BLIEK IN GESPREK MET HUBERT LAMPO ?er JTIE sdig er zijn jedachtenwereld en de weerslag daarvan in zijn leken formuleert hij met moeite. „Het schijnt"', hij, „dat ik er op een foto uitzie als een trotse man, maar ik ben eigenlijk timide, deemoedig en verlegen." ]jj|sihaart zich niet onder de avant-gardisten in de Neder landse litteratuur. En toch is hij de meeste gelezen Vlaam- eauteur in Nederland; vooraTonaer de jongeren.... ann Qm gesprek komt dan op avant- gardisme en litteraire stro mingen in België en Nederland. Lampo vindt het klimaat onder de auteurs in Nederland wat prettiger. Men accepteert elkaar beter vanuit verschillende opstellingen. In M. SCHAPERKÖTTER: „IK NOEM MEZELF BOEKENPROEFSTER" TJEERD HENDRIKS: „SCHRIJVERS INTERESSEREN ME NIET" LIESBETH DE JONGE: „MEISJESROMANS IN POCKETFORMAAT' N. T0ÜW»HERMANS: „WAT IK LEES HANGT VAN STEMMING AF' K. RUECK: „(ESPROKEN BOEK WAS EEN OPENBARING" DE STEM VAN ZATERDAG 1 MAART 1969 33 Jk was blij met de opdracht van de CPNB om voor Ne derland het boekenweekboek te schrijven. Anders zou ik de komende twee-drie jaar niet geschreven hebben. Ik leloof niet, dat „De goden moeten hun getal hebben" lechter is dan mijn andere boeken". Hubert Lampo zegt iet voorzichtig. Zo spreekt hij voortdurend. Een joviale flaamse gastheer, die er veel prijs op stelt, dat je je zo oqelijk thuis voelt in zijn nieuwe huis. Maar *P en een ervaren verkoper dl* jndlgheld en optreden een verschaffen en in de meubl- goed ingevoerd dient t* t een zelfstandige functie hte is voor het ontwikkelen mede op het gebied van d* leidsvoering. ijke salariëring en verder* tunnen In het vooruitzicht A., waarvan de hoofd- consumptiemelkvoor- et centrum vormt en n. 500 verkooppunten leiding van het Hoofd ig van het gehele dis omvat: uitgifte van melk en jf in Eindhoven en een rvoer en de speciale irk en overig bezorg- itshandhaving op het persoonlijkheid die: ling heeft. Candidaten, i op het terrein van de ogie genieten de voor- :it; eidinggevende functie an beperkt houdbare <en aan een psycho- enhandig geschreven an het hoofd van de hoven. der nummer 442 ingewtcht tf| veg 474, R'dam. Tel. 25 491 ussen Herentals en Lier ligt Grobbendonk. Een weinig zeg- nd Vlaams dorpje, maar gebouwd i rand van een glooiend land- lap. Na vragen en zoeken vind het smalle pad, dat leidt naar rand van een dennenbos. Een vallend modern huis met hellen- I daken en twee grote ^pleet- van vensters. Zün dat mis- jrien de ogen, die je een magisch- ïstische kük op de omringende jreld geven?, vraag je je af. Maar meer Hubert Lampo je met een Iriivige gastvrijheid binnenhaalt i je ineens alle magische werel- i vergeten en toef je in een le- jisechte omgeving. Zijn werkka- .kijk niet naar de rommel, iit we zün nog steeds aan het in nen" ligt met grote schuine en ge rechte vensters als een kapi- ishut boven de woonvertrekken; Jen verbonden door een trap. Het luwe hout geurt nog. \1 spoedig zitten we te praten over zün situatie in het (rooms jtholieke) Vlaanderen. Hij '.heeft zichzelf eens geschreven dat „als socialist geboren is" en peïstisch is. Hij heeft het gewe- Het is nog niet zo lang geleden lat ons gezelschap gemeden werd J men gewaarschuwd werd niet ft ons om te gaan. Maar gelukkig pat de laatste jaren veranderd en ik zelfs onder de clergé ver killende vrienden. Och, ik ben ft eens lid van een socialistische