Academie haar historische poort wijd open om de jeugd te ontvangen in haar uitstekend geoutilleerde en moderne sportcomplex. Dat is het beste alternatief voor een parade dat we ons kunnen voorstellen en het zal de band russen burger en militair beter versterken dan de olijfgroene rollende monsters van de cavallerie en de artillerie. OP ANGUIILA, het piepkleine, romantische pirateneiland in de Caraïbische Zee is de orde hersteld Maar dat herstelwerk heeft zoveel stof doen opwaaien, dat men nauwelijks nog kan zien of de orde, vóór de para's en de bobbies kwamen, wel verstoord wés ja of nee. Onder-commissaris An drew Way, de besnorde Londenaar die aan het hoofd staat van Scotland Yards bobbydetachement zei gisteren nog dat hij geen enkel bewijs had kunnen vinden dat op het eiland echte Amerikaanse gangsters aan het werk waren geweest. Inmiddels heeft deze Britse oprisping van gezagshandhaving in Victo riaanse stijl, overal in de wereld - en niet in het minst in Engeland zelf wrevel gewekt en men vraagt zich af waarom Wilson nooit parachutisten naar Rhodesië heeft gestuurd De eens als koel, scherp en intelligent ge doodverfde premier Wilson moet wel erg van slag af zijn, om zulke poli tieke blunders te kunnen maken. Belastingad vieskantoor etrusstraat 41, Breda iten op voor de functie v® oma) sche en praktische oplei Vernieuwingen brengen altijd vaktermen mee, want voor nieu we situaties moeten nieuwe woorden gevonden worden of be staande woorden een nieuwe be tekenis krijgen. Meestal is er iets mis met die woorden: het zijn of wel afkortingen of samenstel lingen uit een stukje Grieks en een stukje Latijn (b.v. automo biel en televisie) ofwel Engelse woorden. Bij technische vernieu wingen is dat niet zo'n bezwaar: we wennen eerder aan een woord naargelang de werkelijkheid die het aanduidt op meer ondubbel zinnige wijze aanwezig is. Ik denk dat die ondubbelzinnigheid de aantrekkingskracht van de technische term is. Maar dit precies werkt de nei ging in de hand om bij vernieu wingspogingen die niet onmiddel lijk tot duidelijke resultaten lei den, ook technische termen te gaan gebruiken en zo de sug gestie te wekken dat er wel de gelijk resultaten zijn. Wat zo technisch en doeltreffend wordt aangeduid kan immers onmogelijk helemaal niets zijn. En zo kan het gebruik van technische of quasi- technische termen, van woorden die een vakmatige benadering suggereren, de woordenkramerij bevorderen en een werkelijke vernieuwing tegenhouden. Mis schien is dat al gebeurd met woor- a'? -inbreng" en „inspraak", zoals tevoren met „ontmoeting", "medemenselijkheid" en termen van die strekking. Ze leiden alle- hm 5 gemakkelijk tot gepraat hoven de boomgrens. voorstelling die het woord op roept is wel technisch, maar dan alleen in de consumptieve sector en dan nog wel met betrekking tot 'n consumptie die meer aan bede ling doet denken dan een keuze. Het pakket wordt niet door de consument samengesteld. De mo gelijkheden tot kiezen die hem ge boden worden ziin beperkt tot het welwillend verlof een deel van de inhoud ongeconsumeerd te la ten. Hii hoeft niet alles op te eten wat er op zijn bordje geschept wordt. Hii mag uit het grote pak ket ziin eigen kleine pakie samen stellen. Eerlijkheidshalve moet ik zeg gen dat de vriiheid van de keuze bepaald wordt door de omvang van de geboden mogelijkheden. Hoe talrijker die mogelijkheden ziin. des te meer kan de keuze vrij en creatief ziin. En naargelang die vrijheid toeneemt, gaat het woord pakket ook minder een technische betekenis krijgen, die tot valse voorstellingen leidt, maar ongeveer de zin van: alles wat te onderwijzen is en zich voor methodische overdracht leent. En het lijkt erop of hiermee een ideale situatie bereikt is: de school biedt aan en de leerling mag kiezen. Maar hier komt er een scep tische of zelfs pessimistische knik in mijn gedachtengang. Om die duidelijk te maken grijp ik even terug naar de culinaire vergelij king hierboven. De leerlingen krijgen als „pakket" een uitge breide spijskaart en kunnen daar uit het kleine pakketje van hun het bezit te *5^!! mi*» in aanmerking wille" w int ijeschieden. i kan op korte tetn#w nkties, schrijft uden^st onder ref. nummer i N.V' „J j onderwijs is nu het m»™ -Pukket" geweldig in op- re. Het heeft te maken met de vernieuwingen die door de mam- etwet zijn of nog worden inge- E?.