DIT WIELERSEIZOEN rdigers Prof-coureur ongehoord geëxploiteerd betere! schappij F Co. In België verscheen een proefschrift over de arbeidsvoorwaarden in de wielersport. Het is van Freddy Adriaenssens die tot een vernieti gend oordeel kwam. Voorwaarden Dopingzaak Af houdingen ssstmstSSS ^v^aak!'dïïTïr'ÏV* gaan er in België weer duizenden renners de weg op. De meesten van hen zijn junioren, nieuwelingen en amateurs die dromen van een toekomst als beroepscoureur. In geen ander land heeft het koersen" zo'n belangrijke plaats ingenomen als in Belgie. - Mét die ontwikkeling groeiden de uitwassen. De prof-wereld waar de jeugd zo naar verlangt, is verre van ideaal zo blijkt uit een pas verschenen proefschrift. De arbeidsvoorwaarden zijn onmenselijk. Dat er in de Belgische beroepswielrennerij inderdaad wat aan mankeert, moge blijken uit de ervaringen van Roger Verheyden. TEKST Peter Heerkens FOTO'S Piet Mijzen koper, maar wel beter is. >udsesingel 92, Rotterdam ot als brief verzenden. le Eindhoven Zwolle DA vraagt voor haar lewenst. kring met gunstige ags vrij) bieden wij: kantie-regeling, kopen bij Vroom gen. jaties van 9 tot 5.30 bij onze personeel- 51600-24300. ■ESMANN BREDA imaterialen, elektrisch0 met 12 vesfigingen in da en Goes plaats voor letter bent; m; met de elektrotechniek, kkelijke promotiekansen meent te voldoen lie toekomen. Ons a BREDA „De wielrenner is bij nstek de sportbeoefenaar die tot de jjsse der meest uitgebuiten be- jort. In een klimaat erger dan dit iiarin de arbeider enkele decennia [ellen zijn ontvoogding heeft be [irkstelligd, dient de Belgische be- ■Kpsrenner thans zijn arbeidsrech- ,i te verdedigen. Deze homogene peep, die van zeer dichtbij de socia- t toestand van de loonarbeiders be aded, wordt op de meest ongehoor- jg manier door managers, sportdi- «teuren, extra sportieve firma's li andere personen geëxploiteerd, jt corruptie, de onmenselijke ar- ijIJsvoorwaarden, de beperking van aijheid en van vereniging op basis ai arbeidsbelangen maken van hen [(onmiddellijke slachtoffers van het luidige kapitalistische stelsel in de iport". lot deze harde stelling komt de jRg Freddy Adriaenssens in de in king van zijn proefschrift „wie- leisport: een syndikaal en maat- (bappelijk aktieveld", waarop hij am laude slaagde voor het examen aiatschappelijk assistent. Adriaens- #nj (22 jaar) betrok in zijn studie- itject junioren, nieuwelingen, ama- tun, beroepsrenners en ex-profs taarbjj het accent voor een groot ieel op de twee laatst genoemde ca- tegorieën (veelal samengevoegd) kam te liggen. „Deze groep arbei- itrs", zegt Adriaenssens, „is nooit let voorwerp geweest van een maat- appelijke studie vanuit syndikaal punt". Van de gesprekken die „'met de in de beroepssport inge- merden had, hield Adriaenssens er (tig over met bruikbare gegevens: actieve profs, 11 ex-profs. „Een «stenschappelijk verantwoord aan- zijn dus, de uitermate kritische perkingen hierboven geciteerd iren daarover weinig twijfel, wan- testaïden in de Belgische wielren- lerij. Adriaenssens tekende uit de «and van de prof-groep het volgende rijtje op: 1. doping, 2. uitbuiting. Het iet betalen van het gedd waarop •en recht heeft, het te lage con- iactgeld, 3. te lage prijzen voor de laakten, 4. teveel boetes, 5. geen tetaanszekerheid, 6. omkoperijen, I. teveel renners, 8. geen RMZ 'Jjjks Maatschappelijke Zekerheid), niet genoeg of helemaal niet beta len bij een ongeval, 10. slechte en om- leilige wegen. Dat zijn, kernachtig, de punten waar ook Adriaenssens het «m laat draaien. „EN INEENS BEN JE NIKS MEER, HELEMAAL NIKS" •Freddy Adriaenssens: ze behoren tot de klasse der meest uitgebuiten. winnen, dan moet het geld toch er gens vandaan komen". Ook in dit spel is de manager dik wij ls actief, kan