Commentaar De Pimpernel van Midden-Oosten HOOP OP JOODSE „REVOLUTIE" Arabische terreur naar joods voorbeeld LEREN IS SPELEN ehuwde werkende vrouw )lë (Nederl.); G/ë (Frans): ITSLAND II ITSLAND I liet van brood alleen Dr. Corn. Verhoeven: DE STEM VAN ZATERDAG 22 FEBRUARI 1969 21 11.40 EUCHARISTIF.VlE RING TE IEPER WERELDKAMPIOENSCHAP PEN CYCLOCROSS Voor amateurs en profs vanuit M„„ atadt (Stuttgart) ag' VOOR BOER EN TUINDER BINNEN EN BUITEN POLY IN PORTUGAL (d) TIENERKLANKEN PRESf-u [EERT. Het jonge orkest, pó er en de Wolf, S. Prokofieff* KLEIN, KLEIN KLEUTERTIP GEVLEUGELDE BOOD- E SCHAPPERS SPORTREPORTAGE NIEUWS PORTACTUALITEITEN DE TROUBADOUR. Opera var Siuseppe Verdi, uitgevoerd door het Koor en Symfonie- orkest van de RAI te Milaan NIEUWS WERELDKAMPIOENSCHAP PEN VAN DE CYCLO-CROS, TE MAGSTADT-STUTTGART FéMININ PRéSENT L'AMI PUBLIC NUMéRO DN SPORTUITSLAGEN VISA POUR LE MONDE RENDEZ-VOUS DIMANCRF TARTINE SPORTJOURNAAL JOURNAAL PROGRAMMA-OVERZICHT LE PLUS GRAND CIIAPI- TEAU DU MONDE L'OMENSCOPE JOURNAAL JOURNAAL ALTE KAMERADEN Spel van Georg Hurdalek ALLE MAL HERHÖREN AUCH DIE, DIE SCHWER- HöREN.... Biografische revue rond Erich Kastner JOURNAAL VORSCHAU FRAGEN ZUR ZEIT ZONDAGMIDDAGCONCERT Berlijns Omroep Symfonieor kest DIE DREHSCHEIBE KALEIDOSKOP FÜR JCNGE LEUTE (4) FLIPPER (kleur) De ontvoe ring DETEKTIV WIDER WILLEN Engelse detective-film NIEUWS WELTAKTION WETER (kleur) Uit de wereld waarin wij leven EIN STUTTGARTER AUS SüDAFRIKA. Ballet Opus I WERELDKAMPIOENSCHAP CROSS-COUNTRY BONANZA (kleur) NIEUWS TUSSENTIJDSE OECUMENE SCHE BALANS SPORTJOURNAAL NIEUWS DRÜBEN VIERMAL METHUSALEM. TV-spel met muziek van Karei Salmon ETAPPE IN NIGERIA (kleur) Een Afrikaanse burgeroorlog NIEUWS VIOOLCONCERT NO. 1 IN A KL-T-, JOH. SEB. BACH DAS UNAUSLÖSISCHE SIE" GEL. Programma t.g.v. de 70e verjaardag van Elisabeth Langgasser. j PE'L'NgEN ,^|PEIL!NGENPEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE'UNGEN PI^'NGEN PEILINGEN tlINGEN PEILINGEN PE L NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PE L NGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN JrtiLiiNU»ti>j rei INGEN PEILINGEN N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENPEILINGEN PEILINGENPEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE'j-llJGEN 1KJ^fL'-J1^GEN ^^{-^1^11 |MQc}o p^yfsiGEN P^LINGEN PEIi RINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL INGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN FfcllHNOtiN Filharm. ork. en (opn.) 15 is DE laatste dagen door het parlement weer enige druk op de J Financiën uitgeoefend om de belastingdruk op de gehuwde werken- vrouw te verlagen. De fiscus vraagt nu heel wat van haar: in ons be slissysteem wordt het inkomen van man en vrouw bij elkaar opgeteld dat betekent het progressie-effect dat de verdiensten van de vrouw w8ar worden afgeroomd. Aan deze belastingheffing ligt een verouderde gedachtengang ten grond- ag, Namelijk deze dat een vrouw, die gaat trouwen, eigenlijk niet mag jorwerken. Ze hoort in het gezin thuis, eten koken, kinderen krijgen, kin den en man verzorgen etc. Er zijn vrouwen voor wie dit leefpatroon |eas| is. Maar er zijn ook vrouwen, die daar heel anders over denken. Mogen ze misschien? Mogen jonge mensen in onderling overleg wel- dit uitmaken hoe zij de serste jaren van hun huwelijk willen regelen? pais ze dan tot de conclusie komen dat de vrouw nog wat wil blijven parken is het dan rechtvaardig om dat besluit af te straffen via de fiscus? lijven doorwerken kan bovendien in deze dure tijd voor jonge mensen noodzaak zijn. Maar er is nog een ander punt: Kan Nederland het zich wel veroorloven gehuwde werkende vrouw buiten het arbeidsproces te houden? Ons «drijfsleven komt handen te