MAANKEVER DE RUIMTE IN
Generale
repetitie
voor de
landing
op maan
DE MANNEN IN DE APOLLO-9
Premier Levi Esjkol:
MEESTEM
VAN HET
COMPROMIS
Generaal
Igal Allon
-
Geen stoelen
Start
Ellips
T.v.-uitzending
Moelijkste fase
Laatste „aardvluclit"
Amerikanen
tegen
maanvluclit
Belangstelling
Geleerde
OPMERKELIJK
VERWIJDERING
ONZEKER
J
DE STEM VAN DONDERDAG 27 FEBRUARI 1969
9
(Van onze redactie buitenland)
Het bizarre insekt dat officieel „Lunar Module" (LM)
heet en nog dit jaar Amerikaanse ruimtevaarders op
de maan moet brengen, wordt de komende dagen
grondig beproefd.
Met de 39-jarigé James A. McDivitt als gezagvoerder, de 36-jari-
ge David R. Scott als piloot van de stuurcabine en de 33-jarige
Russell L. Schweickart als piloot van de „LM" start op vrijdag 28
februari van lanceerplaats 39A op Kaap Kennedy opnieuw een
Saturnus-5, die de Apolla-9 in een baan om de aarde moet bren
gen. Negen dagen, 22 uur en 40 minuten duurt deze reis, aic. zo
veel mogelijk een bemande vlucht en landing op de maan moet
nabootsen.
Riskant is daarbij het voornaam
ste punt van het vluchtplan, het te
voorschijn halen van de „LM" uit
de beschermende huls, het verrich
ten van een „schijnlanding" op de
maan en de terugkeer van de
ruimtevaarders naar de bescher
mende stuurcabine.
De functionarissen van de NASA
achten deze generale repetitie on
misbaar. Menselijkerwijs gesproken
mag er niets mis gaan wanneer de
maanlanding over enige maanden
werkelijk wordt ondernomen. Het
loven van twee ruimtevaarders
hangt er van af of de „LM" na de
ontkoppeling feilloos landt, weer
opstijgt en zich weer bij de Apollo-
11 kan voegen die dan om de maan
cirkelt. Tijdens de komende reis
gebeurt zoiets op de vijfde dag als
generale repetitie. Wanneer de
„LM" op zijn vier poten staat, zo
als het instrument op de maan
moet doen, lijkt het een groot me
talen insekt. De mensen die het
hebben ontworpen en beproefd
hebben het de bijnaam „Bug" (ke
ver) gegeven.
Het inwendige van de „LM" ziet
or eveneens vreemd uit. Er zijn
geen stoelen, de twee ruimtevaar
ders moeten staan op twee plaat
sen met iets meer dan een meter
tussenruimte. De versnellingen tij
dens landing en opstijgen worden
opgevangen met riemen die aan de
ruimtepakken worden bevestigd.
Het verblijf heeft een ruimte van
4,5 kubieke meter, de doorsnee is
2 meter 34. Een 7,5 centimeter dik
ke isolatielaag beschermt het in
wendige tegen te grote tempera
tuurswisselingen. In de „LM" kan
oen geheel uit zuurstof bestaande
atmosfeer worden gehandhaafd. De
„LM" is in feite het eerste echte
ruimteschip. Het kan alleen in de
kosmische ruimte gebruikt worden,
ia de atmosfeer is het onbruikbaar.
De bodem kan worden losgekop
peld, waarna deze als platform
dient voor de start van het boven
deel, dat beide ruimtevaarders naar
de stuurcabine terug moet brengen.
Het totaal is bijna zeven meter
hoog en heeft een doorsnee, met
uitgestrekte poten, van 6,3 meter.
Het geheel weegt ongeveer 14,4 ton,
waarvan meer dan tweederde
brandstof.
De reis begint om elf uur in de
ochtend (17.00 uur Ned. tijd). De
Saturnus-5 brengt de Apollo-9 in
een baan tussen 202 en 208 km
hoogte en op deze eerste dag repe
teren de ruimtevaarders het aftel
len voor een gefingeerd starten
van de motor van de derde trap,
die hen naar de maan zou brengen.