ftij, maar ik heb me altijd soli- gevoeld met hen, die moeite bben met deze wereld. En het Beïsme is geen 19e eeuws ratio- fisme. Ik stam uit een ongelovig Uieu. Maar rüper geworden be- ie, dat dit niet zó eenvoudig is. [ben de levensvisie van rijpere fovigen gaan waarderen". En de 1 van Teilhard de Chardin valt. goden moeten hun getal heb- 1 ben „Vrienden van me zeg- dat dit gezegde al in het oud- ftamentische deel van de bijbel mot staan. Het is een spreekwoord, t men in Oost- en West Vlaande- bezigt ten opzichte van ie- nd, die dement is. De hoofdfi- Pr uit dit boekenweekboek, Kas- is zo iemand". ■ampo, i: n in zwarte trui en beige corderoybroek, stopt weer zijn jSjjP. „Ik liep al lang met het idee "urn achterhoofd om een detec- e-roman te schrüven. Maar het gfoontje uit Amsterdam met de dracht luidde, dat ik geen bui- toeentje mocht schrijven. Het ek moest gewoon in de lijn van to werk liggen. Toén is dit idee tstaan, dat steunt op een krante- richtje van 10-12 jaar geleden, .me roerde. Een jongen uit de dduenten-kolonie Merksplas ichtte. Verborg zich in Meche- k waar vergat zijn positie toen Merklaas op straat kwam. Ging ken en werd gepakt. Dit nieuwe ek vertelt niet dit verhaal, maar wel als thema de man. een (eloze ziel, die van ergens komt daar nergens gaat; van de regen de drop". Bampo heeft het verhaal verder S toegespitst op ervaringen uit zijn ■ng woonplaats Ooien, nabij Geel. 'Geel is de huisverpleging van inkzinnigen een oude traditie, gebeurt met overgave. In Ooien delen deze verpleegden wel of kwamen aan je deur. Ze le- in een gelukkige wereld te wo- De Kasper uit dit boek is een die niet volkomen krankzinnig maar aan geheugenverlies lijdt, heb daarbij bovendien gedacht m iemand die ik zo persoonlijk ïn. jdzc man vlucht uit deze gelukkige wereld en gaat op zoek naar een vrouw in Antwerpen, die hij eens hartstochtelijk lief had. Hü denkt deze vrouw gedood te hebben, maar dat is niet zo. Antwerpen is eigen lijk het rijk van de dood. En zo ont staat er als het ware een helletocht. Een moderne Orpheus op zoek naar Euridice. Ja, weer een mythisch* interpretatie van d* werkelijkheid. j\Jee, ik doe dit niet piet opzet. Ik heb ook hier geen verhaal wil len schrüven rond een vooraf op gezet achetype. Ik weet niet hoe het komt, dat ik me steeds meer in deze magisch-realistische wereld begeef. Het komt vanzelf. Ja, ik geef toe, dat ik er in mijn laatste boeken wel wat uitvoerig op inga, maar bij dit boek heb ik me beper kingen opgelegd. Ook stillistische beperkingen. Mijn taal is wat barok en ik zou zinnen van twee-drie bladzijden kunnen schrijven, maar daarin heb ik me nu bewust beperkt. £)e problematiek rond het onder bewuste is sterk naar boven ge komen tüdens het schrijven van Joachim Stiller (waarvan in Ne derland 120.000 exemplaren in om loop zijn). Onder het schrijven voelde ik in hem de incognito van de Christus groeien. Ik ben me toen gaan afvragen hoe die figuur op gedoken is. Ben toen bij Jung gaan zoeken. Heb hem bestudeerd; maar neem dat met een korrel zout". Boven op de grote stapels boe ken die nog in de nieuwe kasten moeten, ligt Jung. „Ik weet", zegt Lampo, „dat daar een gevaar in schuilt. Ik wil er ook niet profes soraal over doen, maar de mythi sche beelden die je al veel eer der in de litteratuur ziet; bij Kafka blijven me bezig houden. Tn „De goden moeten hun getal