MAANKEVER DE RUIMTE IN Generale repetitie voor de landing op maan DE MANNEN IN DE APOLLO-9 Premier Levi Esjkol: MEESTEM VAN HET COMPROMIS Generaal Igal Allon - Geen stoelen Start Ellips T.v.-uitzending Moelijkste fase Laatste „aardvluclit" Amerikanen tegen maanvluclit Belangstelling Geleerde OPMERKELIJK VERWIJDERING ONZEKER J DE STEM VAN DONDERDAG 27 FEBRUARI 1969 9 (Van onze redactie buitenland) Het bizarre insekt dat officieel „Lunar Module" (LM) heet en nog dit jaar Amerikaanse ruimtevaarders op de maan moet brengen, wordt de komende dagen grondig beproefd. Met de 39-jarigé James A. McDivitt als gezagvoerder, de 36-jari- ge David R. Scott als piloot van de stuurcabine en de 33-jarige Russell L. Schweickart als piloot van de „LM" start op vrijdag 28 februari van lanceerplaats 39A op Kaap Kennedy opnieuw een Saturnus-5, die de Apolla-9 in een baan om de aarde moet bren gen. Negen dagen, 22 uur en 40 minuten duurt deze reis, aic. zo veel mogelijk een bemande vlucht en landing op de maan moet nabootsen. Riskant is daarbij het voornaam ste punt van het vluchtplan, het te voorschijn halen van de „LM" uit de beschermende huls, het verrich ten van een „schijnlanding" op de maan en de terugkeer van de ruimtevaarders naar de bescher mende stuurcabine. De functionarissen van de NASA achten deze generale repetitie on misbaar. Menselijkerwijs gesproken mag er niets mis gaan wanneer de maanlanding over enige maanden werkelijk wordt ondernomen. Het loven van twee ruimtevaarders hangt er van af of de „LM" na de ontkoppeling feilloos landt, weer opstijgt en zich weer bij de Apollo- 11 kan voegen die dan om de maan cirkelt. Tijdens de komende reis gebeurt zoiets op de vijfde dag als generale repetitie. Wanneer de „LM" op zijn vier poten staat, zo als het instrument op de maan moet doen, lijkt het een groot me talen insekt. De mensen die het hebben ontworpen en beproefd hebben het de bijnaam „Bug" (ke ver) gegeven. Het inwendige van de „LM" ziet or eveneens vreemd uit. Er zijn geen stoelen, de twee ruimtevaar ders moeten staan op twee plaat sen met iets meer dan een meter tussenruimte. De versnellingen tij dens landing en opstijgen worden opgevangen met riemen die aan de ruimtepakken worden bevestigd. Het verblijf heeft een ruimte van 4,5 kubieke meter, de doorsnee is 2 meter 34. Een 7,5 centimeter dik ke isolatielaag beschermt het in wendige tegen te grote tempera tuurswisselingen. In de „LM" kan oen geheel uit zuurstof bestaande atmosfeer worden gehandhaafd. De „LM" is in feite het eerste echte ruimteschip. Het kan alleen in de kosmische ruimte gebruikt worden, ia de atmosfeer is het onbruikbaar. De bodem kan worden losgekop peld, waarna deze als platform dient voor de start van het boven deel, dat beide ruimtevaarders naar de stuurcabine terug moet brengen. Het totaal is bijna zeven meter hoog en heeft een doorsnee, met uitgestrekte poten, van 6,3 meter. Het geheel weegt ongeveer 14,4 ton, waarvan meer dan tweederde brandstof. De reis begint om elf uur in de ochtend (17.00 uur Ned. tijd). De Saturnus-5 brengt de Apollo-9 in een baan tussen 202 en 208 km hoogte en op deze eerste dag repe teren de ruimtevaarders het aftel len voor een gefingeerd starten van de motor van de derde trap, die hen naar de maan zou brengen. Daarna volgt het loskoppelen van de stuurcabine, die omgedraaid wordt en met de punt wordt vast gehaakt aan de „LM". Deze wordt uit de huls getrokken, waardoor de Apollo-9 compleet is. De derde trap, die nu los is van de Apollo, wordt weer Ontstoken, waaruit moet blijken dat deze het samen stel naar de maan zou hebben kun nen zenden. Later op de dag wordt de derde trap voor de derde maai aangezet. Deze komt dan buiten de aantrekkingskracht van de aarde en dus in een baan rond de zon. Ver volgens proberen de