De Geer, verkeerde
man op hoge post
in spannende tijd
Politieke jongeren
vragen subsidie
FRANKRIJK WIL NIET TOT RUST KOMEN
el
Kerk
beweging
/)e Jong: Vakantie, notabene naar Duitsland
„Vraag van
studenten
pastores ook
onze vraag
KNAC opent grootste
slipbaan
van West-Europa
Gestoorde barricadeert
zich in boerderij
Giro-envelop
wint het van
collectesak
Premier
Provinciaal
Jeremiëren
Te zwak
Staatsburgerlijke vorming
algemeen belang
Anti-Revolutionairen
Steun aan Nieuw Links
„Mooi rood is
niet lelijk"
Belgische export
van wapens
fors gestegen
Jeugdbendè opgerold
Studentenpredikant
ds. Ringnalda:
DE STEM VAN DONDERDAG 13 FEBRUARI 1969
9
Singer. Speciale
achine voor al uw
lersteken, knopen
poor maar 249"
Istelt Singer u in de
g i.p.v. kofier met
fiimeubel
1 slechts
lenstraat 79
lergsestraat 39
lerij straat 59
f3ouwlingstraat 7
uisstraat 79
uisstraat 15
J 10
(straat 30
01600-36827
01640- 6244
01170- 2064
01620- 4231
01650-34239
01654- 202
O1670- S
01150- 2661
b POIP HOEFIJZER'
55
24 augustus 1939: De Geer (links)
en Kleffens drinken een kopje
koffie, voordat ze weer naar
„Beekhuizen" gaan.
(Van een onzer redacteuren)
DEN HAAG „Jonkheer Dirk Jan de Geer was, toen hij zijn
Iweede kabinet vormde, in zijn 69ste levensjaar." Tien augustus
1939. „Nauwelijks had hij zijn kabinet gevormd, of hij besloot, on
macht de spanningen in de wereld, voor vakantie naar het buiten
land te gaan. Nota bene naar Duitsland," naar het Schwarzwald.
„Dit maakte een enigszins vreemde indruk, maar aan de andere
kant werd het gebillijkt. Hij was een man op leeftijd en hij had
liard gewerkt. Hard en met succes."
Professor De Jong wijdt in zijn boek „Voorspel" aan deze man
die de Nederlandse regering leidde toen de oorlog uitbrak, een
hoofdstuk. Zakelijk, wikkend en wegend, en juist door de hoge
objectiviteit misschien vernietigender voor een politiek bedrijf dat
zulk een figuur de leiding van 's lands zaken in handen gaf, toen
de wereldbrand aan de kim opvlamde.
Toch waren er in het leven van
De Geer enkele dingen gebeurd die
Je politici die hem in het zadel
trachten in 1939, tot nadenken had-
ien moeten stemmen. De oorlog
1914-1918 had hem zó aangepakt,
jeweld verafschuwend en geneigd
lof een christelijk pacifisme, dat hij
[ysiek niet in staat was minister
financiën te worden, toen No-
hem in 1918 die portefeuille
aanbood. Hij was vijftig jaar, toen
hij, in 1921, die portefeuille wel
aanvaardde. Hij nam afscheid van
Arnhem als burgemeester.
„Eli de. Geer stond, als bij Colijn,
handhaving van het begrotings
evenwicht voorop: de staat moest
het voorbeeld geven van zuinigheid,
vooral ook op het hem nooit sym
pathieke gebied van de defensie.
Toen hem bleek, dat het tweede
ministerie-Ruys de Beerenbrouck
ernst wilde maken met de Vloot
wet, trad hii af."
In maart 1926 loste hij in vier
dagen de langdurige kabinetscrisis
die was ontstaan door de kwes
tie over het gezantschap bij het
Vaticaan. Hij was zeven jaar minis
ter van financiën en enkele jaren
tegelijk premier. Toen hii in 1933
plaats maakte voor Oud, nam hij
zich voor „nooit meer minister te
worden". Hij werd minister van
Staat, maar kon de Tweede Kamer
niet vaarwel zeggen. Hij werd voor
zitter van de Christelijke Historische
fractie. Voor hem sprak dat vanzelf.
,Want figuren als Colijn en hij
zagen zich als de natuurlijke leids
lieden van het Nederlandse volk."