men concluderen. „De manager" aldus de samengevatte mening van een aantal, „regelt alles. Het is de gewoonte. Ais hij ons bijvoorbeeld vraagt een overwinning te laten schieten, dan doen wij dat. Later krjjgen we er toch een aangeboden". Volgens 90 procent komt de omkope rij zeer veel voor. „Bijna in elke wed strijd. De sommen variëren van 1000 tot 200.000 frank". onder 2 genoemde kan men uwen als de wortel van het kwaad dat hij signaleert. Kwaad, lat begint met het tekenen van een attract. Het blijkt dat 69,23 pro- van de gehuwde beroepsrenners 'iet in staat is om van het con- tractgeld en-of de prijzen en premies Ie leven. Daarom gaat in 10 procent uit de gevallen de echtgenote wer ken voor het aanvullende maandin komen. De salarissen die de sponsors uit stalen blijken gemiddeld rond de M0J frank te liggen. Daarvoor wordj in verschillende contracten o. i het volgende geëist: 1. reclame "aken en wedstrijden rijden die de Ploegleider aanduidt, 2. opofferen eigen kansen als dat door de Ploegleider noodzakelijk wordt ge- 3. het produkt van de firma verkopen. De meeste firma's sluiten [een verzekeringen voor hun ren- ®rs, maken eenzijdige clausules met «rekking tot ontslag, stelden in ver houding tot het lage contract hoge 'oetes in het vooruitzicht als de ver- Puchtingen niet worden nagekomen: ™0 tot 300.000 frank, en houden bij nekte het salaris in. 3'ljkbaar is de Belgische beroeps- tenner ervan overtuigd dat het bij ™e merken beter is darT het zijne, Want 50 procent houdt het slechts jaar bij dezelfde baas uit. Am- Por 30 procent blijft hooguit twee laar. Als voornaamste redenen van vertrek golden: 1. ander merk be ulde beter, 2. prijzen en contract- Sold werden achtergehouden, 3, te We uitbuiting, 4. firma stopte met W'fflremnerij. Als verklaring voor het p 'int prijzen niet ontvangen wer- J® gaf 13,64 procent op dat dit ge- "otut omdat de ploegleider belast was met de ontvangst en de centen "oit afdroeg. Ruim 45 procent oor- isio "dat 'let altijd zo gaat". Bij 418 procent kwam er altijd wat tus- t zoals te hoge onkosten van de P'°egleider. Bijna 10 procent zag de «Wonnen prijzen nooit omdat niet pftoorzaamd werd aan de bevelen a" de ploegleider. hegenen die hun prijs kregen, za- I ",w zelden het volle bedrag. Afhou- :®fn zonder motief, aldus 26,27 pro- bt- Voor 3,33 procent was er „kor- ,.J omdat men naar de mening dm Ploegleider slecht had gere- 43,33 procent werd de dupe van Reringe publieke belangstelling «i-door de organisatie-kas niet vol ™bg kwam, 13,33 procent moest sla gewonnen geld een deel af- V15" a,s bijdrage in de reiskosten v ,<le Ploegleider, 20 procent er- e dat de managers-kosten bij- bder hoog liggen en 3,33 procent Jjt,™ de afrekening een boete '"derebevetem1 °PV°l|ren va" pl°eg" dan riS6 flnanciële warwinkel speelt r»,;.. 15 nog het punt van de omko- sen n" 1 blilkt dat er in de koer- driftig met de geldbuidel van a gerammeld. Bijna de helft da» ^enquêteerde renners vindt brnn .Dzonder prettig, „want het Ibani zeer.veel op. Het is de enige tien eH°m 411 onderhoud te voor- Ma l 's e6n beroepskwestie. heeft niet altijd de kans om te Onmogelijk hiervan los te maken is het nemen van doping. Van de „spuit" die tot prestaties moet lei den. Adriaenssens ontdekt dat 52 pro cent vau de door hem benaderde coureurs slikt". De meesten nemen 16 tot 30 milligram, bij voorkeur ma- xiton. Pervitine komt op de tweede plaats, dan dexedrine en tonedrine. Het gebruik ervan blijft niet beperkt tot in de koers, want door versla ving grijpt bijna 27 procent ook bui ten de wedstrijden naar deze opwek kende middelen. Nu de BOB op doping jaagt, heb ben de renners tal van bergplaatsen weten te vinden om „het spul" te verstoppen. Adriaenssens: „doping zit in de petjes