ven „Mr. president, breng ons samen" Comm e t a r Johnson: Goede president die toch faalde RIET OF BIET veringen irazilië Smeerlapperij I leerlapperij II Wat wil D '66 IS - ïr dammer )uitsland Igestoken entenactivi Dr. Corn. Verhoeven. r DE STEM VAN ZATERDAG 18 JANUARI 1969 21 □k >mt het in deze tiiiii 'er dat ze de reut 1 moet de liefhebh.,1 ug naar de beivasn ifhebberij. Daar k, jieke betogen, geenil en geen doorziï aan. Het enige is bescheidenheid e tot beter inzicht vermijding en leien der ontelbare i moet dat bij [en waterziekle S7eï Ie, allesbeheersende J V de duivensport fen hetgeen ik hierSJ i heb, helaas niet'j lijn duiven gezonde Ie te gepaster tijd i jwat is de beste i-re van dat! Dat I Ie lucht is blauw Vll I? graan- en peulvrii,; Iraterdrinkers. Geen) lliteit, geen ras ei sbleem is van gans is: Hoe kweek ik kt is een groot en Sbleem en het houdi jen wijze duivenvrj lang bezig. Dat zijij [makers, die opsch> e uitslagen, behaald kleurloze duiven liddelmaat, onder dige concurrentie. |n iif het land der H lit land is een-oog llukkig heel wat vt eos-sen en sommige, Sn daar tamelijk god Idien men hun name»] an raadplege men 4 der grote national" i an de laatste twintig goeie. DEN BR] idere briefschrijver het verschijnsel van lasting bij duiven op Ivoord if: Darmpars coccidiose) laatste s Siekte van de vervuil F ze maar kreperen, eten. M PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PEILINGEN PEIL NGEN'PINGEN"'^NGEN PEJU^EN INGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN .PF'y^GEN .^fl^'^GEN PEILINGEN P|ILINGtN rt L N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL I4GENPEILINGEN „.PEILINGENPEIUNGEN PEIUNGEN PElUlJ^hr PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILLINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN KbiuiM^tiN [aandag begint voor de Verenigde Staten, maar ook voor ons in Europa, een nieuwe periode die over vier of acht jaar Kt Nixon-tijdperk zal worden genoemd. De vermoeide en Kdesillusioneerde president Johnson draagt dan op Capitol WH de macht over aan Richard Nixon, bekwaam, ambitieus nog niet versleten. [fohnsons vermoeide trekken symboliseren de achter hem liggende ■en waarvan het laatste 1968 het allermoeilijkste en meest L,Sp0edige was. Niet alleen voor hem, maar voor zo goed als de de wereld. Nixon staat tussen de scherven van de in 1968 ver etterde illusies en dromen. nut] Ajnerika en de rest van de :eld de verwachtingen veel te r gespannen hadden, geen reke- houdend met de realiteit (dat f zelfs al een belast woord!) is leraf gezien, al helemaal duidelijk /orden vroeg in 1968 toen de Jtberlijnse arbeiders scandeerden lir wollen unsere Ruhe!" „Wij i]en met rust gelaten worden!" ■eactie tegen de ontembare ver- ivingsdrift of wat daar voor ing en tegen het via de massa- j voortdurend herhaalde beroep „ders verantwoordelijkheid voor lip alles wat in de wereld ver keerd ging, was al lang aan de gang. Maar in West-Berlijn kwam voor het eerst wat men noemt de ge wone man, de arbeider, de doorsnee burger massaal in het geweer, reage rend op het verontrustende, provo cerende studentendom van Rudi Dutschke. Even nog flakkerde de hoop ter lin kerzijde op toen het er op leek dat in Parijs de rebellerende studenten en de ontevreden arbeiders elkaar ge vonden hadden. De euforie duurde maar kort. De Champs Elysées vulde zich met goedgeklede, weldoorvoede KFURT <AFP) D« liam van Es uit M ■rdag in Frankfurt gestoorde Griekse i [igestoken. ïchtoffer werkte in ft fcen bemiddelingsbureau [arbeiders. De dader, lonysos G. overviel litö .oor en bracht hem fes de dodelijke steken Ik was reeds diverse n psychiatrische inrichting a de oorlog zijn ze in West-Duitsland als (giftige) paddestoelen opge komen: die boulevardbladen, die