° beo°Kd. Helemaal on- ubbelzmnig is het woord nog ÏA want het duidt, als ik het Lf grepen heb, op zijn minst t„tai gen aan: ten eerste het lm, ^antal vakken waaruit ge- 2i,kan worden, het vakken- aant.fi ,n, 'wonde een beperkter antal vakken dat in feite geko- wordt en waarin de leerling het van bekwaamheid aflegt, fe*. en ten derde onderlim, aantal vakken die of S verwant Seacht worden nis e?" bijzondere beteke- O eslSw wordt b-v- bet «- teSn i 7aarin vakken als held ,itt en handvaardig er- SA .v<wa] die laatste dat hii me' z0 gelukkig, om- ken1,"ieïï^rertdat andere vak- teit en p-tn! mty^er met creativi- den hehh™ T tv,»6 te .Tken zou" 'alen ziin P ls Tllet waar: de middelen Pp matp exnressie- tei-maWr! .iTk"ndp is een ui" de tephnWeK niV, 'k sp,nnf dat alleen maarte 'ekT^ tPnn Mer zieheld „fl dnpl beeft de wa- vertiorepn vernieuwing te ni°„0trd Dakkpt dpnk ik tnwLTl nnm",dp,li* aan oakket t, jVvan creativiteit. Ken boeven onen f7 7* al1een maar '"bond daal, f m?kPI1 °m "ns de J'les is er al nn ut te eïffenen. ia vn „,Pn.z!t in bet nakket. "itnakken 7flme PrPat!pf 'li bet - van oen rnVlfot ^e menu samenstellen. Ik ben ge neigd te zeggen: zo hoort 't ook. Maar deze luxe situatie, zoveel idealer dan het gedwongen eten wat de pot schaft, veronderstelt één elementaire voorwaarde, na melijk dat een behoorlijke eet lust aanwezig is. Wie een luxe restaurant houdt, legt zich toe op het bevredigen van een gecultiveerde eetlust bij zijn cliënten, niet op het opwek ken daarvan. Zonder beeldspraak gezegd: de vrijheid van de keuze in leervakken heeft alleen zin als de kiezende leerlingen werkelijk interesse hebben voor die vakken. Zonder leergierigheid is de ver nieuwing in het onderwijs voor honderd procent een schijnverto ning. Merkwaardig genoeg wordt daar nooit iets over gezegd. En over de omvang van de tegenwoor dig bestaande en als uitgangspunt voor de vernieuwing te nemen leergierigheid maak ik mij geen illusie. De oude. dwaze stelling dat leren een prestatie is. zoiets als kokhalzend eten wat de pot schaft, zou helemaal uit de wereld moeten zijn voordat er iets ver nieuwd kan worden. En voordat die verdwenen is hebben ook de leerlingen misschien ontdekt dat ook het pakket niets bevat wat er niet door anderen ingestopt is. Er is een geweldige mentaliteitsver andering nodig om een vernieu wing mogelijk te maken die na de mentaliteitsverandering helemaal overbodig zou zijn. Er wordt dus een vicieuze cirkel geconstrueerd en het enige wat we kunnen ho nen is dat ook deze constructie wel weer uit de hand zal lopen. „Als we 's morgens aan het ontbijt onze krant pakken, verwachten we we verlangen het zelfs van de krant dat zij ons belangrijke dingen vertelt die er sinds de vorige avond zijn gebeurd. We zetten op weg naar ons werk de autoradio aan en verwachten dat er „nieuws" gebeurd is sinds het ochtendblad ter perse ging. We komen 's avonds terug en verwachten dat ons huis ons niet alleen zal be schermen, ons 's winters warm zal houden en 's zomers fris, maar ook ons ontspanning zal verschaffen en waar digheid, ons zal omgeven met zachte muziek en boeiende liefhebberijen; dat het speelterrein, schouwburg en bar zal zijn. Van onze veertien dagen vakantie verwachten we dat ze romantisch, exotisch en goedkoop zullen zijn, zonder inspanning te kosten. We verwach ten een sfeer van verre landen