IS NEDERLAND SATIRE-ZIEK AH GIRO 513® NEDERLANDS-BELGISCHE PRODUKTIE Het zal wel zo zijn, dat ik als in woner van Breda, geboeid ben geraakt door het Brabantse land schap", zegt Marten. Hij schildert dikwijls „chemische landschappen". Landschappen bedreigd door gas sen uit pijpen en bommen. Het element landschap in deze zin speelt zelfs mee, wanneer het gaat om portretten van zijn trouw en dochtertje Barbara; of bij een re cent portret van Jacques Gans (sa mengeknepen tussen twee land schappen; niet zonder bedoeling). Dit schilderij van Gans is er één uit een serie van vijftien. Een op dracht voor vijftien portretten, zo maar aangewaaid bij 'n borrel in de Amsterdamse kring. Een serie, waarin onder anderen zijn opge nomen Luns en Mies Bouwman. §8 H°i deze vreemde besmetting is ingeslopen, is niet te achterhalen. /eken melk. itand te verhogen omen. s af van hun is ts rillende malaria- een missionaris. ,ng voor itie materiaal. en invalidenwagenj nkt U en ziekenhuis, l/an een ent dokter worden, is. in uw testament Ëameling. 334, Tel f mënfaUteUStend °P b°Ur' „Kopstoot" uit voetbalserie van Dooper (foto links) Ellen Vogel en Xander Fischer in Monsieur Hawarden John Marten is een veel rustiger figuur, maar niet minder bezig met deze tijd; alleen op een andere manier en vanuit een andere in stelling. In 1956 verliet hij Breda en heeft nadien onder meer gerui me tijd met (Ik) Jan Cremer op Ibiza (Spanje) gezeten. Hij vindt die vinding van Cremer, die de we reld in zijn laatste toneelstuk (van avond in de Bredase schouw burg te zien) persiflerend met spuitbussen te lijf gaat, geweldig. Hij vindt zichzelf een nieuw-realist en een geëngageerd denker, zonder politieke belangstelling overigens. „Ja het is vreemd tot stand geko men, die opdracht", zegt Marten. „Zo maar". De stijl van zijn doeken dragen etiketten aan als „clean" en „hard- edge". De sfeer van het steriele, het dodelijk steriele, dat de moderne technische wereld aandraagt. „De techniek is er voor de mens, maar tegenwoordig wordt dit omge draaid", zegt hij. „De prestaties van de techniek worden overschat; de mens telt niet meer". Een zaal vol doeken, die een ijzig klimaat op roepen van een afvlakkende we reld. Doeken die dit jaar waar schijnlijk ook in het Stedelijk Mu seum van Amsterdam geëxposeerd zullen worden. Twee kunstenaars met een bepaal- de verwantschap. Bij Dooper ketst het protest van zijn tekenin gen af. Daarom misschien „on schuldiger" dan Marten, die uitein delijk meer venijn in zijn verf doet. Twee kunstenaars, die ieder op een geheel eigen wijze vorm weten te geven aan gedachten, die vele mensen van nu bezig houden. Daarom misschien toch „interes sant". Maar er is méér. Dat moet u zelf ontdekken. Duidelijke taal voor wie verstaan wil. Goed te ken- en schilderwerk voor wie zien wil. Of; beide te zamen. Dat is namelijk het geval. HENK EGBERS Jon Marten: „Techniek is er voor de mensniet omgekeerd" De film „Monsieur Hawarden" is opgedragen aan de uit Wenen afkomstige regiseur Josef Von Sternberg, die bij het grote publiek bekendheid kreeg door zijn films met Marlène Dietrich. Zelden heb ben de critici zo dikwijls verge lijkingen gemaakt met films van bekende regisseurs als bij hun be sprekingen van „Monsieur Hawar den". In dit verband worden na men genoemd van Bergman, Waj- da, Max Ophüls, Dreyer en Alain Resnais. De film werd echter ge maakt door de, slechts achtentwin tig jaar oude Belgische regisseur Harry Kümel. Toen hij achttien was, verwierf hij al bekendheid