hun redactionele kolommen week in week uit vullen met roddelpraat over de aanzienlijken van deze eld. De uitgevers van deze rioolpers verdienen een heel dikke boter- Roddelpraat en laster "doen het goed. En omdat er zoveel aan te Henen is, is het wildste verhaal nog niet wild genoeg en komt deze lerlapperij tot onvermoede dieptepunten. Vooral na het huwelijk van prinses Beatrix met prins Claus is ook de koninklijke familie in Nederland tot het jachtterrein gaan behoren van de IRjtse sensatiepers. Het is ongelooflijk, wat de duimzuigende Duitse jour nalistiek de laatste maanden over Soestdijk etc. heeft gepubliceerd. Wij kunnen ons heel goed voorstellen, dat de koninklijke familie dit soortpublikaties negeert. Wij kunnen ons echter ook heel goed voorstellen, dat op een gegeven ogenblik de maat vol is. Dat een lasterlijke aantijging zo idiep grieft, dat men wel moet reageren. Dit is nu het geval. Prins Bèrnhard als hoofd van de koninklijke familie en prinses Irene hebben een Duits weekblad voor de rechter gedaagd. Het zaljvanwege de publiciteit, die een proces van deze aard onvermijdelijk jt zich brengt, voor hen geen gemakkelijk besluit zijn geweest. Zij inen zich echter, verzekerd weten van de sympathie van iedereen, die de bres staat voor eer en goede naam van zijn familie. En wie zou dat doen? »E JANEIRO (AFP) - mse regering heeft 2!' federale parlement, W |en een raadsheer W vervallen verklaard t> jaar in hun politiek'" horst. de getroffen afgeval zich 24 leden van c oppositiebeweging, ■e vijf de leden vafl lartij zijn, die op estemd hebben teg- g van een verzoek va om de parlement!" aarheid van baar tes I -cio Alves op te "e ing van dit verzoek' lat president Co; ht aan zich trok. II et zijn echter niet alleen de „groten der aarde", die voortdurend het I mikpunt zijn vai roddelpraat en laster. Hoevee! voorbeelden zijn er b.v. niet van (kleine) gemeenschappen, waar de sfeer vergiftigd |*ordt door hetzecampagnes en onderlingê verdachtmakingen? Een zeer recent voorbeeld is Raamsdonk. Daar heeft de burgemeester week in het openbaar stelling genpmen tegen de dorpsroddel, die leven van enkele gezinnen tot een hel dreigde te maken. Ze zijn zo laf, deze fluistercampagnes. Het is onbegrijpelijk, dat ze zo'n "tg leven kunnen leiden. En dat blijkbaar zo weinig wordt beseft, welk W door deze roddelpraat wordt veroorzaakt. Het is moeilijk om de grote massa in beweging te krijgen voor een structurele hervorming van de maatschappij. De gemiddelde burger staat tamelijk gereserveerd tegenover vernieuwers, die de „heilige HJist" in hem willen wekken. De gemiddelde burger houdt niet van die onrust: hij is op z'n rust gesteld. B '66 heeft dit goed begrepen. Deze partij manoeuvreert dan ook heel Blvoorzidttiger dan al die andere groepen ter linkerzijde. Daarom wei- tze mee te doen aan gesprekken met partijen, die onderling overhoop n of die bestaan uit progressieve dromers, voor wie „Het Ideaal" be- 'ijker is dan de realisatie er van. jaar aldus doende heeft D '66 voor zich zelf- de mogelijkheid ontdekt U|t te groeien tot een grote volkspartij, het nieuwe politiek tehuis voor (alen, die het onderling gekrakeel ter linkerzijde beu zijn. Wil D '66 Naad die richting op? Dan zou deze partij terugkomen op haar eerste «telling: de bom te zijn, die de huidige politieke structuren omver Jst, de partij te zijn, die de rest van politiek Nederland dwingt tot wer- 'ke vernieuwing. en met tri-colores zwaaiende Gaullis ten en kort daarna kreeg de oude ge neraal het massale „Oui" van een volk, verdeeld en verbitterd, angstig en ontevreden maar zonder alterna tief. De tanks in Praag en de ondergang van Amerika's meer kritische poli tici deden de deur dicht. 