met ritssluitingen, achter de naden bij de klep, o-nder pleisterverband op de dijen, onder het plaklint rond de stuurstang, in kleine zakjes in de broek, a-an't voet riempje en in de holte van het stuur. Ook tijdens de bevoorradin gen langs de weg zijn er mogelijkhe den. De doping wordt dan verstopt in fruit". Freddy Adriaenssens stelt de maatschappij mede verantwoor delijk voor het doping-gebruik. „Men wil vedetten. Hun prestaties worden eigendom van de grote massa". In die strijd, is de Belgische be roepsrenner zijn bestaan niet zeker. De pagina's kritiek die Adriae-nsse-ns eraan wijdt kan men samenvatten in één zin: „waarom wordt de be roepsrenner niet erkend als werkne mer en onthoudt men hem daardoor de sociale voorzieningen die eike ar beider heeft". Juist daardoor is de prof-coureur een willig slachtoffer voor hen die verkeerd willen. Waar om, zo vraagt Adriaenssens zich af, ziet men hem als zelfstandige terwijl er duidelijke arbeidsovereenkomsten zijn. namelijk in de contracten die hun onderwerpen aan beslissingen) van sportdirecteuren en managers. Toch zou Adriaenssen liever niet de sponsor als werkgever erkend zien want hij stelt na de genoteerde er varingen duidelijk geen vertrouwen in de betalings-eerlijkheid van deze groep in de wielersport. „Het salaris moet via de BWB uitgekeerd wor den. De BWB is de aangewezen instan tie om als werkgever aangeduid te worden, daar zij de renner toestem ming geeft tot rijden en de organi sators (na de sponsor tweede werk gever) tot het laten verrijden. Wanneer het ooit zo ver komt (er is een wet in voorbereiding) zal de renner zoals iedere arbeider sociale zekerheid hebben. Nu niet. Nu is de Belgische prof-coureur slecht ge dekt. Achtenzestig procent blijkt on voldoende gewapend te zijn tegen so ciaal risico omdat a. de sponsor niet als werkgever beschouwd wordt, b. de BWB alleen een ongevallenverze kering sluit (premie-betaling via li centie-aanvrage), c. de kosten van een bijkomende verzekering zoveel van de geringe inkomstenvragen dat men er nie-j aan begint. Zestien pro cent slechts, heeft zo'n aanvullende verzekering. Op één na antwoordden alle renners dan ook dat „de verze kering" totaal onvoldoende dekt wanneer dat, nodig is. De twee meest opvallende kanttekeningen: „de ver zekering van de bond is mets waard. Altijd is er iets. Ofwel te laat inge diend, ofwel geen recht, ofwel geen antwoord" en „men kan er de kos ten niet eens mee dekken, Iaat staan voorzien in het onderhoud". Bij dit alles komt nof> dat de BWB een zo genaamde „hulpkas" heeft, die be staat uit de opgelegde boetes. De meesten hebben er nooit wat van gemerkt en Adriaenssens vraagt zich dan ook af waar de bond met die centen blijft. Hij concludeert tenslotte: „Vele mensen schijnen zich over deze siuta- ties niet ongerust te maken. Ener zijds omdat ze er niets vanaf we ten en zich blind staren op de presta ties van enkele vedetten en ander zijds omdat ze er niets vanaf wil len weten daar er teveel persoonlijke belangen mee gemoeid zijn". Freddy Adriaenssens houdt dan ook een sterk pleidooi voor overheidsinmen ging in het aan misstanden zo rijke Belgische wielerleven. OVERUSE Op 29 juni van het vorige jaar, werd de Belgische be roepsrenner Roger Verheyden als 'n menselijk wrak van de kasseien op geraapt. Het gebeurde in Bevel, een dorpje vlak bij Antwerpen, waar die afschuwelijke klap tegen de vlakte zijn toekomst verpletterde. Dat blijkt nu. Toen, op die zaterdag, dacht daar niemand aan. Zijn vrouw met wie hij vier maanden getrouwd was niet, zijn supporters nagenoeg alle dorpelingen van Overijse, dat op en kele kilometers van Brussel ligt en zo'n tienduizend inwoners telt niet. Alg Roger maar bleef leven. Roger (de verwondingen vielen achteraf