De Geer, verkeerde man op hoge post in spannende tijd Politieke jongeren vragen subsidie FRANKRIJK WIL NIET TOT RUST KOMEN el Kerk beweging /)e Jong: Vakantie, notabene naar Duitsland „Vraag van studenten pastores ook onze vraag KNAC opent grootste slipbaan van West-Europa Gestoorde barricadeert zich in boerderij Giro-envelop wint het van collectesak Premier Provinciaal Jeremiëren Te zwak Staatsburgerlijke vorming algemeen belang Anti-Revolutionairen Steun aan Nieuw Links „Mooi rood is niet lelijk" Belgische export van wapens fors gestegen Jeugdbendè opgerold Studentenpredikant ds. Ringnalda: DE STEM VAN DONDERDAG 13 FEBRUARI 1969 9 Singer. Speciale achine voor al uw lersteken, knopen poor maar 249" Istelt Singer u in de g i.p.v. kofier met fiimeubel 1 slechts lenstraat 79 lergsestraat 39 lerij straat 59 f3ouwlingstraat 7 uisstraat 79 uisstraat 15 J 10 (straat 30 01600-36827 01640- 6244 01170- 2064 01620- 4231 01650-34239 01654- 202 O1670- S 01150- 2661 b POIP HOEFIJZER' 55 24 augustus 1939: De Geer (links) en Kleffens drinken een kopje koffie, voordat ze weer naar „Beekhuizen" gaan. (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG „Jonkheer Dirk Jan de Geer was, toen hij zijn Iweede kabinet vormde, in zijn 69ste levensjaar." Tien augustus 1939. „Nauwelijks had hij zijn kabinet gevormd, of hij besloot, on macht de spanningen in de wereld, voor vakantie naar het buiten land te gaan. Nota bene naar Duitsland," naar het Schwarzwald. „Dit maakte een enigszins vreemde indruk, maar aan de andere kant werd het gebillijkt. Hij was een man op leeftijd en hij had liard gewerkt. Hard en met succes." Professor De Jong wijdt in zijn boek „Voorspel" aan deze man die de Nederlandse regering leidde toen de oorlog uitbrak, een hoofdstuk. Zakelijk, wikkend en wegend, en juist door de hoge objectiviteit misschien vernietigender voor een politiek bedrijf dat zulk een figuur de leiding van 's lands zaken in handen gaf, toen de wereldbrand aan de kim opvlamde. Toch waren er in het leven van De Geer enkele dingen gebeurd die Je politici die hem in het zadel trachten in 1939, tot nadenken had- ien moeten stemmen. De oorlog 1914-1918 had hem zó aangepakt, jeweld verafschuwend en geneigd lof een christelijk pacifisme, dat hij [ysiek niet in staat was minister financiën te worden, toen No- hem in 1918 die portefeuille aanbood. Hij was vijftig jaar, toen hij, in 1921, die portefeuille wel aanvaardde. Hij nam afscheid van Arnhem als burgemeester. „Eli de. Geer stond, als bij Colijn, handhaving van het begrotings evenwicht voorop: de staat moest het voorbeeld geven van zuinigheid, vooral ook op het hem nooit sym pathieke gebied van de defensie. Toen hem bleek, dat het tweede ministerie-Ruys de Beerenbrouck ernst wilde maken met de Vloot wet, trad hii af." In maart 1926 loste hij in vier dagen de langdurige kabinetscrisis die was ontstaan door de kwes tie over het gezantschap bij het Vaticaan. Hij was zeven jaar minis ter van financiën en enkele jaren tegelijk premier. Toen hii in 1933 plaats maakte voor Oud, nam hij zich voor „nooit meer minister te worden". Hij werd minister van Staat, maar kon de Tweede Kamer niet vaarwel zeggen. Hij werd voor zitter van de Christelijke Historische fractie. Voor hem sprak dat vanzelf. ,Want figuren als Colijn en hij zagen zich als de natuurlijke leids lieden van het Nederlandse volk." „Hii was," schreef Van den Tem pel later, „een hoekig man, van koele hoogheid, in de grond conser vatief en verknocht aan de leer stellingen van het juist ten einde komende tijdperk maar een man