is is ichtige ide ichors idorp. e moed n het ige wilde jongen paard UK A VLUCHTEN STAAN VOOR DE DEUR test 'm zelf rally winnaar k lit U....?! r.icli in igen lentiade De boekenwurm Op vakantie via lijnen en landen E N K v E N A fSIL 5 mS BeldeDAF-dealerofvuldecoupon in Doe't meteen voorjaar begint op 7 maart I met de bloemenpracht Van 7t/m16 maart in de Rivièrahal, in de gran dioze omlijsting van Diergaarde Blijdorp Rotterdam 1 melk of puur f 1.25 DE STEM VAN 2ATERDAG 1 MAART 1969 melk of puur Ir waren eens drie vrolijke jongens bij een schoenmaker in de leer. :rwijl zij klopten en hamerden, hakken en zolen herstelden, en de door het leer trokken, maakten zij samen plezier. Ze zongen en lachten, en vertelden geschiedenissen, grappige en griezelige. vanwege de gestaag ten, waardoor de econo- ris dat u in handen krijgt gere school tot de univer- klimaat. hun trek. mensen en techniek com en hebben weinig of an Zuid-Afrika op te noe- doet u er verstandig aan U krijgt dan inlichtingen Nu lag" er in die streek een joot bos, waarvan iedereen zei |t het er niet pluis was. Bij ge lige mensen dachten dat er een Jze tovenaar woonde. Maar ver- indige mensen zeiden: „Tove- (ars bestaan niet, maar er woont i woest en wild paard. Dat kun |wel zien aan de velden waarop beest soms 's nachts onze jachtige gewassen komt vertrap- In." De schoenmakersleerlingen latten dikwijls over het wilde, leste paard. )p een dag riep de moedigste van drie: „Wat zeuren we toch altijd Ir dat paard. Als we nu eens een isterke lijn maakten en boven- vier paardeschoenen, dan was buurt ineens van zijn kwaadaar- heid verlost. Eerstens zou hij niet der kunnen komen dan de lijn lang en tweedens kan een paard met oenen aan de voeten, toch moeilijk te keer gaan in de velden. In denk ik hem zo maar eens ga temmen", edden dat je dat niet zou durven"? tten hem de twee anderen. „Voor- we wedden!" was het antwoord. Is ik het doe krijg ik van jullie je ve jaarloon. Als ik het niet voor aar krijg, geef ik je beiden mijn ie jaarloon!" Ie jongen zocht zoveel leer, zoveel w en spijkers, een kaars en ver te gereedschappen bij elkaar als hij jht nodig te hebben, stopte alles een rugzak en vertrok. [et pad voerde eerst langs stenen rotsen. De weg werd steeds nau- 1 en rotsen hoger en toen het don- werd, zag hij hoog voor zich uit, een roodgloeiend wild zwijn ars over het pad op de rotspunten ld, de twee voorste hoeven aan me kant, de twee achterste hoeven de andere kant van het pad. Op jou had ik niet gerekend", zei jongen. Maar hij deinsde niet te- Nee, hij nam een aanloop en de zo hard hij kon onder het in door,vonken vielen in zijn ha- en op zijn schouders, maar ver was de jongen ongedeerd. zwjjn brulde van woede en gleed 'door uit. Het viel naar beneden bleef tussen de nauwe rotsen en. De vuurgloed doofde, het ge il verstomde en het zwijn was is er geweest", zei de jongen Istapte dapper verder. Al gauw be idde hij in het pikdonkere bos. IWat zijn er hier toch veel laag pgende takken", mopperde hij, nt ze zwiepten in zijn gezicht. Boos lilde hij zijn kapmes uit de rugzak ei sloeg in het wilde weg om zich fen. Op hetzelfde ogenblik hoorde een boosaardig gesis en het leek hem raadzaam maar flink met de bijl te blijven zwaaien. Gelukkig maar, want het, gesis kwam van slangen die in de bomen kronkelden en de jongen wilden aan vallen. Maar de zwaaiende bijl sloeg links en rechts hun koppen af en toen het gesis ophield, zei de jongen bij zichzelf: „Het is te donker om te zien wat er gebeurd is, ik zou de kaars kunnen aansteken maar kom, morgen als ik terugkeer is het dag en dan zal ik wel verder zien!! Zo naderde de moedige jongen het mid den van het bos. Bij een smal streep je maanlicht zag hij een hut, waarvan deur en raam openstonden. Hij stapte naar binnen, stak nu zijn kaars aar en zette die op tafel. Toen haalde hij al zijn spullen uit de rugzak, ging erbij zitten en begon een hoofdstel en de lange lijn uit het leer te snijden. Terwijl hij zo al een poos bezig was, hoorde hij zware hoefslagen en even later stak een monsterachtig groot paard zijn kop door een raam naar binnen. „Wat zit