1968 ging de geschiedenis in als het jaar van de stukgevallen dromen. En toch Het jaar 1969 schijnt plotseling veel- belovender te zijn gestart dan twee maanden geleden nog voor mogelijk werd gehouden. Er heerst een voor zichtig en gematigd optimisme, ont daan overig ens van "Zijn utopische il lusies. Dat wel. De Verenigde Staten dat weet iedereen wel hebben van de ramp spoed van 1968 meer dan hun deel gehad. Het afgelopen jaar bracht hen tot op de rand van burgeroorlog en dat heeft de doorgaans tolerante en in politicis gezapige maar sfemmen- rijke middenklasse wakker gemaakt. Het blanke, welvarende, protes tantse Amerika-van-het-midden, het doorsneei-Amerika uit de bergstaten in het noorden, van de prairies en vlakten van het midden-westen en van het lelieblanke zuiden, had er genoeg van qn wilde met rust gela ten worden. Het koos voor Richard Nixon (of voor George Wallace!) in tegenstelling tot het „andere" Ameri ka van de underdogs, de negers en de armen, de radicale studenten en de hippies maar ook dat van de gro te industriële stedenstaten. Het zou oneerlijk zijn tegenover de Amerikanen en ook onjuist om de to tale oppositie zoals die zich manifes teerde in de miljoenen Nixon- en Wallacekiezers in de schoenen te schuiven dat zij heeft gekozen voor een conservatieve politiek, tégen de Great Society en tégen de verheffing van de negers. Groepen die daar in derdaad tegen zijn en bijvoorbeeld vóór isolationisme of Amerikaans machtsvertoon in de vorm van een ongebreidelde wapenwedloop (anti raket-raketten, kobaltbommen enz.) vormen evenzeer een in cijfer onbelangrijke minderheid als dege nen die Amerika willen herscheppen in een archaisch en anarchistische bloemenutopia of Black Power en de zwarte apartheidsbeweging. In cij fers, met nadruk, want in een labiele Amerikaanse samenleving kunnen deze minderheden natuurlijk zeer ge vaarlijk worden. De Nestor onder de Amerikaanse commentatoren Walter Lippmann wijst erop, dat Amerika wel moe moet zijn van onvervulbare beloften. Al sinds Woodrow Wilson gaat de natie gebukt onder de last die zij zichzelf oplegde door te gaan belo ven dat het aan Amerika was een vreedzame, welvarende en gelukkige wereld te scheppen. Amerika, vredestichter voor alle vol keren (Wilson); Amerika dat de mensheid zou verlossen van de vrees (Roosevelt); Amerika, schild tegen het agressieve communisme (Tru man); Amerika brenger en verdedi ger- van de vrijheid nu vooral in zuid-oost-Azië (Kennedy-Johnson) Lippmann herinnert aan de woor den van Kennedy, maandag acht jaar geleden uitgesproken toen hij de eed aflegde als president: „Laat elke na tie weten, of ze ons mag of niet, dat we elke prijs zuller. betalen, elke ver antwoordelijkheid zullen dragen, el ke bedreiging het hoofd zullen bie den, elke vriend zullen helpen, elke vijand zullen weerstaan, om het voortbestaan van de vrijheid te ver zekeren"! Het waren woorden die ge weldige indruk maakten. „Maar" constateert Lippmann nuchter, „vrij heid overal en altijd tegen elke prijs is geen haalbaar politiek uitgangs punt, zelfs niet voor het machtigste land ter wereld". Jarenlang hebben generaties Ame rikanen geloofd in de missie van hun land en ze wonnen elke oorlog. Maar het moment is gekomen waarop de natie tot het inzicht kwam dat er niets terecht is gekomen van de grote beloften van vrede, invloed en ge lukkige eensgezindheid. De Ameri kaanse droom is weggevaagd. Lipp mann: „Het was wreed de hoop zo hoog te laten rijzen om haar daarna te pletter te laten slaan tegen, de rot sen van de realiteit." De realiteit. Daarmee voelt Richard Nixon, pragmatisch en strijdvaardig politicus als hij is, zich niet vreemd. Europa was niet zo gelukkig met zijn uitverkiezing. Een onlangs door de Associated Press samengestelde bloemlezing van Europese