hebben" anticipeert de Orpheus- thematiek weer op de Christus; met name in de monoloog van Kas per met een (afschuwelijk) Chris tusbeeld in een vervallen kerk, waar hij van een wilde pater (één van de sfeerpersonen, die ik in het verhaal geweven heb; personen waar ik van houd) een orgel mag afbreken. Dit heb ik niet gedaan om de gelovige lezer een plezier te doen. Het is vanzelf gegroeid. Het Orpheus-thema krijgt ook gestalte in de ontmoeting tussen de man en de vrouw. De vrouw, van goede danseres vervallen tot ordinaire striptease-danseres, wijst hem af. Uiteindelijk vólgt zij toch zoals Euridice; Ga maar voort, ik zal vol gen. Tijdens stakingsdemonstraties in Antwerpen, waarin zii terecht komen, valt hij. De marechaussee schiet in België namelijk op straat; in tegenstelling met Holland. Ik heb daarbii nog even gedacht aan Zwartberg." ïyeer Antwerpen als spook-helle- stad. zoals in „De Heks en de archeoloog"? „Ja," beaamt Hubert Lampe. „ik ben zeer gehecht aan Antwerpen: aan het oude Antwer pen. Niet aan de boulevards, zoals jullie zeggen, en die kermis rond het station. Ook denk ik daarbij aan het oude Antwerpen, dat vol gens historische documenten, voor een groot deel verlaten moet zijn geweest. Zoals op schilderijen van Willink. Daarmee voel ik me inder daad verwant. £)it boek is in een maand of vijf gegroeid. En dat is verwonder lijk voor mii. Ik werk zeer traag." Én onder heftige protesten van zijn vrouw, zegt Lampo, dat hij eigen lijk nogal lui van aard is. Behalve ziin auteurschap vervult hij boven dien nog de functie van hoofd inspecteur van het Bibliotheek wezen in Vlaanderen. „Ik kom uit een generatie, die de crisis nog heeft meegemaakt en durf daarom nog niet helemaal alleen van het schrijven te leven. Wij zün met de onzekerheid opgegroeid. Bovendien zijn wij niet zo gemakkelijk in staat, zoals vele hedendaagse jonge schrijvers en andere artiesten om wanneer het niet gaat voor on dersteuning bij de overheid aan te kloppen." oy stopt weer zijn pijp en houdt het verder bij een „bokaal" spuitwater („Ik moet helder van geest blijven".) „In de grond heb ik veel versies op een boek. Schrijf niet zo trefzeker. Het boek ontstaat wel, maar ik dub er veel over. Ik ben er steeds aan bezig, tot het manuscript de deur uitgaat. De eerste uitgave van een boek van me zie ik daarna graag als een goed gebonden boek; niet als een pocket. Ik ben daar zeer kinderlijk in. j^ijn publiek is een jong publiek. Toen ik onlangs in de RAI stond tijdens de boekenbeurs heb ik ge merkt, dat de meeste lezers van mijn boeken zitten in de leeftijd tussen de 16 en 30 jaar. Waarom ik de meest gelezen Vlaamse auteur in Nederland ben weet ik niet. Mis schien komt het omdat ik door niet al te avant-gardistisch te zijn lees baar ben voor veel mensen. Ik voel er ook niets voor op mijn leeftijd nog van toon te veranderen." 'Vlaanderen verkettert men elkaar sneller en dan met methoden die aan nazistische methodieken doen denken. „Nee, voorlopig heb ik nog geen plannen voor nieuwe boeken. Ik kan niet iedere dag schrijven zo als Vestdijk (die ik bewonder). Voorlopig ben ik leeggeschreven. Er zijn in de toekomst nog genoeg mogelijkheden. Hoe die zich zullen ontwikkelen, weet ik nog niet. Nee, er zijn geen zaken, waarover ik me in deze wereld kwaad maak. Ik maak me niet zo gauw kwaad. Er zijn natuurlijk wel de nodige zaken, waarover