met zijn eerste 16 mm film: „Aanna La Bonne", gemaakt naar een ge dicht van Jean Cocteau. Hiervoor ontving hij de grote prijs op het amateurfestival. Zijn eerste profes sionele film was „Erasmus", ge maakt in 1963. Verder draaide hij nog voor de Belgische en de Neder landse televisie de produkties: „Conscience", „Waterloo" en de verfilming van Kafka's „De Graf bewaker" met Juliën Schoenaerts m de hoofdrol. Kümel komt voort uit de amateurfilmgroep 58. Het scenario en de dialogen voor de nieuwste speelfilm van Kümel werden geschreven door Jan Blok ker. Zij zijn gebaseerd op een no velle van Filip de Pillecijn. Het verhaal speelt zich af in het mid den van de vorige eeuw in de Bel gische Eifelstreek. Er ligt een ware geschiedenis aan ten grondslag. De film werd helemaal buiten de stu dio opgenomen in de streek van Tongeren en Malmédy. Door het prachtige heuvelland schap ziet men een koets rij den. Deze stopt voor een grens overgang. Een blonde vrouw stapt uit om de formaliteiten te vervul len. Als zij terug in de koets is blijkt er in de schaduw een man te zitten. Zij, Victorine, zegt tegen de man, Monsieur Hawarden, dat ze hoopt, dat ze eindelijk veilig zullen zijn. Een blonde jongen, van een jaar of twaalf, Axel, die op een wit paard zit, ziet de zwarte koets naderen. Snel rijdt hij naar 'n gro te boerderij om daar aan zijn ou ders de komst van de koets aan te kondigen. De solide poorten zwaai en open. De koets houdt stil op de binnenplaats. Een heer, gekleed in een zwarte cape, met zwarte rij laarzen en een hoge hoed stijgt uit. Hij wordt verwelkomd door de rentmeester, terwijl de meiden en de knechts reikhalzend toekijken. Hawarden gaat het woonhuis in en verschijnt later voor het raam van zijn appartement op de eerste eta ge, terwijl hij bedachtzaam zijn zwarte handschoen uittrekt. Op deze kamer zal Hawarden het grootste gedeelte van zijn tijd. in de komende vijftien jaren, gaan doorbrengen. Hij eet beneden bij de rentmeester, maakt wandelin gen in de prachtige omgeving en sluit vriendschap met de jonge Axel. Er zijn enige spanningen tus sen Hawarden en zijn huishoudster Victorine, die erg in trek is bij de boerenknechts De climax wordt echter bereikt als een rondtrekkend projectionist met een toverlantaarn een „ware" geschiedenis komt ver tellen, die het levensverhaal van Hawarden blijkt te zijn. Hawar den onderneemt een aantal pogin gen om weer zichzelf te kunnen worden en een verzoening met zijn moeder te verkrijgen. Intussen is echter de toeschouwer duidelijk geworden, dat Monsieur Hawarden geen meneer, maar een aristocra tische, ondergedoken vrouw is. Zij blijkt Meriora Gillibrand te heten en is op de vlucht, omdat zij zich, na een ongelukkige liefdeserva ring, heeft schuldig gemaakt aan moord. gehalve met de spanningen van het verborgen leven, hebben we hier ook te maken met een in trigerend seksueel drama, waarbij het de eenzame vrouw onmogelijk is, door haar mannenkleding, om vrouw te zijn. Zij heeft een affaire met een oficier, die onbevredigend verloopt en hangt sterk aan haar vertrouweling Axel. Vooral als Victorine wordt gedood wanneer zij twee vechtende knechten wil schei den. Het bericht van de dood van haar moeder is voor Hawarden de aanleiding om zich het leven te be nemen. De film is gebaseerd op de novel le van Filip de Pillecijn, die dezelfde titel draagt en rond 1935 werd geschreven. Voor de novelle werd gebruik gemaakt van het dag boek van Axel en andere bronnen, zoals de overlijdensakte uit 