van singuliere gaven.... een parle mentariër met grote eruditie, legale ®slag en subtiele redeneertrant. „Wij onderschrijven deze woorden, wij hebben er ook nog veel aan toe te voegen," zegt De Jong. „De Geers werkkracht was for midabel Geen kamerstuk ontsnapte aan zijn aandacht. Als minister van financiën was hij als regel de laat ste die „ver over het middernachte- btk uur" het departementsgebouw Jan de Kneuterdijk verliet, zijn kamerbewaarder had dan al naar Puis mogen gaan, zelf wierp hij de sleutel van zijn kamer in de brie venbus om zich vervolgens op de bets huiswaarts te spoeden. De volgende ochtend vonden zijn amb tenaren dan op hun tafel de door "en opgestelde concepten voor brie ven en nota's waarin de eenzaam ^voegende minister vrijwel steeds iets te verbeteren had gehad en vrijwel steeds moesten zij erkennen dat zijn wijzigingen inderdaad ver beteringen waren. Op de persoon van De Geer bleef die situatie niet zonder uitwerking: geleidelijk aan raakte hij er van overtuigd dat hij alles beter wist dan anderen, scher per inzag, helderder formuleerde. Daarom ook had hij geen be hoefte aan overleg: niet met gelij ken in rang, nog minder met gelijk gezinden. Hij was wat men een „eenling" noemt, en hij placht vriend en tegenstander dan ook regelmatig voor vreemde verras singen te plaatsen. Hjj had zijn oordeel gevestigd, dan sprak hii het uit: anderen dienden zich te con formeren." Soms was hii zijn tijd vooruit. In juni 1919 pleitte hij al voor het op nemen van de SDAP in de regering, zes maanden na Troelstra's „staats greep"! De christelijk-historischen gingen hoog opzien tegen De Geer. Evenals de anti-revolutionairen te gen Colijn. De Jong zegt er over: Het had in beide gevallen een mis vormende uitwerking; gepast ge voel van eigenwaarde ontwikkelde zich tot een, ook in haar effect vaak ongunstige, neiging .tot zelf overschatting; wellicht was die nei ging bij de hooghartige patriciër De Geer nog iets sterker dan bij de meer boerse Colijn." De Geer was haast „mensenschuw en in elk geval een slecht mensenkenner. Hij was stug en had geen enkele vriend. Daar had hij geen behoefte aan." „Onder die stugheid ging een bij zondere kwetsbaarheid schuil. „Een verkeerd oordeel over hem, bijvoor beeld in een kameroverzicht, (kon) hem," aldus Tilanus, „zo emotione ren, dat hij er een artikel tegen schreef, terwijl ik dacht; man laat toch lopen!" Die stugheid was dan ook krampachtig en dat juist maak te ook het ambtelijk contact met De Geer zo moeilijk: hij wist niet van geven en nemen." De Jong wijst er op dat het merk waardig is dat een man die in de staatkunde een groot tacticus was, eerder dan een groot strateag, zulk een gebrek aan soepelheid had. De binnenlandse politiek was voor hem een verheven spel. Gerbrandy zei van hem: „Je wist nooit wat je aan hem had," De Jong noemt hem, vergeleken met de wereldburger Colijn, op het gebied van de buitenlandse politiek „een benepen provinciaal. Hij sprak Frans noch Engels en met moeite een paar woorden Duits. Oorlogen schrikten hem af. Elke geweldstoe- passing beschouwde hij als een ver treden van het christendom dat in zijn gelovige geest een bij uitstek irenische tint kreeg. De pacifistische denkbeelden van ..kerk en vrede" hadden zijn sympathie, ook voor het daadwerkelijk evangelisch optreden van het Leger des Heils had hij grote waardering." Hij had hooggestemde verwach tingen van de Volkenbond. Hij over schatte die organisatie. Toen de regering in 1938 de koning van Italië ais keizer van Abessynië er kende, ?ag De Geer daarin slechts