Commentaar
De Pimpernel van Midden-Oosten
HOOP OP JOODSE „REVOLUTIE"
Arabische terreur naar joods voorbeeld
LEREN IS SPELEN
ehuwde werkende vrouw
)lë (Nederl.);
G/ë (Frans):
ITSLAND II
ITSLAND I
liet van brood alleen
Dr. Corn. Verhoeven:
DE STEM VAN ZATERDAG 22 FEBRUARI 1969
21
11.40 EUCHARISTIF.VlE
RING TE IEPER
WERELDKAMPIOENSCHAP
PEN CYCLOCROSS Voor
amateurs en profs vanuit M„„
atadt (Stuttgart) ag'
VOOR BOER EN TUINDER
BINNEN EN BUITEN
POLY IN PORTUGAL (d)
TIENERKLANKEN PRESf-u
[EERT. Het jonge orkest, pó
er en de Wolf, S. Prokofieff*
KLEIN, KLEIN KLEUTERTIP
GEVLEUGELDE BOOD- E
SCHAPPERS
SPORTREPORTAGE
NIEUWS
PORTACTUALITEITEN
DE TROUBADOUR. Opera var
Siuseppe Verdi, uitgevoerd
door het Koor en Symfonie-
orkest van de RAI te Milaan
NIEUWS
WERELDKAMPIOENSCHAP
PEN VAN DE CYCLO-CROS,
TE MAGSTADT-STUTTGART
FéMININ PRéSENT
L'AMI PUBLIC NUMéRO DN
SPORTUITSLAGEN
VISA POUR LE MONDE
RENDEZ-VOUS DIMANCRF
TARTINE
SPORTJOURNAAL
JOURNAAL
PROGRAMMA-OVERZICHT
LE PLUS GRAND CIIAPI-
TEAU DU MONDE
L'OMENSCOPE
JOURNAAL
JOURNAAL
ALTE KAMERADEN
Spel van Georg Hurdalek
ALLE MAL HERHÖREN
AUCH DIE, DIE SCHWER-
HöREN.... Biografische revue
rond Erich Kastner
JOURNAAL
VORSCHAU
FRAGEN ZUR ZEIT
ZONDAGMIDDAGCONCERT
Berlijns Omroep Symfonieor
kest
DIE DREHSCHEIBE
KALEIDOSKOP FÜR JCNGE
LEUTE (4)
FLIPPER (kleur) De ontvoe
ring
DETEKTIV WIDER WILLEN
Engelse detective-film
NIEUWS
WELTAKTION WETER
(kleur) Uit de wereld waarin
wij leven
EIN STUTTGARTER AUS
SüDAFRIKA. Ballet Opus I
WERELDKAMPIOENSCHAP
CROSS-COUNTRY
BONANZA (kleur)
NIEUWS
TUSSENTIJDSE OECUMENE
SCHE BALANS
SPORTJOURNAAL
NIEUWS
DRÜBEN
VIERMAL METHUSALEM.
TV-spel met muziek van Karei
Salmon
ETAPPE IN NIGERIA (kleur)
Een Afrikaanse burgeroorlog
NIEUWS
VIOOLCONCERT NO. 1 IN A
KL-T-, JOH. SEB. BACH
DAS UNAUSLÖSISCHE SIE"
GEL. Programma t.g.v. de 70e
verjaardag van Elisabeth
Langgasser.
j PE'L'NgEN ,^|PEIL!NGENPEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE'UNGEN PI^'NGEN PEILINGEN
tlINGEN PEILINGEN PE L NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PE L NGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN JrtiLiiNU»ti>j rei INGEN PEILINGEN
N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENPEILINGEN PEILINGENPEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE'j-llJGEN 1KJ^fL'-J1^GEN ^^{-^1^11 |MQc}o p^yfsiGEN P^LINGEN PEIi
RINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL INGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN FfcllHNOtiN
Filharm. ork. en
(opn.)
15 is DE laatste dagen door het parlement weer enige druk op de
J Financiën uitgeoefend om de belastingdruk op de gehuwde werken-
vrouw te verlagen. De fiscus vraagt nu heel wat van haar: in ons be
slissysteem wordt het inkomen van man en vrouw bij elkaar opgeteld
dat betekent het progressie-effect dat de verdiensten van de vrouw
w8ar worden afgeroomd.
Aan deze belastingheffing ligt een verouderde gedachtengang ten grond-
ag, Namelijk deze dat een vrouw, die gaat trouwen, eigenlijk niet mag
jorwerken. Ze hoort in het gezin thuis, eten koken, kinderen krijgen, kin
den en man verzorgen etc. Er zijn vrouwen voor wie dit leefpatroon
|eas| is. Maar er zijn ook vrouwen, die daar heel anders over denken.