Daarna volgt het loskoppelen van
de stuurcabine, die omgedraaid
wordt en met de punt wordt vast
gehaakt aan de „LM". Deze wordt
uit de huls getrokken, waardoor de
Apollo-9 compleet is. De derde
trap, die nu los is van de Apollo,
wordt weer Ontstoken, waaruit
moet blijken dat deze het samen
stel naar de maan zou hebben kun
nen zenden. Later op de dag wordt
de derde trap voor de derde maai
aangezet. Deze komt dan buiten de
aantrekkingskracht van de aarde en
dus in een baan rond de zon. Ver
volgens proberen de ruimtevaarders
of hun hoofdmotoor het goed doet.
Hun baan wordt daardoor veran
derd en komt tussen 210 en 243
km hoogte te liggen.
Tijdens de tweede dag wordt de
motor weer aangezet, waardoor de
baan gewijzigd wordt in een elips
tussen 213 en 500 km hoogte. De
derde dag schakelen de ruimtevaar
ders vanuit de stuurcabine de „LM"
in, waardoor deze zich met zuur
stof vult. McDevitt en Schweickart
kruipen door het tunneltje naar bin
nen en controleren drie uur lang
de instrumenten van de „LM".
Klopt alles, dan laten zij 357 secon
den lang de motor branden die voor
de afdaling moet zorgen en die de
val naar de maan in de toekomst
zal breken tot een zachte landing.
De twee mannen kruipen weer te
rug, waarna de Apollo-9 in een cir
kelvormige baan rond de aarde op
245 km hoogte wordt gebracht.
Tijdens de vierde dag gaan Mc
Divitt en Schweickart opnieuw de
„LM" door de tunnel binnen.
Schweickart keert dan echter te
rug langs de buitenkant, in het
luchtledige. Hij verlaat de „LM"
door het luik, waardoor in de toe
komst de eerste man op de maan
zal stappen, en werkt zich naar de
stuurcabine toe door zich op te
trekken aan handgrepen. Voordat
hij de stuurcabine door het luik bin
nengaat houdt hij zich bezig met
enige experimenten. Twee uur lang
neemt hij foto's, verzorgt hij een
televisieuitzending voor de kijkers
op aarde, beproeft hij het ruimte-
pak dat voor een wandeling op de
maan is ontworpen.
Op de vijfde dag komt de moei
lijkste fase. McDivitt en Schweic
kart gaan dan een „uitstapje" van
zes uur maken. Zij kruipen weer in
de „LM", ontkoppelen «deze van de
Apollo-9 en laten Scott eenzaam
verder gaan. Beide ruimtevaarders
beproeven de afdelingsmotor en te
gen het einde van het uitstapje ont
steken zij de stijgmotor.
Het onderste deel van de „LM",
dat hierbij als „lanceerplatform"
dienst doet, blijft daarna in een
eigen baan om de aarde draaien.
De mannen moeten nu weer naar
de stuurcabine manoeuvreren, er
vastkoppelen en zich door de tun
nel weer bij Scott voegen.
De „LM" wordt daarna losgekop
peld, de motor wordt weer aange
stoken en blijft branden tot de
voorraad op is. Ook dit deel is nu
aefhter de rug. Van de zesde tot de
negende dag doen de drie ruimte
vaarders hetzelfde als op de terug
reis van de maan. Totdat zij op de
tiende dag neerdalen in de Atlan
tische Oceaan, 1.600 km ten oosten
vam Kaap Kennedy. Maar dat is al
routine geworden, want „volgens
het spoorboekje" werken dan kik
vorsmannen, piloten in hefschroef-
vliegtuigen en ander personeel sa-
Dit is een foto van een model
van de „Lunar Module", de „taxi"
die van de Apollo-capsule naar de
maan en terug moeten gaan. Van
boven af ge zien lijken de antennes
op voelsprieten, de twee ramen net
op twee ogen. Geen wonder dat de
L.M. de bijnaam „kever" kreeg.
men om de mannen en het ruimte
schip aam boord van het bergings
vaartuig te brengen. De 31ste be
mande ruimtevlucht is dan vol
bracht, de 19e Amerikaanse.