staatsmanswijsheid. „Men moest de werkelijkheid aan vaarden. Bij wat onder Gods toe lating was tot stand gekomen (al verstonden wij het vaak niet) leg den Wii ons tenslotte neer," zo ka rakteriseerde hij het gebeurde. En wat wilde men dan? Oorlog? Dat zou „de sehrikkelijkste oorlog" wor den die de geschiedenis ooit ge kend heeft en die waarschijnlijk een einde zou maken aan de Euro pese beschaving." Na de overeenkomst van Mün- chen stak hij dan ook, met vele anderen, de vlag uit. De kritiek op Chamberlain, zoals die in de Kamer door de voorzitter van de SDAP, Vorrink, geuit werd, zag hij, aldus zijn eigen woorden, als ondank baarheid „tegenover God en tegen over de nobele staatslieden die Hij als Zijn instrument heeft willen gebruiken." „Van zulk een man kon men, werd hij gesteld tegenover de bru tale agressiviteit van het Derde Rijk, weinig meer verwachten dan een zuchtend jeremiëren. Het is de vraag, of Dè Geer zich vroeger in zijn leven had kunnen opwerken tot een stoer optornen tegen de storm van de tijd (hij was, schreef Oud, „geen bewindsman voor slech te tijden; hij mist de volharding en de doorzettingskracht die men be hoeft") in '39 viel dat in elk ge val minder dan ooit te verwachten: oude verwachtingen waren in hem vastgeroest. Waar moest hij nog de energie vandaan halen om zich ra dicaal te heroriënteren in een ver anderende wereld? Vijfenveertig jaar lang in het politieke leven ge staan hebbend, had hij die energie goeddeels verbruikt, voor die her oriëntatie was hij ook te star." 5 juli 1939: Vijf fractieleiders verlaten Colijn na mislukt overleg (v.l.nj.: Deckers, Schouten, De Geer, Bierema, Alberda, Joekes). „Het ontstelde oordeel („een oude, mummelende grijsaard!") dat een hoog ambtenaar van het Auswartige Amt begin september '39 na een ontmoeting over hem velde, moge te ver gaan dat De Geer bij het uitbreken van de tweede wereld oorlog en, sterker nog, bij de Duitse invasie in mei '40 voor een taak gesteld werd waarvoor hem kracht en inzicht ten enenmale ontbraken, valt niet te loochenen. Enigszins besefte hij dat ook zelf: dat bleek al uit zijn eerste aanbod van het premierschap aan Colijn (op het tweede komen wij in ons volgend deel terug). Maar Colijn weigerde en De Geer bleef aan. Waarmee hij, onbedoeld en on geweten, verantwoordelijkheid aan vaardde voor de droeve afsluiting van zijn politieke loopbaan: de psy chische ineenstorting in Londen, het ontslag als minister, de desertie naar bezet gebied, de naoorlogse veroor deling door de bijzondere rechts pleging het zou hem, innerlijk geknakt in zijn eergevoel en gebro ken in zijn hoge trots, vijf jaar vóór zijn overlijden aan Bolkestein doen schrijven dat hij op zijn leven terug zag „als op een ruïne". „Staatkunde is een hard bedrijf," concludeert De Jong met mede dogen. (Fragment uit „Voorspel", deel 1 van „Het Koninkrijk der Neder landen in de Tweede Wereldoor log".) JACQUES LEVIJ DEN HAAG (ANP) De stichting Nederlandse Politieke Jongeren Contact Raad is van mening dat de politieke jongerenorganisaties aanspraak mogen maken op steun van de overheid, zowel financieel als algemeen materieel. In een rapport „politiek jongeren werk", dat de stichting het licht heeft doen zien, wordt gewezen op het belang van de politieke vorming van jongeren. Deze vorming betekent volgens hen niet alleen stimulering van de overdracht van kennis over het functioneren van staat en samenle ving, maar ook het wijzen op de ac tieve rol die iedere staatsburger daarin moet spelen. Staatsburger lijke vórming is daarom een stuk ar beid van algemeen maatschappelijk