„Hii was," schreef Van den Tem
pel later, „een hoekig man, van
koele hoogheid, in de grond conser
vatief en verknocht aan de leer
stellingen van het juist ten einde
komende tijdperk maar een man
van singuliere gaven.... een parle
mentariër met grote eruditie, legale
®slag en subtiele redeneertrant.
„Wij onderschrijven deze woorden,
wij hebben er ook nog veel aan
toe te voegen," zegt De Jong.
„De Geers werkkracht was for
midabel Geen kamerstuk ontsnapte
aan zijn aandacht. Als minister van
financiën was hij als regel de laat
ste die „ver over het middernachte-
btk uur" het departementsgebouw
Jan de Kneuterdijk verliet, zijn
kamerbewaarder had dan al naar
Puis mogen gaan, zelf wierp hij de
sleutel van zijn kamer in de brie
venbus om zich vervolgens op de
bets huiswaarts te spoeden. De
volgende ochtend vonden zijn amb
tenaren dan op hun tafel de door
"en opgestelde concepten voor brie
ven en nota's waarin de eenzaam
^voegende minister vrijwel steeds
iets te verbeteren had gehad en
vrijwel steeds moesten zij erkennen
dat zijn wijzigingen inderdaad ver
beteringen waren. Op de persoon
van De Geer bleef die situatie niet
zonder uitwerking: geleidelijk aan
raakte hij er van overtuigd dat hij
alles beter wist dan anderen, scher
per inzag, helderder formuleerde.
Daarom ook had hij geen be
hoefte aan overleg: niet met gelij
ken in rang, nog minder met gelijk
gezinden. Hij was wat men een
„eenling" noemt, en hij placht
vriend en tegenstander dan ook
regelmatig voor vreemde verras
singen te plaatsen. Hjj had zijn
oordeel gevestigd, dan sprak hii het
uit: anderen dienden zich te con
formeren."
Soms was hii zijn tijd vooruit. In
juni 1919 pleitte hij al voor het op
nemen van de SDAP in de regering,
zes maanden na Troelstra's „staats
greep"! De christelijk-historischen
gingen hoog opzien tegen De Geer.
Evenals de anti-revolutionairen te
gen Colijn. De Jong zegt er over:
Het had in beide gevallen een mis
vormende uitwerking; gepast ge
voel van eigenwaarde ontwikkelde
zich tot een, ook in haar effect
vaak ongunstige, neiging .tot zelf
overschatting; wellicht was die nei
ging bij de hooghartige patriciër
De Geer nog iets sterker dan bij
de meer boerse Colijn." De Geer
was haast „mensenschuw en in elk
geval een slecht mensenkenner. Hij
was stug en had geen enkele vriend.
Daar had hij geen behoefte aan."
„Onder die stugheid ging een bij
zondere kwetsbaarheid schuil. „Een
verkeerd oordeel over hem, bijvoor
beeld in een kameroverzicht, (kon)
hem," aldus Tilanus, „zo emotione
ren, dat hij er een artikel tegen
schreef, terwijl ik dacht; man laat
toch lopen!" Die stugheid was dan
ook krampachtig en dat juist maak
te ook het ambtelijk contact met
De Geer zo moeilijk: hij wist niet
van geven en nemen."
De Jong wijst er op dat het merk
waardig is dat een man die in de
staatkunde een groot tacticus was,
eerder dan een groot strateag, zulk
een gebrek aan soepelheid had. De
binnenlandse politiek was voor hem
een verheven spel. Gerbrandy zei
van hem: „Je wist nooit wat je aan
hem had,"
De Jong noemt hem, vergeleken
met de wereldburger Colijn, op het
gebied van de buitenlandse politiek
„een benepen provinciaal. Hij sprak
Frans noch Engels en met moeite
een paar woorden Duits. Oorlogen
schrikten hem af. Elke geweldstoe-
passing beschouwde hij als een ver
treden van het christendom dat in
zijn gelovige geest een bij uitstek
irenische tint kreeg. De pacifistische
denkbeelden van ..kerk en vrede"
hadden zijn sympathie, ook voor het
daadwerkelijk evangelisch optreden
van het Leger des Heils had hij
grote waardering."
