DIT WIELERSEIZOEN
rdigers
Prof-coureur
ongehoord
geëxploiteerd
betere!
schappij
F Co.
In België verscheen een proefschrift over de
arbeidsvoorwaarden in de wielersport. Het is
van Freddy Adriaenssens die tot een vernieti
gend oordeel kwam.
Voorwaarden
Dopingzaak
Af houdingen
ssstmstSSS
^v^aak!'dïïTïr'ÏV*
gaan er in België weer duizenden renners de weg op. De meesten
van hen zijn junioren, nieuwelingen en amateurs die dromen
van een toekomst als beroepscoureur. In geen ander land heeft
het koersen" zo'n belangrijke plaats ingenomen als in Belgie.
- Mét die ontwikkeling groeiden de uitwassen. De prof-wereld
waar de jeugd zo naar verlangt, is verre van ideaal zo blijkt
uit een pas verschenen proefschrift. De arbeidsvoorwaarden
zijn onmenselijk. Dat er in de Belgische beroepswielrennerij
inderdaad wat aan mankeert, moge blijken uit de ervaringen
van Roger Verheyden.
TEKST Peter Heerkens FOTO'S Piet Mijzen
koper, maar wel beter is.
>udsesingel 92, Rotterdam
ot als brief verzenden.
le
Eindhoven Zwolle
DA vraagt voor haar
lewenst.
kring met gunstige
ags vrij) bieden wij:
kantie-regeling,
kopen bij Vroom
gen.
jaties van 9 tot 5.30
bij onze personeel-
51600-24300.
■ESMANN
BREDA
imaterialen, elektrisch0
met 12 vesfigingen in
da en Goes plaats voor
letter bent;
m;
met de elektrotechniek,
kkelijke promotiekansen
meent te voldoen
lie toekomen. Ons a
BREDA „De wielrenner is bij
nstek de sportbeoefenaar die tot de
jjsse der meest uitgebuiten be-
jort. In een klimaat erger dan dit
iiarin de arbeider enkele decennia
[ellen zijn ontvoogding heeft be
[irkstelligd, dient de Belgische be-
■Kpsrenner thans zijn arbeidsrech-
,i te verdedigen. Deze homogene
peep, die van zeer dichtbij de socia-
t toestand van de loonarbeiders be
aded, wordt op de meest ongehoor-
jg manier door managers, sportdi-
«teuren, extra sportieve firma's
li andere personen geëxploiteerd,
jt corruptie, de onmenselijke ar-
ijIJsvoorwaarden, de beperking van
aijheid en van vereniging op basis
ai arbeidsbelangen maken van hen
[(onmiddellijke slachtoffers van het
luidige kapitalistische stelsel in de
iport".
lot deze harde stelling komt de
jRg Freddy Adriaenssens in de in
king van zijn proefschrift „wie-
leisport: een syndikaal en maat-
(bappelijk aktieveld", waarop hij
am laude slaagde voor het examen
aiatschappelijk assistent. Adriaens-
#nj (22 jaar) betrok in zijn studie-
itject junioren, nieuwelingen, ama-
tun, beroepsrenners en ex-profs
taarbjj het accent voor een groot
ieel op de twee laatst genoemde ca-
tegorieën (veelal samengevoegd)
kam te liggen. „Deze groep arbei-
itrs", zegt Adriaenssens, „is nooit
let voorwerp geweest van een maat-
appelijke studie vanuit syndikaal
punt". Van de gesprekken die
„'met de in de beroepssport inge-
merden had, hield Adriaenssens er
(tig over met bruikbare gegevens:
actieve profs, 11 ex-profs. „Een
«stenschappelijk verantwoord aan-
zijn dus, de uitermate kritische
perkingen hierboven geciteerd
iren daarover weinig twijfel, wan-
testaïden in de Belgische wielren-
lerij. Adriaenssens tekende uit de
«and van de prof-groep het volgende
rijtje op: 1. doping, 2. uitbuiting. Het
iet betalen van het gedd waarop
•en recht heeft, het te lage con-
iactgeld, 3. te lage prijzen voor de
laakten, 4. teveel boetes, 5. geen
tetaanszekerheid, 6. omkoperijen,
I. teveel renners, 8. geen RMZ
'Jjjks Maatschappelijke Zekerheid),
niet genoeg of helemaal niet beta
len bij een ongeval, 10. slechte en om-
leilige wegen. Dat zijn, kernachtig, de
punten waar ook Adriaenssens het
«m laat draaien.