ik veel nadenk. De toe stand in Kongo b.v. en de chaos, waarin wij deze mensen hebben achtergelaten. Biafra, Vietnam... op dit moment evenwel (nog?) niet als thema voor een boek. In mijn boek Rachel heb ik wel een résumé gegeven van dit soort toestanden, maar dan meer vanuit eigen jeugd met een Spaanse burgeroorlog." |__ampo heeft een grote bewonde ring voor Simenon. „Geweldig energiek bovendien." En weer zegt hij (weer onder protest van zijn energieke vrouw, die overdag in het middelbaar onderwijs zit), dat hij lui is. „De populaire erkenning, zou me meer moeten doen schrij ven. Maar het schijnt samen te hangen met de lengte van je dar men. Ik heb lange darmen." Dochter Hélène komt thuis van de middelbare school. „Nee, Wolkers en Van 't Reve komen hier op school niet aan de orde." Wie dan wel? En dan volgt een rij met na men van bekende Vlaamse auteurs met na een kleine pauze als bescheiden klinkend slot: „en mijn vader". HENK EGBERS „liezen heeft voor mij altijd onge looflijk veel betekend. Vanaf mijn prilste jeugd heb ik gelezen. Ik heb al mijn boeken helaas in Indië, waar ik 24 jaar gewoond heb, achter moeten laten. Nu hecht ik niet meer zoveel waarde aan ei gen boekenbezit. Ik heb er, nu ik in een bejaardencentrum woon, ook geen plaats voor. Samen met een andere dame heb ik hier in het huis vijf jaar geleden een uitleen- bibliotheek ingesteld, zodat ik zelf alle boeken vantevoren lees. Ik noem mijzelf boekenproefster". Mej. M. J. Schaperkötter (82) uit Breda zegt zich altijd bijzonder vooral in haar Indische tijd in Oosterse filosofie, in psychologie (Jung) en in boeken over occul tisme te hebben geïnteresseerd. „Qok nu", vertelt zij, „lees ik nog wel filosofische werken, maar als ontspanning neem ik graag eens een defectieve of een belletristisch werkje ter hand. Een aantal boe ken heeft in mijn leven veel bete kend. Ik ben iemand, die altijd gezocht heeft.Het boek „De Sten der wijzen' van Anke Larsen heeft op mijn leven véél invloed gehad. Daarin is een groot aantal mensen op zijn eigen wijze op zoek naar de steen der wijzen. Bij de meeste mensen is het zo, dat als zij eenmaal een bepaalde richting zijn toegedaan, zij van mening zijn, dat ze het ware hebben gevonden. In dit boek is dit juist niet het geval. Ik heb me altijd zeer verwant ge voeld met de personen in dit ver haal". „jyjoderne schrijvers lees ik niet. Ik kan me niet verplaatsen in de gedachtengang van jonge men sen als Cremer. Het is een wonder- lüke wereld momenteel; een we reld voor de jeugd. Vestdijk mag ik wel, maar ik vind hem wel een verschrikkelijk zware auteur. Vlaamse auteurs heb ik ook wel ge lezen. „Pallieter" van Timmermans natuurlijk en Elsschot, Van Huberl Lampo ken ik geen werk. Vroeger las ik boekbesprekingen in een be paald tijdschrift, de naam ben ik vergeten en ook in kranten. Nu niet meer u zult wel lachen, maar ik heb het erg druk. Voor mezelf koop ik geen boeken meer, wel voor jarige familieleden en kennissen. „Ta, nou vraag je me wat. Ik ben J wel een regelmatige lezer. Een uur tot twee uur per week. In de winter meer dan in de zomer. Dat houdt verband met mijn zaak", ver telt de jonge exploitant van het Chaamse hotel Bellevue. Wat hij zelf graag doet gunt hij ook zijn klanten. Uit de tüdschriftenbak op de stamtafel steekt een waaier van dag- en weekbladen. „Elsevier", leest hij iedere week. „Alleen