kort. Ook van dit gezichtspunt uit gezien Sent er zo spoedig moge'ijk een belastingverlichting te komen voor de lehuwde werkende vrouw. [ITERAARD, zou men bijna zeggen, is Rotterdam niet bereid zich neer te leggen bij de uitspraak van de regering, dat de havenuitbreiding I in de Hoekse Waard mag worden voortgezet. We blijven dus ruziën n de Gouden Delta. Het Westerscheldebekken heeft enorme mogelijkheden. Zeeland heeft bovendien ruimte. De begiijpelijke zorg van Rotterdam voor de concur- [rentie van het buitenland kan worden weggenomen door Zeeland in j tempo met rijkssteun gereed te maken voor de opvang van in- Idustrieën en schepen, die in het Waterweggebied geen plaats meer kunnen Ivinden. Ontlast van die zorg kan het Rotterdamse gemeentebestuur dan ook tens wat meer aandacht besteden aan het woon- en leefklimaat van de jMaasstad. De Rotterdammers zullen hun b. en w. daarvoor alleen maar ■dankbaar zijn. Want zelfs Rotterdammers leven niet van brood alleen. BAGDAD „Je vecht nu voor Palestina. Maar wat voor Palesti na En wat zou je willen doen met de joden Dit leek nogal veel om aan een. 16-jarige jongen te vragen, die nog niet op adem gekomen was na in zijn eerste week bij El Fatah flink gevochten te hebben. Maar ik moest het wel vragen. De leiders in Amman hadden me ver zekerd dat El Fatah veranderd was sinds de hloedige dagen van Shoek- hairy. Toen ze mijn sceptische blik opvingen, startten ze de Landrover en zetten er twee van de met machi nepistolen gewapende mannen in die in een rustige straat in Amman wat bij hun huis rondhingen. (In Am man kun je rustig in een taxi sprin gen en zeggen ,,Ei Fatah"). We reden naar de heuvels waar het kamp ver borgen lag in een klein bos. De antwoorden van de jongen kwa men vlug en waren correct gesteld- „Een Palestina voor ons allen: Ara bieren en joden. We vechten niet te gen de joden, maar tegen de zionis tische staat." Nadat ik 12 dagen gastvrijheid ge noten en propaganda in Egypte en Jordanië meegemaakt had, liet de nieuwe image van El Fatah een diepe indruk op me achter. Deze image is zorgvuldig opgebouwd door een ef ficiënt werkende voorlichtingsdienst, die op zichzelf al iets nieuws is in de Arabische wereld. Aan deze image wordt aan de andere kant ook weer afbreuk gedaan door zwakke plek ken en tegenstrijdigheden, mar ze is toch nog wel zo overtuigend dat er aandacht aan geschonken moet wor den, In het bijzonder door de Israë liërs. Het is een image van gematigd heid doordat er verklaard wordt dat de joden niet de zee ingegooid zullen worden en een image van kracht niet op basis van militaire prestaties maar van de nieuwe soli dariteit en wanhoop aan de situatie van na de oorlog, en op grond van de overtuiging dat Israël nu in een on mogelijk dilemma verkeert. Toen ik in Cairo was. kwam El Fatah formeel naar voren als de leidende groep onder de Palestijnen. Yasser Arafat, de leider, werd tot voorzitter van de nieuwe Palestijnse bevrij dingsorganisatie gekozen. De dag daarop stonden in alle kranten in Cairo foto's waarop hij in bespreking met Nasser te zien was. Arafat is een wat vage, romantische figuur, die de reputatie heeft Israël in en uit te glippen met de vermetele ongrijpbaarheid van Pimpernel. Voor velen heeft hij duidelijk de plaats van Nasser als held ingenomen. Van Al giers tot Bagdad is, naar het schijnt, ae toetssteen om de progressiviteit van een persoon te bepalen, niet hoe hij tegenover Nasser, maar hoe hij tegenover El Fatah staat. „Shoekhairy was een bluffer de ergste vijand van onze zaak", zei een Jordaans ambtenaar over de ontsla gen leider van de Palestijnse Bevrij dingsorganisatie. „Gedurende de hele zesdaagse oor- lag zag ik hem in de lounge van het Jordaans hotel in