„EN INEENS BEN JE NIKS
MEER, HELEMAAL NIKS"
•Freddy Adriaenssens: ze behoren tot
de klasse der meest uitgebuiten.
winnen, dan moet het geld toch er
gens vandaan komen". Ook in dit
spel is de manager dik wij ls actief,
kan men concluderen. „De manager"
aldus de samengevatte mening van
een aantal, „regelt alles. Het is de
gewoonte. Ais hij ons bijvoorbeeld
vraagt een overwinning te laten
schieten, dan doen wij dat. Later
krjjgen we er toch een aangeboden".
Volgens 90 procent komt de omkope
rij zeer veel voor. „Bijna in elke wed
strijd. De sommen variëren van 1000
tot 200.000 frank".
onder 2 genoemde kan men
uwen als de wortel van het
kwaad dat hij signaleert. Kwaad,
lat begint met het tekenen van een
attract. Het blijkt dat 69,23 pro-
van de gehuwde beroepsrenners
'iet in staat is om van het con-
tractgeld en-of de prijzen en premies
Ie leven. Daarom gaat in 10 procent
uit de gevallen de echtgenote wer
ken voor het aanvullende maandin
komen.
De salarissen die de sponsors uit
stalen blijken gemiddeld rond de
M0J frank te liggen. Daarvoor
wordj in verschillende contracten o.
i het volgende geëist: 1. reclame
"aken en wedstrijden rijden die de
Ploegleider aanduidt, 2. opofferen
eigen kansen als dat door de
Ploegleider noodzakelijk wordt ge-
3. het produkt van de firma
verkopen. De meeste firma's sluiten
[een verzekeringen voor hun ren-
®rs, maken eenzijdige clausules met
«rekking tot ontslag, stelden in ver
houding tot het lage contract hoge
'oetes in het vooruitzicht als de ver-
Puchtingen niet worden nagekomen:
™0 tot 300.000 frank, en houden bij
nekte het salaris in.
3'ljkbaar is de Belgische beroeps-
tenner ervan overtuigd dat het bij
™e merken beter is darT het zijne,
Want 50 procent houdt het slechts
jaar bij dezelfde baas uit. Am-
Por 30 procent blijft hooguit twee
laar. Als voornaamste redenen van
vertrek golden: 1. ander merk be
ulde beter, 2. prijzen en contract-
Sold werden achtergehouden, 3, te
We uitbuiting, 4. firma stopte met
W'fflremnerij. Als verklaring voor het
p 'int prijzen niet ontvangen wer-
J® gaf 13,64 procent op dat dit ge-
"otut omdat de ploegleider belast
was met de ontvangst en de centen
"oit afdroeg. Ruim 45 procent oor-
isio "dat 'let altijd zo gaat". Bij
418 procent kwam er altijd wat tus-
t zoals te hoge onkosten van de
P'°egleider. Bijna 10 procent zag de
«Wonnen prijzen nooit omdat niet
pftoorzaamd werd aan de bevelen
a" de ploegleider.