Nixon- commentaren onthulde dat nogeêns overduidelijk. Maar wat hadden de Europeanen dan gewild? Dat in Ame rika zou lukken, waartoe men in Eu ropa zelf niet in staat bleek? In Frankrijk koos men toch weer voor het negentiende eeuwse staatsman schap van De Gaulle. Een kreet als „participation" en een wat zwakke economie herinneren nog slechts aan de meirevolutie; de coalitie van Bonn pakte ook niet zo progressief uit en niet voor niets zien steeds meer West duitsers de conservatieve nationalist en tegelijk „Europeër'f^ Franz-Joseph Strauss als de „coming man", de vol gende kanselier. In Nederland zelf was eerder al het kabinet Cals, zo „verontrustend" en zo „duur" doormiddel van een nach telijke coup van zijn macht beroofd en vervangen door een „gematigder" team. In Moskou werd de klok, door Kroestjev destijds opgewonden, weer eens teruggezet en het enige Europe- sland waar men, gesteund en ge stimuleerd door het centrale gezag, experimenteerde met naar omstan digheden spectaculaire vormen van liberalisering en democratisering, Tsjeehoslowakijë, kreeg een lawine van tanks over zich heen. Waarom zou het in Amerika anders gaan. Zó groot is de wereld niet meer sinds de televisie, De Early Bird en het straalvliegtuig. Nu de teleurstelling over de gang van zaken rond de presidentsverkie zingen en de uitslag daarvan is weg geëbd, nu men zich heeft neergelegd bij de feiten en is teruggekeerd tot de orde van de dag, is men ook be reid een wat genuanceerder oordeel te vellen over Richard Nixon, de har de vechter die nooit de woorden van zijn rugby-trainer vergat: „Goede verliezers bestaan niet. Niemand wil verliezen en doet hij het toch dan vecht hij terug!" Nixon is ongetwijfeld heel wat be ter toegerust voor het presidentschap dan hij was, acht jaar geleden, toen John F. Kennedy hem met een neus lengte versloeg. Maar wat meer is: het zou wel eens kunnen blijken dat juist Nixon de man is die Amerika op dit moment, in dit stadium van zijn maatschappelijke ontwikkeling, nodig heeft. De reactie in Amerika kwam juist in de laatste periode van Johnsons bewindsterk opzetten. Geweld, brandstichting en moord voegden een vleug angst toe aan de gevoelens van teleurstelling en ver bittering om de onvervulde beloften, welke leefden bij een groot deel van het Amerikaanse volk. De extreem- reactionairen, die in Amerika altijd op de loer liggen overal trouwens kregen ongevraagd versterking van deze goedwillende maar verwarde en angstige middenklasse-Amerikanen. Nixon kan de man zijn die tegelijk de vooruitgang van de Kennedy- Johnson-jaren verzekert en de ge moederen aan beide kanten van de kloof in Amerika zelf kalmeert. Kortom: hij kan zorgen voor een af koelingsperiode. „Zijn taak is het", zegt Lippmann, „om de hoop en de verwachtingen van het Amerikaanse vohc terug te brengen tot overzien bare en te verwezenlijken propor ties". Een gematigd-progressief bewind dus met wat conservatieve en hier en daar wat groot-industriële trekjes. Nixon heeft tijdens zijn verkie zingscampagnes (en ook daarna nog) zorgvuldig in het midden gelaten wat precies hij zal gaan doen aan Ame rika's grootste problemen. Wellicht weet hij het zelf ook allemaal nog niet tot in details. Zijn adviseurs en onderzoekteams zijn nog druk bezig met het; verzamelen van feiten en het ontwerpen van beleidslijnen. Verwacht wordt dat het herenigen van het verdeelde Amerika bovenaan de lijst staat. Zijn zorgvuldige hou ding tegenover president Johnson duidt daar op evenals Johnsons hou ding tegenover Nixon duidt op een eensgezindheid „door de linies heen" over de noodzaak de Amerikanen eerst en vooral weer samen te bren gen en hun het vertrouwen in hun land en hun regering terug te bezor gen. Hij zal in Parijs vrede trachten te