ruimtevaarders of hun hoofdmotoor het goed doet. Hun baan wordt daardoor veran derd en komt tussen 210 en 243 km hoogte te liggen. Tijdens de tweede dag wordt de motor weer aangezet, waardoor de baan gewijzigd wordt in een elips tussen 213 en 500 km hoogte. De derde dag schakelen de ruimtevaar ders vanuit de stuurcabine de „LM" in, waardoor deze zich met zuur stof vult. McDevitt en Schweickart kruipen door het tunneltje naar bin nen en controleren drie uur lang de instrumenten van de „LM". Klopt alles, dan laten zij 357 secon den lang de motor branden die voor de afdaling moet zorgen en die de val naar de maan in de toekomst zal breken tot een zachte landing. De twee mannen kruipen weer te rug, waarna de Apollo-9 in een cir kelvormige baan rond de aarde op 245 km hoogte wordt gebracht. Tijdens de vierde dag gaan Mc Divitt en Schweickart opnieuw de „LM" door de tunnel binnen. Schweickart keert dan echter te rug langs de buitenkant, in het luchtledige. Hij verlaat de „LM" door het luik, waardoor in de toe komst de eerste man op de maan zal stappen, en werkt zich naar de stuurcabine toe door zich op te trekken aan handgrepen. Voordat hij de stuurcabine door het luik bin nengaat houdt hij zich bezig met enige experimenten. Twee uur lang neemt hij foto's, verzorgt hij een televisieuitzending voor de kijkers op aarde, beproeft hij het ruimte- pak dat voor een wandeling op de maan is ontworpen. Op de vijfde dag komt de moei lijkste fase. McDivitt en Schweic kart gaan dan een „uitstapje" van zes uur maken. Zij kruipen weer in de „LM", ontkoppelen «deze van de Apollo-9 en laten Scott eenzaam verder gaan. Beide ruimtevaarders beproeven de afdelingsmotor en te gen het einde van het uitstapje ont steken zij de stijgmotor. Het onderste deel van de „LM", dat hierbij als „lanceerplatform" dienst doet, blijft daarna in een eigen baan om de aarde draaien. De mannen moeten nu weer naar de stuurcabine manoeuvreren, er vastkoppelen en zich door de tun nel weer bij Scott voegen. De „LM" wordt daarna losgekop peld, de motor wordt weer aange stoken en blijft branden tot de voorraad op is. Ook dit deel is nu aefhter de rug. Van de zesde tot de negende dag doen de drie ruimte vaarders hetzelfde als op de terug reis van de maan. Totdat zij op de tiende dag neerdalen in de Atlan tische Oceaan, 1.600 km ten oosten vam Kaap Kennedy. Maar dat is al routine geworden, want „volgens het spoorboekje" werken dan kik vorsmannen, piloten in hefschroef- vliegtuigen en ander personeel sa- Dit is een foto van een model van de „Lunar Module", de „taxi" die van de Apollo-capsule naar de maan en terug moeten gaan. Van boven af ge zien lijken de antennes op voelsprieten, de twee ramen net op twee ogen. Geen wonder dat de L.M. de bijnaam „kever" kreeg. men om de mannen en het ruimte schip aam boord van het bergings vaartuig te brengen. De 31ste be mande ruimtevlucht is dan vol bracht, de 19e Amerikaanse. Voorlopig is het tevens de laat ste Amerikaanse ruimtevlucht rond de aarde. Tot 1971 voeren hum be mande vluchten uitsluitend naar de maan. Nog dit jaar komen er vier, als alles naar wens verloopt. In april of mei gaat de Apollo-10, het landingsvaartuig moet de maan dan tot op 15 km naderen. Met de Apol- lo-ll moet in juli of augustus de eerste maanlanding worden verwe zenlijkt. Steeds twee maanden la ter komen dan de Apollo-12 en de Apollo-13, zodat aan het einde van dit jaar zes Amerikaanse ruimte vaarders op de maan geweest zul len zijn. NEW YORK (AFP) Er zijn meer Amerikanen tegen het ruimtevaartprogramma voor landing op de maan dan er voor zijn, blijkt uit een opinie-onder zoek, namelijk 49 tegen 39 pro cent. Twaalf procent heeft geen mening. De voornaamste tegen argumenten zijn: het geld kan beter gebruikt worden voor de oplossing van de