1863. Daarvóór werd het verhaal in het Frans geschreven door Henri Pier re Faffin, die beweert, dat De Pil lecijn zijn thema heeft overgeno men. De oorspronkelijke novelle, historische gegevens, de contro verse tussen de schrijvers, het film scenario van Jan Blokker en een groot aantal foto's uit de film ge maakt door fotograaf-cineast Jan Gruyaert, zijn samengebracht in het boekje: „Dossier Monsieur Ha warden". Dit werd samengesteld door de Belgische flimrecensent en auteur Ivo Nelissen. Het verscheen onlangs bij de Standaard uitgeverij. Het is een grondige studie van alle ter beschikking staande documen ten over deze mysterieuze geschie denis. Het maakt duidelijk hoe de ze eigenlijk „perfecte misdaad" zich in werkelijkheid heeft voltrokken. Natuurlijk is dat afwijkend van het gedramatiseerde verhaal. Hoewel de moeilijkheid was, dat het dag boek, voor het grootste gedeelte althans, tijdens 't Von Rundstedtof- fensief, terwijl het in bezit was van de zoon van Axel, verloren is ge gaan. De film „Monsieur Hawarden" werd gemaakt met een budget van vier ton, wat weinig genoemd kan worden. Het is een Belgisch- Nederlandse co-produktie van So- fidoc en Parkfilm. De opnames vonden plaats in augustus, vorig jaar, te Vechmaal, bij Tongeren in de kasteelhoeve van Heurne, in het kasteel van de Graaf d'Ursel te Heks en te Malmédy. De filmploeg bestond slechts uit 18 personen. De hoofdrol wordt gespeeld door de bekende actrice Ellen Vogel. De huishoudster is Hilde Uitterlinden en de jonge Axel wordt gespeeld door Xander Fischer. Verder treft men er o.a. Senne Rouffaer, John Lanting, Johan Remmelts en Dora van der Groen in aan. Oorspron kelijk wilde Kümel de hoofdrol door Hildegard Kneff laten spelen, doch daarvoor was het budget niet groot genoeg. Hoewel Ellen Vogel in Engeland veelal lovende kritie ken kreeg, lijdt zij in deze film toch aan „over-acting", voorname lijk in de mimiek, die toneelspelers eigen is. Maar Nederland kent nu eenmaal geen opleiding voor film acteurs en een grote ervaring valt er ook niet op te doen. De irreële sfeer van het „man" zijn en het si tueren in de vorige eeuw maken haar „Hawarden" toch wel accep tabel. Zeker als men bedenkt, hoe hoge eisen deze rol stelt. Werkelijk een ontdekking is de su bliem, ingetogen, spelende Hilde Uitterlinden. Ook Xander Fischer is zeer geloofwaardig. Senne Rouf faer, de officier, en Jan Blokker, die de projectionist speelt, zijn de zwakek schakels bij de acteurs. Rouffaers liefdesscène doet be lachelijk aan. De monoloog van Blokker is bijna onverstaanbaar, terwijl het hier toch een van de climaxen van de film betreft. J^ieuw voor deze film is het feit, dat grotendeels met „direct-ge- luid" werd gewerkt. Dit stelde ex tra hoge eisen aan de acteurs, maar doet de film erg veel goed. Het ge volg is namelijk, dat het geluid syncroon is aan het beeld en dus onvermijdelijk de echtheid van de reportage heeft, hetgeen het geheel nog geloofwaardiger maakt. De stukken, die wel nagesychroniseerd zijn, zoals b.v. de eerste monoloog van Victorine, klinken onecht. Het spreken van de Nederlandse taal wordt niet meer als storend erva ren, evenmin als dat bij de tele visie het geval is Daarbij komt nog, dat de film gave, levendige, spreektaaldialogen heeft. Het camerawerk van Eddy van der Enden is knap. De prachtige zwart- grijs-wit beelden hebben een bij zonder fijne sfeer. Zij zijn estetisch en perfect uitgebalanceerd. Alleen de interieuropnamen zijn 'n enkele keer van wat mindere kwaliteit. De montage