jij daar te doen in mijn hut?" brieste het paard. Maar de jongen deed alsof hij niets zag of hoorde en rustig ging hij voort met zijn werk, „Wie ben je en wat heb je hier te maken?? snoof het jaard en blies zo hard door zijn neusgaten dat het leer van de tafel waaide. Maar de vlam van de kaars bewoog nog niet eens. Nu werd het paard zo woedend dat het zijn neusgaten heel wijd open sperde. Zo wijd dat de kop. breder en breder werd. Zó breed dat hij in het raamkozijn klem kwam te zitten, en ni< i meer heen of terug kon. Vlug sprong de schoenmakersleerling op, schoof het hoofdstel om de kop, bond er de lange lijn aan vast en zei: „Zie zo oude jongen, hiermee kun je eerï' aardig eindje in het rond lopen, maarl; nie* meer zo ver dat je kwaad kunfj doen". Toen maakte hij vlug de vier schoe nen af en nog vóór het paardehoofd weer ingekrompen was, had hij ze klaar. Terwijl het dier nog steeds in he4 raamkozijn gevangen zat, liep de jongen naar buiten, greep met zijn sterke knuisten de poten één voor één vast en bond de schoenen stevig om de hoeven. Bovendien knipte hij een stuk van de lange paardestaart af. „Die paardestaart moet ik meene men om mijn kameraden te bewijzen dat ik het goed geflikt heb", lachte hij en gaf het paard een flinke klap. Gelukkig dat hij dit deed, want juist begon de kop weer dunner en smal ler te worden, maar van die klap brieste het beest opnieuw, zodat hij weer voor een poosje gevangen bleef. De jongen ging naar binnen, pakte zijn spulletjes weer bij elkaar en zag dat de kaars juist was opgebrand. „Nu moet ik maken dat ik wegkom", dacht hfj. Toen hij aan de rand van het bos kwam, ging juist de zon op. En hij zag dat er slangen zonder kop in het rondlagen! Dat waren de „takken" die hem de vorige nacht zo in zijn gezicht hadden gezwiept. Monter flui tend keerde hij bij zijn kameraden te rug. De paardestaart was het bewijs stuk van zijn moedige daad. Voortaan hadden de mensen geen last meer van vernielde gewassen. Daarom leg de de hele buurt geld bij elkaar, zo dat de twee kameraden die de wed denschap verloren hadden, maar een heel klein deel van hun jaarloon hoef den af te staan. De rest werd door alle dankbare mensen bijeengebracht. Het bos is sedertdien veilig en lief lijk. Want het woeste, wilde paard werd mak en tam. 's Zondag gaan de mensen er graag wandelen. Dan wij ze' ze op de vervallen hut en vertel len elkaar het verhaal van de moe dige schoenmakersleerling. AN MAC GILLAVKY Er stond in een laan met bomen een huis. Dat was een bibliotheek, een kinderbibliotheek. In die biblio theek stonden heel veel boeken. Maar weten jullie wie daar woonde? Een boekenwurm. Dat is iemand die alle boeken leest. Hij las natuurlijk allemaal kinderboeken. Er waren veel bibliotheken in die stad. In elke bibliotheek woonde een boekenwurm. Elk jaar was er voor de kinderen van de bibliotheek een feestmiddag. De kinderen moesten dan allemaal wat maken, een teke ning of een verhaaltjeDe boeken wurmen van de bibliotheken, hadden ook feest, maar niet overdag. 's Nachts kwamen alle boekenwur men bij elkaar en gingen feest vie ren. Er werden lampionnetjes opge hangen en stoeltjes neergezet. Er waren ongeveer tien boekenwurmen uitgenodigd. Ze hadden een orkestje gehuurd en konden daarom goed dansen. De hele nacht vierden ze feest. Totdat de klok zes uur sloeg. De boekenwurmen haastten zich naar de bibliotheken. Ze gingen de hele nacht slapen, want ze waren erg moe. De volgende dag kwam de werkster. Ze mopperde omdat 't zo'n rommel was. Ze wist niet wie er geweest waren Wij wel! Regina van Loq Bruno Renardstraat 20 Breda 4Vi jaar. Van de week zjjn er enige agen dapunten, alsmede een paar ake- fietjes op organisatiegebied. De Duiven-Olympiade te Katowice in Polen, vind ik de moeite van het memoreren niet waard. De internationale bekroningen wor den bij deze gelegenheid geëffec tueerd na handkeuring door des kundigen, die in 't algemeen ge sproken veel verstand hebben van schone duiven, doch indirect niet van paarden die de haver ver dienen. Ik heb er van nabij ge kend, die zelf, op eigen hok, van heel hun leven nog nooit een platte prijs