hegenen die hun prijs kregen, za-
I ",w zelden het volle bedrag. Afhou-
:®fn zonder motief, aldus 26,27 pro-
bt- Voor 3,33 procent was er „kor-
,.J omdat men naar de mening
dm Ploegleider slecht had gere-
43,33 procent werd de dupe van
Reringe publieke belangstelling
«i-door de organisatie-kas niet vol
™bg kwam, 13,33 procent moest
sla gewonnen geld een deel af-
V15" a,s bijdrage in de reiskosten
v ,<le Ploegleider, 20 procent er-
e dat de managers-kosten bij-
bder hoog liggen en 3,33 procent
Jjt,™ de afrekening een boete
'"derebevetem1 °PV°l|ren va" pl°eg"
dan riS6 flnanciële warwinkel speelt
r»,;.. 15 nog het punt van de omko-
sen n" 1 blilkt dat er in de koer-
driftig met de geldbuidel
van a gerammeld. Bijna de helft
da» ^enquêteerde renners vindt
brnn .Dzonder prettig, „want het
Ibani zeer.veel op. Het is de enige
tien eH°m 411 onderhoud te voor-
Ma l 's e6n beroepskwestie.
heeft niet altijd de kans om te
Onmogelijk hiervan los te maken
is het nemen van doping. Van de
„spuit" die tot prestaties moet lei
den. Adriaenssens ontdekt dat 52 pro
cent vau de door hem benaderde
coureurs slikt". De meesten nemen
16 tot 30 milligram, bij voorkeur ma-
xiton. Pervitine komt op de tweede
plaats, dan dexedrine en tonedrine.
Het gebruik ervan blijft niet beperkt
tot in de koers, want door versla
ving grijpt bijna 27 procent ook bui
ten de wedstrijden naar deze opwek
kende middelen.
Nu de BOB op doping jaagt, heb
ben de renners tal van bergplaatsen
weten te vinden om „het spul" te
verstoppen. Adriaenssens: „doping
zit in de petjes met ritssluitingen,
achter de naden bij de klep, o-nder
pleisterverband op de dijen, onder
het plaklint rond de stuurstang, in
kleine zakjes in de broek, a-an't voet
riempje en in de holte van het
stuur. Ook tijdens de bevoorradin
gen langs de weg zijn er mogelijkhe
den. De doping wordt dan verstopt
in fruit". Freddy Adriaenssens stelt
de maatschappij mede verantwoor
delijk voor het doping-gebruik. „Men
wil vedetten. Hun prestaties worden
eigendom van de grote massa".
In die strijd, is de Belgische be
roepsrenner zijn bestaan niet zeker.
De pagina's kritiek die Adriae-nsse-ns
eraan wijdt kan men samenvatten
in één zin: „waarom wordt de be
roepsrenner niet erkend als werkne
mer en onthoudt men hem daardoor
de sociale voorzieningen die eike ar
beider heeft". Juist daardoor is de
prof-coureur een willig slachtoffer
voor hen die verkeerd willen. Waar
om, zo vraagt Adriaenssens zich af,
ziet men hem als zelfstandige terwijl
er duidelijke arbeidsovereenkomsten
zijn. namelijk in de contracten die
hun onderwerpen aan beslissingen)
van sportdirecteuren en managers.
Toch zou Adriaenssen liever niet
de sponsor als werkgever erkend zien
want hij stelt na de genoteerde er
varingen duidelijk geen vertrouwen
in de betalings-eerlijkheid van deze
groep in de wielersport. „Het salaris
moet via de BWB uitgekeerd wor
den. De BWB is de aangewezen instan
tie om als werkgever aangeduid te
worden, daar zij de renner toestem
ming geeft tot rijden en de organi
sators (na de sponsor tweede werk
gever) tot het laten verrijden.
Wanneer het ooit zo ver komt (er
is een wet in voorbereiding) zal de
renner zoals iedere arbeider sociale
zekerheid hebben. Nu niet. Nu is de
Belgische prof-coureur slecht ge
dekt. Achtenzestig procent blijkt on
voldoende gewapend te zijn tegen so
ciaal risico omdat a. de sponsor niet
als werkgever beschouwd wordt, b.
de BWB alleen een ongevallenverze
kering sluit (premie-betaling via li
centie-aanvrage), c. de kosten van
een bijkomende verzekering zoveel
van de geringe inkomstenvragen dat
men er nie-j aan begint. Zestien pro
cent slechts, heeft zo'n aanvullende
verzekering. Op één na antwoordden
alle renners dan ook dat „de verze
kering" totaal onvoldoende dekt
wanneer dat, nodig is. De twee meest
opvallende kanttekeningen: „de ver
zekering van de bond is mets waard.