Mogen ze misschien? Mogen jonge mensen in onderling overleg wel-
dit uitmaken hoe zij de serste jaren van hun huwelijk willen regelen?
pais ze dan tot de conclusie komen dat de vrouw nog wat wil blijven
parken is het dan rechtvaardig om dat besluit af te straffen via de fiscus?
lijven doorwerken kan bovendien in deze dure tijd voor jonge mensen
noodzaak zijn.
Maar er is nog een ander punt: Kan Nederland het zich wel veroorloven
gehuwde werkende vrouw buiten het arbeidsproces te houden? Ons
«drijfsleven komt handen te kort. Ook van dit gezichtspunt uit gezien
Sent er zo spoedig moge'ijk een belastingverlichting te komen voor de
lehuwde werkende vrouw.
[ITERAARD, zou men bijna zeggen, is Rotterdam niet bereid zich neer
te leggen bij de uitspraak van de regering, dat de havenuitbreiding
I in de Hoekse Waard mag worden voortgezet. We blijven dus ruziën
n de Gouden Delta.
Het Westerscheldebekken heeft enorme mogelijkheden. Zeeland heeft
bovendien ruimte. De begiijpelijke zorg van Rotterdam voor de concur-
[rentie van het buitenland kan worden weggenomen door Zeeland in
j tempo met rijkssteun gereed te maken voor de opvang van in-
Idustrieën en schepen, die in het Waterweggebied geen plaats meer kunnen
Ivinden.
Ontlast van die zorg kan het Rotterdamse gemeentebestuur dan ook
tens wat meer aandacht besteden aan het woon- en leefklimaat van de
jMaasstad. De Rotterdammers zullen hun b. en w. daarvoor alleen maar
■dankbaar zijn. Want zelfs Rotterdammers leven niet van brood alleen.
BAGDAD „Je vecht nu voor
Palestina. Maar wat voor Palesti
na En wat zou je willen doen
met de joden Dit leek nogal
veel om aan een. 16-jarige jongen
te vragen, die nog niet op adem
gekomen was na in zijn eerste
week bij El Fatah flink gevochten
te hebben.
Maar ik moest het wel vragen. De
leiders in Amman hadden me ver
zekerd dat El Fatah veranderd was
sinds de hloedige dagen van Shoek-
hairy. Toen ze mijn sceptische blik
opvingen, startten ze de Landrover
en zetten er twee van de met machi
nepistolen gewapende mannen in
die in een rustige straat in Amman
wat bij hun huis rondhingen. (In Am
man kun je rustig in een taxi sprin
gen en zeggen ,,Ei Fatah"). We reden
naar de heuvels waar het kamp ver
borgen lag in een klein bos.
De antwoorden van de jongen kwa
men vlug en waren correct gesteld-
„Een Palestina voor ons allen: Ara
bieren en joden. We vechten niet te
gen de joden, maar tegen de zionis
tische staat."
Nadat ik 12 dagen gastvrijheid ge
noten en propaganda in Egypte en
Jordanië meegemaakt had, liet de
nieuwe image van El Fatah een diepe
indruk op me achter. Deze image is
zorgvuldig opgebouwd door een ef
ficiënt werkende voorlichtingsdienst,
die op zichzelf al iets nieuws is in de
Arabische wereld. Aan deze image
wordt aan de andere kant ook weer
afbreuk gedaan door zwakke plek
ken en tegenstrijdigheden, mar ze is
toch nog wel zo overtuigend dat er
aandacht aan geschonken moet wor
den, In het bijzonder door de Israë
liërs. Het is een image van gematigd
heid doordat er verklaard wordt
dat de joden niet de zee ingegooid
zullen worden en een image van
kracht niet op basis van militaire
prestaties maar van de nieuwe soli
dariteit en wanhoop aan de situatie
van na de oorlog, en op grond van de
overtuiging dat Israël nu in een on
mogelijk dilemma verkeert.
Toen ik in Cairo was. kwam El Fatah
formeel naar voren als de leidende
groep onder de Palestijnen. Yasser
Arafat, de leider, werd tot voorzitter
van de nieuwe Palestijnse bevrij
dingsorganisatie gekozen. De dag
daarop stonden in alle kranten in
Cairo foto's waarop hij in bespreking
met Nasser te zien was.