gevlogen hebben. Doch die ware sieraden zijn in de internationale duivensport- diplomatie en de representatie, Zulke heren moeten er ook zijn, laat ons niet te zuinig zijn, ze hun wijntje (en trijntje?) gunnen en te gepaster tijd een goei dinee voor hen betalen. De Poolse duivensportbond is ui terst gul en gastvrij geweest voor de afgevaardigden van alle deelnemen de landen. Er werden onbeperkt visa uitgegeven, behalve aan West-Duits- land. Dat kreeg er maar vijf op twee. honderd aanvragen. Als reden schijnt te zijn opgegeven dat ze te laat (zes weken van tevoren) waren inge diend. De politiek schijnt er niets mee te maken gehad te hebben. Po Ien telt vijfendertigduizend duiven- liefhebbers. Naar schatting waren er echter véél meer bezoekers van de internationale tentoonstelling, zodat ik niet anders kan concluderen dan dat er achter het IJzeren Gordijn in brede kring belangstelling bestaat voor onze wakkere luchtreiziger. De jaarvergadering van de Breda se Bond wordt gehouden op maan dag 3 maart in het Bandslokaal, Haagdijk 149, aanvang 8 uur. Deze vergadering is alleen toegankelijk op vertoon van de lidmaatschapskaart 1969. Men mag hier gerust een stille wenk in zien aan het adres van hen die om een of andere reden hun con tributie nog niet betaald hebben. Dat zij hun leven beteren en het zo rap mogelijk doen. De vluchten staan voor de deur, op 16 maart valt de eerste klap op Rijsbergen. Aangaan de het vluchtprogramma 1969 kan ik niet anders melden dan dat het slechts weinig verschilt van de voor gaande. Weliswaar is St.-Vincent ko men te vervallen, in de plaats waar van we nu Pau krijgen. Wat de af stand betreft is dat lood om oud ijzer. Een ander paar mouwen is de om zetting van Dax in Bergerac. Dit gat ligt ongeveer negentig kilometer ten oosten van Bordeaux, op een afstand van 822 km van Breda. Andere ne gerijen in deze beroemde streek van de Dordogne zijn Perigueux, Brive enz., speciaal bij (Belze) duivesjarels wijd en zijd gekend. Alhier in de buurt zijn ook de fameuze pre-his- (ADVERTENTIE) rcouponT I I Graag maak ik een test 'm zelf-rit in de DAF55. Wilt u mij alle infor- l matie sturen over DAF33, DAF44, DAF55, DAF55 stationcar, DAF44 i J stationcar, DAF55 coupé. (Aanstrepen wat u wenst) j j Naam j AdresPlaats.a In enveloppe zonder postzegel zenden aan DAF, antwoordnummer 2000, Eindhoven. S L-J i r m m Een bont gezelschap ziet U hier, allen min of meer in verlegenheid, omdat een plagende geest de hun van nature toebehorende ingrediënten, gereedschap pen, kleding-onderdelen of eigendommen onderling heeft verwisseld, d.w.z. figuur 1 (om zo even aan te duiden) vindt Z'n eigendom terug bij figuur 2, ter wijl deze het zijne of hare weer bij 3 vindt. Wat 3 mist is te vinden bij 4 en zo vervolgens. Maar.... de personen zijn niet genummerd! U moet dus zelf zien waar U het beste begint. Kijk goed uit want er zijn loslopertjes bij die er beslist niets mee te maken hebben! TREK LIJNEN! Heeft U de dobr ons bedoelde „figuur 1-2-3 enz. gevonden, verbind ze dan in dezelfde opeenvolging met lijnen. Bij elke figuur vindt U een ronde punt. Van punt tot punt trekt U langs een liniaal, de lijnen met potlood of pen. DE REBUSJES! U merkt het al: de door U getrokken lijnen doorsnijden telkens een rebusje Als over de hele tekening al Uw lijnen, naar allé richtingen schietend, staan afgebeeld, lost U ook weer in de gegeven volgorde, al deze rebusje's op' LANDEN ZONDER BEGINLETTERS. - Ja dat blijkt uit de rebusjes! Het zijn Europese landen of landstreken, maarzonder de eerste letter.' (Denk tussen haakjes niet dat U terstond ai, dus zonder lijntrekken, deze rebusjes oplost, want er staan lan den bij die eigenlijk niet meedoen en die U dus op een dwaalspoor kunnen brengen!) WAAR MET VAKANTIE? Dat kunt U dan ei genlijk weten! Zet, in volgorde van de lijnen alle ontbrekende beginletters voor de landen en zie zij wijzen U de weg naar een heerlijk oord' De naam hiervan vindt U (als gewoonlijk) op de finan ciële pagina. (ADVERTENTIE) jdagelijks-ookzondags-van 10-22j I -- - I 'li'i i ii'iï''' torische grotten van Lascaux, waar kunstenaars van onze