belang, aldus het NPJCR-rapport, waarin voorts wordt gepleit voor de organisaties die zich op staatsbur gerlijke vorming richten. Men dient hen op gelijkwaardige wijze te subsi diëren als alle andere jeugd- en jongerenorganisaties. De stichting, waarin t.b.v. de staatsburgerlijke vorming samen werken de jongerenorganisaties van ARP, CHU, KVP, PvdA, PSP, CPN, PPR en VVD, stelt in het rapport o.m. voor op regionaal en gemeentelijk niveau vertegenwoor digers van politieke jongeren organisaties te doen opnemen in regionale jeugdraden of advies raden voor jeugdwerk en politieke jongerenclubs gratis gebruik te la ten maken van ruimten, beschik baar gesteld door overheid, gemeen tebesturen e.d. Niet alleen de jongeren, ook de „volwassen" politieke partijen vra gen om subsidie. De ARP spreekt de hoop uit dat de overheid spoedig een regeling voor zo'n geldelijke steun tot stand zal brengen. De AR heeft overigens besloten ROTTERDAM (ANP) Op woens dag 26 februari verschijnt in Rotter dam het boek „Mooi rood is niet lelijk", een bundel artikelen over zaken als democratisering, ontwikke lingshulp, economische groei, inko mensbeleid, economische macht en herstructurering van het onderwijs, strafrecht- en kieswetswijziging. Met opzet wordt deze bundel uit gebracht aan de vooravond van het congres van de Partij van de Arbeid. De schrijvers willen inspelen op de politieke vernieuwing die zich in de Partij van de Arbeid lijkt af te te kenen. Zij zijn van mening dat zij die om rust in deze partij roepen, die vernieuwing tegenhouden. De meesten voelen zich in die zin ver want met Nieuw Links. Zij hopen dat deze publikatie kan dienen om enkele van de, nogal vaag gebleven, idealen van Nieuw Links wat stevi ger te ondersteunen. De twaalf medewerkers zijn met uitzondering van de P.v.d.A.-politici Lems (Tweede Kamer) en Rooze- mond (Rijnmond) verbonden aan de Nederlandse Economische Hoge school. BRUSSEL (ANP) De Belgische export van wapens en munitie is in 1968 met bijna een derde gestegen, zo blijkt uit de officiële cijfers van het ministerie van buitenlandse han del te Brussel. De wapen, en munitie-export be liep vorig jaar een bedrag van 1,22 miljard frank (eirea 90 miljoen gul den), en dat was 31,5 pyocent of circa 400 miljoen frank meer dan in 1967. Op vragen hieromtrent heeft de minister van buitenlandse handel, Fayat, verklaard niet te kunnen zeg gen, om wat voor wapens het precies ging en naar welke landen ze waren gegaan. Hij zei overigens, dat het slechts om een zeer klein deel van de totale Belgische export gaat, n.I. 0,3 procent. haar 90-jarig bestaan niet te vieren. In plaats daarvan gaat zij op 3 april a.s. met een actie van start, die, naar men hoopt, 500.000 gulden zal op brengen. Men zal hiermee diverse nieuwe activiteiten kunnen financie ren op het gebied van kadervorming, publiciteit, studie en buitenlandse contacten. AR-partijvoorzitter dr. A. Veer man sprak de hoop uit, dat niet alleen de partijleden, maar ook de kiezers en symphatisanten een gel delijke bijdrage zullen geven. (Van onze correspondent) PARIJS In een boerderij in de Gironde 20 km van Bordeaux heeft een gek zich met twee van zijn kin deren, een jongen en een meisje van negen en elf jaar, gebarricadeerd en schiet op iedere automobilist, voor bijganger of agent, die te dicht in de buurt komt. Dinsdagmorgen heeft de man, die scherpschutter is, een agent in de borst geschoten. Het slachtoffer overleed na aankomst in het zieken huis. De boer is twee jaar geleden van zijn vrouw gescheiden, aan wie de drie kinderen werden toegewezen. De