Arafat is een wat vage, romantische
figuur, die de reputatie heeft Israël
in en uit te glippen met de vermetele
ongrijpbaarheid van Pimpernel. Voor
velen heeft hij duidelijk de plaats van
Nasser als held ingenomen. Van Al
giers tot Bagdad is, naar het schijnt,
ae toetssteen om de progressiviteit
van een persoon te bepalen, niet hoe
hij tegenover Nasser, maar hoe hij
tegenover El Fatah staat.
„Shoekhairy was een bluffer de
ergste vijand van onze zaak", zei een
Jordaans ambtenaar over de ontsla
gen leider van de Palestijnse Bevrij
dingsorganisatie.
„Gedurende de hele zesdaagse oor-
lag zag ik hem in de lounge van het
Jordaans hotel in Amman thee zitten
drinken. De bevelhebber van het le
ger zat bij hem.
Shoekhairy was in uniform, de be
velhebber in burger."
Arafat vormt hiermee een groot
contrast. Men zegt wel dat hij streng
is, op het maniakale af (hij liet eens
iemand opsluiten omdat deze hem
thee in een porseleinen kopje aan
bood, terwijl de anderen uit plastic
kroezen dronken.)
De oude Palestijnse Bevrijdingsor
ganisatie, ontstaan uit het topoverleg
van de Arabische Liga in 1964, was
ai voor de oorlog in juni tot sterven
gedoemd. Deze vertegenwoordigde
niet de Palestijnse maar de verschil
lende Arabische regeringen, die ieder
afzonderlijk hun eigen belangen na-
De kreet van El Fatah is niet
meer, dat „de joden de
zee in gedreven moeten
worden", maar de nieuwe El
Fatah-boodschap luidt „vreed
zame coëxistentie". Wat is de El
Fatah, de Arabische beweging,
die nog deze week herhaalde-
lijk in het nieuws kwam in ver
band met de aanslag op een
Israëlisch passagiersvliegtuig in
Zurich? Wat doet en wat wil El
Fatah? Onze correspondent Wal
ter Schwarz geeft in onderstaan
de artikelen antwoord op deze
vragen.
ARAFAT
jaagden en dat trouwens nog steeds
doen. Het officiële „leger" was het
Palestijnse Bevrijdingsleger, een
groep die tot de gevestigde orde be
hoorde, goed werd betaald en gro
tendeels niets deed.
In dit beeld van de dagen voor ju
ni passen de Fedayeen, de verheer
lijkte vogelvrijverklaarden. Een Jor
daanse ambtenaar vertrouwde ons
toe dat in Jordanië alleen al 408
van hen in de gevangenis zaten. Nog
veel meer zaten opgesloten in Liba
non, Syrië en Irak. Op het ogenblik
zo verzekerde men mij, hoewel ik het
niet heb controleren, zitten van El
Fatah alleen nog maar in Israël men
sen gevangen.
De nieuwe Palestijnse Bevrijdings
organisatie onder Arafat opereert
met bijna agressieve onafhankelijk
heid. Dit komt op het ogenblik zowel
N Asser als Hoessein goed uit. Het stelt
hun in staat via de grote mogend
heden en de VN te onderhandelen
om het eens te worden met Israël
Wat El Fatah, de militante groep
■Arabieren hoopt te bereiken, gaat
■niet terug op de intensiviteit waar-
nee ze op het ogenbli hun acties te
llen Israël richten, maar op een
trapsgewijs opvoeren van de oorlog.
De bedoeling daarvan is genoeg
onzekerheid teweeg te brengen om
let bewind te verzwakken en an
dersdenkenden op die manier ertoe
brengen van binnen uit in op-
nd te komen tegen het „zionisme",
liervoor wordt veel vertrouwen ge
leld in de joden van Arabische af-
die meer dan de helft van de
bevolking uitmaken, maar
[vooralsnog weinig politieke macht
lebben.
De theorie berust op de hoop dat
raël de „zionistische fase" te boven
pl komen en dat er een omwente
ling in de immigratiepolitiek zal
[plaatsvinden, die misschien te ver
gelijken zal zijn met die op het ogen-
welke op het ogenblik in Engeland
[Plaatsvindt.
„De joden zullen uiteindelijk sa-
ien met ons vechten". Dit is het
®est ambitieuze onderdeel van het
Programma van El Fatah. Bij hun
'agelijkse uitzendingen is er een pro
gramma in het Hebreeuws, met bood
schappen gericht aan „onze broe-
™rs" Het secretariaat in Amman
Feit een eigen veiligheidsdienst, en
je bezoekers wordt verzocht twee
foto's in te leveren en identiteitspa-
Pieren in te vullen. Op mijn formu
leer vulde ik onder „godsdienst"
jjoods" in. Toch mocht ik met de
'ndere journalisten mee om de kam
pementen te zien en werd ik toege
laten bij discussies die niet opgete
kend mochten worden, en tot diep in
de nacht doorgingen.