als we vlak in de buurt ergens naar toe gaan, en we verwachten dat alles ontspannend, hygiënisch en net als thuis zal zijn, wanneer we naar verre landen gaan. We verwachten elk seizoen nieuwe helden, elke maand een literair meesterwerk, elke week een grootse vertoning en elke avond een zeldzame sensatie. We verwachten van alles en nog wat, zelfs al zijn de dingen die we verwachten onmogelijk en tegen strijdig. De Amerikaan D. J. Boorstin, hoog leraar in vaderlandse geschiedenis aan de universiteit van Chicago, aan wie dit citaat is ontleend, richt zich in zijn boek „Het Imago" uitslui tend tot zijn landgenoten, maar het zou van een ontstellend gebrek aan zelfkennis getuigen wanneer we het als zodanig slechts voor kennisgeving zouden aannemen. Ook Europa is be zig de grens tussen schijn en werke lijkheid te vergeten. De vraag is hoe verre dit onder invloed van Amerika gebeurt, is interessant ,maar uit het antwoord zal men geen excuus mo gen distilleren. Het vervaardigen van de illusies die onze ervaring overspoelen, is vol gens Boorstin een belangrijk deel van het zakenleven geworden. En hij zegt dan niet alleen te denken aan de reclame, de public relations en de politieke welsprekendheid, maar aan al die werkzaamheden waarmee men ons wil voorlichten, troosten en ver beteren, ontwikkelen en verheffen: het werk van de beste journalisten, de actiefste uitgevers, de energiek ste fabrikanten en handelaars, de be kendste artiesten, de beste reisbu- reau's en de invloedrijkste leiders op het gebied van de buitenlandse be trekkingen. Zij allen, zegt hij, pro duceren de illusies waarom wij vra gen. Wij zijn gewend geraakt aan onze illusies dat wij ze voor de wer kelijkheid aanzien. We eisen ze. En wij eisen er steeds meer, en verlan gen dat ze steeds groter en levendi ger zullen zijn. Ze zijn de wereld die we zelf hebben gemaakt: de wereld van het imago! Boorstin heeft met de adstructie van wat hij beweert niet gewacht tot men hem om wat voorbeelden zou komen vragen. Hij heeft er meteen zo'n 350 bladzijden mee gevuld. Kijk nu eens, zegt hij, naar de we reld der publiciteit. De eigenaars van een hotel raadplegen een public-re- lationadviseur. Zij vragen hem hoe ze het aanzien van hun hotel kunnen verhogen en daardoor betere zaken kunnen doen. In een minder wereld wijs tijdperk zou het antwoord mis schien zijn geweest: zet er een nieu we gerant in, verbeter het sanitair, laat de kamers schilderen of hang een kristallen luchter in de lounge. De techniek van de public-relations- adviseur is meer indirect. Hij stelt de directie voor een viering van het der tigjarige bestaan van het hotel te organiseren. Er wordt een comité ge vormd waarin onder anderen een vooraanstaande bankier, een bekende dame uit de betere kringen, een be faamde advocaat en een populaire predikant zitting nemen. Er wordt een „gebeurtenis" (bijvoorbeeld een feestdiner) georganiseerd om de aan dacht te vestigen op de belangrijke diensten die het hotel al die jaren aan de gemeenschap heeft bewezen. Alle kranten schrijven over het feest en het doel is bereikt. Typisch voor beeld, aldus de acteur, van een pseu- do-gebeurtenis. In de loop van de laatste vijftig jaar, zegt hij, is een steeds groter deel van onze ervaringen, van wat we lezen, zien en horen, uit zulke pseu do-gebeurtenissen gaan bestaan. We verwachten er meer en we krijgen er meer. De meest geslaagde politici van de laatste tijd zijn volgens Boor stin diegenen geweest die het han digst gebruik hebben weten te maken van de pers en andere middelen voor he* creëren van pseudo-gebeurtenis sen, voor het opbouwen van hun ima ge! Het betekent niet, zegt hij, dat we voor de gek worden gehouden. De efficiënte massaproduktie van pseu do-gebeurtenissen in allerlei ver pakkingen, in zwart-wit, in techni color, in woorden en in duizend an- Vorstin van de illusies