is glad, op enkele stukken na. De opzet van de film staat geen extravagante montagetechnieken toe. Toch heeft Kümel die enkele malen toegepast, zoals op het „volksbal". De film is er té docu mentair voor. Het,valt uit de toon, 's dus storend en ongepast. De film is zeker „commercieel" te noemen. Hij is niet moei lijk. Een boeiend verhaal, de nodi ge erotiek, voldoende „human-inte- rest", de romantische sfeer van de vorige eeuw, misdaad en strijd, zo wel fysisch als psychisch. Alles is aanwezig om een zo breed mogelijk publiek te bereiken. De stijl is oor spronkelijk. Het ritme heeft de traagheid, die passend is bij de tijd, waarin het verhaal zich afspeelt en de zwaarmoedigheid van het on derwerp. Het is voor een jonge en onervaren regisseur eigenlijk niet verant woord om zich een opgave als deze te stellen. Harry Kümel is er des ondanks zeker in geslaagd het tot een goed einde te brengen. Hoe wel de film zeker zijn onvolkomen heden heeft. Het geheel maakt een nogal zweverige indruk. De drama tische spanningen worden dikwijls niet voldoende uitgebuit, zoals o.a. bij de voorstelling met de tover lantaarn. De erotische spanningen worden gesuggereerd en daarna voorzichtig omzeild. „Monsieur Ha warden" luidt geen nieuwe ontwik keling in de filmgeschiedenis in. Het is gewoon een mooie, poëtische en intrigerende film, die u zeker moet gaan zien. MAARTEN VAN ROOIJEN f-Jet lijkt wel of Nederland, behalve aan de griep, ook lijdt aan de satire-ziekte. Sinds de gezamenlijke publieke reacties het einde hebben betekend voor „Zo is hetop de tv, schijnt iedereen te kort te schieten die een cabaretje doet of een blijspelletje of iets anders dat gewoon alleen leuk bedoeld was. Want telkens kan men dan bij een ferm aantal critici lezen, dat het niet scherp genoeg was, niet geëngageerd genoeg, niet vlijmend, niet satirisch. Alsof dat een voor schrift zou zijn in het amusement. Sterker, alsof dat iets is, wat Neder landers ligt en lag. Alsof zelfs Wim Kan in zijn meest politieke tijd zo'n harde mepper was. Maar toch kreeg het laatste programma van Kan H van vele kanten het verwijt, dat hij niet meer zo scherp was als vroeger, en DUS niet zo leuk. De ziekte treft trouwens nauwelijks het grote publiek en vooral een aantal kranten en weekbladen in de Randstad Holland. Maar ze is er, programma's lijden er onder, en invloed op het publiek is er ook. Niet dat men niet naar de voorstellingen komt. Integendeel, de mond- reclame van een geslaagd avondje-uit is zo sterk, dat ook afgekraakte voorstellingen volle zalen trekken. Maar onwillekeurig praat men, besmet, een beetje mee en zegt men: ja, erg gelachen, maar veel pit zat er niet in. Wat dan uitermate ondankbaar is, want er is niets zó moeilijk in de theaterkunst als mensen zomaar te laten lachen. Ook op het gebied van drama. Een tragedie laat zich gemakkelijker com poneren dan een blijspelletje. En zelfs makkelijker spelen. Want in bijvoorbeeld een hechte tragedie als Wie is Bang voor Virginia Woolf zijn de karakters zo uitgewerkt geschreven, zo psychologisch door- tekend, dat die overigens zware rollen „gemakkelijker" zijn waar te maken dan rollen in een klucht, waar meestal slechts typetjes worden geschreven, die hun leefbaarheid geheel moeten krijgen van wat de speler er aan meegeeft. J/f/aarom nu zou Nederland plots aan een hunkering naar scherpe satire moeten lijden? Historie heeft het daarin amper. Echt politiek cabaret, zoals met name Duitsland dat kende en kent, heeft Nederland nooit