Hij had hooggestemde verwach
tingen van de Volkenbond. Hij over
schatte die organisatie. Toen de
regering in 1938 de koning van
Italië ais keizer van Abessynië er
kende, ?ag De Geer daarin slechts
staatsmanswijsheid.
„Men moest de werkelijkheid aan
vaarden. Bij wat onder Gods toe
lating was tot stand gekomen (al
verstonden wij het vaak niet) leg
den Wii ons tenslotte neer," zo ka
rakteriseerde hij het gebeurde. En
wat wilde men dan? Oorlog? Dat
zou „de sehrikkelijkste oorlog" wor
den die de geschiedenis ooit ge
kend heeft en die waarschijnlijk
een einde zou maken aan de Euro
pese beschaving."
Na de overeenkomst van Mün-
chen stak hij dan ook, met vele
anderen, de vlag uit. De kritiek op
Chamberlain, zoals die in de Kamer
door de voorzitter van de SDAP,
Vorrink, geuit werd, zag hij, aldus
zijn eigen woorden, als ondank
baarheid „tegenover God en tegen
over de nobele staatslieden die Hij
als Zijn instrument heeft willen
gebruiken."
„Van zulk een man kon men,
werd hij gesteld tegenover de bru
tale agressiviteit van het Derde Rijk,
weinig meer verwachten dan een
zuchtend jeremiëren. Het is de
vraag, of Dè Geer zich vroeger in
zijn leven had kunnen opwerken
tot een stoer optornen tegen de
storm van de tijd (hij was, schreef
Oud, „geen bewindsman voor slech
te tijden; hij mist de volharding en
de doorzettingskracht die men be
hoeft") in '39 viel dat in elk ge
val minder dan ooit te verwachten:
oude verwachtingen waren in hem
vastgeroest. Waar moest hij nog de
energie vandaan halen om zich ra
dicaal te heroriënteren in een ver
anderende wereld? Vijfenveertig
jaar lang in het politieke leven ge
staan hebbend, had hij die energie
goeddeels verbruikt, voor die her
oriëntatie was hij ook te star."
5 juli 1939: Vijf fractieleiders verlaten Colijn na mislukt overleg
(v.l.nj.: Deckers, Schouten, De Geer, Bierema, Alberda, Joekes).
„Het ontstelde oordeel („een oude,
mummelende grijsaard!") dat een
hoog ambtenaar van het Auswartige
Amt begin september '39 na een
ontmoeting over hem velde, moge
te ver gaan dat De Geer bij het
uitbreken van de tweede wereld
oorlog en, sterker nog, bij de Duitse
invasie in mei '40 voor een taak
gesteld werd waarvoor hem kracht
en inzicht ten enenmale ontbraken,
valt niet te loochenen.
Enigszins besefte hij dat ook zelf:
dat bleek al uit zijn eerste aanbod
van het premierschap aan Colijn
(op het tweede komen wij in ons
volgend deel terug). Maar Colijn
weigerde en De Geer bleef aan.
Waarmee hij, onbedoeld en on
geweten, verantwoordelijkheid aan
vaardde voor de droeve afsluiting
van zijn politieke loopbaan: de psy
chische ineenstorting in Londen, het
ontslag als minister, de desertie naar
bezet gebied, de naoorlogse veroor
deling door de bijzondere rechts
pleging het zou hem, innerlijk
geknakt in zijn eergevoel en gebro
ken in zijn hoge trots, vijf jaar vóór
zijn overlijden aan Bolkestein doen
schrijven dat hij op zijn leven terug
zag „als op een ruïne".
„Staatkunde is een hard bedrijf,"
concludeert De Jong met mede
dogen.
(Fragment uit „Voorspel", deel 1
van „Het Koninkrijk der Neder
landen in de Tweede Wereldoor
log".)
JACQUES LEVIJ
DEN HAAG (ANP) De stichting Nederlandse Politieke Jongeren
Contact Raad is van mening dat de politieke jongerenorganisaties aanspraak
mogen maken op steun van de overheid, zowel financieel als algemeen
materieel.
In een rapport „politiek jongeren
werk", dat de stichting het licht
heeft doen zien, wordt gewezen op
het belang van de politieke vorming
van jongeren.