Voorlopig is het tevens de laat
ste Amerikaanse ruimtevlucht rond
de aarde. Tot 1971 voeren hum be
mande vluchten uitsluitend naar de
maan. Nog dit jaar komen er vier,
als alles naar wens verloopt. In
april of mei gaat de Apollo-10, het
landingsvaartuig moet de maan dan
tot op 15 km naderen. Met de Apol-
lo-ll moet in juli of augustus de
eerste maanlanding worden verwe
zenlijkt. Steeds twee maanden la
ter komen dan de Apollo-12 en de
Apollo-13, zodat aan het einde van
dit jaar zes Amerikaanse ruimte
vaarders op de maan geweest zul
len zijn.
NEW YORK (AFP) Er
zijn meer Amerikanen tegen het
ruimtevaartprogramma voor
landing op de maan dan er voor
zijn, blijkt uit een opinie-onder
zoek, namelijk 49 tegen 39 pro
cent. Twaalf procent heeft geen
mening. De voornaamste tegen
argumenten zijn: het geld kan
beter gebruikt worden voor de
oplossing van de binnenlandse
vraagstukken, of voor de V.N.
die er de hele mensheid mee
kunnen helpen. Er is geen enke
le reden om de maan en andere
planeten te onderzoeken, en het
is geldverspilling want de V.S.
zullen niets kostbaars op de
maan vinden.
Degenen die voor zijn menen
dat er belangrijke wetenschap
pelijke ontdekkingen van kun
nen worden verwacht, dat de
V.S. de Russen in de ruimte
voor moet zijn en dat de mens
zich niet aan de „uitdaging van
de wetenschap" kan onttrekken.
DEN HAAG (ANP) „Als wc moeilijkheden zouden verwachten,
touuen we een.oudig niet gaan", heei'i James A. McDivitt gezegd
voordat hij in 1965 met de Gemini-4 een vlucht rond de aarde ging
Naken. M«'l)ivitt beschouwt de bemande ruimtevluchten niet als
ecn gokspel, maar als een technische en wetenschappelijke prestatie.
Vrijdag 28 februari gaat hij weer
('mhoog als gezagvoerder van de
Apollo 9. Tien dagen lang zal hij dan
®®t Scott en Schweickart nauwkeu-
nagaan, welke moeilijkheden zich
J'j een landing op de maan met de
Lunar Module zouden kunnen voor-
Men.
Evenals zijn makkers, is McDivitt
Mor zijn taak berekend. Alle drie
Mbben zij de technologische oplei-
"Ng gehad die hen geschikt maakt
voor deze zware taak. Alle drie staan
'evens bekend om hun analytische
Beest en hun onbewogen, realistische
enadering van de ruimtevaart.
slaagde hij als eerste aan de nieuwe
pilotenschool voor ruimte-onderzoek.
Daar trad hij vervolgens als leraar
op totdat de directeur van deze
school hem aanbeval voor de oplei
ding tot ruimtevaarder. Op 17 sep
tember 1962 werd hij tot ruimte
vaarder gekozen. McDivitt had toen
al verscheidene hoge onderscheidin
gen voor de 145 vluchten die hij als
straaljagerpiloot in de Koreaanse
oorlog had volbracht. Zijn grootste
prestatie vindt hij zelf zijn vlucht
met de Gemini-4. Daarmee bleef hij,
samen met Edward H. White, in juni
1965 vier dagen lang in een baan om
de aarde, die hij 62 maal doorliep.
McDivitt is gehuwd met Patricia A
Haas. Het paar heeft vier kinderen.