dere vormen is het werk van de hele machinerie van onze samen leving. Ze zijn het dagelijks produkt van mensen van goede wil. De media moeten hun toevoer hebben. Het volk moet worden voorgelicht. Degenen die roepen om „meer voorlichting" zijn dan ook meestal op een dwaalspoor. Ze vermenigvuldigen de symptomen, maar genezen de kwaal niet. De moderne held, zegt Boorstin, is de mens-geworden pseudo-gebeurte- nis. Hij is vervaardigd met het voor opgezette doel. aan onze overdreven verwachtingen van menselijke groot heid te voldoen. Hij wordt gemaakt door ons allen voor zover wij willens en wetens over hem lezen, graag naar hem kijken op de televisie, grammofoonplaten kopen met zijn stem er op en met onze vrienden over praten. De beroemdheden helpen el kaar maken en brengen elkaar in de aandacht. Ze zijn in de eerste plaats bekend omdat ze bekend zijn en daar om versterken ze hun imago eenvou dig door bekend te maken dat ze ook elkaar kennen Overdreven verwachtingen. Illu sies op bestelling. De (Amerikaanse?) toerist, zegt de auteur van „Het Ima go", heeft van de reisbureau's leren geloven, dat hij in twee weken avon turen voor een heel leven kan erva ren en zonder levensgevaar levens gevaarlijke sensaties kan ondergaan. Hij krijgt de garantie dat hij zal zien wat hij verwacht en tenslotte gaat hij niet om te kijken, maar om kleu rendia's te maken. Behalve pers, televisie en recla mewereld, dragen ook de uitgeverijen er toe bij de werkelijkheid te ver vormen. Zij geven „omnibooks" uit, waarin klassieke brokken literatuur populair en prettig worden samenge vat. De enige overweging om ze on gelezen te laten is, dat de film, die van die boeken gemaakt wordt, niet meer zo spannend zal zijn. Want je weet het dan allemaal al. Schilderijen van oude meesters stel len teleur, omdat de reprodukties er van zoveel kleurrijker zijn. Om succes te hebben als handelaar in literaire, dramatische en muzika le koopwaar moet je een recept heb ben voor wat het publiek verlangt. En dat recept, zegt Boorstin, moet dan net genoeg gevarieerd worden om elk volgend produkt te kunnen verkopen. De wereld van de illusies is ook andere normen gaan stellen aan wat we kennis, algemene ontwikkeling noemen. Nu welingelicht zijn steeds meer betekent dat men alles moet we ten van pseudo-gebeurtenissen, wordt de grens tussen kennis en onwetend heid vager dan ooit tevoren. We be horen de dingen nu eenmaal te ken nen omdat we ze om vaak dui's- tere redenen algemeen bekend hebben gemaakt. Als wij eenmaal be roemdheden hebben gemaakt, zijn wij ook verplicht ze te vereren. Tenslotte weten we met de dubbelzinnigheid van onze illusies zelf geen raad meer De schrijver geeft de Amerikanen de raad zichzelf te ontnuchteren, hun verwachtingen te temperen, een vi sum te verlenen aan ideeën van ver- weg en begrippen van buitenaf. Hij bezweert hen te ontwaken en de ei gen illusies te ontdekken. Want eer der, zegt hij, „kunnen we niet besef fen dat we slaapwandelaars zijn ge weest". En dat mag dan wat prekerig klin ken, hol zijn die woorden zeker niet. Of we er hier, aan deze kant van de oceaan, iets mee kunnen doen? Men oordele zelf JAN VERDIESEN Daniel J. Boorstin: Het imago. Uitg. Leopold, Den Haag „Bij het uitstippelen van de koers die wij moeten varen, ontbreekt het ons aan een aantal fundamentele gegevens." Deze kenschets van de situatie aan het Nederlandse zee havenfront, „waarin men van alles kan beweren zonder altijd alles te kunnen bewijzen," gaf deze week in Delft de minister van Verkeer en Waterstaat, drs. J. Bakker, en het lijkt het verstandigste woord dat in de emotionele discussies van deze dagen gesproken is. De kleurige rapporten waarmee belanghebbenden en hun supporters elkaar voortdurend om de oren slaan, zijn de volgende: De Tweede Nota over de Ruim telijke Ordening in Nederland, een regeringsstuk uit I960. De