mee, gezien de omstandig heden) bleef leven. Geplaagd door pijnen, want de gevolgen van die val in juni zijn er nog voor een deel. Zwaar tobbend, want de verzeke ringsmaatschappij van de Belgische Wieier Bond drijft hem tot aan de rand van de financiële ondergang. Vol wrok, want zijn vrouw moest omdat de verzekering hem na drie maanden genezen verklaarde en ver dere uitkering weigerde ondanks het feit dat de hem behandelende pro fessor in een rapport van zes pagina's arbeidsongeschiktheid vaststelt als werkster Overijse in. Diep teleurge steld tenslotte, want de BWB via wie zijn sociale zaken worden geregeld, heeft zich nog maar bar weinig aan getrokken van de treurige omstan digheden. Aan zo'n grauwe toekomst werd, in de dagen van zware ziekenhuisbe handeling, niet gedacht. Roger Ver heyden was er erg aan toe. In de massaspurt waarop de kermiskoers van Bevel uitliep, had een onvoor zichtige collega plots naar rechts ge stuurd. Met een snelheid van naar schatting tegen de zeventig kilo meter per uur tuimelde Roger Ver heyden van zijn fiets. Zijn hoofd sloeg tegen een cementen telefoon paal en de botsing wierp hem, zo bleek uit de reconstructie, 2,65 meter terug. De verwondingen waren ver schrikkelijk: hersenschudding, gebro ken sleutelbeen, gespleten tong, ge kneusde linkerlong, zeer zwaar ge kneusde milt (gevreesd werd voor een scheuring), drie gekneusde rib ben, wonden aan armen en benen. Sindsdien leeft Hoger Verheyden in pyjama. Hij moet op doktersadvies nog minstens twee maanden plat in bed blijven, maar dat lukt niet erg zoals bij ons bezoek blijkt. Roger Verheyden klaagt over verminde ring van het gehoor („rechts ben ik doof"), slecht gezichtsvermogen („ik zie alles dubbel"), erge hoofd pijnen en duizelingen („het schijnt dat mijn kleine hersenen geraakt zijn"). Professor Vanden Berg van de Leuvense academische kliniek „St.-Raphaël" heeft hem volslagen arbeidsongeschikt verklaard en met omwegen gezegd dat het nog wel enkele jaren zal duren voor Ver heyden weer de oude is. Niet ech ter, en daaraan ligt de dramatiek in huize Verheyden ten grondslag, de artsen van „I)e Patroonskas", de ver zekeringsmaatschappij bij wie de BWB alle coureurs collectief verze kert tegen ongevallen. Dat gebeurt. soms hoorde ik van wantoestanden, maar dan dacht ik Ach, zoiets maak jij toch nooit mee Straks, als de baby haar kan mis sen, gaat ze weer werken, me vrouw Verheyden. dit even ter informatie, automatisch bij de uitreiking van de licentie die daarom duur is: voor een beroeps renner 5000 frank. Hij ontvangt dan gedurende tien maanden 9000 frank, 20.000 frank als tegemoetkoming in de ziekenhuiskosten die geheel voor zijn rekening komen, 300.000 frank bij blijvende invaliditeit. Dan houdt alles op want, zo kan men elders op deze pagina lezen, de prof-coureur kent geen werkgever en valt als zelf standige buiten de Rijks Maatschap pelijke Zekerheid. Verheyden weet daar intussen alles van. Van het so ciale om-echt, van de werkwijze der verzekering, van de BWB-mentali- teit, van contraeten die weinig men selijke clausules kennen. „Toen ik dat ongeluk kreeg, hield meteen mijn salaris op. Goldor- Gerka, de firma waarvoor ik reed, betaalde me alleen als ik publiciteit maakte. Dat stond in het contract. Dat wist ik dus toen ik tekende. Achteraf verklaar je je gek, maar op het moment zelf ben je blij dat je onder dak bent. Tot dat ongeval be taalden ze me normaal Vijfentwin tighonderd frank per maand. In juli stopte automatisch de be taling omdat ik in het ziekenhuis lag. Ik heb nooit meer iets van Goldor- Gerka gehoord. Tot op de dag van vandaag informeerde geen van mijn bazen naar mijn gezondheid. Ik was een onbruikbare reclamemaker ge worden. We zaten zonder centen. De wielrennerij gaf