man had het recht iedere zondag zijn kinderen bij zich op de boerderij te ontvangen. Zondag begon hij zich te barricaderen. Het oudste meisje van dertien jaar dat dit al eerder had meegemaakt, wist zich los te rukken en naar huis te hollen, waar zij de politie kon waarschuwen. De gehele zondag hield de politie zich beschei den op de achtergrond en hield de boerderij van verre in het oog. Toen dinsdag de agenten al te dicht bij kwamen schoot de boer op 150 meter afstand de politieman dood. In de muren van zijn boerderij heeft hij overal schietgaten gemaakt, zodat hij gemakkelijk op iedereen kan vuren. Hij heeft voldoende kogels in huis om het beleg een week lang te kun nen uithouden. De man heeft ge dreigd zijn twee kinderen te zuilen doodschieten, zodra de politie de aanval zal openen. p iiiiiiiiiiitiiiiiiiitt (Van onze redactie binnenland) UTRECHT De giro-envalop wint het momenteel in de kerk van de coliectezak. Tot deze conclusie komt men bij het Algemeen Diakonaal Bu reau van de Gereformeerde Kerken in Utrecht na de grote jaarlijkse in zameling voor het werelddiakonaat op de eerste zondag van februari. In de week na deze zondag kwam via de giro 2211 374.000 gulden bin nen aan giften, tegen 320.000 gulden vorig jaar; een toename dus van 17 procent. De inkomsten via de kerk- collectes bleven echter nagenoeg ge lijk. Ook in 1968 was al geconstateerd dat de giro-overschrijvingen sterk waren toegenomen. Overigens lijkt het er op dat het „functieverlies" van de coliectezak maar van tijdelijke aard is. Er is namelijk ook een toe nemend aantal kerkgangers, dat zijn bydrage niet rechtstreeks gireert, maar een ingevuld giro-biljet in de coliectezak deponeert. Deze betalings wijze biedt namelijk dezelfde fiscale faciliteiten. UTRECHT De Utrechtse kinder politie heeft na intensief speurwerk negen Utrechtse jongens tussen 15 en 17 jaar aangehouden. Ze hebben een kleine 60 inbraken, diefstallen en pogingen tot diefstal op hun gewe ten. Hun buit loopt in de honderden guldens, maar de schade, die werd aangebracht, bedraagt vele duizenden guldens. ïlllllllllllt 5? '^an ""re Parijse correspondent) pAR|JS ook in het nieuwe har wil Frankrijk nog niet tot rust 0!nen' Er zijn drie onzekere facto- 'e,,: referendum eind april over afschaffing van de senaat en over f decentralisatie van het bestuur, e sociale onrust en de permanente eroering onder de studenten. tain „^al!"istrsche kringen maakt 0V-. ?r Zlch >n toenemende mate refnf» j0red' of De Gaulle met zijn eel,!1? niet de Plank heeft mis senaat6"' de twee vragen over een decentralisatie mag maar neen wd. worden gegeven: ja voiw?' met een werkelijke maken na'uurlijk niets te Slr-tf ,)e Gau»e wil er een so°nlyk succes van maken. Zowel bij de conservatieve demo craten als bij het katholieke centrum aarzeltmen tussen stemonthouding of een uitgesproken neen. Bij socialis ten en communisten staat het neen te voren vast. Het is dus zeer wel mo gelijk dat eind april een groot deel van de kiezers thuis blijft. Wat het prestige van De Gaulle niet bepaald ten goede zou komen. In de tweede plaats is er de sociale onrust. Het communistisch vakver bond had voor deze week overal sta kingen en protestbetogingen uitge schreven. Die '.uilen niet veel om het lijf hebben, want de twee andere vakcentralen, de modernen, en de neutralen, doen niet mee. Het zal dus wel bij tijdelijke stakingen blijven van een of twee uur. Hoofdzakelijk in de metaalindustrie, in de mijnen, in de chemische industrie en mis schien ook in de havens. Het grote conflict komt pas in maart ais de on