sluiten met Vietnam. Dö Amerikaan- se- onderhandelingstactiek zal harder worden om er uit te halen wat er voor Amerika nog inzit, hetgeen niet hoeft te betekenen dat Nixon weer met bommen zal gaan rammelen. Zijn hardheid zou bijvoorbeeld voor Sai gon wel eens het hardst kunnen aan komen. TALIë srlementeerd (REUTER) r*: ister van onderw^ ieuwe richtlijnen t houden van studente i. miversiteit zal er I al in collegetijd te gaderd, maar niet- r per bijeenkom^, .ringen moeten tt rorden georganise n studenten van -nstellingen worde' m slotte zuilen °e >kken onderwijs® >mst mogen verbied er wanordeli)kheoe" (ADVERTENT®!- Johnson 1963: Met grote moed en voort varendheid neemt hij onder dramatische omstandigheden de wacht in het Witte Huis over van John F. Kennedy. Johnson 1969: Vermoeid en gedesillusio neerd draagt hij de macht over aan Richard Nixon. M, aa.en heeft vaak gezegd dat Lyndon Baines Johnson, de 36e presi- van de Verenigde Staten, zich vooral ook zorgen maakte over "f oordeel dat de geschiedenis over hem zou vellen. „Hij is een ijdel B1' ze' men, wijzend op zijn geboortehuis in Texas, waarvan hij •J of meer een nationaal monument maakte, „en hij wil minstens gedenknaald in Washington". Johnson al is het maar via Krant en televisie heeft ge in zijn presidentiële doen en ls gemakkelijk geneigd dit te Ken-•J°hnson zelf echter heeft r\ L- Sleden nadrukkelijk dat hij geen imperiumbouwen- ^f^grandeur verzamelende presi- detltvan =Vjn' H'-' wilde de presi" meX"a,Ue.mensen zÜn. van de ar- R: als de welvarenden, van f_®ers 2owel als van de zuider- van de schoolkinderen en stu- ti(.roZ°Tj-' ,a?s van hun vaders en "ield ervan zich onder nmeniSten te begeven en ge- tLc van symPathiebetuigingen, L- ln welwillende spreekkoren. Bilrio de bevestiging van wat ae zijn: een volkspresident. Volkspresident werd een van I- 20 niet de meest ver- F President van deze eeuw. In F1?? on ver daarbuiten. „Hé, Hé I now many kids did yQU km Rt„k en "Johnson moordenaar" 1™®. assassin!". Het klonk 'e talen, m vele hoofdsteden, begeleid door het glasgerinkel van ambassadegebouwen en het knerpen de geluid van stukgescheurde Ameri kaanse vlaggen. En in zijn eigen land brandden de city's van tientallen ste den, aangestoken door woedende ne gers. En dat terwijl hij zeker een vredelievend man is en ongetwijfeld de grootste strijder voor gelijke bur gerrechten voor negers die ooit in het Witte Huis zetelde. Lyndon Johnson, de man van het volk, werd in zijn eigen land een te ken van tegenspraak en in het bui tenland het beschimpte symbool van fel oplevend anti-Amerikanisme. Dat is zijn grootste tragedie. Verguisd te worden door degenen wier belangen hij diende als geen ander onder zijn recente voorgangers. Hij joeg meer dan vijfhonderd wet ten door een bepaald niet gemakke lijk Congres. Gemakkelijk ook niet voor hem die nu al legendarisch is als Congres-politicus en -manipula tor. Hij zette vaart achter zijn bur gerrechtenprogramma's en benoemde Abe Fortas als opperste rechter om die bij de wet verleende burgerrech ten veilig te stellen. Hij zette een reuze-programma ter bestrijding van de armoede op en hij deed ongeloof lijk veel voor het onderwijs, heel goed ziende dat goed onderwijs nog veel belangrijker is als voorwaarde voor een vrij, welvarend en mense lijk bestaan dan federale subsidies en wetten op de burgerrechten. Buitenlandse politiek was nooit zijn kracht, maar hij maakte goede vorderingen op de weg naar ontspan ning tussen oost en west en zijn ont wikkelingshulp-programma's moch ten er zijn, ook nog nadat een schriel Congres er het mes in had gezet. De Verenigde Staten maakten onder zijn bewind een ongekende periode van voorspoed door en met uitzon dering van de Vietnamese „schoon- heidsfout" zag