Deze vorming betekent volgens
hen niet alleen stimulering van de
overdracht van kennis over het
functioneren van staat en samenle
ving, maar ook het wijzen op de ac
tieve rol die iedere staatsburger
daarin moet spelen. Staatsburger
lijke vórming is daarom een stuk ar
beid van algemeen maatschappelijk
belang, aldus het NPJCR-rapport,
waarin voorts wordt gepleit voor de
organisaties die zich op staatsbur
gerlijke vorming richten. Men dient
hen op gelijkwaardige wijze te subsi
diëren als alle andere jeugd- en
jongerenorganisaties.
De stichting, waarin t.b.v. de
staatsburgerlijke vorming samen
werken de jongerenorganisaties van
ARP, CHU, KVP, PvdA, PSP,
CPN, PPR en VVD, stelt in het
rapport o.m. voor op regionaal en
gemeentelijk niveau vertegenwoor
digers van politieke jongeren
organisaties te doen opnemen in
regionale jeugdraden of advies
raden voor jeugdwerk en politieke
jongerenclubs gratis gebruik te la
ten maken van ruimten, beschik
baar gesteld door overheid, gemeen
tebesturen e.d.
Niet alleen de jongeren, ook de
„volwassen" politieke partijen vra
gen om subsidie. De ARP spreekt
de hoop uit dat de overheid spoedig
een regeling voor zo'n geldelijke
steun tot stand zal brengen.
De AR heeft overigens besloten
ROTTERDAM (ANP) Op woens
dag 26 februari verschijnt in Rotter
dam het boek „Mooi rood is niet
lelijk", een bundel artikelen over
zaken als democratisering, ontwikke
lingshulp, economische groei, inko
mensbeleid, economische macht en
herstructurering van het onderwijs,
strafrecht- en kieswetswijziging.
Met opzet wordt deze bundel uit
gebracht aan de vooravond van het
congres van de Partij van de Arbeid.
De schrijvers willen inspelen op de
politieke vernieuwing die zich in de
Partij van de Arbeid lijkt af te te
kenen. Zij zijn van mening dat zij
die om rust in deze partij roepen,
die vernieuwing tegenhouden. De
meesten voelen zich in die zin ver
want met Nieuw Links. Zij hopen
dat deze publikatie kan dienen om
enkele van de, nogal vaag gebleven,
idealen van Nieuw Links wat stevi
ger te ondersteunen.
De twaalf medewerkers zijn met
uitzondering van de P.v.d.A.-politici
Lems (Tweede Kamer) en Rooze-
mond (Rijnmond) verbonden aan de
Nederlandse Economische Hoge
school.
BRUSSEL (ANP) De Belgische
export van wapens en munitie is in
1968 met bijna een derde gestegen,
zo blijkt uit de officiële cijfers van
het ministerie van buitenlandse han
del te Brussel.
De wapen, en munitie-export be
liep vorig jaar een bedrag van 1,22
miljard frank (eirea 90 miljoen gul
den), en dat was 31,5 pyocent of
circa 400 miljoen frank meer dan in
1967.
Op vragen hieromtrent heeft de
minister van buitenlandse handel,
Fayat, verklaard niet te kunnen zeg
gen, om wat voor wapens het precies
ging en naar welke landen ze waren
gegaan. Hij zei overigens, dat het
slechts om een zeer klein deel van
de totale Belgische export gaat, n.I.
0,3 procent.
haar 90-jarig bestaan niet te vieren.
In plaats daarvan gaat zij op 3 april
a.s. met een actie van start, die, naar
men hoopt, 500.000 gulden zal op
brengen. Men zal hiermee diverse
nieuwe activiteiten kunnen financie
ren op het gebied van kadervorming,
publiciteit, studie en buitenlandse
contacten.
AR-partijvoorzitter dr. A. Veer
man sprak de hoop uit, dat niet
alleen de partijleden, maar ook de
kiezers en symphatisanten een gel
delijke bijdrage zullen geven.
(Van onze correspondent)
PARIJS In een boerderij in de
Gironde 20 km van Bordeaux heeft
een gek zich met twee van zijn kin
deren, een jongen en een meisje van
negen en elf jaar, gebarricadeerd en
schiet op iedere automobilist, voor
bijganger of agent, die te dicht in de
buurt komt. Dinsdagmorgen heeft de
man, die scherpschutter is, een agent
in de borst geschoten. Het slachtoffer
overleed na aankomst in het zieken
huis.