de verslagen en reportages waarvoor ik me interesseer. Leesstof moet voor mij interessant zijn. Mijn voor keur gaat uit naar historische boe ken. Niet streng wetenschappelijk, maar meer in het populaire genre. Om een voorbeeld te noemen, his torische romans en dan mag voor mij hét accent op het authentieke liggen en oorlogsliteratuur. Ik heb pas een trilogie over de Tweede Wereldoorlog doorgeworsteld. Er tussendoor lees ik ook wel eens een „vijf-stuivers-romannetje". Boeken die me zijn bijgebleven: 0815 van Helmut Kirst en Exodus van Uris" ^/oorkeur voor bepaalde auteurs? Nee, die heb ik niet. Schrijvers interesseren me niet. Er blijven na tuurlijk altijd wel enkele namen hangen. Die Uris büvoorbeeld heeft wel indruk op me gemaakt. Och, en praat je over Vlaamse auteurs, dan zeg ik zoals waarschijnlijk velen, Ernest Claes van „De Witte" na tuurlijk. En mr. Rothaert; „maar ik heb alleen wat lichtere kost van hem gelezen. „Spionage in het veld leger", herinnert ik me. Van al te zware lectuur hou ik niet. De naam Hugo Lampo zegt me niets". „J^iteraire kritieken lees ik af en toe nog wel eens, al zijn ze niets anders dan de mening van een be paalde mijnheer. Dat maakt de zaak voor mij niet interessant genoeg". Nee, ik kan niet zeggen, dat boe ken over het algemeen te duur zijn. Ik koop graag eens een goed en mooi uitgevoerd boek. Zelden of nooit pockets. Er is hier wel een bi bliotheek in het dorp, maar ik kom er nooit". traditionele boekenweekgeschenk. De X S.mtiaj-t 1 De boekenweek is gisteravond officieel begonnew met het minderroem- (dan) ruchte schrijversbal in het Stedelijk Museum als medern „consumptie-artikel" krijgt deze week bijzoj^er^rftpcfame.^lM dit land van alphabeten is het boek ook niet meer weg te den, overspoeldeen welvaartstaat waardig. Het grootste pr< (kopers) is de keuze, de kritische beperking. Het groi media, die u daarover moet informeren (zoals een kram lectuur goed te kanaliseren. Het boek ontbreekt practii meer. Vijf, willekeurig gevraagde, mensen uit ons geb pagina iets over. Onder de vele boeken, die ons deze week worden aangebot ven onze bijzondere aandacht. Dat is het schrijver daarvan, Hubert Lampo, sprak met ons daarAvffi1 tÊ'AlJii- RüHj'ïA"Jiet Vlaamse Grobbendonk (zie hiernaast). Bovendien is er een speciale boeken- weekuitgave: „40 Indachtig het gezegde dat het leven bij 40 begint, zagen de samenstellers aanleiding om een aantal literaire radio-programma's samen te stellen rond de veertigers in de literatuur. De programma's zijn gebaseerd op het schema: gesproken zelfportret, interview, beschouwing over en fragmenten uit hun werk. Deze programma's worden deze week iedere dag uitgezonden. Door het boekje, waarin deze programma's zijn opgenomen, wordt het beeld van iedere schrijver afgerond met een bibliografie en met foto's. De schrijvers, waarover het gaat zijn Lolle Nauta, JanWolkers, Hugo ClausHugo Raes, Ward Ruystinck en Remco Campert. Verder zijn er plaatselijke activiteiten. In Bergen op Zoom is in de bibliotheek Erasmus een fototentoonstelling van hedendaagse schrijversgemaakt door de dichter-fotograaf Cor Stutvoet. Dr. G. Vasina, cultureel attaché bij de Belgische ambassade, opent deze tentoonstelling vanmiddag om 4 uur. Het Comité Zeeuws Boekenfeest organiseert vandaag een show van Max Tailleur met o.a. Mieke Bos. Voor de pauze treedt het Zeeuws