SCOTT
MCDIVITT
SCHWEICKART
.He nu 39-jarige McDivitt is op 10
S 1929 in Chicag° geboren. Als (IVlSICLtlB
'uaent had hij zoveel belangstelling
oor alles wat met vliegen en ruim-
ovaart samenhangt, dat hij voort
durend tot de besten behoorde van de
Mhnische oplpiding aan de universi-
ei' van Michigan.
toen hij jn 1959 zijn graad „bache
or of science" in ruimtevaarttech
niek behaalde was hij de beste van
607
medeleerlingen. Hij studeerde
daarna een jaar aan de testpiloten-
,aan de luchtmachtbasis Ed-
in Californië. Een jaar later
David R. Scott, de tweede man van
de Apollo 9, heeft eveneens een in
drukwekkende technische opleiding
gevolgd. Hij werd evenals McDivitt
„master" in de ruitmevaarttechniek
na zijn studie aan het technologisch
instituut van Massachusetts te heb
ben voltooid. Hij promoveerde op in
terplanetaire navigatie.
Scott is op 6 juni 1932 in San An
tonio, Texas, geboren. Hij werd
„bachelor of science" in 1954 aan de
Amerikaanse militaire academie, als
vijfde van een klas van 633 leerlin
gen, Scott is ook veteraan van de
testpilotenschool en de ruimtevaar-
dersschool in Californië.
In oktober 1963 werd hij met 13
anderen bij de ruimtevaarders inge
deeld. Op 16 maart 1966 begon hij
als tweede man met de vlucht van de
Gemini 8. Deze vlucht had drie da
gen moeten duren, maar moest al
na tien uur worden afgebroken om
dat een der stuurraketjes vanzelf be
gon te werken. Het ruimtevaartuig
begon te tollen. Slechts met moeite
konden beide ruimtevaarders hun
toestel zolang in bedwang houden tot
de noodlanding was voltooid. Voor
dien hadden zij echter al de eerste
koppeling in de ruimte verricht. Scott
en zijn vrouw Ann Lurton zijn bei
den kinderen van luchtmachtgene-
raals. Zij hebben een zoon en een
dochter.
De 33-jarige Russell L. Schweickart
is nog niet in de ruimte geweest. E-
venals Scott heeft hij twee graden
behaald aan het instituut voor tech
nologie in Massachusetts. Voordat hij
op dezelfde dag als Scott, ruimte
vaarder werd, verrichte hij als ge
leerde onderzoek in de fysica van de
hogere atmosfeer en in de toegepaste
sterrenkunde.
Schweickart is op 25 oktober 1935
in Neptune, New Jersey, geboren.
Hij was van 1956 tot 1960 en opnieuw
van 1961 tot 1962 piloot bij de lucht
macht. Hij is gehuwd met Clare G,
Whitfield uit Atlanta, Georgia. De
Sehweickarts hebben vijf kinderen.
(Van onze redactie buitenland)
„ZORG DAT JE GEEN COMPROMIS-FIGUUR WORDT," zei de
Israëlische vader des vaderlands, David Ben-Goerion, in 1964 tegen
zijn opvolger, de nieuwe premier Levi Esjkol. Een jaar later consta
teerde Ben-Goerion dat zijn trouwe metgezel en steun sinds de op
richting van de staat Israël wèl een „prater" was: „Hij kent het
verschil niet tussen waar en niet-waar. Hij moet weg."
Toch is Levi Esjkol voor Israël waarschijnlijk een betere leidsman ge
weest dan de bijbelse leeuw Ben Goerion of de een-ogige oorlogsheld Mosje
Dayan. Met zijn diplomatieke optreden wist hij de duiven en de havikken
in het parlement tevreden te houden. Hij zocht steeds de oplossing in het
gesprek en dat heeft Israël misschien voor grote rampen behoed, gezien de
gespannen verhouding met de omringende Arabische wereld.
Hij Was een meester in het vinden
van compromissen en dat heeft hem
bij velen populair en bij anderen im
populair gemaakt. Kenmerkend voor
Esjkol is de volgende mop: een kel
ner vraagt-hem of hij koffie of thee
wil, waarop Esjkol antwoordt: „Half
om half".