gehad. De harde en spitse „wisecracks" van Engeland of Amerika zijn als eigen teelt evenmin aan Nederlands gezapige bodem ontsproten. We hebben zangers van het levenslied gehad en nog, van Edouard Jacobs tot Jaap van der Merwe, die sociale mis standen in wrange of hekelende liederen beleden. Maar wie bijvoor beeld, zoals diverse critici, nu stelt dat Kan of Hoving of Sonneveld vroeger zoveel scherper waren dan nu, zou de oude teksten er eens bij moeten halen. Om te zien dat ze vroeger net zulke dingen zeiden als nu, maar dat we daar jaren geleden wat minder aan gewend waren en er dus misschien iets meer van opschrokken. yyee, de wankele maar welbewuste poging van „Zo is het" daargelaten, hebben we in Nederland de harde satire nimmer beleden noch liefgehad. Want als er dan eens voorstellingen kwamen van bv. Die Stachelschweine of Das Kommödchen, dan haalden die een beperkt aantal zalen voor een specifiek intellectualistisch grotestadspubliek. Begrijpelijk dus dat een actief impressario en producer 'als John de Crane zich in interviews kwaad maakt op die stemmen, die hem een pittiger richting willen voorschrijven dan waarin hij vaart. Als vak man en theaterkenner weet hij wel beter. En in beide functies mag hij terecht blij zijn met zo'n „Met man en muis" van Annie M. G. Schmidt. Niet scherp, inderdaad. Zelden spits, toegegeven. Maar even zo vrolijk staan daar 29 liedjes en sketches van één hand, allemaal op z'n minst van goede smaak en dartele vlotheid, soms bepaald zeer indringend en getuigend van grote sociale geroerdheid, soms alleen maar lekker muzikaal en voertuigje voor goede artiesten als Conny Stuart en Freddy Albeck. pj/elke grote artiest uit een land met veel meer traditie zoals Frankrijk schrijft dat binnen één jaar bij elkaar? Mogen er dan een paar zwakkere nummers bij zijn? En deert dat, als het publiek onbevangen een heerlijke avond beleeft en er op sommige momenten naar onuit roeibaar Nederlands gebruik nog wat „van meeneemt" ook? Of moet, wie dat zegt, de fout bij zichzelf zoeken en zich afvragen waar om hij zo geborneerd is getoorden dat geuiocm plezier zijn emoties niet meer prikkelt? Nederland heeft momenteel een serie lichte programma's lopen, zoals het in jaren niet heeft gekend. Het heerlijk vitale trio Adèle Bloemendaal-Cox-Halsema (dat ook al niet scherp genoeg heette); het kokette maar knotsgekke program van Sonneveld met Ina van Faassen; de pure clownerie van de omhoogschietende ster Herman van Veen: het onschuldige maar typisch genoeglijkeblij spelletje „En ik dan", óók al van Annie; en haar feestelijke, zangcaba- rettige Met Man en Muis Geen satires, maar wel een onverwacht rijke dis in niet zo humorrijk Nederland. C. NICOLAÏ [ƒ0 Dooper is een furieus prater; de bewogenheid van een zui- ïrling, maar de felle verbeten- ad van een Fries (die hij is). Hij het tóch: „Kunst is bezig in met anderen en met jezelf." oe hij bezig geweest is, kun je ien in de bovenzaal. „Ik hoop dat lieren daarin mijn en hun eigen Eekerheden ontdekken", zegt hij iet gebalde vuisten. De enige ze erheid, die ik heb zijn de reke- ingen van water, gas en licht. De st is onzeker. Ik haat Vietnam, afra en de vredesboodschap van i paus. Wij zijn te lui of ver- lommen het naar de ideale situatie J streven. Het begint al bij de ■olkboer die 's morgens aan je loar komt. Je vertikt het om voor ■oman uit je bed te komen, ter- Ti' hij je een dienst bewijst. We fitrappen het leven. Dat is bij- Jorbeeld duidelijk te zien in mijn ptbalserie." Met felle strepen, prangen vormen en harde kleu- n heeft hij situaties van het voet- iveld sarcastisch en kritisch Wacht vastgelegd „Begrijp me p". zegt hij, „ik heb zelf 10 jaar Jwetbald Maar kijk dat eens: p bewening van het gras. Gras is Ton; het wordt vertrapt." Ogen- Kn'.ijk misschien een belachelij- [siak, maar bij Dooper wordt dit "ol" doorgetrokken. 