Verwachten ze werkelijk dat Is
raël er ooit toe zal kunnen komen
een bi-nationale staat te accepteren?
Hun man in Cairo gaf toe dat voor
dat dit kon gebeuren, er een revolu
tie zou moeten plaatsvinden, zowel
onder de joden als onder de Ara
bieren.
„In de eerste plaats hebben we de
mocratische regeringen nodig. En we
moeten laten zien dat we zulke pro
blemen als die van de Koerden in
Irak kunnen oplossen."
Deze woordvoerder was duidelijk
liberaal democraat. We vinden ook
andere stromingen binnen de bewe
ging van de fedayeen. Het volksfront
voor de bevrijding van Palestina,
hoewel binnen deze beweging twee
stromingen bestaan, de Trotskyisten
en Leninisten, heeft de Palestijnse
conferentie geboycot, die Arafat tot
voorzitter koos, en houdt zich afzij
dig van de belangrijkste dingen die
de beweging doet. Zelfs binnen El
Fatah vinden we nuance-verschillen.
Een van de leiders in Amman deed
alle mogelijke moeite om er de na
druk op te leggen dat in dit stadium
de ideologie op de achtergrond ge
houden diende te worden.
Maar de termen „juiste houding"
en „wetenschappelijke benadering",
die hij voortdurend gebruikte, sug
gereerden een marxistische oplei
ding.
Veel in het programma en in de
organisatie van El Fatah doet dit ook,
zoals bijv. „revolutionaire voorhoe
de" en de verdeling van de revolutie
in „stadia". Maar dit alles wordt
zorgvuldig op de achtergrond gehou
den. Men moet tenslotte aan de mil
jonairs in Koeweit denken.
De leden van El Fatah houden vol
dat hun aanvallen in Israël alleen ge
richt zijn op militaire doelwitten.
„Er is zoveel drukte gemaakt over
die schoolbus die op een mijn liep
alsof we opzettelijk kinderen wijden
doden en alsof er geen kinderen
worden gedood bij Israëlische repre
saille aanvallen." Maar ze geven toe
dat er uitzonderingen zijn. De re
cente bomaanvallen op Jeruzalem en
Tel Aviv „waren bedoeld 'als een be
wuste waarschuwing aan de Israëli
ërs zich niet te bemoeien met Ara
bische burgers. We hebben in onze
uitzendingen duidelijk gemaakt dat
we het niet zouden tolereren als er
massa-arrestaties zonder vorm van
proces zouden plaatsvinden of als er
Arabieren geslagen of gedood zou
den worden."
De nadelen van zo'n beleid liggen
voor de hand. Israëlische veligheids-
maatregelen treffen ook burgers, „on
schuldig" of niet.
Vergeldingsacties tegen Israëlische
burgers kunnen alleen maar als re
sultaat opleveren dat de hoop van El
Fatah om de Israëliërs voor zich te
winnen meer dan ooit jjdel zal blij
ken te zijn.
Maar ze ontlenen hoop aan de Viet-
cong. „Na alles wat er gebeurd is, zit
de NLF toch aan tafel met Saigon.
Wij zullen ook eens samen met de Is
raëliërs samen aan een tafel zitten.
peeër 22.00 Nws. en ber. 22.1"
23.40-23.45 Nws.
Maandag 24 februaf
HILVERSin I 402
URA: 7.00 Nws. en °chteffieslafi
strijdlied 7.23 Stere 30-7.35 Ma
e gram muz. en rep peze
oorpagina) v™u't 8.20 Ster
ARA: 8.00 Nws. kis»
HILVERSUM H 29 lcve0^e
iU: 7.00 Nws, 7.10
rd 7.15 Badinene. kte ^s,
loderne muz. 'Nws.) i V.
7.50 Overw. »0?9 W)-910 GÏÏÏeD-
V.d. huisvrouw «.OU 00 rf„(.
nsvrouw) N*J„landse zie
reek in het Nederl3 02 VA,e<j.
- KRO: 1100 NWS. 55 »eo
11.30 Bejaardenprogr.
HILVERSUM inAf FX B litïëke
S: E
I) Nws.)
JERUZALEM In Karameh,
1 °P de oostelijke oever van de
Jordaan, is geen huis meer over
08 de hevige gevechten van ver
leden jaar, waarin Jordaanse sol
daten samen (wat eerder toeval
dan opzet was) tegen Israëlische
tanks vochten.