Deze kleurloze gematigdheid, zijn
houterige manier van spreken en zijn
soberheid maakt een vergelijking met
ex-president Johnson verleidelijk.
Sommigen verklaren deze overeen
komst uit het feit dat beide politici
begonnen als boeren. Evenals bij
Johnsons opvolging bestaat er na de
dood van Esjkol vrees voor de „har
de lijn". Zijn belangrijkste karakter
trek is zijn verzoenende natuur. Hij
noemde zijn ministers vaderlijk „kin
derlach" (jiddisch voor kinderen) en
als er problemen waren, zei hij:
„Kinderlach, we moeten op een of
andere manier een oplossing vinden
voor dit probleem". Zijn zachte ka
rakter heeft hij te danken aa-n het
feit dat hij in Oost-Europa geboren
werd en wel in de omgeving van
Kiev in de Oekraïne op 25 oktober
1895.
Hij groeide op in een sfeer van
vervolgingen en pogroms. Hij zei
eens: „Ik heb in Israël voor geen
enkele taak gestaan, waarvan ik al
niet in het huis van mijn vader ken
nis had genomen." Tijdens een po
grom na de Russisch-Japanse oorlog
had de hele familie Esjkol zich ver
schanst in een gebarricadeerd huis.
Men wachtte gelaten af.
„Ik realiseerde me, op mijn onvol
wassen manier, dat terugvechten nooit
in ons op kwam". Dit „pacifisme" is
altijd ergens in Esjkol blijven be
staan, wat opmerkelijk is in een mi
litant land als Israël. Hij werd al jong
een vurig aanhanger van de zionis
tische beweging en stapte in 1914, ge
kleed in schooluniform en met een
bundeltje schone kleren op zijn rug,
op de stoomboot naar Jaffa. Zijn
naam veranderde hij van Schkolnik
in Esjkol, wat Hebreeuws voor drui
ventros.
Hij trad meteen toe tot het Jood
se legioen in het Engelse leger, dat
in Palestina tegen de Turken streed.
De weinig-strijdbare Esjkol hoefde
echter niet in actie te komen. Daarna
wijdde hij zich weer geheel aan de
landbouw in een van de eerste kib-
boetsim „Degania B." aan de oevers
van het meer vam Gallileï. De laatste
.aren van zijn leven heeft Esjkol nog
vaak in deze kibboets vertoefd.
Vanaf het begin is hij betrokken
geweest bij de stichting van de Jood
se staat. Hij was afgevaardigde tij
dens de oprichtingsvergadering van
de Histadruth, het Israëlische parle
ment en behoorde vanaf de vorming
tot de sociaal-democratische Mapai-
partij. Niet alleen in Palestina vocht
hij, maar ook in Berlijn, waar hij als
lid van het Palestina-bureau in de
eerste Hitier-jaren hielp ontvluchten
naar hun „Heilige land".
Hij klom snel op de politieke lad-
d In 1948 werd Esjkol directeur-
generaal van het ministerie van de
fensie. In 1952 nam hij het ministerie
va financiën onder zijn hoede, waar
hij gedurende 11 jaar de scepter
zwaaide. In die jaren heeft hij zich
onschatbaar verdienstelijk gemaakt en
nestelde hij zich wat invloed betreft
naast premier David Ben-Goerion. J
Men sprak in die tijd van het Isra
ëlische „wirtschaftswunder". Esjkol
stichtte de nationale centrale bank,
het economische planningsbureau en
liet de buitenlandse handel een onge
kende vlucht nemen.
In 1963 wees Ben-Goerion hem per
soonlijk als opvolger aan, maar gaf
hem wel een waarschuwing mee, zo
als in de inleiding te lezen staat. Al
gauw kwam er een verwijdering tus
sen beide politici.
Een sabotagekomplot in Egypte
mislukt, een minister moet aftreden.