11? een ander blad laat hij de s een vredesboodschap uit- .Johnson moordenaar [reken; ..vv/unoijzi uiuuiuciiacu had de paus moeten zeggen", de steeds feller sprekende jer. Hij geeft het toe: hij zit frustraties tegen de kerk. „Ik «Christus een geweldige figuur, F met het instituut er omheen, het machtsbeginsel steunt." •Oder mens, die ergens iets kan L honen, komt de lust tot macht (weiteersen om de hoek kijken', f wij „Natuurlijk", 'ketst Por terug. „Mijn macht hangt f aan de muur. Maar dit is een M in de goede zin van het L y" do bijbel een prachtig F- Neem bijvoorbeeld de Berg- aar is geen woord Spaans gaat hij verder. Hij maakt h'-aad. dat er van die Berg- zo weinig terecht komt. En <- met de eerste. Maar over de nmaeht althans dikwijls Jen „e m°,ns om meer vorm te haUa Bergrede, over de iaarvan schijnt hij weinig I cht te hebben. Hij fulmi- i,tegen de allerbelab- hratiet? »en' De biibel is z'in scWn?"' ^aar hoc? Het boek PPing: En G0(j schiep de litis n*! verkwikkende voor- hen hnt ,koninklijke huizen .■'on het ontgelden etc. Worden^165 Zb" niet nieuwl johos vannTr gehoord- 0ok [f. Het Per zijn discussie- S'Por m'n roer, is eBeen, dat i onrot i®°f 'ekcnaar is en hoe hefafl ?^n onbehagen morale ™aal wel ma§ he" lokenimr WeSÏ.te scketsen. Er 1 zijn g®n b'l althans, die zo ltj» gemaakt, dat je de pro- iet en blbft™? aa?geb°den, Wie zelf n f "ïan de com" Is" «iet zün M Zal zijn koeling er WatJtJ ^?aar °P deze wijze P hen die -Z1E? voor iedereen, pon bij s m.s'emmen en hoera hen die dit raa» °°k lair oog will nietraakt maar n en kleur ai 5ïb5tn voor lak - zo ?lbeeft Dooper °v« deze zaken. ana" DE STEM VAN ZATERDAG 25 JANUARI 1969 T|< wil niet over mijn teke nen praten; ik wil wel pra ten over Vietnam, Biafra en Je paus, zegt Leo Doo- r(34). „De hele mensheid wordt vergiftigd. De navel streng tussen de mensen en baarmoeder aarde wordt door de techniek doorge knipt"» zegt John Marten (34). Beide kunstenaars, in tens levend met deze tijd hebben de weerslag van bun denken op papier en linnen tentoongesteld in museum De Beyerd te Bre- da. Het woord „interessant" |5 nauwelÊjks denkbaar bij deze expositie. Eerder bie den zij de bezoekers denk stof aan in een taal, die zegt dat er bovendien twee uit stekende kunstenaars aan liet werk geweest zijn. Iets wat lang niet altijd samen gaat. Voor John Marten, wie op hetzelfde ogen- schilderijen worden in het Mu- of Modern Arts te York, betekent dit te- de eerste tentoonstel- in zijn geboortestad. N DE tweede helft van februari zal de Belgisch-Neder landse film „Monsieur Hawarden", van de Belgische tgisseur Harry Kümel, eindelijk zijn Nederlandse premiè a beleven. De film zal dan tegelijk in Amsterdam en iir \ntwerpen uitkomen. Deze film, die in november van he ifgelopen jaar reeds klaar was, werd a! eerder aan he' jubiiek getoond, o.a. op het twaalfde filmfestival van Lors- Jen. De film werd in Engeland gunstig ontvangen en kreeg zeer goede kritieken. Of hij, zoals produktieleider lob du Mee verwacht, de doorbraak voor ds Nederlandse peelfilm zal gaan worden, zal nog moeten blijken.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 13