Amman thee zitten drinken. De bevelhebber van het le ger zat bij hem. Shoekhairy was in uniform, de be velhebber in burger." Arafat vormt hiermee een groot contrast. Men zegt wel dat hij streng is, op het maniakale af (hij liet eens iemand opsluiten omdat deze hem thee in een porseleinen kopje aan bood, terwijl de anderen uit plastic kroezen dronken.) De oude Palestijnse Bevrijdingsor ganisatie, ontstaan uit het topoverleg van de Arabische Liga in 1964, was ai voor de oorlog in juni tot sterven gedoemd. Deze vertegenwoordigde niet de Palestijnse maar de verschil lende Arabische regeringen, die ieder afzonderlijk hun eigen belangen na- De kreet van El Fatah is niet meer, dat „de joden de zee in gedreven moeten worden", maar de nieuwe El Fatah-boodschap luidt „vreed zame coëxistentie". Wat is de El Fatah, de Arabische beweging, die nog deze week herhaalde- lijk in het nieuws kwam in ver band met de aanslag op een Israëlisch passagiersvliegtuig in Zurich? Wat doet en wat wil El Fatah? Onze correspondent Wal ter Schwarz geeft in onderstaan de artikelen antwoord op deze vragen. ARAFAT jaagden en dat trouwens nog steeds doen. Het officiële „leger" was het Palestijnse Bevrijdingsleger, een groep die tot de gevestigde orde be hoorde, goed werd betaald en gro tendeels niets deed. In dit beeld van de dagen voor ju ni passen de Fedayeen, de verheer lijkte vogelvrijverklaarden. Een Jor daanse ambtenaar vertrouwde ons toe dat in Jordanië alleen al 408 van hen in de gevangenis zaten. Nog veel meer zaten opgesloten in Liba non, Syrië en Irak. Op het ogenblik zo verzekerde men mij, hoewel ik het niet heb controleren, zitten van El Fatah alleen nog maar in Israël men sen gevangen. De nieuwe Palestijnse Bevrijdings organisatie onder Arafat opereert met bijna agressieve onafhankelijk heid. Dit komt op het ogenblik zowel N Asser als Hoessein goed uit. Het stelt hun in staat via de grote mogend heden en de VN te onderhandelen om het eens te worden met Israël Wat El Fatah, de militante groep ■Arabieren hoopt te bereiken, gaat ■niet terug op de intensiviteit waar- nee ze op het ogenbli hun acties te llen Israël richten, maar op een trapsgewijs opvoeren van de oorlog. De bedoeling daarvan is genoeg onzekerheid teweeg te brengen om let bewind te verzwakken en an dersdenkenden op die manier ertoe brengen van binnen uit in op- nd te komen tegen het „zionisme", liervoor wordt veel vertrouwen ge leld in de joden van Arabische af- die meer dan de helft van de bevolking uitmaken, maar [vooralsnog weinig politieke macht lebben. De theorie berust op de hoop dat raël de „zionistische fase" te boven pl komen en dat er een omwente ling in de immigratiepolitiek zal [plaatsvinden, die misschien te ver gelijken zal zijn met die op het ogen- welke op het ogenblik in Engeland [Plaatsvindt. „De joden zullen uiteindelijk sa- ien met ons vechten". Dit is het ®est ambitieuze onderdeel van het Programma van El Fatah. Bij hun 'agelijkse uitzendingen is er een pro gramma in het Hebreeuws, met bood schappen gericht aan „onze broe- ™rs" Het secretariaat in Amman Feit een eigen veiligheidsdienst, en je bezoekers wordt verzocht twee foto's in te leveren en identiteitspa- Pieren in te vullen. Op mijn formu leer vulde ik onder „godsdienst" jjoods" in. Toch mocht ik met de 'ndere journalisten mee om de kam pementen te zien en werd ik toege laten bij discussies die niet opgete kend mochten worden, en tot diep in de nacht doorgingen. Verwachten ze werkelijk dat Is raël er ooit toe zal kunnen komen een bi-nationale staat te accepteren? Hun man in Cairo gaf toe dat voor dat dit kon gebeuren, er een revolu tie zou moeten plaatsvinden, zowel onder de joden als onder de Ara bieren. „In de eerste plaats