binnenlandse vraagstukken, of voor de V.N. die er de hele mensheid mee kunnen helpen. Er is geen enke le reden om de maan en andere planeten te onderzoeken, en het is geldverspilling want de V.S. zullen niets kostbaars op de maan vinden. Degenen die voor zijn menen dat er belangrijke wetenschap pelijke ontdekkingen van kun nen worden verwacht, dat de V.S. de Russen in de ruimte voor moet zijn en dat de mens zich niet aan de „uitdaging van de wetenschap" kan onttrekken. DEN HAAG (ANP) „Als wc moeilijkheden zouden verwachten, touuen we een.oudig niet gaan", heei'i James A. McDivitt gezegd voordat hij in 1965 met de Gemini-4 een vlucht rond de aarde ging Naken. M«'l)ivitt beschouwt de bemande ruimtevluchten niet als ecn gokspel, maar als een technische en wetenschappelijke prestatie. Vrijdag 28 februari gaat hij weer ('mhoog als gezagvoerder van de Apollo 9. Tien dagen lang zal hij dan ®®t Scott en Schweickart nauwkeu- nagaan, welke moeilijkheden zich J'j een landing op de maan met de Lunar Module zouden kunnen voor- Men. Evenals zijn makkers, is McDivitt Mor zijn taak berekend. Alle drie Mbben zij de technologische oplei- "Ng gehad die hen geschikt maakt voor deze zware taak. Alle drie staan 'evens bekend om hun analytische Beest en hun onbewogen, realistische enadering van de ruimtevaart. slaagde hij als eerste aan de nieuwe pilotenschool voor ruimte-onderzoek. Daar trad hij vervolgens als leraar op totdat de directeur van deze school hem aanbeval voor de oplei ding tot ruimtevaarder. Op 17 sep tember 1962 werd hij tot ruimte vaarder gekozen. McDivitt had toen al verscheidene hoge onderscheidin gen voor de 145 vluchten die hij als straaljagerpiloot in de Koreaanse oorlog had volbracht. Zijn grootste prestatie vindt hij zelf zijn vlucht met de Gemini-4. Daarmee bleef hij, samen met Edward H. White, in juni 1965 vier dagen lang in een baan om de aarde, die hij 62 maal doorliep. McDivitt is gehuwd met Patricia A Haas. Het paar heeft vier kinderen. SCOTT MCDIVITT SCHWEICKART .He nu 39-jarige McDivitt is op 10 S 1929 in Chicag° geboren. Als (IVlSICLtlB 'uaent had hij zoveel belangstelling oor alles wat met vliegen en ruim- ovaart samenhangt, dat hij voort durend tot de besten behoorde van de Mhnische oplpiding aan de universi- ei' van Michigan. toen hij jn 1959 zijn graad „bache or of science" in ruimtevaarttech niek behaalde was hij de beste van 607 medeleerlingen. Hij studeerde daarna een jaar aan de testpiloten- ,aan de luchtmachtbasis Ed- in Californië. Een jaar later David R. Scott, de tweede man van de Apollo 9, heeft eveneens een in drukwekkende technische opleiding gevolgd. Hij werd evenals McDivitt „master" in de ruitmevaarttechniek na zijn studie aan het technologisch instituut van Massachusetts te heb ben voltooid. Hij promoveerde op in terplanetaire navigatie. Scott is op 6 juni 1932 in San An tonio, Texas, geboren. Hij werd „bachelor of science" in 1954 aan de Amerikaanse militaire academie, als vijfde van een klas van 633 leerlin gen, Scott is ook veteraan van de testpilotenschool en de ruimtevaar- dersschool in Californië. In oktober 1963 werd hij met 13 anderen bij de ruimtevaarders inge deeld. Op 16 maart 1966 begon hij als tweede man met de vlucht van de Gemini 8. Deze vlucht had drie da gen moeten duren, maar moest al na tien uur worden afgebroken om dat een der stuurraketjes vanzelf be gon te werken. Het ruimtevaartuig begon te tollen. Slechts met moeite konden beide ruimtevaarders hun toestel zolang in bedwang houden tot de noodlanding was voltooid. Voor dien hadden zij echter al de eerste koppeling in de ruimte verricht. Scott en zijn vrouw Ann Lurton zijn bei den kinderen van luchtmachtgene- raals. Zij hebben een zoon en een dochter. De 33-jarige Russell L. Schweickart is nog niet in de ruimte