derhandelingen over nieuwe loonron- den beginnen. Het communistisch vakverbond verlangt een glijdende loonschaal, dat wil zeggen, de lonen gekoppeld aan de prijzen, maar er is geen sprake van dat de regering of de werkgevers die eis zullen inwil ligen. Tenslotte zijn er ook nog de stu denten. Regelmatig hebben ordever storingen binnen de universiteiten plaats. Maar de buitenstaander komt er moeilijk achter wie er mee begon nen is. De regering zegt: het zijn de oude aanhangers van Cohn-Bendit, de warhoofden die vorig jaar mei met de barricadengevechten zijn be gonnen en die nog altijd de revolutie preken. Van hun kant zeggen de stu denten dat de regering provoceert met geüniformeerde agenten op straat en met agenten in burger bin nen de universiteiten. De regering voelt zich sterk en straft iedere student die als ordever stoorder wordt beschouwd, met har de hand. Een deel is op last van de rectors van de universiteit verwij derd en mag een jaar lang niet meer studeren of examen doen. Zodra een student niet meer ais student staat ingeschreven, trekt de minister van landsverdediging hem aan de oren en roept hem onder dienst. Dat is geen straf, heeft de regering laten weten, wij sturen jullie niet naar Siberië, niet naar een verbannings oord en niet naar een straf bataljon, maar jullie gaan gewoon onder dienst zoals iedere andere Fransman. Tegen die straffen hebben dinsdag avond 200 linkse hoogleraren willen protesteren door een betoging naar he*: ministerie van onderwijs. Zij had den de studenten uitdrukkelijk ver zocht niet mee te gaan, maar de stu denten deden dat toch en zo weTd het een demonstratie van ongeveer duizend man door de binnenstad mid den in het spitsuur. Vrij lang is tus sen politie en hoogleraren geparle menteerd om tot een compromis te komen. Als jullie in groepen in 20 of 30 op het trottoir naar het ministerie van onderwijs willen, vinden wij dat best, zei de politie. Maar dat wilden de hoogleraren en de studenten niet en daarom trokken zij zich terug bin nen de Sorbonne. Uitdrukkelijk vroe gen de hoogleraren de studenten naar huis te gaan, omdat zij naar buiten wilden demonstreren, dat het alleen een Sorbonnebezetting was van de hoogleraren en niet van de studenten. En zo gebeurde het. Tot 's nachts één uur hebben de 200 hoogleraren een amphitheater in de Sorbonne bezet gehouden en toen kwam de politie binnen, die de hoogleraren met zach te hand uit de universiteit verwijder de. Zo lagen de zaken gisteren in Parijs met een vieze brij van natte sneeuw en hagel op de straten. (Van een onzer redacteuren) AMSTERDAM „Wie als protes tant, zou denken dat wat de Amster damse studentenpastores willen en doen, slechts een binnen-kerkelijke kwestie is die ons niet aangaat, ver gist zich deerlijk." Aan het woord is dominee L. Ringnalda, gerefor meerd studentenpredikant in Amster dam en dus eigenlijk een collega van Van Kilsdonk, Oosterhuis, Vrijburg en Van der Stap. Hij begint met deze zin een artikel dat hij deze week schreef in „Trouw". Kennisneming van zijn gedachten is minstens even interessant voor katholieken die mochten menen dat wat de Amster damse studentenpastores willen en doen, slechts een binnen-kerkelijke kwestie is die hun niet aangaat. Ds. Ringnalda stelt dat hier niet alleen maar een aantal priesters moeilijk aan het doen is over het celibaat. Hier willen niet alleen maar een paar priesters hun zin door drijven. „Wat in Amsterdam ge beurt," aldus ds. Ringnalda, „is van een hele andere orde en nauwlettende toeschouwers krijgen het gevoel dat hier iets totaal nieuws