Altijd is er iets. Ofwel te laat inge
diend, ofwel geen recht, ofwel geen
antwoord" en „men kan er de kos
ten niet eens mee dekken, Iaat staan
voorzien in het onderhoud". Bij dit
alles komt nof> dat de BWB een zo
genaamde „hulpkas" heeft, die be
staat uit de opgelegde boetes. De
meesten hebben er nooit wat van
gemerkt en Adriaenssens vraagt zich
dan ook af waar de bond met die
centen blijft.
Hij concludeert tenslotte: „Vele
mensen schijnen zich over deze siuta-
ties niet ongerust te maken. Ener
zijds omdat ze er niets vanaf we
ten en zich blind staren op de presta
ties van enkele vedetten en ander
zijds omdat ze er niets vanaf wil
len weten daar er teveel persoonlijke
belangen mee gemoeid zijn". Freddy
Adriaenssens houdt dan ook een
sterk pleidooi voor overheidsinmen
ging in het aan misstanden zo rijke
Belgische wielerleven.
OVERUSE Op 29 juni van het
vorige jaar, werd de Belgische be
roepsrenner Roger Verheyden als 'n
menselijk wrak van de kasseien op
geraapt. Het gebeurde in Bevel, een
dorpje vlak bij Antwerpen, waar die
afschuwelijke klap tegen de vlakte
zijn toekomst verpletterde. Dat blijkt
nu. Toen, op die zaterdag, dacht daar
niemand aan. Zijn vrouw met wie
hij vier maanden getrouwd was
niet, zijn supporters nagenoeg alle
dorpelingen van Overijse, dat op en
kele kilometers van Brussel ligt en
zo'n tienduizend inwoners telt
niet. Alg Roger maar bleef leven.
Roger (de verwondingen vielen
achteraf mee, gezien de omstandig
heden) bleef leven. Geplaagd door
pijnen, want de gevolgen van die
val in juni zijn er nog voor een deel.
Zwaar tobbend, want de verzeke
ringsmaatschappij van de Belgische
Wieier Bond drijft hem tot aan de
rand van de financiële ondergang.
Vol wrok, want zijn vrouw moest
omdat de verzekering hem na drie
maanden genezen verklaarde en ver
dere uitkering weigerde ondanks het
feit dat de hem behandelende pro
fessor in een rapport van zes pagina's
arbeidsongeschiktheid vaststelt als
werkster Overijse in. Diep teleurge
steld tenslotte, want de BWB via wie
zijn sociale zaken worden geregeld,
heeft zich nog maar bar weinig aan
getrokken van de treurige omstan
digheden.
Aan zo'n grauwe toekomst werd, in
de dagen van zware ziekenhuisbe
handeling, niet gedacht. Roger Ver
heyden was er erg aan toe. In de
massaspurt waarop de kermiskoers
van Bevel uitliep, had een onvoor
zichtige collega plots naar rechts ge
stuurd. Met een snelheid van naar
schatting tegen de zeventig kilo
meter per uur tuimelde Roger Ver
heyden van zijn fiets. Zijn hoofd
sloeg tegen een cementen telefoon
paal en de botsing wierp hem, zo
bleek uit de reconstructie, 2,65 meter
terug. De verwondingen waren ver
schrikkelijk: hersenschudding, gebro
ken sleutelbeen, gespleten tong, ge
kneusde linkerlong, zeer zwaar ge
kneusde milt (gevreesd werd voor
een scheuring), drie gekneusde rib
ben, wonden aan armen en benen.