het er met betrek king tot de wereldvrede op het eerste gezicht althans redelijk goed uit. En toch moest Lyndon Johnson, de machtigste man ter wereld, de mach tigste man in zijn partij, nog -volop kanshebber op een tweede volle ambtstermijn, wijken voor de straat en de universiteit. Toch werd hij ge hoond en verguisd. Hij was de meest progressieve pre sident van de V.S., progressiever nog dan Franklin Roosevelt en toch lie ten juist de progressieve Democraten hem in de steek. Hij deed meer voor de negers dan wie ook, en toch sta ken ze de steden in brand. Hij was de kampioen van het onderwijs, maar de intellectuelen walgden van hem. Johnson nam onder dramatische omstandigheden de wacht in het Witte Huis over, staande aan het hoofd van een verbijsterde natie. Hij, de onderwijzer uit Texas die, hoe wel succesvol politicus, waarschijn lijk wel nooit aan het presidentschap zal hebben gedacht, nam die taak ter hand met grote moed en voortva rendheid. Al gauw moest hij merken dat hij op niet al te sportieve wijze met de glamour van Johrf F. Kenne dy's New Deal werd vergeleken, een vergelijking die wel in zijn nadeel móest uitvallen. Dat ergerde hem en deed hém pijn. Hij was toch veel meer een gewone jongen onder de gewone jongens dan de rijke, intel lectuele en „Europees" opgevoede Jack Kennedy? Het leek buiten deze pijnlijke on gemakken goed te gaan met LBJ tot dat de moeilijkheden in het buiten land kwamen. De Domincaanse Re publiek, Vietnam Vooral Viet nam. En was hij nog maar de eer lijke, recht door zee koersende pre sident geweest die hij zo oprecht graag had willen zijn, wie weet, had het Amerikaanse volk hem dan niet beter gesteund. Mogelijk was dan Vietnam met het dynamiet geweest dat het Amerikaanse volk kloof De ai eerder veel besproken ver- trouwenskloof" werd door Vietnam door de alsmaar herhaalde verkla- NIXON ...Geen verliezer?... Thuis zal president Nixon met niet te zachte hand de orde handhaven als 'het weer tot straatgeweld mocht ko men. Tegelijkertijd echter zal hij de problemen van de steden aanpakken op een wijze die meer strookt met de Republikeinse filosofie die veel weg heeft van die van het grote bedrijfs leven. Hij zal de stromen federaal geld die naar de sloppen en ghetto's gaan afdammen en vervangen door stelsels van belastingkortingen en fe derale leningen. Hij speelt met de ge dachte een Binnenlandse Ontwikke lingsbank te stichten om het bedrijfs leven in de achtergebleven en econo misch kwetsbare gebieden te helpen stimuleren. Er zullen armoedepro gramma's gehandhaafd worden, maar enkelen worden mogelijk opgeheven, weer anderen wacht een uitbreiding. De industrie krijgt waarschijnlijk een belangrijke rol te vervullen in de be strijding van de stedelijke en armoe deproblemen. Economisch probleem nummer 1 zal zijn het stoppen van de inflatie. Hij wil dat bereiken door een drasti sche besnoeiing van de federale uit gaven, belastingmaatregelen maar heeft hij beloofd met in achtne ming van de noodzaak te zorgen voor een optimale werkgelegenheid. Het zijn slechts enkele en speculatie ve grepen uit wat men veronderstelt 'dat Nixons regeringsprogramma zal zijn. Steeds meer Amerikanen putten moed uit dit programma. Zij zeggen dat de tekenen er op wijzen dat Nixon er in zal slagen de Amerikanen aan het werk te zetten om hun tegenstel lingen voorlopig te vergeten. Het be ëindigen van de oorlog in Vietnam zou daarbij voorlopig op zich al veel van frustratie waaronder het Ame rikaanse volk in 1968 gebukt ging, wegnemen. Nixon, zeggen veel politieke tegen standers die hem niettemin welge zind zijn, kan een ideale „overgangs president" worden en er zijn aanwij zingen dat het in meerderheid De mocratische Congres het wel eens goed met dé Republikeinse