Jeudgorkest op. Dat allemaal in zaal „Brittania" te Vlissingen, die versierd is door leerlingen van de Chr. De tailhandelsvakschool. In Tilburg is vrijdag 8 maart het Achtste Brabantse Boe kenbal in de schouwburg. In de vooravond het cabaret „Met blijdschap geven wij kennis" met o.a. Adéïe Bloemendaal, Gerard Cox en Frans Halsema. In de pauze boekenmarkt en na afloop van het bal ^de grote plundering". In Den Bosch is op 4 maart het 2e Bossche Boekenbal in de schouwburg met het caba ret Rients Gratama. Tijdens de pauze boekenmarkt met auteurs in levende lijve en daarna is Jan Blaaser de „bal-opfleurdér"~.Jn Dordrecht is op 7 maart een Reciteer-avond in het Mini-Theater met o.a. Buddingh en Vinkenoog. Bij de boekhandel tenslotte, sal of niet met groen-ivitte vlaggen getooid, ligt voor u „Boeken in huis", waarin veel gegevens over de nieuwste boeken. En natuurlijk de boekenweekpuzzel. Wanneer u nog meer geïnformeerd wilt zijn vraag dan naar de Boekengids „Qver het algemeen vind Ik de moderne schrijvers te hard. Hun manier van schrijven doet me niet veel. Ik hou meer van een directe stijl, van een verhaal waar een be paalde lijn in zit. Misschien bein ik ook nog te jong om het werk van de jonge moderne auteurs te kun nen waarderen". J_iesbeth de Jonge is zestien jaar en zit in de derde klas HAVO van de Scholengemeenschap Petrus Hondius in Terneuzen. Naast teke nen en muziek is lezen, in deze volgorde van intensiteit, een van haar liefhebberijen. Ze leest tame lijk veel en graag en wel het meest meisjesromans in pocketformaat. Haar favoriete schrijfster is Leni Saris. „Tocht naar het licht", in de Witte Raven-serie, vindt Liesbeth erg goed. ^/an de Nederlandse auteurs schie ten haar alleen de namen van Jan de Hartogh, Bordewijk, Vest dijk en Den Doolaard te binnen. „Ik kan niet zeggen dat ik ze graag lees. Ik heb iets van hen gelezen omdat het nu eenmaal op school moet". Van de Vlaamse schrijvers kent ze enig werk van Stijn Streu- vels en Hugo Claus. Van Hubert Lampo heeft ze nog nooit gehoord. „Ik koop vrij weinig boeken voor mezelf en dan zyn het meestal poc kets van nog geen twee gulden. Die betaal ik dan van mijn zakgeld. Wél haal ik regelmatig iedere week twee boeken bij de gemeentelijke uitleenbibliotheek. Daar hebben ze keuze genoeg". Qngeveer dertig boeken, voorna melijk pockets, mag Liesbeth haar eigen bezit noemen. Ze zegt: „Het liefst lees ik boeken over meisjes waarin ik mezelf herken en die bereiken waar ik ook naar streef. (Bv. een ideale man vin den. Ze mogen gerust hun moei lijkheden doormaken). Boeken van Cissy van Marxveld („Joop ter Heul"!) en Anne de Vries („Hilde") hebben voor Liesbeth nog niets van hun aantrekkingskracht verloren. Verder is ze een trouwe consument van de leesstof in Libelle, Mar griet en Muziek-Express. „Tekenen en muziek gaan bij mij voor. Meest al blijft het lezen beperkt tot het dagelijkse uurtje in bed voor het slapen gaan", aldus Liesbeth de Jonge. „A13 ik de kans krijg, dan lees ik", zegt mevrouw N. Touw-Her- mans uit Bergen op Zoom. Voor een moeder van vier kinderen liggen die kansen uiteraard niet voor het grijpein. „Maar 's avonds, zondags en tussendoor, als 's middags de klei ne op bed ligt, lees ik regelmatig. Wat ik dan lees hangt erg van mijn stemming op die momenten af. Dat kan een roman of een detective zijn. En als de tijd erg kort is beperk ik me