De boer is twee jaar geleden van
zijn vrouw gescheiden, aan wie de
drie kinderen werden toegewezen.
De man had het recht iedere zondag
zijn kinderen bij zich op de boerderij
te ontvangen. Zondag begon hij zich
te barricaderen. Het oudste meisje
van dertien jaar dat dit al eerder had
meegemaakt, wist zich los te rukken
en naar huis te hollen, waar zij de
politie kon waarschuwen. De gehele
zondag hield de politie zich beschei
den op de achtergrond en hield de
boerderij van verre in het oog.
Toen dinsdag de agenten al te dicht
bij kwamen schoot de boer op 150
meter afstand de politieman dood. In
de muren van zijn boerderij heeft hij
overal schietgaten gemaakt, zodat hij
gemakkelijk op iedereen kan vuren.
Hij heeft voldoende kogels in huis
om het beleg een week lang te kun
nen uithouden. De man heeft ge
dreigd zijn twee kinderen te zuilen
doodschieten, zodra de politie de
aanval zal openen.
p iiiiiiiiiiitiiiiiiiitt
(Van onze redactie binnenland)
UTRECHT De giro-envalop wint
het momenteel in de kerk van de
coliectezak. Tot deze conclusie komt
men bij het Algemeen Diakonaal Bu
reau van de Gereformeerde Kerken
in Utrecht na de grote jaarlijkse in
zameling voor het werelddiakonaat
op de eerste zondag van februari.
In de week na deze zondag kwam
via de giro 2211 374.000 gulden bin
nen aan giften, tegen 320.000 gulden
vorig jaar; een toename dus van 17
procent. De inkomsten via de kerk-
collectes bleven echter nagenoeg ge
lijk.
Ook in 1968 was al geconstateerd
dat de giro-overschrijvingen sterk
waren toegenomen. Overigens lijkt
het er op dat het „functieverlies" van
de coliectezak maar van tijdelijke
aard is. Er is namelijk ook een toe
nemend aantal kerkgangers, dat zijn
bydrage niet rechtstreeks gireert,
maar een ingevuld giro-biljet in de
coliectezak deponeert. Deze betalings
wijze biedt namelijk dezelfde fiscale
faciliteiten.
UTRECHT De Utrechtse kinder
politie heeft na intensief speurwerk
negen Utrechtse jongens tussen 15
en 17 jaar aangehouden. Ze hebben
een kleine 60 inbraken, diefstallen en
pogingen tot diefstal op hun gewe
ten. Hun buit loopt in de honderden
guldens, maar de schade, die werd
aangebracht, bedraagt vele duizenden
guldens.
ïlllllllllllt
5?
'^an ""re Parijse correspondent)
pAR|JS ook in het nieuwe
har wil Frankrijk nog niet tot rust
0!nen' Er zijn drie onzekere facto-
'e,,: referendum eind april over
afschaffing van de senaat en over
f decentralisatie van het bestuur,
e sociale onrust en de permanente
eroering onder de studenten.
tain „^al!"istrsche kringen maakt
0V-. ?r Zlch >n toenemende mate
refnf» j0red' of De Gaulle met zijn
eel,!1? niet de Plank heeft mis
senaat6"' de twee vragen over
een decentralisatie mag maar
neen wd. worden gegeven: ja
voiw?' met een werkelijke
maken na'uurlijk niets te
Slr-tf ,)e Gau»e wil er een
so°nlyk succes van maken.
Zowel bij de conservatieve demo
craten als bij het katholieke centrum
aarzeltmen tussen stemonthouding
of een uitgesproken neen. Bij socialis
ten en communisten staat het neen te
voren vast. Het is dus zeer wel mo
gelijk dat eind april een groot deel
van de kiezers thuis blijft. Wat het
prestige van De Gaulle niet bepaald
ten goede zou komen.
In de tweede plaats is er de sociale
onrust. Het communistisch vakver
bond had voor deze week overal sta
kingen en protestbetogingen uitge
schreven. Die '.uilen niet veel om het
lijf hebben, want de twee andere
vakcentralen, de modernen, en de
neutralen, doen niet mee. Het zal dus
wel bij tijdelijke stakingen blijven
van een of twee uur. Hoofdzakelijk
in de metaalindustrie, in de mijnen,
in de chemische industrie en mis
schien ook in de havens. Het grote
conflict komt pas in maart ais de on
derhandelingen over nieuwe loonron-
den beginnen. Het communistisch
vakverbond verlangt een glijdende
loonschaal, dat wil zeggen, de lonen
gekoppeld aan de prijzen, maar er is
geen sprake van dat de regering of
de werkgevers die eis zullen inwil
ligen.