geweest. E- venals Scott heeft hij twee graden behaald aan het instituut voor tech nologie in Massachusetts. Voordat hij op dezelfde dag als Scott, ruimte vaarder werd, verrichte hij als ge leerde onderzoek in de fysica van de hogere atmosfeer en in de toegepaste sterrenkunde. Schweickart is op 25 oktober 1935 in Neptune, New Jersey, geboren. Hij was van 1956 tot 1960 en opnieuw van 1961 tot 1962 piloot bij de lucht macht. Hij is gehuwd met Clare G, Whitfield uit Atlanta, Georgia. De Sehweickarts hebben vijf kinderen. (Van onze redactie buitenland) „ZORG DAT JE GEEN COMPROMIS-FIGUUR WORDT," zei de Israëlische vader des vaderlands, David Ben-Goerion, in 1964 tegen zijn opvolger, de nieuwe premier Levi Esjkol. Een jaar later consta teerde Ben-Goerion dat zijn trouwe metgezel en steun sinds de op richting van de staat Israël wèl een „prater" was: „Hij kent het verschil niet tussen waar en niet-waar. Hij moet weg." Toch is Levi Esjkol voor Israël waarschijnlijk een betere leidsman ge weest dan de bijbelse leeuw Ben Goerion of de een-ogige oorlogsheld Mosje Dayan. Met zijn diplomatieke optreden wist hij de duiven en de havikken in het parlement tevreden te houden. Hij zocht steeds de oplossing in het gesprek en dat heeft Israël misschien voor grote rampen behoed, gezien de gespannen verhouding met de omringende Arabische wereld. Hij Was een meester in het vinden van compromissen en dat heeft hem bij velen populair en bij anderen im populair gemaakt. Kenmerkend voor Esjkol is de volgende mop: een kel ner vraagt-hem of hij koffie of thee wil, waarop Esjkol antwoordt: „Half om half". Deze kleurloze gematigdheid, zijn houterige manier van spreken en zijn soberheid maakt een vergelijking met ex-president Johnson verleidelijk. Sommigen verklaren deze overeen komst uit het feit dat beide politici begonnen als boeren. Evenals bij Johnsons opvolging bestaat er na de dood van Esjkol vrees voor de „har de lijn". Zijn belangrijkste karakter trek is zijn verzoenende natuur. Hij noemde zijn ministers vaderlijk „kin derlach" (jiddisch voor kinderen) en als er problemen waren, zei hij: „Kinderlach, we moeten op een of andere manier een oplossing vinden voor dit probleem". Zijn zachte ka rakter heeft hij te danken aa-n het feit dat hij in Oost-Europa geboren werd en wel in de omgeving van Kiev in de Oekraïne op 25 oktober 1895. Hij groeide op in een sfeer van vervolgingen en pogroms. Hij zei eens: „Ik heb in Israël voor geen enkele taak gestaan, waarvan ik al niet in het huis van mijn vader ken nis had genomen." Tijdens een po grom na de Russisch-Japanse oorlog had de hele familie Esjkol zich ver schanst in een gebarricadeerd huis. Men wachtte gelaten af. „Ik realiseerde me, op mijn onvol wassen manier, dat terugvechten nooit in ons op kwam". Dit „pacifisme" is altijd ergens in Esjkol blijven be staan, wat opmerkelijk is in een mi litant land als Israël. Hij werd al jong een vurig aanhanger van de zionis tische beweging en stapte in 1914, ge kleed in schooluniform en met een bundeltje schone kleren op zijn rug, op de stoomboot naar Jaffa. Zijn naam veranderde hij van Schkolnik in Esjkol, wat Hebreeuws voor drui ventros. Hij trad meteen toe tot het Jood se legioen in het Engelse leger, dat in Palestina tegen de Turken streed. De weinig-strijdbare Esjkol hoefde echter niet in actie te komen. Daarna wijdde hij zich weer geheel aan de landbouw in een van de eerste kib- boetsim „Degania B." aan de oevers van het meer vam Gallileï. De laatste .aren van zijn leven heeft Esjkol nog vaak in deze kibboets vertoefd. Vanaf het begin is hij betrokken geweest bij de stichting van de Jood se staat. Hij was afgevaardigde tij dens de oprichtingsvergadering van de Histadruth, het Israëlische parle ment en behoorde vanaf de vorming tot de