hebben we de mocratische regeringen nodig. En we moeten laten zien dat we zulke pro blemen als die van de Koerden in Irak kunnen oplossen." Deze woordvoerder was duidelijk liberaal democraat. We vinden ook andere stromingen binnen de bewe ging van de fedayeen. Het volksfront voor de bevrijding van Palestina, hoewel binnen deze beweging twee stromingen bestaan, de Trotskyisten en Leninisten, heeft de Palestijnse conferentie geboycot, die Arafat tot voorzitter koos, en houdt zich afzij dig van de belangrijkste dingen die de beweging doet. Zelfs binnen El Fatah vinden we nuance-verschillen. Een van de leiders in Amman deed alle mogelijke moeite om er de na druk op te leggen dat in dit stadium de ideologie op de achtergrond ge houden diende te worden. Maar de termen „juiste houding" en „wetenschappelijke benadering", die hij voortdurend gebruikte, sug gereerden een marxistische oplei ding. Veel in het programma en in de organisatie van El Fatah doet dit ook, zoals bijv. „revolutionaire voorhoe de" en de verdeling van de revolutie in „stadia". Maar dit alles wordt zorgvuldig op de achtergrond gehou den. Men moet tenslotte aan de mil jonairs in Koeweit denken. De leden van El Fatah houden vol dat hun aanvallen in Israël alleen ge richt zijn op militaire doelwitten. „Er is zoveel drukte gemaakt over die schoolbus die op een mijn liep alsof we opzettelijk kinderen wijden doden en alsof er geen kinderen worden gedood bij Israëlische repre saille aanvallen." Maar ze geven toe dat er uitzonderingen zijn. De re cente bomaanvallen op Jeruzalem en Tel Aviv „waren bedoeld 'als een be wuste waarschuwing aan de Israëli ërs zich niet te bemoeien met Ara bische burgers. We hebben in onze uitzendingen duidelijk gemaakt dat we het niet zouden tolereren als er massa-arrestaties zonder vorm van proces zouden plaatsvinden of als er Arabieren geslagen of gedood zou den worden." De nadelen van zo'n beleid liggen voor de hand. Israëlische veligheids- maatregelen treffen ook burgers, „on schuldig" of niet. Vergeldingsacties tegen Israëlische burgers kunnen alleen maar als re sultaat opleveren dat de hoop van El Fatah om de Israëliërs voor zich te winnen meer dan ooit jjdel zal blij ken te zijn. Maar ze ontlenen hoop aan de Viet- cong. „Na alles wat er gebeurd is, zit de NLF toch aan tafel met Saigon. Wij zullen ook eens samen met de Is raëliërs samen aan een tafel zitten. peeër 22.00 Nws. en ber. 22.1" 23.40-23.45 Nws. Maandag 24 februaf HILVERSin I 402 URA: 7.00 Nws. en °chteffieslafi strijdlied 7.23 Stere 30-7.35 Ma e gram muz. en rep peze oorpagina) v™u't 8.20 Ster ARA: 8.00 Nws. kis» HILVERSUM H 29 lcve0^e iU: 7.00 Nws, 7.10 rd 7.15 Badinene. kte ^s, loderne muz. 'Nws.) i V. 7.50 Overw. »0?9 W)-910 GÏÏÏeD- V.d. huisvrouw «.OU 00 rf„(. nsvrouw) N*J„landse zie reek in het Nederl3 02 VA,e<j. - KRO: 1100 NWS. 55 »eo 11.30 Bejaardenprogr. HILVERSUM inAf FX B litïëke S: E I) Nws.) JERUZALEM In Karameh, 1 °P de oostelijke oever van de Jordaan, is geen huis meer over 08 de hevige gevechten van ver leden jaar, waarin Jordaanse sol daten samen (wat eerder toeval dan opzet was) tegen Israëlische tanks vochten. Karameh was een vluchtelingen kamp, dat, omdat mensen er zich oojvend begonnen te vestigen, uit- üe&roeid was tot een dorp. „Nu moeten ze weer helemaal van In fron(t al aan beginnen," zei een wdaans bestuursambtenaar. „Som- van deze vluchtelingen zijn al ier keer verdreven van waar ze 0linden. Toch moeten ze weer op- meuw beginnen. Hoe kan je dal «meier een geweer doen?" patting van de westelijke 13 ar de oorzaak van dat E' atah aan nieuwe rekruten kan ko n De meeste jongemannen die sprak in het nieuwe trainings vli Amman waren „nieuwe' «cntelingen. „Voor de eerste kee- v."