Tenslotte zijn er ook nog de stu
denten. Regelmatig hebben ordever
storingen binnen de universiteiten
plaats. Maar de buitenstaander komt
er moeilijk achter wie er mee begon
nen is. De regering zegt: het zijn de
oude aanhangers van Cohn-Bendit,
de warhoofden die vorig jaar mei
met de barricadengevechten zijn be
gonnen en die nog altijd de revolutie
preken. Van hun kant zeggen de stu
denten dat de regering provoceert
met geüniformeerde agenten op
straat en met agenten in burger bin
nen de universiteiten.
De regering voelt zich sterk en
straft iedere student die als ordever
stoorder wordt beschouwd, met har
de hand. Een deel is op last van de
rectors van de universiteit verwij
derd en mag een jaar lang niet meer
studeren of examen doen. Zodra een
student niet meer ais student staat
ingeschreven, trekt de minister van
landsverdediging hem aan de oren
en roept hem onder dienst. Dat is
geen straf, heeft de regering laten
weten, wij sturen jullie niet naar
Siberië, niet naar een verbannings
oord en niet naar een straf bataljon,
maar jullie gaan gewoon onder dienst
zoals iedere andere Fransman.
Tegen die straffen hebben dinsdag
avond 200 linkse hoogleraren willen
protesteren door een betoging naar
he*: ministerie van onderwijs. Zij had
den de studenten uitdrukkelijk ver
zocht niet mee te gaan, maar de stu
denten deden dat toch en zo weTd
het een demonstratie van ongeveer
duizend man door de binnenstad mid
den in het spitsuur. Vrij lang is tus
sen politie en hoogleraren geparle
menteerd om tot een compromis te
komen. Als jullie in groepen in 20 of
30 op het trottoir naar het ministerie
van onderwijs willen, vinden wij dat
best, zei de politie. Maar dat wilden
de hoogleraren en de studenten niet
en daarom trokken zij zich terug bin
nen de Sorbonne. Uitdrukkelijk vroe
gen de hoogleraren de studenten naar
huis te gaan, omdat zij naar buiten
wilden demonstreren, dat het alleen
een Sorbonnebezetting was van de
hoogleraren en niet van de studenten.
En zo gebeurde het. Tot 's nachts één
uur hebben de 200 hoogleraren een
amphitheater in de Sorbonne bezet
gehouden en toen kwam de politie
binnen, die de hoogleraren met zach
te hand uit de universiteit verwijder
de.
Zo lagen de zaken gisteren in Parijs
met een vieze brij van natte sneeuw
en hagel op de straten.
(Van een onzer redacteuren)
AMSTERDAM „Wie als protes
tant, zou denken dat wat de Amster
damse studentenpastores willen en
doen, slechts een binnen-kerkelijke
kwestie is die ons niet aangaat, ver
gist zich deerlijk." Aan het woord
is dominee L. Ringnalda, gerefor
meerd studentenpredikant in Amster
dam en dus eigenlijk een collega van
Van Kilsdonk, Oosterhuis, Vrijburg
en Van der Stap. Hij begint met
deze zin een artikel dat hij deze week
schreef in „Trouw". Kennisneming
van zijn gedachten is minstens even
interessant voor katholieken die
mochten menen dat wat de Amster
damse studentenpastores willen en
doen, slechts een binnen-kerkelijke
kwestie is die hun niet aangaat.
Ds. Ringnalda stelt dat hier niet
alleen maar een aantal priesters
moeilijk aan het doen is over het
celibaat. Hier willen niet alleen maar
een paar priesters hun zin door
drijven. „Wat in Amsterdam ge
beurt," aldus ds. Ringnalda, „is van
een hele andere orde en nauwlettende
toeschouwers krijgen het gevoel dat
hier iets totaal nieuws gebeurt, waar
van in de toekomst best eens zou
kunnen blijken dat hier kerkgeschie
denis gemaakt wordt."