Karameh was een vluchtelingen
kamp, dat, omdat mensen er zich
oojvend begonnen te vestigen, uit-
üe&roeid was tot een dorp.
„Nu moeten ze weer helemaal van
In fron(t al aan beginnen," zei een
wdaans bestuursambtenaar. „Som-
van deze vluchtelingen zijn al
ier keer verdreven van waar ze
0linden. Toch moeten ze weer op-
meuw beginnen. Hoe kan je dal
«meier een geweer doen?"
patting van de westelijke
13 ar de oorzaak van dat E'
atah aan nieuwe rekruten kan ko
n De meeste jongemannen die
sprak in het nieuwe trainings
vli Amman waren „nieuwe'
«cntelingen. „Voor de eerste kee-
v."™ we een keuze maken uit ge
jn" Aantallen worden geheim
™°uden, maar de laatste schattinr
alle guerrillatroepen bij elkaar
Seveer 14.000 man uitmaken, er
aantal wordt iedere week groter
,kamp dat ik zag, behoorde to1
In J-, ,tieke vleugel van El Fatah
man u®" krijgen rekruten alleen
ia: ,r basis-opleidin? voordat ze po
Dosten gaan bekleden. Zoals
verwachten was, leken de
schijngevechten wat halfslachtig en
was de schijnaanval chaotisch. Wat
hogerop in de heuvels is een kamp
van Al Asifa, de militaire vleugel.
Hier worden trainingsgevechten ge
leverd, waarbij echte ammunitie ge
bruikt wordt, die vlak over de hoof
den en vlak voor de voeten van de
rekruten geschoten wordt. Het aan
tal gewonden bij dit soort training
badraagt, naar men zegt, 10 procent.
Op een heuvelrug die uitziet op het
nieuwe vluchtelingenkamp in Baka,
bij Amman, worden elf- tot veertien
jarigen 1 uit dit kamp opgeleid.
De situatie van na de oorlog heeft
El Fatah in meer dan alleen maar
militair opzicht versterkt. De Pales
tijnen zeggen graag dat Israël een
nieuw soort „jood" van hen hebben
gemaakt, verspreid, vindingrijk, vaak
succesvol en heel vaak gehaat. In
derdaad zijn alleen de armen in de
kampen blijven wonen, terwijl de
rest zich een nieuw bestaan heeft
gezocht. Sommigen zijn naar Koe
weit gegaan en naar de landen aan
de Arabische Golf, waar velen rijk
geworden zijn. Anderen hebben een
loopbaan in Amman, Caïro, Beiroet
en Bagdad gezocht.
Onder dezen bevonden zich de ge
matigden, die bereid waren Israël te
iccepteren, en hoopten zich in Jeru
zalem, Nabloes of Jericho te kunnen
vestigen. In deze plaatsen kunnen ze
nu niet meer terecht, en dit heeft
El Fatah een stroom geld en rekru
ten bezorgd.
Deze gang van zaken heeft van de
Palestijnen niet alleen „joden", maar
zelfs „zionisten" gemaakt. Zij volgen
de methoden van de Israëli's na. De
uitvoerende macht van Arafats nieu
we Palestijnse bevrijdingsorganisatie
zou, zo vertelde men mij, het joodse
wereldcongres als voorbeeld hebben.
Vanaf de andere zijde van de grens
bestudeert men en neemt men alles
over: vanaf de manier waarop het
joods agentschap geld bijeenbrengt
tot de wijze waarop terreur gevoerd
wordt in Irgun.
Een wat beter bekend neven
effect van de bezetting is de nieuwe
macht van El Fatah in Jordanië. Dit
wordt vaak beschreven als een „staat
binnen een staat". Het zou misschien
nauwkeuriger zijn als men stelde dat
de Palestijnen grotendeels de macht
in handen hebben in de Jordaanse
staat zelf, zij bekleden de meeste
posten, tot die van de plaatsvervan
gende eerste minister, en dat na de
iuni-oorlog deze Palestijnen eigenlijk
allemaal de guerrilla's zijn gaan
steunen. We kregen een staaltje van
hun zelfvertrouwen te zien in Ka
rameh, waar we met een groep jour
nalisten en toeristen naar toe reden
begeleid doof- een kapitein van he1
Jordaanse ieger.
Een Amerikaanse probeerde eer
bijzonder knappe jongeman uit het
leger van E] Fatah te fotograferen
en dit was verboden omdat zijn ge
zicht niet bedekt was. Hij liet zijn
ongenoegen blijken zonder een woord
te zeggen. Hij schakelde ziin geweer
over op „automatisch" en schoot de
inhoud van zijn magazijn over onze
hoofden leeg.
