300 jaar
geleden
stierf
j Rembrandt
!fee| Aanleidil>9
tot
uitgave
interessant
boek
EMBRANDTS
WERK EN TIJD
nedewerkstf
SWOUDEN
„VLAAMS BOEK MEER MET BLOED
DAN MET DRUKINKT GESCHREVEN
EENTE BREDA
LEVEN
Amen
Bang Bang
Berwald
Zelenka
SUCCESLIJN
SPONTANER
&MWOl7$j
zM
i}.
- -J 5|
Rembrandt, zelfportret (pen in bruin); 1655/1656.
ntelijke KREDIETBANK i
Het is verwonderlijk hoe organisatorenprogramma' en nieuwsmakers tegemvoor-
dig een overstelpende hoeveelheid gedenkdagen, geboorte' en sterfdata weten op te
kloppen en te exploiteren. Op 4 oktober 1669 stierf Rembrandt; welgeteld 300 jaar
geleden. Jawel, 1969 is Rembrandt jaar. O iter aard herdacht met een, grote Rem
brandttentoonstelling in het Amsterdamse Rijksmuseum. Hei is opvallend hoeveel
Rembrandtboeken er momenteel op de markt komen; het ene héét nog mooier of
ieker dan het andere. Wat ons betreft mag het boek „Rembrandt, zijn leven,
it^Khwerk, zijn tijd(uitgeverij Contact Amsterdam), geschreven en samengesteld
Hoor B. Haak, hoofdconservator van de gemeentemuséa in Amsterdam, beide ad-
""Btieieii voeren. En de figuur van Rembrandt is nog steeds de moeite waard, dat
erfwel iveer een gedenkjaar bij kan, al was het alleen maar om een dergelijk boek'
werk uit te geven.
uiteraard zijn er in de loop der tij- keling van de veranderende kunst-
den^ al veel studies over deze grote opvattingen. De schilder ging vrij
zelfstandig te werk.
..O-diploma
tnkelijk van leeftijd, op
t 727,- per maand.
vóór 24 maart a.s. schrift6®]
de directie van de genie611'
Veemarktstraat 49 te Bteit
scolder geschreven. De driedeling,
die het boek van Haak aangeeft le
ven,! werk, tijd, duidt erop dat
ons hier een samenhang geschilderd
wordt, die hoogst interessant is; veel
van het reeds bekende in een groter
zet en ons daardoor bre
der Informeert dan meestal het ge
val is. Bovendien tekent Haak hier
en daar persoonlijke visies aan, die
EJw&gende kwesties rond Rembrandt
misschien wel niet oplossen, maar
^^■verder helpen ontwikkelen.Daar
zijn 612 afbeeldingen, waarvan
109 in kleur, opgenomen. Deze zijn
vanhnooie kwaliteit en zijn boven
dien vrij goed parallel geplaatst bij
de tekst, hetgeen lezen en kijken als
Bl bevordert.
lening 1969
>onder
;en N.V. - Amsterdam
vermeld in het prospectus
ligaties opensteilen op
|ren te Amsterdam, 's-Gravenha9
daar gevestigd.
>ren van inschrijving.
;he middenstandsbank n.V-
BANK
(ANK
Het leven van Rembrandt is een
roman op zich. Maar het draagt ook
de ^rfenis met zich mee van een ge
romantiseerd verhaal. De vele afge
beelde zelfportretten in dit boek (bij
zondere aandacht voor de details; ook
van andere werken) zijn het beschou
wen en bestuderen afzonderlijk
waard.
j Rembrandt heeft daarmee zijn ei-
g.en geschiedenis vastgelegd. Om-
f^ndig komen hier aan de orde zijn
leefsituaties, zijn kontakten met leer-
hngen, vrienden, zakenrelaties, hui-
sehjke omstandigheden, goede en
kwade dagen rust, werk en allesbe-
{~*e, verkwikkelijke toestanden
na faillissment, erfenis etc. Oor-
Sgebeekp6 documenten zÜn erbti
Zeer opvallende aandacht krijgen
in dit boek de leerlingen van Rem
brandt, waarbij interessante gegevens
over het „leerlingensysteem" in die
tijd. Haak geeft een lijst van 35 na
men, waaronder G. Dou, F. Bol, N.
Maes, W. de Poorter, S. van Hoog
straten, W. Drost, A. de Gelder e.a.