Sindsdien leeft Hoger Verheyden
in pyjama. Hij moet op doktersadvies
nog minstens twee maanden plat in
bed blijven, maar dat lukt niet erg
zoals bij ons bezoek blijkt. Roger
Verheyden klaagt over verminde
ring van het gehoor („rechts ben
ik doof"), slecht gezichtsvermogen
(„ik zie alles dubbel"), erge hoofd
pijnen en duizelingen („het schijnt
dat mijn kleine hersenen geraakt
zijn"). Professor Vanden Berg van
de Leuvense academische kliniek
„St.-Raphaël" heeft hem volslagen
arbeidsongeschikt verklaard en met
omwegen gezegd dat het nog wel
enkele jaren zal duren voor Ver
heyden weer de oude is. Niet ech
ter, en daaraan ligt de dramatiek in
huize Verheyden ten grondslag, de
artsen van „I)e Patroonskas", de ver
zekeringsmaatschappij bij wie de
BWB alle coureurs collectief verze
kert tegen ongevallen. Dat gebeurt.
soms hoorde ik van wantoestanden, maar dan dacht ik Ach, zoiets maak jij toch nooit mee
Straks, als de baby haar kan mis
sen, gaat ze weer werken, me
vrouw Verheyden.
dit even ter informatie, automatisch
bij de uitreiking van de licentie die
daarom duur is: voor een beroeps
renner 5000 frank. Hij ontvangt dan
gedurende tien maanden 9000 frank,
20.000 frank als tegemoetkoming in
de ziekenhuiskosten die geheel voor
zijn rekening komen, 300.000 frank
bij blijvende invaliditeit. Dan houdt
alles op want, zo kan men elders op
deze pagina lezen, de prof-coureur
kent geen werkgever en valt als zelf
standige buiten de Rijks Maatschap
pelijke Zekerheid. Verheyden weet
daar intussen alles van. Van het so
ciale om-echt, van de werkwijze der
verzekering, van de BWB-mentali-
teit, van contraeten die weinig men
selijke clausules kennen.
„Toen ik dat ongeluk kreeg, hield
meteen mijn salaris op. Goldor-
Gerka, de firma waarvoor ik reed,
betaalde me alleen als ik publiciteit
maakte. Dat stond in het contract.
Dat wist ik dus toen ik tekende.
Achteraf verklaar je je gek, maar op
het moment zelf ben je blij dat je
onder dak bent. Tot dat ongeval be
taalden ze me normaal Vijfentwin
tighonderd frank per maand.
In juli stopte automatisch de be
taling omdat ik in het ziekenhuis lag.
Ik heb nooit meer iets van Goldor-
Gerka gehoord. Tot op de dag van
vandaag informeerde geen van mijn
bazen naar mijn gezondheid. Ik was
een onbruikbare reclamemaker ge
worden. We zaten zonder centen.
De wielrennerij gaf me altijd goed te
eten (als nieuweling won Verheyden
32 koersen, als amateur 25. als on
afhankelijke 4 waaronder de Ronde
van België, ais prof 6 waaronder een
etappe in de Dauphiné Libéré, red.).
Mijn contract by Goldor-Gerka was
met 2500 frank wel laag, maar ik
reed regelmatig prijs en kon het huis
houden draaiende houden. Door mijn
ziekte, die extra kosten bracht, en
het gebrek aan inkomen waren we
echter gauw door ons geld heen. Op
'n gegeven moment had ik nog 150
frank in huis. Dat was mijn hele ka
pitaal. Met spanning keken we uit
naar de eerste verzekeringsuitkering
maar die kwam over de maand juli
pas in september. Dank zij de HARIN
(vereniging Hulp Aan Renners In
Nood. Een particuliere instelling, ge
leid door de Antwerpse reder Ar-
mand van Marcke, red.) die ons geld
gaf, konden we het redden. Half no
vember kreeg ik onverwacht een
oproep van de verzekering om me te
laten keuren. Een buurman bracht
me weg. We waren zo terug, want
de dokters hadden aan ruim een
half uur voldoende om me goed te
keuren. De uitkeringen zouden ge
staakt worden. Het was alsof ik
droomde. Mijn God, hoe konden ze
het zeggen. lie, de zieke, gezond. Kort
daarna moest ik voor controle terug
naar professor Vanden Berg in Leu
ven. Met meer dan twintig assisten
ten, allemaal studenten, werden mijn
ogen bijna vijf uur lang getest. Vyf
uur, hoort ge. Die van de verzeke
ring deden er een kwartier over.