Omdat men de zaken maar var
een kant kan bekijken, is het moei
Hik te schatten hoe groot de militaire
doeltreffendheid van El Fatah is. Hef
water in de Jordaan staat op het
ogenblik te hoog om er gemakkelijk
overheen te kunnen trekken, en
daarom worden de meeste operaties
uitgevoerd in de woestijn in het
zuiden.
Toch worden er volgens de com
muniqués van El Fatah gemiddeld
iedere dag drie operaties uitgevoerd.
De Israëlische communiqués komen
ongeveer ook tot ditzelfde aantal,
maar het vreemde is dat deze inci
denten zelden dezelfde schijnen te
zijn. Er wordt bij El Fatah duidelijk
overdreven, en de Israëli's passen
duidelijk enige censuur toe.
In de kampen wordt onvermijde
lijk veel over legendarische wapen
feiten gesproken. Ze hebben eens
een bom aan de buik van een kat
gebonden en de lont aan zijn staart
vastgemaakt en de kat een nachtclub
binnen geduwd waar juist een Israë
lisch officier met vele dienstjaren
aanwezig was, en de deur gesioten.
Ze hebben ook explosieven aan ezels
vastgebonden en die op een weg
gezet waar tanks aankwamen.
Het grote zwakke punt van de
luerrilla-beweging is de afwezigheid
van een vaste basis in Israël zelf.
Hierdoor hebben de Israëli's niet
helemaal ongelijk als ze hen „terro
risten" noemen en hierdoor wordt
het ook moeilijker voor deze guerril
lastrijders zichzelf te vergelijken met
de FLN in Algerije en met de Viet-
cong.
De leden van El Fatah spelen het
klaar om in de loop van een en het
zelfde gesprek je te vertellen dat:
De Israëlische represaillemaatre
gelen, de arrestaties van schoolmeis
jes en het martelen van verdachte
personen gericht zijn tegen mensen
„die nergens van afweten", en be
doeld zijn om de Arabieren te pes
ten en ze er toe te brengen het land
te verlaten.
en verloren land terug te krijgen.
Arafat is misschien meer een ro
mantisch verhaal dan werkelijkheid.
Palestijnse leiders en woordvoerders
die men in Caïro en Amman ontmoet
docenten aan de universiteit,
rechtsgeleerden, zakenlieden, ex-po
litici zijn realistischer. Zij hebben
veel werk in hun eigen land verricht.
Via twee researchinstituten in Bei
roet en een nieuwe uitgeverij in Cai
ro hebben ze boeken en pamfletten
gepubliceerd die afwijken van de
traditionele propaganda doordat ze
gedocumenteerd zijn met gegevens
zowel uit Israëlische als Arabische
bron.
„De wereld is vergeten dat we als
natie bestaan", zeggen ze steeds weer.
De belangrijkste boodschap van de
nieuwe Palestijnen is dat de kwestie
een nieuw perspectief nodig heeft.
De kwestie is steeds gezien als een
conflict tussen Arabische regeringen
aan de ene kant en Israël aan de
andere, met de vluchtelingenkampen
als een bijkomstig „probleem".
Nu willen de Palestiinen erkend
worden als een Nationale Bevrij
dingsbeweging, met dezelfde doel
stellingen en dezelfde status als de
FLN in Algerije, de Vietcong, de Rho-
desiërs en de Zuidafrikanen.
Al dit streven strekt zich veel ver
der uit dan alleen maar tot de Ara
bische wereld. Op de internationale
conferentie tot steun aan de Arabi
sche volkeren, die afgelopen maand
in Cairo werd gehouden, maakte deze
boodschap van El Fatah duidelijk
indruk op de 400 gedelegeerden van
allerlei politieke richtingen (maar
met indrukwekkend veel communis
ten of links-georiënteerden). De toe
spraak van de afgevaardigde van El
Fatah een jong docent in de eco
nomie in Caïro was in zoverre ex
tremistisch dat daarin de resolutie
van de VN verworpen werd, die pre
sident Nasser zelf wel kan aanvaar
den. Toch stak deze rede door de lo
gica erin gunstig af bij de weinig ver
fijnde retoriek van de communisten,
en de langdradige retoriek van de
Arabieren: We zijn een volk, dit volk
telt 2,5 miljoen mensen. We hebben
de ene helft van ons land in 1948
verloren en de andere helft in 1967.
We hebben geen andere keus, we
moeten vechten niet tegen de jo
den, maar tegen de staat die de aarde
afschuimt om aan immigranten te
komen terwijl ze ons er systematisch
uithouden.