Van deze leerlingen zijn ook talrijke
werken opgenomen, waarbij opmer
kelijke vergelijkingen worden getrok
ken. Alleen dit facet van het boek
geeft ons al een boeiende kijk op een
geheel andere kunstzinnige instel
ling in die tijd. Andere voorbeelden
vertellen ons hoe vrij schilders in
dit tijdsbestek met elkanders werk
omgingen. Tegenwoordig zouden we
allang „plagiaat" e.d. geroepen heb
ben al krijg je vaak de indruk dat
Rembrandt in zijn „kopieën" juist
datgene bij zijn inspirators „verbe
terde", wat cr aan hun doeken ont
brak.
kjxi w®k heeft behalve van zijn
«arakterei^ nschappen, invloed on
dergaan van hier in het kort ge-
^tófattea. Het kon niet
aiders. De schrijver tracht voorzich-
nfei »jr.banden te leggen, zo ze
verde tSt Worden door overgele-
ont™;n ï"'®enissen' 1" Rembrandts
De tijd waarin Rembrandt leefde
verschilde aanmerkelijk van de on
ze. Toch kijken we meestal met 20-
eeuwse ogen naar zijn schilderijen,
tekeningen en etsen. Tekenend daar
voor is de opmerking van Haak: „Ik
noemde de „Joodse Bruid" Zijn
meest volmaakte schepping. In de
negentiende eeuw werden achtereen
volgens „De anatomische les van dr.
Tulp", „De nachtwacht" en „De
Staalmeesters" als het toppunt van
zijn kunnen gezien. Ligt hierin mis
schien de grootheid van Rembrandts
kunstenaarschap, dat zijn werk door
iedere generatie weer anders wordt
bekeken?". Het zal ongetwijfeld bok
samenhangen met het zich verande
rende tijdsbeeld; met de ogen waar
mee Rembrandt, de negentiende-
eeuwers en wij kijken.
Dat wordt men zich nog meer
bewust als men al lezende,
vertrouwd wordt gemaakt met
de economische en maatschappelijke
situaties uit Rembrandts tijd, zoals
ze door dit boek heengevlochten zijn.
het nieuwe Amsterdamse raadhuis
etc. betreft, het is allemaal van in
vloed geweest op zijn ontwikkeling.
Zijn leven, zijn werk en zijn tijd.
De a priori aangenomen eenheid
kunst en persoonlijkheid wordt steeds
meer losgelaten. Haak sluif zich aan
bij het huidige streven om tot een
herwaardering te komen van Rem
brandt door middel van een studie
van het algemene beeld van de ze
ventiende eeuw en van de kunstop
vatting in het bijzonder. Om ook af
te komen van de Rembrandt - waar
dering, geweven als een mythe rond
de Nachtwacht, hangend in een wal
halla van 't Rijksmuseum, waar men
zich nog griezeliger gedraagt dan
in een chapelle ardente. Haak slaagt
er in een integrerende schets te ma
ken van genoemde driedeling, waar
mee hij de bewonderaars van Rem
brandt zeker een dienst heeft bewe
zen.
De talloze etsen, tekeningen en
schilderijen in dit boek voorziet hij
Van zakelijke kanttekeningen en per
soonlijke waarderingsnoten. De be
schrijving van de iconografie, de tech
niek en de historische achtergron
den bij elk werk is voor de gemiddel
de lezer instructief. Niet altijd is
ootwilfCoi--""111 nemDranais Of het nu de ontwikkeling van onze
deliik eon'v® 3 .'5Unstpnaar is dui- koopvaardij, van Amsterdam als
evenwol „iün Z1,anj maar deze loopt koopmansstad of toevluchtsoord voor
"p met parallel met de ontwik- duizenden, van de bouwplannen van
Voor de meesten waarschijn-
lenk een wat vreemde presenta
tie deze Rotary Connection: op de
hoes veel vrouwelijk schoon, „be
kleed" met kerkelijke getijden
boeken. Titels van opgenomen
songs; Amen, Rapid Transit, Like
a Rolin Stone, Soul Man, Ruby
Tuesday etc. Verantwoordelijk
voor deze muziek de Rotary Con
nection Vocals met Bobby Simms,
Judy Hauff, Mitch Aliotta, Kenny
Venegas, Sidney Barnes and Min
nie Ripperton. Nu kun je twisten
over deze „doorbraak" van „ker
kelijke" ideeën; over de modieuze
hang naar kwasi-mystiek bij veel
jongeren; desnoods over het per
sifleren van bestaande toestan
den, het komt ons voor dat de
genen, die deze plaat draaien zich
niet erg bekommeren over deze
achtergronden. Want los van deze
gedachten is hier gewoon sprake
van een fijn stuk muziek, waarbij
een sfeer van beat-achtige
mystiek" wordt opgeroepen. Vak
kundig; geestig en interessant.