™ we een keuze maken uit ge jn" Aantallen worden geheim ™°uden, maar de laatste schattinr alle guerrillatroepen bij elkaar Seveer 14.000 man uitmaken, er aantal wordt iedere week groter ,kamp dat ik zag, behoorde to1 In J-, ,tieke vleugel van El Fatah man u®" krijgen rekruten alleen ia: ,r basis-opleidin? voordat ze po Dosten gaan bekleden. Zoals verwachten was, leken de schijngevechten wat halfslachtig en was de schijnaanval chaotisch. Wat hogerop in de heuvels is een kamp van Al Asifa, de militaire vleugel. Hier worden trainingsgevechten ge leverd, waarbij echte ammunitie ge bruikt wordt, die vlak over de hoof den en vlak voor de voeten van de rekruten geschoten wordt. Het aan tal gewonden bij dit soort training badraagt, naar men zegt, 10 procent. Op een heuvelrug die uitziet op het nieuwe vluchtelingenkamp in Baka, bij Amman, worden elf- tot veertien jarigen 1 uit dit kamp opgeleid. De situatie van na de oorlog heeft El Fatah in meer dan alleen maar militair opzicht versterkt. De Pales tijnen zeggen graag dat Israël een nieuw soort „jood" van hen hebben gemaakt, verspreid, vindingrijk, vaak succesvol en heel vaak gehaat. In derdaad zijn alleen de armen in de kampen blijven wonen, terwijl de rest zich een nieuw bestaan heeft gezocht. Sommigen zijn naar Koe weit gegaan en naar de landen aan de Arabische Golf, waar velen rijk geworden zijn. Anderen hebben een loopbaan in Amman, Caïro, Beiroet en Bagdad gezocht. Onder dezen bevonden zich de ge matigden, die bereid waren Israël te iccepteren, en hoopten zich in Jeru zalem, Nabloes of Jericho te kunnen vestigen. In deze plaatsen kunnen ze nu niet meer terecht, en dit heeft El Fatah een stroom geld en rekru ten bezorgd. Deze gang van zaken heeft van de Palestijnen niet alleen „joden", maar zelfs „zionisten" gemaakt. Zij volgen de methoden van de Israëli's na. De uitvoerende macht van Arafats nieu we Palestijnse bevrijdingsorganisatie zou, zo vertelde men mij, het joodse wereldcongres als voorbeeld hebben. Vanaf de andere zijde van de grens bestudeert men en neemt men alles over: vanaf de manier waarop het joods agentschap geld bijeenbrengt tot de wijze waarop terreur gevoerd wordt in Irgun. Een wat beter bekend neven effect van de bezetting is de nieuwe macht van El Fatah in Jordanië. Dit wordt vaak beschreven als een „staat binnen een staat". Het zou misschien nauwkeuriger zijn als men stelde dat de Palestijnen grotendeels de macht in handen hebben in de Jordaanse staat zelf, zij bekleden de meeste posten, tot die van de plaatsvervan gende eerste minister, en dat na de iuni-oorlog deze Palestijnen eigenlijk allemaal de guerrilla's zijn gaan steunen. We kregen een staaltje van hun zelfvertrouwen te zien in Ka rameh, waar we met een groep jour nalisten en toeristen naar toe reden begeleid doof- een kapitein van he1 Jordaanse ieger. Een Amerikaanse probeerde eer bijzonder knappe jongeman uit het leger van E] Fatah te fotograferen en dit was verboden omdat zijn ge zicht niet bedekt was. Hij liet zijn ongenoegen blijken zonder een woord te zeggen. Hij schakelde ziin geweer over op „automatisch" en schoot de inhoud van zijn magazijn over onze hoofden leeg. Omdat men de zaken maar var een kant kan bekijken, is het moei Hik te schatten hoe groot de militaire doeltreffendheid van El Fatah is. Hef water in de Jordaan staat op het ogenblik te hoog om er gemakkelijk overheen te kunnen trekken, en daarom worden de meeste operaties uitgevoerd in de woestijn in het zuiden. Toch worden er volgens de com muniqués van El Fatah gemiddeld iedere dag drie operaties uitgevoerd. De Israëlische communiqués komen ongeveer ook tot ditzelfde aantal, maar het vreemde is dat deze inci denten zelden dezelfde