Zeehavennota. eveneens een stuk van de regering uit 1966. De verkenning van enkele aspec ten van de ontwikkelingsmogelijk heden voor zeehavens in het Delta gebied, het „groene boekje" van het Overlegorgaan Zeehavenontwikkeling Zuid-West-Nederland uit 1968: in het overlegorgaan zitten Rotterdam. Riinmond en de provincies Zuid- Holland. Noord-Brabant en Zeeland. The Greater Delta Region, het „blauwe boekje" uit 1968, gemaakt in opdracht van Rotterdam door het Amerikaanse adviesbureau Harris. De verkenning van de toekom stige werkgelegenheid in het Rotter damse haven- en industriegebied, het „oranje boekje" van de Rotterdamse commissie-Van Tilburg uit 1969. ■Het Plan-2000+, het „gele boekje", een recente studie van drie gemeen telijke diensten van Rotterdam. Alle boekjes gaan er van uit. dat de zeehavenontwikkeling van uitzon derlijk belang is voor de nationale welvaartsgroei. Dat is het punt niet. Het punt is waar die zeehavenont wikkeling moet plaatsvinden, in Rotterdam en omgeving óf elders (Zeeland, het noorden des lands). In de regeringsstukken en in het groene boekje bliikt de neiging paal en perk te stellen aan de Rotterdamse havencompiexen. omdat ongebrei delde uitgroei daarvan de leefbaar heid. het welzijn, in de Rijnmond zou bedreigen. In de drie recente Rot terdamse studies daarentegen wordt gesteld dat verdere uitleg van de Rotterdamse havencomplexen, tot in de Hoeksche Waard en later mis schien ook op Voorne-Putten. vol strekt noodzakelijk is voor de natio nale welvaartsgroei. Volgens burge meester Thomassen staan we met de rug tegen de muur. want het inter nationale bedrijfsleven investeert in de Riinmond óf investeert niét in Ne derland. En het gaat om vele mil jarden. Maar enkelen houden het hoofd koei, minister banker en bijvoorbeeld ook mr. H. Versloot. In Economisch Statistische Berichten van 12 maart trekt de laatste na een kritische ana lyse de slotsom dat de dadels van Harris en Van Tilburg groter zijn dan ze zijn, en dat ook het Plan- 2000+ met het nodige zout genomen moet worden, zij het dat men daar over tenminste nog redelijk kan pra ten. Na telling van de klanten van Rot terdam komt Harris tot de conclusie dat het Rotterdamse havengebied (nu: 5000 ha) in de komende twin tig jaar met 19.000 ha moet worden uitgebreid. Versloot heeft uitgerekend dat dit programma de helft van alle particuliere investeringen in ons land zou vergen en een kwart van alle overheidsinvesteringen, hetgeen na tuurlijk een onhaalbare kaart is. Van Tilburg oppert twee mogelijk heden: bij consolidatie werkgelegen heid in 1990 voor 528.500 werknemers (beroepsbevolking in dat jaar door natuurlijke groei 506.000), en bij expansie van het havengebied met 19.000 ha werkgelegenheid voor 669.000 werknemers. Versloot: uit een oogpunt van werkgelegenheid is het helemaal niet nodig het Rotterdamse havencomplex verder uit te breiden. Het Plan 2000+ kiest de gulden middenweg: werkgelegenheid in 1990 voor 600.000 werknemers en uitbrei ding van het havengebied in een tempo dat ongeveer driemaal lang zamer is dan dat van Harris. Daar zou in elk geval redelijk en zonder emoties over gepraat kunnen worden. Maar eerst moeten wij, zoals mi nister Bakker zei, weten: wat kost het en wat koop je er voor? De com puters van het Centraal Plan Bu reau zijn nu aan het uitrekenen, wat de invloed is van het havenbedrijf op onze economie, en wat de sociaal- economische kosten en baten zijn van alternatieve oplossingen in Zuidwest- Nederland. Dit soort berekeningen zouden wel eens kunnen uitwijzen, dat het goedkoper is om met behulp van overheidsgeld het Westerschelde- bekken in versneld tempo uit te bou wen tot een aantrekkelijke industrie- pool dan havens aan te leggen in de Hoeksche Waard. Nu zeggen cijfers niet alles. Er zijn ook factoren die niet of nauwelijks in geld zijn uit te drukken, vuil