Rotary Connection (Funckler
Chess - Artone - Mar S 3159).
Sinfonia Singulière en de Sym
fonie in Es, weerspiegelen duide
lijk de tijd, waarin Berwald leef
de, de tijd van Schubert, Berlioz,
Mendelssohn, Chopin en Schu
mann. Vooral met laatstgenoemde
althans de Schumann van de
Rheinische Symfonie heeft de
Zweed nogal iets gemeen, hoewel
men hem soms ook kan vergelij
ken met Mendelssohn of Berlioz.
Overigens vallen deze vergelijkin
gen toch niet in het voordeel van
Berwald uit. Zijn symfonieën
munten niet uit door veel spran
kelende vondsten, het klmkt alle
maal wat bekend, het mist de
nodige diepgang. Berwald is tech
nisch ongetwijfeld een capabel
componist, weliswaar ver uitste
kend boven zijn Zweedse tijdge
noten, maar achterblijvend bij de
Duitse.
Het London Symphony Orches
tra, geleid door de Zweedse diri
gent Sixten Ehrling, heeft weinig
moeite met Berwalds derde en
vierde symfonie. Van een bezielde
weergave kan men echter moeilijk
spreken.
Tsjechische volksmuziek en Itali
aanse invloeden, culminerend in
Vivaldi, bravoure elementen
virtuoze soli. De ouverture is een
klassiek voorbeeld van ce""uï6
turen-suite, waarin Hu speelt me
de chromatiek en met de bezet
ting In de symfonie vindt een
eigenstandige vermenging plaats
van de Italiaanse symfonie en het
C°DeeuUvÊore°ring ligt in handen van
de Praagse kamermuziekverem-
ging Ars Rediviva, die o.l.v. Milan
Munclinger de baroktrachtie le-
vendig houdt En aan de hand van
deze opnamen doet het dit "ge
kend met muzikale elementen,
deze muziek en componist waar-
dig. Een aangename plaat om ken-
nis mee te maken.
Zelenka (1679-1754): Ouvertu-
re-Sinfonia concertante (Supra-
phon-Musica Antique Bohemica
25 - SUA ST 59561).
Ofschoon de Zweedse componist
Franz Berwald niet minder dan
vier symfonieën, een vioolconcert,
een vioolkwartet en een -septet,
enige opera's en een groot aantal
werken voor kamerorkest heeft
geschreven is hij buiten Zwe
den weinig bekend. In het bui
tenland worden een enkele keer
zijn twee laatste symfonieën ge
speeld, waarvan ook een paar
grammofoonopnamen bestaan
Ook tijdens zijn leven (1796-1866)
genoot Berwald weinig succes. Hu
voorzag in zijn onderhoud als
para-medicus, industrieel en
schrijver. Als componist proefde
hij alleen iets van roem in Wenen,
waar hij rond 1840 enige maan
den doorbracht. Maar terug in zijn
eigen land was hij spoedig weer
vergeten, tot een jaar voor zijn
dood, toen hij werd benoemd tot
leraar aan de koninklijke Zweedse
muziekacademie.
Van zijn symfonieën heeft hij
zelf alleen de eerste horen uit
voeren. De tweede is na zijn dood
verloren gegaan, de twee andere
(beide van 1845) beleefden pas
jaren later de derde eerst na
zestig jaar hun eerste uitvoe
ring. Deze twee symfonieën, de
Berwald: Sinfonie singulière
en Symfonie in Es. London Sym
phony Orchestra o.l.v. Sixten
Ehrling. Decca Stereo SXL 6374.
Jan Dismas Zelenka is een naam,
die in de meeste discotheken (nog)
wel zal ontbreken. Toch is het de
moeite waard kennis te nemen
van deze belangrijke Tsjechische
componist uit de 18e eeuw (de
laat-barok). Als instrumentaal-
componist en als toondichter van
kerkelijke muziek (al heeft deze
laatste functie in zijn leven een
wat nare bijklank gehad) heeft hij
een vrij omvangrijk oeuvre nage
laten, waarvoor eerst in latere tijd
meer aandacht is gekomen. Op
Supraphon (een Tsjechisch label,
dat om welke reden dan ook de
laatste tijd bijzonder opvalt) zijn
een tweetal instrumentale num
mers van Zelenka bijeengebracht:
een Ouverture en een Sinfonia
Concertante. Zelenka was een
componist, waarin talrijke stro
mingen en gemoedstoestanden
harmonisch tot een integratie kwa
men. Dat valt in beide werken
duidelijk te beluisteren. Jubelende
vreugde en melancholie, homofo-
nie en polyfonie; elementen uit de
Een plaat met gezéllige muziek
uit de film Chitty Chitty Bang
Bang, naar Flemmmgs verhaal
over een wonderbaarlijke auto.