tot een of ander artikel in een tijdschrift. Ik begin echter altijd met de krant; die spel ik uit Ta, ik kan wel zeggen, dat ik vrij J veel boeken lees. Bijzondere voorkeur voor auteurs heb ik niet. Noch voor Nederlandse; noch voor Vlaamse schrijvers. Van Hubert Lampo heb ik wel gehoord. Ik ge loof dat het een aparte is. Per soonlijk heb ik van hem nog niets gelezen. Wel heb ik gehoord, dat het goed is, wat hij schrijft. ■yijdschriften voor vrouwen? Zelf heb ik er geen. Och, ze zijn wel gezellig. Eigenlijk kun je ze alle maal over één kam scheren. Het beeld van de vrouw daarin, geloof ik, is wel reëel. Maar ik laat me niet zo gauw beïnvloeden. Ook niet door boeken. Je moet in deze tijd met beide benen op de grond staan Ik geloof alleen, dat boeken je aan het denken kunnen zetten. £)e prijzen van de boeken vind ik nogal meevallen. Natuurlijk is het niet zo, dat je „zo maar even" een boek koopt, als je het ergens in een etalage ziet liggen. Wij zijn lid van een boekenclub. Het voor deel is dat je dan wel regelmatig boeken koopt. We hebben nog een vracht boeken liggen. Het abonne ment op de bibliotheek hebben we daarom maar opgezegd; het was niet rendabel meer". „Dat boeken invloed kunnen heb ben op iemands leven, lijkt me wel erg ver gaan. Maar dat je er wijzer van wordt, is iets dat zeker is". „J-Jet gesproken boek", ls een on derwerp dat de heer K. W. Rueck uit Roosendaal zeer na aan het hart ligt. Hij verblijft vanaf april '67 in huize Charitas, is nog zeer vitaal als 79-jarige en is sinds 15 jaar vrijwel blind, In Charitas leerde hij „het gesproken boek" kennen. „Een unieke gelegenheid voor mensen als ik, om op zijn tijd tóch een boek te lezen", zegt hij. „\/roeger snuffelde ik altijd veel in boeken", vertelt hij. „Maar toen mijn ogen slechter werden, was ik daar uiteraard niet meer toe in staat. In het begin denk je aan zo veel dingen, dat je het gemis aan boeken niet zo voelt. Maar later wel, hé. Je zoekt naar ontspanning, maar kunt dat tnjna niet vinden. Toen ik in "haritas werd opgeno men, had ik nog nooit gehoord van het gesproken boek. Wel heb ik de mogelijkheid overwogen om het brailleschrift te leren, maar dat kost ontzettend veel inspanning en ik was toen al niet één van de jong- sten meer". ^nderhalf jaar geleden introdu ceerde de blinde zuster Rufina het gesproken boek in Charitas. „Het was een openbaring voor mij", zegt de heer Rueck. „Die dames spreken die bandjes erg goed. De juiste klemtoon weet u wel. Ze kunnen de sfeer van een boek goed overbrengen. Ik houd zelf veel van historische verhalen. Anton Coo- len vind ik geweldig. Multatuli ook. Zoals die man de toestanden in In dië heeft beschreven. Geweldig". £)e belangstelling voor het gespro ken boek was aanvankelijk niet zo groot in Charitas. Maar mede door de heer Rueck zijn er momen teel 7 deelnemers. „Twee maal in de week wordt er voorgelezen zegt hij. „Dat is voor ons altijd een heer lijke ontspanning. Je leeft er ge woon naar toe. Na afloop wordt erover gesproken. Ook bepalen wij gezamenlijk welke boeken er aan gevraagd worden. Je staat er dan versteld van, hoeveel boeken er op de band staan. Zelf zou ik wel eens iets moderns willen horen. Gewoon ter kennismaking. Of dat me zou bevallen weet ik natuurlijk niet. Maar ja, je moet ook rekening hou den met de anderen",

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 17