me altijd goed te eten (als nieuweling won Verheyden 32 koersen, als amateur 25. als on afhankelijke 4 waaronder de Ronde van België, ais prof 6 waaronder een etappe in de Dauphiné Libéré, red.). Mijn contract by Goldor-Gerka was met 2500 frank wel laag, maar ik reed regelmatig prijs en kon het huis houden draaiende houden. Door mijn ziekte, die extra kosten bracht, en het gebrek aan inkomen waren we echter gauw door ons geld heen. Op 'n gegeven moment had ik nog 150 frank in huis. Dat was mijn hele ka pitaal. Met spanning keken we uit naar de eerste verzekeringsuitkering maar die kwam over de maand juli pas in september. Dank zij de HARIN (vereniging Hulp Aan Renners In Nood. Een particuliere instelling, ge leid door de Antwerpse reder Ar- mand van Marcke, red.) die ons geld gaf, konden we het redden. Half no vember kreeg ik onverwacht een oproep van de verzekering om me te laten keuren. Een buurman bracht me weg. We waren zo terug, want de dokters hadden aan ruim een half uur voldoende om me goed te keuren. De uitkeringen zouden ge staakt worden. Het was alsof ik droomde. Mijn God, hoe konden ze het zeggen. lie, de zieke, gezond. Kort daarna moest ik voor controle terug naar professor Vanden Berg in Leu ven. Met meer dan twintig assisten ten, allemaal studenten, werden mijn ogen bijna vijf uur lang getest. Vyf uur, hoort ge. Die van de verzeke ring deden er een kwartier over. Professor Vanden Berg hield me in de kliniek. Vijf dagen onderzochten ze me van alle kanten. Vijf dagen, waar de verzekering zich in twintig minuten van afmaakte. Professor Vanden Berg keurde me af'. Daarmee begon voor Roger Ver heyden een nieuwe lijdensweg. Hij kreeg vanaf medio november geen verzekeringsbetalingen meer. Hij was immers genezen verklaard. Zijn huis arts, dokter Poot jr.: „Onbegrijpe lijk. Het rapport van professor Van den Berg is via mij naar de verze kering gegaan. Het antwoord was kort. „Tot onze spijt kunnen wij niet op de genomen beslissing terugko men". De financiële ramp begon zich voor Roger Verheyden af te tekenen. „Mijn vrouw was in verwachting. Geld voor de baby, zo rekenden we uit, zou er niet zijn. Ze is toen gaan werken, mijn vrouw. Tot een dag voor de bevalling. Drie dagen in de week ging ze bij mensen in het dorp kuisen. Het bracht 700 frank per week op. De huur van ons huis kon den we ervan betalen. Dan hielden we nog juist tweehonderd frank over. Ik deed bij de Belgische Wieier Bond mijn beklag. Tenslotte heeft die mij verzekerd. Maar er gebeurde niks. Zoiets begrijp ik niet. Wat voor functie heeft de bond dan eigenlijk? Waar is die bond precies voor? Waar om verzekert de BWB ons zo mini maal? Het lijkt me dat er van 5000 frank voor een licentie wel wat over te houden is om een goede verzeke ring te nemen. Wat zou het licentie papiertje kosten? Misschien honderd frank. Hoeveel administratiekosten zouden eraan zitten? Misschien twee- driehonderd frank. Dan blijft er al tijd nog 4500 frank over voor de ver zekering. Indertijd betaalde ik voor myn auto 3100 frank per half jaar. Bij blijvende invaliditeit zou ik 2 miljoen frank krijgen. Als ik de cijfers vergelijk oordeel ik dat die BWB-regelmg verschrikkelijk slecht is. Driehonderdduizend frank als je invalide bent. En die betalen z# me niet eens. Ze keurden me goed. terwijl ik niks kan. Ik ben totaal on geschikt om mijn beroep uit te oefe nen". Het enige, wat de Belgische Wie- Ier Bond voor Roger Verheyen deed, was een bedrag van 10.000 frank schenken uit c hulpkas van de renners. Dat gebeurde nadat ver heyden de zorgen rond de geboorte van zijn kind toegelicht had. Hij i* er de BWB oprecht dankbaar voor („ze hebben me keurig ontvangen") maar het gevoel van onbehagen over wat de BWB met de verzekerings affaire