Later wordt hij echter van alle
blaam gezuiverd en acht Esjkol het
niet nodig een heronderzoek in te
stellen. Ben-Goerion keert zich nu
tegen Esjkol, hij stapt uit de Mapai-
partij en sticht een eigen groepering,
de Rafi-partij.
De verkiezingen betekenen een
strijd tussen de feilen en gematig
den, waarbij de kalme, bezadigde
Esjkol een duidelijke overwinning
boekt. Dat was in de tijd dat er met
Amerika een overeenkomst werd ge
sloten over het ontziltingsproject
van het water van de Jordaan. De
Arabieren stonden op hun achterste
benen. Esjkol waarschuwde dat hij
tegen hen te velde zou trekken, als
ze deze plannen zouden dwarsbo
men.
De verhouding met de Arabieren
werd steeds moeilijker, maar Esj
kol deed alles om een botsing te
voorkomen. Hij bleef rekenen op de
goede wil van vrienden als Amerika,
waar hij in 1964 als eerste Israëli
sche premier op het Witte Huis ont
vangen werd. Twee jaar vqor de
oorlog van juni 1967 pleitte hij voor
oorlog van juni 1967 pleitte hij al
voor financiële hulp aan de Pales
tijnse vluchtelingen.
Vlak voor de zesdaagse oorlog
kreeg hij het echter moeilijk. Hij
sprak aarzelend en onzeker tijdens
zijn radiotoespraak. De oppositie
wilde invloed en duwde haar top
man Mosje Dayan naar voren. Esj
kol benoemt hem tot minister van
defensie, hoewel hij daar liever de
minister van handel, Allon gezien
had. Hij wist dat alleen een com
promis de eenheid van Israël kon be
waren. De laatste tijd werd het een
beetje stil rond de oude Levi Esj
kol. De vergeldingsacties na de aan
slagen op El-Al-vliegtuigen duiden
op grotere invloed van de „haviken",
Na de aanslag in Zürich was Esjkol
wegens ziekte trouwens al niet meer
in staat zelf een beslissing te nemen.
Onlangs heeft hij echter nog in een
interview met Newsweek van zijn li
berale instelling blijk gegeven.
Hij zei daarin best met de Ara
bieren en zelfs met de El Fatah te'
willen spreken en dat Israël niet
strikt vasthoudt ana de bezetting
van de westelijke Jordaan-oever.
Levi Esjkol is drie keer getrouwd
geweest, voor de laatste maal op f
jarige leeftijd. Hij sprak maar liefst
zes talenJiddisch, Hebreeuws,
Duits, Engels, Russisch en Frans,
Tenslotte no-g -twee staaltjes van de
droge Esjkol-humor.
Tegen immigranten zei hij stee
vast „Wilt u hier een klein fortuin
maken Kom dan met een groot."
In een van zijn laatste redevoerin
gen zei hij over de houding van
Rusland ten opzichte van Israël: „De
Sovjet-Unie heeft de wereld laten
weten niet geïnteresseerd te zijn in
de vernietiging van Israël. Het enige
wat ik kan zeggen is, dat Israël niet
geïnteresseerd is in de vernietiging
van Rusland."
D.V.
TEL AVIV (A.F.P.) Gene
raal Igal Allon, de opvolger van
Eskjol, werd 10 oktober 1918 in
het dorp Tabor in Gallilea ge
boren en was de jongste minis
ter in het Israëlische kabinet.
Op 17-jarige leeftijd werd hij be
velhebber van de „Palmach", het
elitekorps van de „Haganah". In
1937 was hij één van de oprich
ters van de kiboets Ginossar in
Gallilea. Gedurende de onafhan
kelijkheidsoorlog in 1948 en
1949 was hij achtereenvolgens
opperbevelhebber aan het front
in Galilea, het centrale front, in
de Negeb en de Noord-Sinaï.
Hij was secretaris-generaal
van de zionistisch-socialistische
„Adoeth-Haavoda"-partij, die la
ter samenging met de Mapai, in
welke partij hij één van de be
langrijkste leiders werd.