Professor Vanden Berg hield me in
de kliniek. Vijf dagen onderzochten
ze me van alle kanten. Vijf dagen,
waar de verzekering zich in twintig
minuten van afmaakte. Professor
Vanden Berg keurde me af'.
Daarmee begon voor Roger Ver
heyden een nieuwe lijdensweg. Hij
kreeg vanaf medio november geen
verzekeringsbetalingen meer. Hij was
immers genezen verklaard. Zijn huis
arts, dokter Poot jr.: „Onbegrijpe
lijk. Het rapport van professor Van
den Berg is via mij naar de verze
kering gegaan. Het antwoord was
kort. „Tot onze spijt kunnen wij niet
op de genomen beslissing terugko
men".
De financiële ramp begon zich voor
Roger Verheyden af te tekenen.
„Mijn vrouw was in verwachting.
Geld voor de baby, zo rekenden we
uit, zou er niet zijn. Ze is toen gaan
werken, mijn vrouw. Tot een dag
voor de bevalling. Drie dagen in de
week ging ze bij mensen in het dorp
kuisen. Het bracht 700 frank per
week op. De huur van ons huis kon
den we ervan betalen. Dan hielden
we nog juist tweehonderd frank
over. Ik deed bij de Belgische Wieier
Bond mijn beklag. Tenslotte heeft
die mij verzekerd. Maar er gebeurde
niks. Zoiets begrijp ik niet. Wat voor
functie heeft de bond dan eigenlijk?
Waar is die bond precies voor? Waar
om verzekert de BWB ons zo mini
maal? Het lijkt me dat er van 5000
frank voor een licentie wel wat over
te houden is om een goede verzeke
ring te nemen. Wat zou het licentie
papiertje kosten? Misschien honderd
frank. Hoeveel administratiekosten
zouden eraan zitten? Misschien twee-
driehonderd frank. Dan blijft er al
tijd nog 4500 frank over voor de ver
zekering. Indertijd betaalde ik voor
myn auto 3100 frank per half jaar.
Bij blijvende invaliditeit zou ik 2
miljoen frank krijgen. Als ik de
cijfers vergelijk oordeel ik dat die
BWB-regelmg verschrikkelijk slecht
is. Driehonderdduizend frank als je
invalide bent. En die betalen z#
me niet eens. Ze keurden me goed.
terwijl ik niks kan. Ik ben totaal on
geschikt om mijn beroep uit te oefe
nen".
Het enige, wat de Belgische Wie-
Ier Bond voor Roger Verheyen deed,
was een bedrag van 10.000 frank
schenken uit c hulpkas van de
renners. Dat gebeurde nadat ver
heyden de zorgen rond de geboorte
van zijn kind toegelicht had. Hij i*
er de BWB oprecht dankbaar voor
(„ze hebben me keurig ontvangen")
maar het gevoel van onbehagen over
wat de BWB met de verzekerings
affaire liet passeren kon er niet door
verdrongen worden.
Intussen lieten de verzekeraar» we
ten dat ze Roger Verheyden binnen
vier maanden aan een herkeuring
willen onderwerpen. Toch nog een
aardig gebaar, is men geneigd ta
denken. Roger Verheyden doorziet
echter het spel. „Als ze er tot het
laatst mee wachten zijn net die tien
maanden waar ik recht op het», om.
De vierde maand waarover ze spre
ken, valt in mijn elfde ziektemaand.