president zal kunnen vinden. Maar of de Ame rikanen de rust zullen krijgen die ze verlangen Optimisme is aantrekkelijk en aanstekelijk. Vanuit de milde stem ming die het gematigde optimisme van januari 1969 oproept lijkt het niet teveel gevraagd president Nixon de gunst van de twijfel te verlenen en zou men zelfs de hoop kunnen koesteren dat hij er In zal slagen Amerika weer te verenigen. Dat is tenslotte ook een wereldbelang. W. KOCK. ringen dat het goed ging met de oorlog en dat er geen Noord-Vietna- mese scholen en ziekenhuizen wer den gebombardeerd, verbreed. Voor al toen Harrison Salisbury van .de New York Times terug kwam met zijn reportages uit 'Hanoi en toen de Vietcong, begin vorig jaar het bijna fatale Tet-offensief inzette Johnson had mischien nog best een nieuwe ambtstermijn kunnen volmaken omdat hij waarschijnlijk, was hij kandidaat gebleven, gekozen zou zijn. Maar zeker was dat dan de kloof nog dieper en desastreuzer zou worden. Wellicht zou zijn aanblijven de eenheid van Amerika, bevochten in een bloedige burgeroorlog, heb ben vernietigd. Daarom nam hij het moedige besluit terug te treden en dat maakt dat zijn woorden, in de aanhef van dit artikel geciteerd, ge loofwaardig zijn gaan klinken. De ijdel'e LBJ kon dus tóch onbaatzuch tig zijn. Een oordeel vellen over Johnsons presidentschap, nog voor hij goed en wel vertrokken is uit het Witte Huis is onmogelijk. Gezegd kan wel wor den dat hij veel voor zijn land heef! gedaan en dat het lang niet onmoge lijk is dat de geschiedenis hem uit eindelijk toch zal rangschikken on der de grote Amerikaanse presiden ten, al is het maar in het vaderland se geschiedenisboek van da Verenig de Staten. W. K. ■yoor zover mij bekend is, zijn er nog geen resultaten gepubli ceerd van de vorig jaar begonnen rietsuikeractie. Toch moet het om die resultaten gaan en om hele maal niets anders. Het gaat bij voorbeeld niet om het prettige ge voel een verdienstelijk werk ge daan te hebben. Zo'n gevoel is op zich zelf al min of meer verdacht, maar wanneer de verdienstelijk heid van die daad niet zichtbaar wordt in concrete resultaten, is het volkomen misplaatst. Ik acht mij niet in staat die resultaten te meten en nog minder om het voor deel dat de actie eventueel ople vert voor sommige ontwikkelings landen af te wegen tegen de scha de die zij aan de eigen economie toebrengt. Mijn kennis op dit ge bied zou duizend keer groter moe ten zijn om mij in staat te stellen partij te kiezen. De lectuur van een paar blauwe boekjes heeft mij in dit opzicht eerder verlamd dan geactiveerd. Maar het is mij wel duidelijk geworden dat ook deze kwestie verre van zakelijk behan deld wordt. Er is een soort van sectevorming ontstaan rond de rietsuiker en de bietsuiker; die vertoont alle ken merken van een echte Nederland se godsdiensttwist. Omdat zo'n heftige en fanatieke ruzie gewel dige zekerheden schijnt te veron derstellen, verbaast het des te meer, dat die zekerheden niet gegeven kunnen worden in de vorm van tastbare resultaten. We moeten dus maar weer eens aan nemen, dat de ruzie niet gaat over zekerheden, maar over on zekerheden of helemaal nergens scheelt maar een letter en het mag er niet meer dan één zijn, anders wordt de tegenstelling te gecompliceerd en te onduidelijk. Het mag bijna nergens over gaan, maar dat „iets" moet dan ook met tyrannieke duidelijkheid zichtbaar gemaakt en vastgehouden worden. In dit opzicht is de tegenstelling riet-biet dus bijzonder geslaagd, vooral wanneer ze met hoofdlet ters geschreven wordt. Het „bijna niets" is dan heel spannend. Ne derland, dat toch al een land van godsdienst- en woordentwisten is, treft het met deze woorden wel buitengewoon gelukkig en het is dan ook bijna ondenkbaar dat in een ander taalgebied