Wat in Amsterdam gebeurt, wordt
duidelijk, zo stelt ds. Ringnalda, als
je je voorstelt dat wat de paters
wilien, zou lukken. „Dat er vanuit
het bisdom en Rome voluit toestem
ming, neen, erkenning zou komen
(om van adhesie nog niet te spre
ken). Weet u wat dat Zou betekenen?
„Dat woorden en begrippen als vrij
heid en ruimte, waarheid en waar
achtigheid het zouden winnen van
het instituut Het zou betekenen
dat een „kerk" niet zou hoeven
wachten om iets te zeggen en te doen
voordat iedereen het er mee eens is."
Het optreden van dé Amsterdamse
studentenpastores gaat uit van een
heel andere wijze van denken over
wat kerk is. Wat -men wil, aldus
ds. Ringnalda, „is enkel en alleen
maar de vraag om ruimte. Wij hier,
in deze kapel, beleven God op die
manier, wij geloven zo en zo en
(voorshands) kunnen wij niet anders.
Mag dat? Mogen wij? Meer is er niet
aan de hand, verder wordt niet ge
vraagd." Het is voorlopig genoeg, en
misschien wel voor altijd genoeg,
wat hier wordt gevraagd.
Want ds. Ringnalda vraagt hier om
een kerk waarin, waarbinnen som
migen anders mógen zijn, waarbin
nen iedereen anders mag zijn. „De
kerk," zegt hij, „is verdeeld, we zijn
allen verschillend.... erkèn dat! Geef
dat nu eens openlijk toe. Dè stem
van dè kerk bestaat niet!"
Me.n zal zeggen: allemaal typisch
protestants, wat deze man hier roept.
Ds. Ringnalda schrijft echter zelf:
„De allergrootste vergissing zou dan
ook zijn als protestanten denken: ,Zie
je wel, ze (de studentenpastores, red.)
beginnen aardig .protestant' te wor
den, we hebben altijd al wel gelijk
gehad." Dat is niet eerlijk, meent hij,
want als een synode van mijn kerk
een bepaalde uitspraak doet, dan
moet ik het er ook mee eens zijn,
anders....
Nee, zegt ds. Ringnalda, de vraag
van de studentenpastores is ook onze
vraag. En het is niet zomaar de vraag
om wildweg meer vrijheid, Zbdat
iedereen kan doen waar hij zin in
heeft. Achter de vraag om ruimte
wordt de vraag naar waarachtigheid
en waarheid gesteld. Hij noemt het
„tweede geweten" waar pater Huub
Oosterhuis over sprak, waar zoveel
priesters (dominees) en kerkgangers
mee rondlopen als ze meedoen met
en in een kerkelijk instituut dat „de
pretentie heeft van opperste deskun
digheid op alle terreinen des levens"
(Oosterhuis).
De kerkelijke overheden, aldus
Ringnalda, zijn op de hoogte, wat
het praktisch, werkelijke gezag is van
encyclieken, synodale uitspraken enz.
en dan maar praten over „de stem
van de kerk"?
Waar wil ds. Ringnalda (die, dit
ten overvloede, wel mag trouwen)
heen? „Ik droom van een kerk waar
in je verkeerde dingen kunt zeggen
en doen, waarin je niet direct ver
ketterd of uitgestoten of ingekapseld
wordt. Een kerk waarin de ruimte
gegeven wordt om van je fouten te
leren.... Een kerk waarin we elkaar
als Petrus en Paulus in het gezicht
kunnen weerstaan zonder elkaar
stante pede aan de duivel over te
leveren, een kerk waarin David en
Nathan. Van Dis en de paus, Han
Dammers en de oud-gereformeerde
dominee elkaar ontmoeten en vin
den kunnen, omdat Jezus nog net
iets meer is dan zij"....
«AAG (ANP) Op maan-
17 februari zullen de eerste drie
automobilisten een dagcursus volgen
op de nieuwe baan van de KNAC-
anti-slipschool, gelegen op een ge
deelte van de vroegere rijksweg 13
naast het vliegveld Ypenburg.
De Koninklijke Nederlandsche Au
tomobiel Club heeft ook reeds banen
in Drachten en Arnhem. De nu te
openen baan is de grootste van West-
Europa.