schijnen te zijn. Er wordt bij El Fatah duidelijk overdreven, en de Israëli's passen duidelijk enige censuur toe. In de kampen wordt onvermijde lijk veel over legendarische wapen feiten gesproken. Ze hebben eens een bom aan de buik van een kat gebonden en de lont aan zijn staart vastgemaakt en de kat een nachtclub binnen geduwd waar juist een Israë lisch officier met vele dienstjaren aanwezig was, en de deur gesioten. Ze hebben ook explosieven aan ezels vastgebonden en die op een weg gezet waar tanks aankwamen. Het grote zwakke punt van de luerrilla-beweging is de afwezigheid van een vaste basis in Israël zelf. Hierdoor hebben de Israëli's niet helemaal ongelijk als ze hen „terro risten" noemen en hierdoor wordt het ook moeilijker voor deze guerril lastrijders zichzelf te vergelijken met de FLN in Algerije en met de Viet- cong. De leden van El Fatah spelen het klaar om in de loop van een en het zelfde gesprek je te vertellen dat: De Israëlische represaillemaatre gelen, de arrestaties van schoolmeis jes en het martelen van verdachte personen gericht zijn tegen mensen „die nergens van afweten", en be doeld zijn om de Arabieren te pes ten en ze er toe te brengen het land te verlaten. en verloren land terug te krijgen. Arafat is misschien meer een ro mantisch verhaal dan werkelijkheid. Palestijnse leiders en woordvoerders die men in Caïro en Amman ontmoet docenten aan de universiteit, rechtsgeleerden, zakenlieden, ex-po litici zijn realistischer. Zij hebben veel werk in hun eigen land verricht. Via twee researchinstituten in Bei roet en een nieuwe uitgeverij in Cai ro hebben ze boeken en pamfletten gepubliceerd die afwijken van de traditionele propaganda doordat ze gedocumenteerd zijn met gegevens zowel uit Israëlische als Arabische bron. „De wereld is vergeten dat we als natie bestaan", zeggen ze steeds weer. De belangrijkste boodschap van de nieuwe Palestijnen is dat de kwestie een nieuw perspectief nodig heeft. De kwestie is steeds gezien als een conflict tussen Arabische regeringen aan de ene kant en Israël aan de andere, met de vluchtelingenkampen als een bijkomstig „probleem". Nu willen de Palestiinen erkend worden als een Nationale Bevrij dingsbeweging, met dezelfde doel stellingen en dezelfde status als de FLN in Algerije, de Vietcong, de Rho- desiërs en de Zuidafrikanen. Al dit streven strekt zich veel ver der uit dan alleen maar tot de Ara bische wereld. Op de internationale conferentie tot steun aan de Arabi sche volkeren, die afgelopen maand in Cairo werd gehouden, maakte deze boodschap van El Fatah duidelijk indruk op de 400 gedelegeerden van allerlei politieke richtingen (maar met indrukwekkend veel communis ten of links-georiënteerden). De toe spraak van de afgevaardigde van El Fatah een jong docent in de eco nomie in Caïro was in zoverre ex tremistisch dat daarin de resolutie van de VN verworpen werd, die pre sident Nasser zelf wel kan aanvaar den. Toch stak deze rede door de lo gica erin gunstig af bij de weinig ver fijnde retoriek van de communisten, en de langdradige retoriek van de Arabieren: We zijn een volk, dit volk telt 2,5 miljoen mensen. We hebben de ene helft van ons land in 1948 verloren en de andere helft in 1967. We hebben geen andere keus, we moeten vechten niet tegen de jo den, maar tegen de staat die de aarde afschuimt om aan immigranten te komen terwijl ze ons er systematisch uithouden. Dat Israël economisch afhankelijk is van Amerika en West-Europa, is uitermate geschikt om ais bewijs te dienen voor de stelregel dat het een „bolwerk van imperialisme" is. Maar verreweg de grootste steun voor het nieuwe vertrouwen in EI Fatah komt voort uit de bezetting van de weste lijke oever. „We bidden en smeken dat ze zich