de strijd zo hoog zou oplaaien. Wie dat alle maal overdreven kletspraat,vindt, moet er aan de hand van de kerk geschiedenis maar eens diep over nadenken. Maar wie zegt, dat dit niets met ontwikkelingshulp te maken heeft, begrijpt precies waar het over gaat. VSJat op de tweede plaats opvalt is dat bij deze nobele actie zo gemakkelijk de belangen van de boeren die de bieten verbouwen over het hoofd gezien worden. Toch zijn zij het die het „offer" moeten brengen en niet degenen die een paar centen meer uitge ven om het fijne gevoel van bin nen te hebben dat zij daadwerke lijk iets aan ontwikkelingshulp doen. Ik denk dat van geen enke le andere bevolkingsgroep zoiets gevraagd zou kunnen worden. Dat steeds meer boeren de strijd om het bestaan moeten opgeven maakt nog niet een fractie van de over en dat geeft ons opnieuw de gelegenheid ons te verbazen over de werkelijk eindeloze belangloos heid waarmee mensen zich in spannen en zich opwinden. Toch zijn er aan deze strijd een paar dingen die opvallen en die ons meer kunnen leren, niet zozeer over de ontwikkelingshulp maar daarover is iedereen het eens en daar gaat de strijd niet over als wel over het onver mogen van mensen in hun on macht te berusten en hun razend verzet daartegen. 'J'.en eerste: als de woorden „riet suiker" en „bietsuiker" niet zoveel op elkaar zouden lijken, zou de strijd niet zo hoog oplaaien als nu. In die éne letter verschil wordt de hele conflictstof samen gebald. Op die éne letter knappen familiebanden af. Het klinkt be lachelijk en het is ook belachelijk, maar "het meest belachelijke is dat het waar is. De tegenstelling riet-biet fungeert volkomen als een klassiek revolutionair begin sel dat vaders tegen hun zonen in het harnas jaagt en kiiTderen er toe brengt hun ouders te verra den. Die ene letter is een rest van verschil, waarin alle verschil van de wereld gecumuleerd wordt. Zij is de substantie zelf van het ver schil, de spil waar de hele tegen stelling om draait. De ene letter xs een klassiek gegeven in gods diensttwisten en ook wel in ande re geschillen. Denk maar aan con- tritionist en attritionisten, deïsten en theïsten, evolutionisten en re- volutionisten. Iedere ketter moet *ijn letter hebben ook dat indruk die een klein tegenvaller- tje in loononderhandelingen zou maken, om van een loonsverlaging nog maar niet te spreken. Ik heb de indruk dat het eigenlijk nie mand iets kan schelen en dat de boeren niet zozeer in de nationale economie als wel in de populaire gedachten daarover een blinde vlek zijn. Alles groeit immers voor niets. Of misschien is dit te zacht uitgedrukt en is het allemaal geen kwestie van onnozelheid, maar van vijandigheid. Het woord „boer" is bij mijn weten het enige in onze taal dat zich ook na de oorlog en alles wat die geleerd heeft, nog tegelijk als aanduiding van een beroep en als scheld woord kan handhaven. Iedereen is tegen discriminatie behalve als het over boeren gaat. Tegenover hen blijkt een onuitroeibaar superiori teitsgevoel te blijven bestaan als 4e meest vanzelfsprekende zaak van de wereld. Daar valt ook niet over te praten want niemand is daarop afgericht. Wie het pro beert wordt uitgelachen tot op het moment dat hij zich boos maakt en aan iets als black power doet denken. Om het nog eens flink overdreven te zeggen: boeren zijn vogelvrij. Een nobele actie die in schijn alleen maar -hun belangen over het hoofd ziet, kan met de helft van de achterdocht die we allemaal wel geleerd hebben, wor den uitgelegd als een actie die te gen hen gericht is. Het probleem wordt er wel weer een beetje in gewikkelder door, maar het is dan ook een probleem. De uitslag is immers nog niet bekend en daar gaat het om. V -

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 21