De meest ambitieuze en originele
musical" heet het bovendien. Maar
dat is meer gezegd. Zeker is, dat
de muziek en de tekst van Richard
Sherman en Robert Sherman ge
tuigt van inventieve geesten, rijn-
zinnige, feestelijke en dolle klan
ken wisselen elkaar af. Vakman
schap en routine. Degenen, die de
muziek van Mary Poppms b.v.
kennen zullen zich muzikaal vaak
in een gelijksoortige wereld wa
nen. Niet ten onrechte. Het zijn
dezelfde componisten. Voor hen,
die de film met Gert Frobe, Anna
Quale, Benny Hill en anderen ge
zien hebben een fijne plaat om je
nog weer eens in die sfeer te ver
plaatsen. Maar ook onafhankelijk
daarvan goed gezongen en echte
musicalmuziek om van te genieten.
Er is ook hierbij weer een origi
neel woord bedacht, dat een pas
send etiket er bij is: Fantasmago-
rical. The roses of succes mogen
wat ons betreft over deze plaat
dwarrelen.
Dick van Dyke, Sally Ann
Howes, Lioned Jeffries, Richard
en Robert Sherman: Chitty Chit
ty Bang Bang (met de originele
cast) (United Artists SULP 1200).
Rembrandt, zelfportret (ets); 1629.
Rembrandt die waardering ten deel
gevallen, die hij over het algemeen
in onze tijd ondervindt. „De eerste
ketter in de schilderkunst" en „Af
god van alle smeerders" zijn min
der vlijende benamingen in het verle
den dan die van „een der grootste
schildergenieën, die ons land gekend
heeft", zoals wij hem nu vaak noe
men. Of wij hem steeds op zijn juis
te waarde schatten is een tweede.
Haak laat ons in dit boek ook vaak
met kritische ogen kijken. De waar
dering is er niet minder om, maar
wordt daardoor misschien wel anders
gekleurd.
Het boek is absoluut genomen niet
goedkoop: f 85,- maar relatief wel.
De uitgever laat weten dat alleen
door internationale samenwerking
met een der grootste kunstuitgevers
ter wereld een dergelijke uitgave tot
stand kon komen. En ook hierdoor
werd het mogelijk de prijs, die voor
een dergelijke uitgave anders hon
derden guldens zou hebben bedragen,
terug te brengen tot genoemd bedrag.
We geven misschien sneller ,f 85,-
uit voor iets waar we minder lang
plezier van kunnen hebben dan van
dit boek.
HENK EGBERS
Elke letterkunde bezit haar eigen smaak, elke schrijver zorgt er boven
dien voor dat zijn eigen werk op eigen wijze wordt gekruid. Zonder op
te klimmen tot Vondel, zoon van Antwerpse ouders, mogen we beweren
dat het werk van Vlaamse auteurs in Nederland een uitstekend gerecht
is gebleken. Hiervoor zijn talrijke gronden aanwezig.
Allereerst zijn lezers als kinderen
die vinden dat het eten buitenshuis
altjjd beter smaakt dan uit moeders
vertrouwde pot. Dit kan louter be
goocheling zijn maar het is nu een
maal zo. Het geluk blijkt steeds
„het andere". Het woord Vlaande
ren verheugt zich overal ter wereld
in een sympathie die, o wonder,
niemand benijdt, die eenieder ge
woonweg aanvaardt. Ik vermoed dat
deze aantrekkingskracht ontstaat om
dat bij het beeld Vlaanderen ge
droomd kan worden.
Het is geladen met een bijzondere
sfeer. In de verbeelding roept het
een historisch en aardrijkskundig
landschap wakker, waarin bont, zin
tuiglijk, driftig en olijk wordt ge
leefd. Ik beweer niet Hat de Neder
lander tot dergelijk bestaan niet in
staat is, integendeel. Maar het wordt
door de meeste „Hollandse" schrij
vers niet zo direct uitgebeeld. In
elk mens, zelfs in de meest strakke,
beeft een verlangen naar intens en
gezond beleven op aarde, wat een
vergeesteling niet uitsluit. De Vla
mingen hebben, zonder zich te hoe
ven forceren de kneep om hemel
en aarde te verbinden. Er zijn maar
drie onderwerpen: het ons omringen
de, de natuur als men wil, de onein
dige waaier van acties en reacties
in verband met het leven, het onbe
kende, God en de dood. In Nederland
hebben deze drie elementen in de
kunst een voortreffelijke uitdrukking
gevonden maar telkens worden ze
iets te apart behandeld.
geloven alles, maar willen het zien,
horen, proeven, betasten, ruiken. Jef
Geeraerts behandelt het probleem
van het kolonialisme in Kongo maar
lijfelijk is hij er bij betrokken. Hij
slaapt bij een negerin, Afrika wordt
geest en vlees.