niet zullen terugtrekken", bleven de mensen daar herhalen. De bezetting heeft een ommekeer teweeggebracht In de status van de Fedayeen onder de Palestijnen. i* Dat iedere Arabier in Israël en in de bezette landen de fedayeen steunen en hen op alle mogelijke manieren helpen. De Israëli's zitten hier met het zelfde probleem. Ze hebben graag het gevoel dat de Arabieren die oor spronkelijk in Israël waren, en zelfs diegenen die zich in de bezette lan den bevinden, in het algemeen te vreden zijn met de status quo, waar van ze materieel voordeel hebben. Aan de andere kant rechtvaardigen ze represaillemaatregelen, avond klokken en andere beperkende maat regelen met het argument dat alle Arabieren mogelijke saboteurs zijn. Dit probleem is al net zo oud als Israël, maar is sinds de bezetting veel groter geworden. Het vertrouwen dat El Fatah heeft komt niet voort uit de macht die ze hebben, maar uit het dilemma waarvoor Israël zich geplaatst ziet. „Wat kunnen ze nu weer tegen ons doen? Represaillemaatregelen ver sterken onze positie alleen maar. We bidden en smeken dat ze zullen aan vallen. Nog een oorlog? Laat ze nog maar meer gebied veroveren. Hoe groter ze worden, des te minder ze kerheid zullen ze hebben." Maar El Fatah zelf staat ook voor dilemma's. Het probeert tot verzoe ning te komen, maar bestaat dank zij geweld. En er is zelfs een groter gevaar. De Israëli's zouden zich wel eens van de westelijke oever kunnen terugtrekken en een edelmoedige oplossing voor het vluchtelingen probleem kunnen vinden. Dat zou veel gras voor de voeten van El Fatah wegmaaien. (Copyright Guardian/De Stem) TTrjna tweehonderd jaar geleden, -J-* om precies te zijn in 1778, verscheen in Utrecht het bundel tje „Kleine gedichten voor Kinde ren" van Hieronymus van Alphen. Bij het horen van die naam krij gen veel mensen de hik, want is dat niet die belachelijke man, die „Jantje zag eens pruimen hangen" op zijn geweten heeft en verder nog „Cornells had een glas ge broken"? Ja, die is het, en tot overmaat van ramp is van hem ook nog het volgende vers alge meen bekend „Mijn speelen is leeren, mij'n leeren is speelen, En waarom zou mij dan het leeren verveelen Het leezen en schrijven verschaft mij vermaak. Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken. Ik wil in m(jn prenten mijn tijdverdrijf zoeken, 't Is wijsheid, 't zijn deugden, naar welken ik haak." Een beetje merkwaardig doet .zo'n tekst ons wel aan uit de mond* van een klein ventje dat uit het plaat je wegloopt om de lezer te ver tellen waarnaar hij zoal haakt. Natuurlijk is het de bedoeling van de dichter kinderen de les te le zen. Zijn gedichten voor kinderen zijn geen kindergedichten. Vol wassenen kunnen geen kinderge dichten schrijven, want dat zijn gedichten van kinderen. Die zijn er nauwelijks, vroeger niet en nu ook niet. Van Alphen was een ra tionele en verlichte geest en wat hij voor kinderen schreef had de bedoeling stichtelijk en opvoed kundig te werken. Niet voor niets schreef hij ook een boek over „De het kind en het kinderlijke ge tuigen dan „mijn leeren is spee len" Als we willen lachen, moe ten we goed kunnen lachen, dus ook om ons zelf. Jn een tijd van verlichting is die uitspraak overigens helemaal niet zo gek. Leren is daarin het meest elementaire, niet alleen uit een oogpunt van nut en profijt, maar ook van genot. De uitspraak van de kleine jongen betekent he lemaal niet, dat hjj zich met ge mak en als het ware spelenderwijs door een karwei heen werkt waar anderen zwaar aan tillen, maar dat het leren voor hem helemaal geen karwei is, dat het daarente gen een genoegen is. De jongen staat niet op te scheppen over zijn intellectuele begaafdheid en zijn bijzondere uitverkiezing, maar hij predikt