gebeurt, waar van in de toekomst best eens zou kunnen blijken dat hier kerkgeschie denis gemaakt wordt." Wat in Amsterdam gebeurt, wordt duidelijk, zo stelt ds. Ringnalda, als je je voorstelt dat wat de paters wilien, zou lukken. „Dat er vanuit het bisdom en Rome voluit toestem ming, neen, erkenning zou komen (om van adhesie nog niet te spre ken). Weet u wat dat Zou betekenen? „Dat woorden en begrippen als vrij heid en ruimte, waarheid en waar achtigheid het zouden winnen van het instituut Het zou betekenen dat een „kerk" niet zou hoeven wachten om iets te zeggen en te doen voordat iedereen het er mee eens is." Het optreden van dé Amsterdamse studentenpastores gaat uit van een heel andere wijze van denken over wat kerk is. Wat -men wil, aldus ds. Ringnalda, „is enkel en alleen maar de vraag om ruimte. Wij hier, in deze kapel, beleven God op die manier, wij geloven zo en zo en (voorshands) kunnen wij niet anders. Mag dat? Mogen wij? Meer is er niet aan de hand, verder wordt niet ge vraagd." Het is voorlopig genoeg, en misschien wel voor altijd genoeg, wat hier wordt gevraagd. Want ds. Ringnalda vraagt hier om een kerk waarin, waarbinnen som migen anders mógen zijn, waarbin nen iedereen anders mag zijn. „De kerk," zegt hij, „is verdeeld, we zijn allen verschillend.... erkèn dat! Geef dat nu eens openlijk toe. Dè stem van dè kerk bestaat niet!" Me.n zal zeggen: allemaal typisch protestants, wat deze man hier roept. Ds. Ringnalda schrijft echter zelf: „De allergrootste vergissing zou dan ook zijn als protestanten denken: ,Zie je wel, ze (de studentenpastores, red.) beginnen aardig .protestant' te wor den, we hebben altijd al wel gelijk gehad." Dat is niet eerlijk, meent hij, want als een synode van mijn kerk een bepaalde uitspraak doet, dan moet ik het er ook mee eens zijn, anders.... Nee, zegt ds. Ringnalda, de vraag van de studentenpastores is ook onze vraag. En het is niet zomaar de vraag om wildweg meer vrijheid, Zbdat iedereen kan doen waar hij zin in heeft. Achter de vraag om ruimte wordt de vraag naar waarachtigheid en waarheid gesteld. Hij noemt het „tweede geweten" waar pater Huub Oosterhuis over sprak, waar zoveel priesters (dominees) en kerkgangers mee rondlopen als ze meedoen met en in een kerkelijk instituut dat „de pretentie heeft van opperste deskun digheid op alle terreinen des levens" (Oosterhuis). De kerkelijke overheden, aldus Ringnalda, zijn op de hoogte, wat het praktisch, werkelijke gezag is van encyclieken, synodale uitspraken enz. en dan maar praten over „de stem van de kerk"? Waar wil ds. Ringnalda (die, dit ten overvloede, wel mag trouwen) heen? „Ik droom van een kerk waar in je verkeerde dingen kunt zeggen en doen, waarin je niet direct ver ketterd of uitgestoten of ingekapseld wordt. Een kerk waarin de ruimte gegeven wordt om van je fouten te leren.... Een kerk waarin we elkaar als Petrus en Paulus in het gezicht kunnen weerstaan zonder elkaar stante pede aan de duivel over te leveren, een kerk waarin David en Nathan. Van Dis en de paus, Han Dammers en de oud-gereformeerde dominee elkaar ontmoeten en vin den kunnen, omdat Jezus nog net iets meer is dan zij".... «AAG (ANP) Op maan- 17 februari zullen de eerste drie automobilisten een dagcursus volgen op de nieuwe baan van de KNAC- anti-slipschool, gelegen op een ge deelte van de vroegere rijksweg 13 naast het vliegveld Ypenburg. De Koninklijke Nederlandsche Au tomobiel Club heeft ook reeds banen in Drachten en Arnhem. De nu te openen baan is de grootste van West- Europa.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 7