voorouders het Cro Magnon-rais, hun buffels en paar. den schilderden met een technische vaardigheid, om niet te zeggen ge- naliteit waar zelfs een Picasso zich niet voor zou hoeven te schamen. Maar om op Bergerac .terug te ko men, dat wordt nu voor d-e eerste maal gevlogen in complete harmonie en samenwerking met de Nabvanpee. Het is om zo te zeggen de resultante van twee traditionele concoursen, te weten Dax (Pro Patria) en Bordeaux (Putman Cramer). Het zal ongetwij feld een machtig sluitstuk van het fondseizoen worden, vervlogen op 25 juli en met middaglossing. In Zeeuwsch-Vlaanderen is men met deze laatste beslissing niet gelukkig en ik kan mij dat best voorstellen. Aan de andere kamt is het altijd zo geweest dat weer en wind een hele boel kunnen nivelleren van wat nu vermeend hobbelig en jcrom is. Laat ons het daar dan maar op houden. Moulins 568 km dat ver naar het oosten ligt en Limoges 690 km staan ook weer op het program. De Fondclub Zuid-Nederland Is een Stichting die bloeit en floreert. Het aantal (werkende) leden nadert de vijfduizend. Verleden jaar werden door de dertigduizend „gouden rin gen" geplaatst, in de twee maanden die 1969 oud is, zijn het er al reeds tweeënveertigduizend.' Ik zie Buys al zitten aan zijn kolossaal teakhou ten bureau, het gaat hem naar den vleze, hij heeft juist een sigaar opge stoken van Etten tot Leur. Ja, die mannen hebben een vooruitziende blik gehad, ze hebben het zeer juist gezien. Dat was nou nét wat de Bra bantse en Zeeuwse sjarels nodig had. den, een organisatie zuiver in de sportieve sfeer. Als er ooit iets is opgericht wat op dit terrein wel terdege in een be hoefte voorzag dan de Fondciub van (Harrie) Oomens, Buys en Rijken- barg. Vlakt ook Spierenburg niet uit. Allemaal kerels die er belangeloos hard voor werken. Nu gaan de feestvarkens feest vie ren. Ze doen dat ter gelegenheid van de jaarlijkse prijsuitreiking. Deze zal dit jaar plaatsvinden in de enorme Stadssporthal, naast het Willem II- stadion te Tilburg. De vloeropper vlakte van .dit ding is ruim eens zo groot als die van de gekende Vee hallen te Etten, alwaar het volk de laatste jaren niet meer binnen kon geraken. Er zal dit jaar een Simca 1000 ter waarde van 5.345,worden ver loot; het winnende nummer zal een Gouden Ringnummer 1969 zijn. Welk? U zult het op de feestavond aan de weet komen, zaterdagavond 8 maart te HALF ZEVEN! Lidmaatschaps kaarten zijn niet nodig. Ook moeder de vrouw, verloofde, vriendin (vast of los geen bezwaar) zijn van ganser harte welkom. Op het binnenblad van de Fondclubkrant vindt u on deraan om af te knippen een toe gangsbewijs voor u zelf en voor een introducé. Zet er dus seffens de schaar in en ge doet lillek naar de auto. De Fondclub heeft wat dit betreft het grote voordeel dat ge die vier wieler niet met uw duiven hoeft te vliegen; eender wie kan hem win nen, al heeft hij een kotvol eksters en krawaten zitten die met fatsoen niet over de straat-kunnen vliegen. Hierin wordt geen onderscheid ge maakt tussen oud of jong, dik of dun (in de portemonnee) enz. Een ding moet men echter in de gaten houden: Zonder lot geen kans. (Dan zit men er op voorhand los onder door). De Fondkampioenen ,.1968 zijn: 1 Gebr. de Groot te Steenbergen, 2 Adr. van der Wegen te Steenbergen, 3 Jan van Tilburg te Hoogerheide. Deze heren (en hun' opvolgers) zul len ter plaatse gehuldigd worden. Dit geldt .ook voor de winnaars van de zeven voornaamste concoursen te weten: 1 juni Moulins. Maarten Bro- catus te Steenbergen, 21 juni St.- Vincent Pietje Lazeroms .te Zegge, 15 juni Chateauroux, Jan van Gjjs' ie Groede, 29 juni Limoges, Marius de Zeeuw te Eindhoven, 26 juli Dax Jan Rijken te Breda, 7 septembeé Chateauroux Adr. du Puy te Bier vliet, en 21 september Bourges, Frans Metsaars te Rijen. Allemaal goeie. den bruinen (ADVERTENTIE) LEVE OLIFANT! De man die op Safari gaat roept heb De circusdirekteur en z'n gasten roepen het De mensen in de dierentuin en de maharadja in India roepen het Envooral... da liefhebbers van een puike oude of jonge jenever juichen het: Leve Olifant!

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 27