het genot. Voor Van Al phen zelf die op zijn twintigste jaar gepromoveerd was, zal het studeren inderdaad ook wel een genoegen geweest zijn. Wat is daar voor vreemds aan Wij, die Dik- kertjedap zo leuk en typisch kin derlijk vinden, zijn geneigd hier iets abnormaals in te zien. Maar waarom zou nu juist het leren geen genoegen kunnen zijn We spreken toch niet voor niets over het „genieten" van onderwijs? Het is niet goed in te zien waarom het genot in allerlei vormen en op al lerlei terreinen zo aangemoedigd zou moeten worden, behalve uit gerekend op het terrein waar het nog het minst vergankelijk is. Het is een uitdagend en irriterend raadsel dat Dikkertjedap leuk, Waare Volksverligting met opzigt tot Godsdienst en Staatkunde be schouwd." Het beleren zat de in tellectuelen uit die tijd in het bloed en we moeten toegeven dat ze er het een en ander mee be reikt hebben. Van Alphen zelf was een intelligent en gevoelig man en we hebben geen reden om hem voor een gek of een achterlijk wezen te verslijten. Die reden zou alleen hierin gelegen kunnen zjjn dat wij ten opzichte van hem een aanzienlijke en duidelijk aanwijs bare vooruitgang gemaakt zouden hebben, bijvoorbeeld op pedago gisch gebied. Maar is het inder daad waar dat wij intussen op ont zettend lumineuze ideeën gekomen zijn die ook in zijn tijd al voor de hand lagen? Zijn fout, vinden wij, is dat de kinderen bij hem niet kinderlijk zijn, maar als vol wassenen praten. Dat lijkt heel aardig, maar weet iemand van ons, wat dat „kinderlijk" zo ongeveer inhoudt Bij Van Alphen wijst het kinderlijke duidelijk vooruit op een later stadium in het leven; zijn kindertjes zijn zich daar al té zeer van bewust. Bij ons lijkt het er vaak op, dat het kinderlijke helemaal niet vooruit mag wijzen en dat het op die manier afge knepen en van elke inhoud be roofd wordt. Het is dan kinder lijk omdat het nergens op slaat en zoals bij Van Alphen de kinderen praten als wijze mannetjes, zo la ten wij ze praten als aanstellerige tantes die het „kinderlijke" tot iets zelfstandigs maken. In plaats van enige inhoud komt dan het zgn. kinderlijke. Maar wie kan mij vertellen waardoor „flipperde- flap" „dikkertjedap" en al die kre ten van zoveel meer begrip voor kinderlijk en normaal gevonden wordt, terwijl het genoegen in le ren als een afwijking beschouwd schijnt te worden. Blijkbaar mag het kinderlijke geen inhoud heb ben. Daar bestaat geen enkele re delijke grond voor. Nu zouden we natuurlijk kunnen zeggen dat dit al ten tijde van Van Alphen zo was. Want zijn knaapjen zegt natuurlijk niet wat hij vindt en denkt, maar wat hij volgens de verlichte Hieronymus zou moeten denken: hij probeert zijn leeftijdgenootjes te overtuigen dat leren niet vervelend is. Voor hen was leren geen spelen en zij haakten niet naar wijsheid. Dan nog blijft de vraag naar de geldig heid van dat ideaal bestaan. En we moeten daar niet te licht over denken. Het is een wonderlijk feit dat het zo weinig redelijk klinkende woord „genot" zo veel gebruikt werd in die verlichte achttiende eeuw. En het is ook met zo vanzelfsprekend dat die ge notzoekers een vrij strenge ascese predikten. Maar wel ligt het in deze situatie voor de hand, dat verlichting en genot elkaar vinden in het intellectuele genoegen. Over dat genoegen spreekt Van Alphen. Hu vindt dat onderwijs inderdaad een genot is of zou moeten zijn Leren is spelen: de Romeinen hadden er al hetzelfde woord voor. Maar na zoveel eeuwen staan ze nog verder dan ooit uit elkaar en wordt harder gewerkt aan hun scheiding dan aan hun verbinding. Van Alphen zou als schrijver van kinderverzen van daag geen schijn van kans op een bekroning maken. 1,

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 19