sociaal-democratische Mapai- partij. Niet alleen in Palestina vocht hij, maar ook in Berlijn, waar hij als lid van het Palestina-bureau in de eerste Hitier-jaren hielp ontvluchten naar hun „Heilige land". Hij klom snel op de politieke lad- d In 1948 werd Esjkol directeur- generaal van het ministerie van de fensie. In 1952 nam hij het ministerie va financiën onder zijn hoede, waar hij gedurende 11 jaar de scepter zwaaide. In die jaren heeft hij zich onschatbaar verdienstelijk gemaakt en nestelde hij zich wat invloed betreft naast premier David Ben-Goerion. J Men sprak in die tijd van het Isra ëlische „wirtschaftswunder". Esjkol stichtte de nationale centrale bank, het economische planningsbureau en liet de buitenlandse handel een onge kende vlucht nemen. In 1963 wees Ben-Goerion hem per soonlijk als opvolger aan, maar gaf hem wel een waarschuwing mee, zo als in de inleiding te lezen staat. Al gauw kwam er een verwijdering tus sen beide politici. Een sabotagekomplot in Egypte mislukt, een minister moet aftreden. Later wordt hij echter van alle blaam gezuiverd en acht Esjkol het niet nodig een heronderzoek in te stellen. Ben-Goerion keert zich nu tegen Esjkol, hij stapt uit de Mapai- partij en sticht een eigen groepering, de Rafi-partij. De verkiezingen betekenen een strijd tussen de feilen en gematig den, waarbij de kalme, bezadigde Esjkol een duidelijke overwinning boekt. Dat was in de tijd dat er met Amerika een overeenkomst werd ge sloten over het ontziltingsproject van het water van de Jordaan. De Arabieren stonden op hun achterste benen. Esjkol waarschuwde dat hij tegen hen te velde zou trekken, als ze deze plannen zouden dwarsbo men. De verhouding met de Arabieren werd steeds moeilijker, maar Esj kol deed alles om een botsing te voorkomen. Hij bleef rekenen op de goede wil van vrienden als Amerika, waar hij in 1964 als eerste Israëli sche premier op het Witte Huis ont vangen werd. Twee jaar vqor de oorlog van juni 1967 pleitte hij voor oorlog van juni 1967 pleitte hij al voor financiële hulp aan de Pales tijnse vluchtelingen. Vlak voor de zesdaagse oorlog kreeg hij het echter moeilijk. Hij sprak aarzelend en onzeker tijdens zijn radiotoespraak. De oppositie wilde invloed en duwde haar top man Mosje Dayan naar voren. Esj kol benoemt hem tot minister van defensie, hoewel hij daar liever de minister van handel, Allon gezien had. Hij wist dat alleen een com promis de eenheid van Israël kon be waren. De laatste tijd werd het een beetje stil rond de oude Levi Esj kol. De vergeldingsacties na de aan slagen op El-Al-vliegtuigen duiden op grotere invloed van de „haviken", Na de aanslag in Zürich was Esjkol wegens ziekte trouwens al niet meer in staat zelf een beslissing te nemen. Onlangs heeft hij echter nog in een interview met Newsweek van zijn li berale instelling blijk gegeven. Hij zei daarin best met de Ara bieren en zelfs met de El Fatah te' willen spreken en dat Israël niet strikt vasthoudt ana de bezetting van de westelijke Jordaan-oever. Levi Esjkol is drie keer getrouwd geweest, voor de laatste maal op f jarige leeftijd. Hij sprak maar liefst zes talenJiddisch, Hebreeuws, Duits, Engels, Russisch en Frans, Tenslotte no-g -twee staaltjes van de droge Esjkol-humor. Tegen immigranten zei hij stee vast „Wilt u hier een klein fortuin maken Kom dan met een groot." In een van zijn laatste redevoerin gen zei hij over de houding van Rusland ten opzichte van Israël: „De Sovjet-Unie heeft de wereld laten weten niet geïnteresseerd te zijn in de vernietiging van Israël. Het enige wat ik kan zeggen is, dat Israël niet geïnteresseerd is in de vernietiging van Rusland." D.V. TEL AVIV (A.F.P.) Gene raal Igal Allon, de opvolger van Eskjol, werd 10 oktober 1918 in het dorp Tabor in Gallilea ge boren en was de jongste minis ter in