Generaal Allon studeerde in
Jeruzalem en in Oxford. Hij
wordt beschouwd als een auto
riteit op defensiegebied en be
hoort in de politiek tot de ge
matigden, steeds de lijn van
Esjkol en minister van buiten
landse zaken Abba Eban vol
gend.
Het gaat mij, vindt u het gekzeev
aan het hart, dat er temidden van het
tumult dat wereldmachten eikaars
diplomaten in de haren doet vliegen
en, wat erger is, eikaars soldaten
laat sterven, nu ook nog in het klein
geruzied wordtEn dat gebeurt nota
bene in ons dierbaar Zuidwest-Neder
land. Schade.
Immers, Nieuw-Vossemeer en De
Heen gaan tegen elkaar te keer als
twee kijvende, keffende buurvrou
wen, die elkaar amper het licht in
de ogen gunnen. Nogmaals schade.
Dat licht is in dit geval Merijntje.
Die van Gijzen wel te verstaan. Dat
licht dreigt vertroebeld te worden
door onwaardig gekibbel. En dat nog
wel' in het jaar, waarin we gedenken,
waarin hij een halve eeuw geleden
van ons heen ging.
Ruzie maken om de plaats waar het
beeld van Merijntje, met wie ik mij
uiteraard ten nauwste verwant
voel, moet staan, is als ruziën om
een grafsteen. Het beeld van Merijn
tje is toch immers alleen belangrijk
in zover het gegrift staat in het hart
van de ware Westbrabander. En die
hoeft heus niet alleen in Nieuw-Vos-
semeer of in De Heen te wonen. Die
kan in heel West-Brabant wonen en
zelfs zij het bij hoge uitzondering
daarbuiten.
Daarom, hulde vanaf dit papier
voor burgemeester Hennekens, voor
de wijze waarop hij temidden van dit
dorpstumult het licht van Merijntje
in zijn hart en op de tong draagt.
Nietwaar, het uitbarsten in een har
telijke lach, wanneer ge verneemt
dat sommigen gelijk kemphanen te
genover elkander staan, getuigt van
het gevoel voor betrekkelijkheid, dat
Merijntje evenals trouwens de gro
te Tijl hevig sierde.
Hulde, mr. Hennekens, voor deze
wijsheid en moge zo, in een gulle
lach, het ware licht van Merijn in
de bollen en harten uwer burgers en
van die van De Heen opflikkeren en
het pad verlichten van allen, die daar
gaan tussen Moerdijk en Putte en
tussen Bergen op Zoom en de ooste
lijke randen van de Baronie.
Eén ding, mr. Hennekens, waarom
wilt ge de mensen een borreltje la
ten vatten. Om de vrede te vieren?
Ge weet toch wel beter. In West-
Brabant doen ze dat met een pintl
Telefoon vanuit Brussel: „Yes mr.
Joseph, ik reken er op dat u binnen
kort eens langs komt". Joseph: „Mag
ik Pietje meenemen?" „Is die er dan
nog?" „Yes, Richard. Maar als ik
weer een stomme streek uithaal, dan
staat de hele Kamer op zijn kop. En
als Pietje meegaat, dan durven zij
er niks van te zeggen".
En daarom gaan ze samen naar het
Witte Huis.
Athenee (Tweede Kamer).
Ik kan de dame, die van de week
dacht dat ik misschien een seksege
note van haar was, nu verzekeren
dat dit niet het geval is. Merijn is
inmiddels vader geworden, en dat
zegt genoeg.
MERIJN.
IN AMSTERDAM is gisteren een
„Comité tegen de vestiging van Pro-
gil" opgericht. Het comité wil de
acties tegen de plannen van Progil
om een zwavelkoolstoffabriek in het
westelijk havengebied van de hoofd
stad te vestigen coördineren en uit
breiden om de inwoners van Amster.
dam te waarschuwen voor de geva
ren van zulk een fabriek.
(ADVERTENTIE)