Dan krijg ik helemaal niets meer t#
vertellen. Nu kan ik nog proberen
geld te krijgen van half november
tot mei. Dat is altijd nog 50.000 frank.
Als ze me invalide verklaren komt
er 300.000 frank bij. Binnenkort ga
ik het weer proberen".
Binnenkort gaat hij het weer pro
beren, Roger Verheyden. Daarom
hij duidelijk, en begrijpelijk, niet van
plan alle kritiek op de BWB prijs te
geven. Straks immers staat hij weer
voor het loketje „Als de dokter
me tenminste toestemming geeft. Tja,
dat zeiden ze bij' de bond ook
nog. We hebben je zo weinig
hier gezien, zeiden ze. We wisten
dat allemaal niet zo. Heren, heb ik
ze geantwoord, als ik zwaar ziek ben
moeten jullie naar mij komen maar
ik niet naar juliie. Echt, ik kan er
geen wijs meer uit hoe dat met die
BWB en die verzekering zit".
Roger Verheyden piekert zich suf
over de vraag hoe hij zijn gezin moet
onderhouden. Straks als de baby, die
vandaag drie weken geleden werd
geboren, haar kan missen, gaat zijn
vrouw weer werken. Die inkomsten
zullen een druppel op de gloeiende
plaat zijn. Er zijn nog schulden. „Aan
die 20.000 frank kom ik te kort als
professor Vanden Berg betaald moet
worden. Gelukkig begrijpt hij hoe ik
ervoor sta. Hij wil pas centen als
ik het gemakkelijk kan betalen".
Roger Veheyden, eens de gevierd#
held op de fiets, de provinciaal die
het buitenland zag, die zij-aan-zij
met de allergrootsten in de wieler
sport belangrijke koersen reed en
daarom ver verheven werd want
zo gaat dat in wielergek België
boven zijn dorps- en streekgenoten,
zit aan de grond. Eén verwijt moét
men hem echter maken. Waarom
nam Roger Verheyden geen aanvul
lende verzekering. „Omdat", zo ant
woordt hij, „ik echt niet wist hoe dia
sociale regelingen in elkaar zaten. De
BWB geeft ons daar geen voorlich
ting over. Ik heb niet eens een polis
van de verzekering die de BWB
voor me sloot. Ergens in het boekje
met koersdata wordt in het kort om
schreven wat de verzekering inhoudt.
Maar dat is onvoldoende. Geloof me,
mijnheer, de gemiddelde Belgische
beroepsrenner weet er niks van. Hij
fietst maar raak, blij dat hij een
contractje heeft en een broek en
shirt. Zo was het ook met mij. Soms
hoorde ik van wantoestanden, maar
dan dacht ik: ach, zoiets maak jij
toch nooit mee. Maar hu, nu zijn
mijn ogen opengegaan. Ik ben ge-
schrokken van de plaats die de Bel
gische beroepsrenner in de maat-
schaDpij heeft wanneer hem wat over
komt. Dan is hij ineens niks meer.
Helemaal niks. Ik zou dat voor volle
zalen met renners kunnen uit
schreeuwen, maar geen mens die ma
geloofde. Het is niet te geloven. Weet
u, de grote coureurs, de vedetten,
komen mets te kort. Daar is alles voor
geregeld. Het zijn juist de kleineren
die het slachtoffer worden. Maar zè
zien het zelf niet, zoals ik het noott
gezien heb. Nu weet ik beter. Ik ben
in de steek gelaten door de wieler
sport".
Roger Verheyden knijpt even da
ogen dicht. Het was een zwaar ge
sprek. Maar het luchtte op. „Wilt U
me een krant sturen?"
,"'ii op dez® pasina de reactie gepubliceerd van de Belgische
aanleiding van uw verzoek zal de BWB over enige weken een nerer^f
beleggen. Tenminste, dat is de bedoeling". weken een persconferentie
mag hieruit concluderen wat u wilt. WU hebben het ook gedaan,...
DE STEM VAN ZATERDAG 22 FEBRUARI 1969