liet passeren kon er niet door verdrongen worden. Intussen lieten de verzekeraar» we ten dat ze Roger Verheyden binnen vier maanden aan een herkeuring willen onderwerpen. Toch nog een aardig gebaar, is men geneigd ta denken. Roger Verheyden doorziet echter het spel. „Als ze er tot het laatst mee wachten zijn net die tien maanden waar ik recht op het», om. De vierde maand waarover ze spre ken, valt in mijn elfde ziektemaand. Dan krijg ik helemaal niets meer t# vertellen. Nu kan ik nog proberen geld te krijgen van half november tot mei. Dat is altijd nog 50.000 frank. Als ze me invalide verklaren komt er 300.000 frank bij. Binnenkort ga ik het weer proberen". Binnenkort gaat hij het weer pro beren, Roger Verheyden. Daarom hij duidelijk, en begrijpelijk, niet van plan alle kritiek op de BWB prijs te geven. Straks immers staat hij weer voor het loketje „Als de dokter me tenminste toestemming geeft. Tja, dat zeiden ze bij' de bond ook nog. We hebben je zo weinig hier gezien, zeiden ze. We wisten dat allemaal niet zo. Heren, heb ik ze geantwoord, als ik zwaar ziek ben moeten jullie naar mij komen maar ik niet naar juliie. Echt, ik kan er geen wijs meer uit hoe dat met die BWB en die verzekering zit". Roger Verheyden piekert zich suf over de vraag hoe hij zijn gezin moet onderhouden. Straks als de baby, die vandaag drie weken geleden werd geboren, haar kan missen, gaat zijn vrouw weer werken. Die inkomsten zullen een druppel op de gloeiende plaat zijn. Er zijn nog schulden. „Aan die 20.000 frank kom ik te kort als professor Vanden Berg betaald moet worden. Gelukkig begrijpt hij hoe ik ervoor sta. Hij wil pas centen als ik het gemakkelijk kan betalen". Roger Veheyden, eens de gevierd# held op de fiets, de provinciaal die het buitenland zag, die zij-aan-zij met de allergrootsten in de wieler sport belangrijke koersen reed en daarom ver verheven werd want zo gaat dat in wielergek België boven zijn dorps- en streekgenoten, zit aan de grond. Eén verwijt moét men hem echter maken. Waarom nam Roger Verheyden geen aanvul lende verzekering. „Omdat", zo ant woordt hij, „ik echt niet wist hoe dia sociale regelingen in elkaar zaten. De BWB geeft ons daar geen voorlich ting over. Ik heb niet eens een polis van de verzekering die de BWB voor me sloot. Ergens in het boekje met koersdata wordt in het kort om schreven wat de verzekering inhoudt. Maar dat is onvoldoende. Geloof me, mijnheer, de gemiddelde Belgische beroepsrenner weet er niks van. Hij fietst maar raak, blij dat hij een contractje heeft en een broek en shirt. Zo was het ook met mij. Soms hoorde ik van wantoestanden, maar dan dacht ik: ach, zoiets maak jij toch nooit mee. Maar hu, nu zijn mijn ogen opengegaan. Ik ben ge- schrokken van de plaats die de Bel gische beroepsrenner in de maat- schaDpij heeft wanneer hem wat over komt. Dan is hij ineens niks meer. Helemaal niks. Ik zou dat voor volle zalen met renners kunnen uit schreeuwen, maar geen mens die ma geloofde. Het is niet te geloven. Weet u, de grote coureurs, de vedetten, komen mets te kort. Daar is alles voor geregeld. Het zijn juist de kleineren die het slachtoffer worden. Maar zè zien het zelf niet, zoals ik het noott gezien heb. Nu weet ik beter. Ik ben in de steek gelaten door de wieler sport". Roger Verheyden knijpt even da ogen dicht. Het was een zwaar ge sprek. Maar het luchtte op. „Wilt U me een krant sturen?" ,"'ii op dez® pasina de reactie gepubliceerd van de Belgische aanleiding van uw verzoek zal de BWB over enige weken een nerer^f beleggen. Tenminste, dat is de bedoeling". weken een persconferentie mag hieruit concluderen wat u wilt. WU hebben het ook gedaan,... DE STEM VAN ZATERDAG 22 FEBRUARI 1969

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 25