Dat Israël economisch afhankelijk
is van Amerika en West-Europa, is
uitermate geschikt om ais bewijs te
dienen voor de stelregel dat het een
„bolwerk van imperialisme" is. Maar
verreweg de grootste steun voor het
nieuwe vertrouwen in EI Fatah komt
voort uit de bezetting van de weste
lijke oever.
„We bidden en smeken dat ze zich
niet zullen terugtrekken", bleven de
mensen daar herhalen. De bezetting
heeft een ommekeer teweeggebracht
In de status van de Fedayeen onder
de Palestijnen.
i* Dat iedere Arabier in Israël en
in de bezette landen de fedayeen
steunen en hen op alle mogelijke
manieren helpen.
De Israëli's zitten hier met het
zelfde probleem. Ze hebben graag
het gevoel dat de Arabieren die oor
spronkelijk in Israël waren, en zelfs
diegenen die zich in de bezette lan
den bevinden, in het algemeen te
vreden zijn met de status quo, waar
van ze materieel voordeel hebben.
Aan de andere kant rechtvaardigen
ze represaillemaatregelen, avond
klokken en andere beperkende maat
regelen met het argument dat alle
Arabieren mogelijke saboteurs zijn.
Dit probleem is al net zo oud als
Israël, maar is sinds de bezetting
veel groter geworden.
Het vertrouwen dat El Fatah heeft
komt niet voort uit de macht die
ze hebben, maar uit het dilemma
waarvoor Israël zich geplaatst ziet.
„Wat kunnen ze nu weer tegen ons
doen? Represaillemaatregelen ver
sterken onze positie alleen maar. We
bidden en smeken dat ze zullen aan
vallen. Nog een oorlog? Laat ze nog
maar meer gebied veroveren. Hoe
groter ze worden, des te minder ze
kerheid zullen ze hebben."
Maar El Fatah zelf staat ook voor
dilemma's. Het probeert tot verzoe
ning te komen, maar bestaat dank zij
geweld. En er is zelfs een groter
gevaar. De Israëli's zouden zich wel
eens van de westelijke oever kunnen
terugtrekken en een edelmoedige
oplossing voor het vluchtelingen
probleem kunnen vinden. Dat zou
veel gras voor de voeten van El
Fatah wegmaaien.
(Copyright Guardian/De Stem)
TTrjna tweehonderd jaar geleden,
-J-* om precies te zijn in 1778,
verscheen in Utrecht het bundel
tje „Kleine gedichten voor Kinde
ren" van Hieronymus van Alphen.
Bij het horen van die naam krij
gen veel mensen de hik, want is
dat niet die belachelijke man, die
„Jantje zag eens pruimen hangen"
op zijn geweten heeft en verder
nog „Cornells had een glas ge
broken"? Ja, die is het, en tot
overmaat van ramp is van hem
ook nog het volgende vers alge
meen bekend
„Mijn speelen is leeren, mij'n
leeren is speelen,
En waarom zou mij dan het
leeren verveelen
Het leezen en schrijven verschaft
mij vermaak.
Mijn hoepel, mijn priktol
verruil ik voor boeken.
Ik wil in m(jn prenten mijn
tijdverdrijf zoeken,
't Is wijsheid, 't zijn deugden,
naar welken ik haak."
Een beetje merkwaardig doet .zo'n
tekst ons wel aan uit de mond* van
een klein ventje dat uit het plaat
je wegloopt om de lezer te ver
tellen waarnaar hij zoal haakt.
Natuurlijk is het de bedoeling van
de dichter kinderen de les te le
zen. Zijn gedichten voor kinderen
zijn geen kindergedichten. Vol
wassenen kunnen geen kinderge
dichten schrijven, want dat zijn
gedichten van kinderen. Die zijn
er nauwelijks, vroeger niet en nu
ook niet. Van Alphen was een ra
tionele en verlichte geest en wat
hij voor kinderen schreef had de
bedoeling stichtelijk en opvoed
kundig te werken. Niet voor niets
schreef hij ook een boek over „De
het kind en het kinderlijke ge
tuigen dan „mijn leeren is spee
len" Als we willen lachen, moe
ten we goed kunnen lachen, dus
ook om ons zelf.