De kunst om het bestaan tot wa
re belevenis te herleiden heet ver-
tellen, niet redeneren. Het is geen
toeval dat de Nederlanders die kun
nen vertellen, op een paar uitzon
deringen na, beneden de Moerdijk
wonen, dicht bij de verhalende Vla
mingen.
Rembrandt, Het stoute kind (detail; pen in bruin, gewassen, witte
dekverf, enig zwart krjjt); omstreeks .1635.
De Nederlander is meer op orde
gesteld. Dit brengt zijn zin voor re
deneren en catalogiseren mee, zijn
vormelijkheid, zijn grotere voorliefde
voor een samentelling dan voor een
produkt. De Vlamingen, ogenschijn-
lijk naïever, ontrafelen hun bestaan
niet, zijn spontaner, verwerken de
verbanden, mengen ze zoals bloem,
water, gist en rozijnen een rozijnen
brood vormen.
De Vlaamse schrijvers en schilders
staan te Parijs bekend als de rea
listen van het onzichtbare. Hun he
mel is de weerspiegeling van hun
aarde. Felix Timmermans zag „Het
kindeke Jezus in Vlaanderen"
Wjj
Nederlandse lezers kan men tot vol
gende reeksen vereenvoudigen. Er
ademen die, welke uitsluitend met
het hoofd lezen en met enige laat
dunkendheid neerzien op de Vlamin
gen die menen dat het hart onze
meest welsprekende spier is. Zelfs
de zo sensoriële Van Deyssel noem
de ons een i,grof volkje". Omdat wij
geen blad voor de mond nemen en
ook onze buik zijn part gunnen. Er
zijn de snob-lezers, die het steeds
■van de jongste literaire mode moe
ten hebben en Vlaamse auteurs ou
derwets noemen omdat ze nog over
hun moeder durven schrijven. Tot de
ze categorie behoren de meeste Ne
derlandse critici, die een boek bestu
deren als 'n machine en zich amuse
ren met de stukken uit elkaar te
halen. Wie dit triestig ambt uitoe
fent maakt de ziel van een boek
dood, ziet het lichaam niet meer, uit
sluitend nog de uit elkaar gehakte
lichaamsdelen. De derde groep is
gelukkig de grootste, in onze ogen
de meest normale. Zij leest met
geestdriftige overgave om zich aan
te vullen, geest, gemoed, verbeel
ding in één klap. Zij wil de dagelijk
se sleur, de reglementen, de cijfers
om weg te zwerven en terecht te
komen in een wereld, waarin zowel
plaats is voor het kind in hen, als
voor de „natuurlijke" volwassene, de
open mens. Dit vinden de Nederland
se lezers in het Zuiderse boek, meer
met bloed geschreven dan met druk
inkt. De succeslijn van de Vlaamse
literatuur loopt over Teirlinck, Van
de Woestijne, Streuvels. Claes. Wal
schap Gijsen, Boon, Claus, Ruys-
linck, Raes Geeraerts en andere pro
zaschrijvers. Over Gezelle, Van de
Woestijne, V.Ostaijeri, Claus, Snoek
en anderen voor de poëzie. Of ze in
Amsterdam; Brussel, Den Haag, Ant
werpen, Hasselt of Brugge worden
uitgegeven is niet van het minste
belang. Het Nederlandse taalgebied
is een bijenkorf, waar de raten vol
zitten met door allen te prijzen, even
smakelijke honing. Is de verpakking
soms anders, vooringenomenheid is
uit den boze.
In de Boekenweek .viel de aandacht
vooral op het Vlaamse boek. Dit
zou er op kunnen wijzen dat men
meent dat Nederland een bijkomsti
ge inspanning moet 'doen om het
Vlaamse boek nog populairder te
maken.
Wij prijzen de organisatoren van
de Boekenweek ten zeerste voor dit
initiatief maar zijn in onze Vlaam
se onbevangenheid overtuigd dat het
beste en ruimste deel van de Ne
derlandse lezers er alleen de beves-
tigxtig in zal zien van zijn reeds tra-
ditioneel geworden sympathie en be
wondering voor dat paneel van de
Nederlandse letteren, het Vlaamse
waarin het zijn onverwoestbare le
venslust onmiskenbaar herkent.
KAREL JONCKHEERE