het Israëlische kabinet. Op 17-jarige leeftijd werd hij be velhebber van de „Palmach", het elitekorps van de „Haganah". In 1937 was hij één van de oprich ters van de kiboets Ginossar in Gallilea. Gedurende de onafhan kelijkheidsoorlog in 1948 en 1949 was hij achtereenvolgens opperbevelhebber aan het front in Galilea, het centrale front, in de Negeb en de Noord-Sinaï. Hij was secretaris-generaal van de zionistisch-socialistische „Adoeth-Haavoda"-partij, die la ter samenging met de Mapai, in welke partij hij één van de be langrijkste leiders werd. Generaal Allon studeerde in Jeruzalem en in Oxford. Hij wordt beschouwd als een auto riteit op defensiegebied en be hoort in de politiek tot de ge matigden, steeds de lijn van Esjkol en minister van buiten landse zaken Abba Eban vol gend. Het gaat mij, vindt u het gekzeev aan het hart, dat er temidden van het tumult dat wereldmachten eikaars diplomaten in de haren doet vliegen en, wat erger is, eikaars soldaten laat sterven, nu ook nog in het klein geruzied wordtEn dat gebeurt nota bene in ons dierbaar Zuidwest-Neder land. Schade. Immers, Nieuw-Vossemeer en De Heen gaan tegen elkaar te keer als twee kijvende, keffende buurvrou wen, die elkaar amper het licht in de ogen gunnen. Nogmaals schade. Dat licht is in dit geval Merijntje. Die van Gijzen wel te verstaan. Dat licht dreigt vertroebeld te worden door onwaardig gekibbel. En dat nog wel' in het jaar, waarin we gedenken, waarin hij een halve eeuw geleden van ons heen ging. Ruzie maken om de plaats waar het beeld van Merijntje, met wie ik mij uiteraard ten nauwste verwant voel, moet staan, is als ruziën om een grafsteen. Het beeld van Merijn tje is toch immers alleen belangrijk in zover het gegrift staat in het hart van de ware Westbrabander. En die hoeft heus niet alleen in Nieuw-Vos- semeer of in De Heen te wonen. Die kan in heel West-Brabant wonen en zelfs zij het bij hoge uitzondering daarbuiten. Daarom, hulde vanaf dit papier voor burgemeester Hennekens, voor de wijze waarop hij temidden van dit dorpstumult het licht van Merijntje in zijn hart en op de tong draagt. Nietwaar, het uitbarsten in een har telijke lach, wanneer ge verneemt dat sommigen gelijk kemphanen te genover elkander staan, getuigt van het gevoel voor betrekkelijkheid, dat Merijntje evenals trouwens de gro te Tijl hevig sierde. Hulde, mr. Hennekens, voor deze wijsheid en moge zo, in een gulle lach, het ware licht van Merijn in de bollen en harten uwer burgers en van die van De Heen opflikkeren en het pad verlichten van allen, die daar gaan tussen Moerdijk en Putte en tussen Bergen op Zoom en de ooste lijke randen van de Baronie. Eén ding, mr. Hennekens, waarom wilt ge de mensen een borreltje la ten vatten. Om de vrede te vieren? Ge weet toch wel beter. In West- Brabant doen ze dat met een pintl Telefoon vanuit Brussel: „Yes mr. Joseph, ik reken er op dat u binnen kort eens langs komt". Joseph: „Mag ik Pietje meenemen?" „Is die er dan nog?" „Yes, Richard. Maar als ik weer een stomme streek uithaal, dan staat de hele Kamer op zijn kop. En als Pietje meegaat, dan durven zij er niks van te zeggen". En daarom gaan ze samen naar het Witte Huis. Athenee (Tweede Kamer). Ik kan de dame, die van de week dacht dat ik misschien een seksege note van haar was, nu verzekeren dat dit niet het geval is. Merijn is inmiddels vader geworden, en dat zegt genoeg. MERIJN. IN AMSTERDAM is gisteren een „Comité tegen de vestiging van Pro- gil" opgericht. Het comité wil de acties tegen de plannen van Progil om een zwavelkoolstoffabriek in het westelijk havengebied van de hoofd stad te vestigen coördineren en uit breiden om de inwoners van Amster. dam te waarschuwen voor de geva ren van zulk een fabriek. (ADVERTENTIE)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 7