Jn een tijd van verlichting is die
uitspraak overigens helemaal
niet zo gek. Leren is daarin het
meest elementaire, niet alleen uit
een oogpunt van nut en profijt,
maar ook van genot. De uitspraak
van de kleine jongen betekent he
lemaal niet, dat hjj zich met ge
mak en als het ware spelenderwijs
door een karwei heen werkt waar
anderen zwaar aan tillen, maar
dat het leren voor hem helemaal
geen karwei is, dat het daarente
gen een genoegen is. De jongen
staat niet op te scheppen over zijn
intellectuele begaafdheid en zijn
bijzondere uitverkiezing, maar hij
predikt het genot. Voor Van Al
phen zelf die op zijn twintigste
jaar gepromoveerd was, zal het
studeren inderdaad ook wel een
genoegen geweest zijn. Wat is daar
voor vreemds aan Wij, die Dik-
kertjedap zo leuk en typisch kin
derlijk vinden, zijn geneigd hier
iets abnormaals in te zien. Maar
waarom zou nu juist het leren
geen genoegen kunnen zijn We
spreken toch niet voor niets over
het „genieten" van onderwijs? Het
is niet goed in te zien waarom het
genot in allerlei vormen en op al
lerlei terreinen zo aangemoedigd
zou moeten worden, behalve uit
gerekend op het terrein waar het
nog het minst vergankelijk is. Het
is een uitdagend en irriterend
raadsel dat Dikkertjedap leuk,
Waare Volksverligting met opzigt
tot Godsdienst en Staatkunde be
schouwd." Het beleren zat de in
tellectuelen uit die tijd in het
bloed en we moeten toegeven dat
ze er het een en ander mee be
reikt hebben. Van Alphen zelf was
een intelligent en gevoelig man
en we hebben geen reden om hem
voor een gek of een achterlijk
wezen te verslijten. Die reden zou
alleen hierin gelegen kunnen zjjn
dat wij ten opzichte van hem een
aanzienlijke en duidelijk aanwijs
bare vooruitgang gemaakt zouden
hebben, bijvoorbeeld op pedago
gisch gebied. Maar is het inder
daad waar dat wij intussen op ont
zettend lumineuze ideeën gekomen
zijn die ook in zijn tijd al voor
de hand lagen? Zijn fout, vinden
wij, is dat de kinderen bij hem
niet kinderlijk zijn, maar als vol
wassenen praten. Dat lijkt heel
aardig, maar weet iemand van ons,
wat dat „kinderlijk" zo ongeveer
inhoudt Bij Van Alphen wijst
het kinderlijke duidelijk vooruit
op een later stadium in het leven;
zijn kindertjes zijn zich daar al té
zeer van bewust. Bij ons lijkt
het er vaak op, dat het kinderlijke
helemaal niet vooruit mag wijzen
en dat het op die manier afge
knepen en van elke inhoud be
roofd wordt. Het is dan kinder
lijk omdat het nergens op slaat en
zoals bij Van Alphen de kinderen
praten als wijze mannetjes, zo la
ten wij ze praten als aanstellerige
tantes die het „kinderlijke" tot
iets zelfstandigs maken. In plaats
van enige inhoud komt dan het
zgn. kinderlijke. Maar wie kan mij
vertellen waardoor „flipperde-
flap" „dikkertjedap" en al die kre
ten van zoveel meer begrip voor
kinderlijk en normaal gevonden
wordt, terwijl het genoegen in le
ren als een afwijking beschouwd
schijnt te worden. Blijkbaar mag
het kinderlijke geen inhoud heb
ben. Daar bestaat geen enkele re
delijke grond voor.
Nu zouden we natuurlijk kunnen
zeggen dat dit al ten tijde van
Van Alphen zo was. Want zijn
knaapjen zegt natuurlijk niet wat
hij vindt en denkt, maar wat hij
volgens de verlichte Hieronymus
zou moeten denken: hij probeert
zijn leeftijdgenootjes te overtuigen
dat leren niet vervelend is. Voor
hen was leren geen spelen en zij
haakten niet naar wijsheid. Dan
nog blijft de vraag naar de geldig
heid van dat ideaal bestaan. En we
moeten daar niet te licht over
denken. Het is een wonderlijk
feit dat het zo weinig redelijk
klinkende woord „genot" zo veel
gebruikt werd in die verlichte
achttiende eeuw. En het is ook
met zo vanzelfsprekend dat die ge
notzoekers een vrij strenge ascese
predikten. Maar wel ligt het in
deze situatie voor de hand, dat
verlichting en genot elkaar vinden
in het intellectuele genoegen. Over
dat genoegen spreekt Van Alphen.
Hu vindt dat onderwijs inderdaad
een genot is of zou moeten zijn
Leren is spelen: de Romeinen
hadden er al hetzelfde woord
voor. Maar na zoveel eeuwen
staan ze nog verder dan ooit uit
elkaar en wordt harder gewerkt
aan hun scheiding dan aan hun
verbinding. Van Alphen zou als
schrijver van kinderverzen van
daag geen schijn van kans op een
bekroning maken.
1,