was goed aan de lijn en andere zaken die met welzijn te maken hebben. Over die imponderabilia, die onweegbare overwegingen, kunnen we nog ruzie genoeg maken, als de computers uit gerekend zijn. Zolang zij bezig zijn, moesten we het bekvechten maar laten. Kretenslakerij op basis van onvolledige gegevens is zinloze ener gieverspilling tenzii men het leuk vindt... K. BASTIANEN (Door dr. F. W. Schlimann) WENEN De schoten aan de Oes- soeri horen thuis in de ouverture van een geheel nieuw wereldbeeld, dat aan het begin staat van zijn ontwikkeling en waarvan nog nie mand voorspellen kan, hoe het er uit zal zien. Dat andere wereld beeld zal voor die ontwikkeling niet lang nodig hebben: tien, vijf tien jaar misschien, en de kataly sator bij deze ontwikkeling is de nieuwe derde wereldmacht China. Het overzienbare beeld van enkele jaren geleden: atoommacht Rus land aan de ene en atoommacht Amerika aan de andere zijde is reeds aan het vervagen. Nixons raadsman Kissinger heeft recente lijk gesteld, dat de periode der supermachten voorbij is en hij heeft gelijk, als hij daarmee be doelt, dat 't atoomspel tussen twee reuzen tot het verleden behoort, want de derde reus heeft zich ai gemeld. Vraag is nu, welke plaats deze reus in het spel krijgt. Na de ontwikkeling van de laatste twintig jaar hoeft de nieuweling in het spel niet automatisch aan de zijde van de Sovjet-ünie te komen. Integendeel: alles wijst erop (de nog steeds groeiende ideologische tegenstellingen, de blijkbaar aan wezige bereidheid om het tot be perkte gewapende conflicten te la ten komen) dat China niet de zijde van de Sovjet-Unie zal kiezen. Maar wat dan? Peking zelf redeneert op het ogenblik, dat het in het drie- machtenspel apart zal staan, het vreest ingesloten te worden door de twee „imperialistische mogendhe den", wier machtsbereiken het gi gantische land geheel kunnen om sluiten. Het is aanlokkelijk, aan dit beeld te geloven, zeker wanneer men redeneert, dat Amerika en de Sovjet-Unie elkaar „van vroeger kennen" en eikaars nukken tegen die tijd zullen hebben Ieren ver dragen, om daardoor samen de evenwichtsschaal van de macht naar hun kant te laten doorslaan. Wie deze redenering volgt, vergeet evenwel, dat de Russische verkla ringen van broederliefde van een geheel andere aard zijn dan weste lijke soortgelijke verklaringen. Rus sische vriendschap duurt slechts, zolang deze vriendschap de Russi sche versie van communisme vei lig kan stellen of de uitbreiding daarvan kan dienen. Coëxistentie naar Russische opvatting is nu een maal iets anders dan wat het wes ten daaronder verstaat. Een Russisch-Amerikaanse coëxisten tie heeft derhalve nooit eeuwig heidswaarde en blijft, met een der de atoommacht in het spel, een ris kante zaak. De derde mogelijkheid is de interessantste: een samengaan van de V.S. met de nieuwe Chinese reus; op het eerste oog een ondenk bare zaak. Niet alleen om de tegen stellingen tussen de sociale syste men, maar ook ondenkbaar, omdat men zich China niet in een bondge nootschap voor kan stellen: zelfs in de V.N. willen Mao en de zijnen geen zetel hebben en waarlijk niet alleen omdat Nationalisch China daarin (nog) erkend wordt als het enige China. Bij nader inzien is het Amerikaans- Chinese samengaan in de wereld van morgen zo onmogelijk niet. De minste Chinese antipathieën wor den momenteel tegen de V.S. ge koesterd en ter illustratie daarvan geven we deze recente uitspraak van Tsjen-Ji, de Chinese minister van buitenlandse zaken: „De Ame rikanen zijn bastaarden, maar het zijn eerlijke bastaarden. De Russen zijn leugenaars en verraders." Dat hij dit meent, hebben de schoten aan de Oessoeri bewezen. Deson danks lijkt een Amerikaans-Chi nees samengaan onvoorstelbaar in de situatie van nu. Maar wie kan zich de toestand van 1980 voor stellen?

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 23