Commentaar VISIE. VITALITEIT EN DE MENSELIJKE FACTOR Beloning, selectie en individu bepalen toekomst van Westen •ehoefte aan Europese conjunctuurpolitiek DE PESSIMISTEN DR. CORN. VERHOEVEN: ismus n Mazzi likt inderen P.v.d.A. voor zware beslissing [haos door onduidelijkheid E ROSA: •mg ilans n peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingenpeilingenpeilincen ;Èn peilingen peilingen peilingen peilingen pÉiliijgÉn peilingen palingen peilingen peilingen péilingên peilingen peilingen .palingen peiungen peiliugeij peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peiilingen peilingen peilingen peilingen peilingen pei Te zwaar Paradox Kwaliteit Selectie Herscholing a I buitenland) door DE STEM VAN ZATBftDAG 11 JANUARI 1969 19 ictie et ■erde tijdschrift C\ ïen artikel van publiceerd, waati, lus van Don Mam toor van Isolote ding in het geloof ening, dat dezek,! likt is voor kimk heeft van nt. ;s tij ar ligt dat ionair >n om ■lpen akt Het sa t het !t pater DeltJ onderwijs, '-1' de methj.1 op.1 1- Maul voor Christus a wordt armen enon.l Het Christy. I een „secu-l wordt, vol.l ijdig voorgj.1 de fundamenT vel IX Ook vraagjes waardevol. tot iiet \vyjxi eenzijdig .iet de fur.„^ christendom Nedterlands Persb(.l ij aan, dat de bestii.l Isolotto-katechismtil stelde van hetgees 1 weert, aan het lichtl te lesjes worden van het katholieï,| esbetreffende passi lie weergegeven. Italië een boek uit. verweerschrift in.| atechismus van Del ■iding tot het boil rtenissen in Isolottol :md van de „dyna-| krachten die têg geweer worden p «rden gesteund doel anti-christelijke et' lïstische krachten", lanciële redactie) Het overschot ans van de Verenig het afgelopen jaar een kwart van het I van de invoer met toeneming van de its 10 pet. zakte het 1 miljard tot 1 mil- uitvoer had in 1958 34 miljard dollat roeg 33 miljard dol- 7,3 4,3 8,4 K *B, 8,5,3,1 <?Vt6 O Z OH,9, 6,2 *B,7 t, 3oer tafel Toen en V, 10, 7, 6 beide tafels uit ge beschouwing leert fslag mag verliezj®" Zit deze kaart WJ in de eerste drie vallen Zuid I nanl met de Heerea oost deze n«jj de zorgen voorbij /keurigheid nog w met het Aas e kleine bleef de vijandelij^ i slag (de Boer safetyplay tegen 'verdeling. was zuid 111111 slag werd in genomen, waa:rn :n gespeeld. To zuid was uit ;esneden en we™' af. V werd naar folgd door OVWM wat overigens g fogmaals werd i° ;eïncasseerd, alsm^ vierde O van n° getroefd die nu tver had. Oost be** ifel ste erden aar hevecht OUDIG? llenwedstrijd kwam I voor, dat aan beidn| itgeboden. n eenvoudig spell (g dan het kenmerk| het bleek niet 1 dit spel. Althans a zuidspeler dè nodig® I het oog verloor en I oest zetten om hef »t een goed einde tl zelf eens de winst a ijk te maken alvoreMi in de gang van zaken I trijdtafels. Zelden hebben links en rechts in de PvdA zo fel tegenover elkaar gestaan als op dit ogenblik. Een kleine, maar zeer luidruchtige minderheid, de Nieuw Linksgroep, probeert met man en macht de PvdA terug te dringen in de marxistische hoek. Haar voornaamste tegen- itander is nu dr. Vondeling, partijvoorzitter in spe, de leider van een meer derheid, die de PvdA wil maken tot de evenwichtig progressieve volks die met andere vooruitstrevende krachten een progressieve con centratie in Nederland tot stand zou kunnen brengen. Zo hoog is de ruzie tussen beide groepen opgeiopen, dat persoonlijke aanvallen schering en inslag zijn en er openlijk ovei scheuring wordt gesproken. Over twee maanden zal het partijcongres van de PvdA een uitspraak loeten doen. Vandaag komt de partijraad bijeen om dit congres voor te ■reiden. Het belooft een spannende vergadering te worden, een hard tussen mensen, die nu eindelijk eens knopen willen doorhakken groeperingen, die nog steeds in de mogelijkheid van een compromis leloven. Tot dusver heeft de groep van gematigden niet duidelijk stelling durven 'en willen) nemen tegen Nieuw Links. Men was enerzijds bang voor leden verlies maar wenste anderzijds niet het revolutionair elan af te stoten, dat hoe onpraktisch dikwijls in het politieke werk van alle dag, toch belang rijk kan zijn als motor van voortdurende'bezinning. Toch zal er ooit eens een keuze gemaakt moeten worden. Zoals de PvdA nu reilt en zeilt, weef de kiezer niet waf hij aan deze partij heeft. En de grootste partij ter linkerzijde niet weet wat ze wil is heel links in Nederland tot machteloosheid gedoemd. Riet prijsbeleid dreigt volledig uit de hand te lopen, A.O.W'ers komen H in de knel. Aan het loonfront heerst grote spanning Begrotingen kloppen niet meer. De belastingdruk dreigt nog zwaarder te wor den. Belangrijke wetsontwerpen worden verworpen maar de betrokken linister zelf blijft rustig zitten. Dit alles kan in Nederland anno 1969. Misschien klopt het allemaal jvel. Misschien doet Prof. Witteveen precies wat in de huidige situatie ge iden is. Maar zeker weten doen we dit niet. Toch heeft het Nederlandse Ik er recht op om dit zeker te weten want het huidige regeringsbeleid treft iedereen hoogst gevoelig op een hoogst gevoelige plaats: in de porte monnee. [Minister Witteveen kan ongestoord en ongecontroleerd zijn gang gaan, mdat er op het ogenblik in Nederland geen oppositie is. Dat wil zeggen: i oppositie, die een vuist kan maken. De onmacht van de oppositie vloeit in hoofdzaak voort uit verdeeld- jeid binnen de PvdA. Partijen als D '66, de PPR en de PvdA kunnen wel Irotesferen tegen de huidige gang van zaken maar het protest is een slag 1 de lucht, ledereen weet, dat de oppositie in staat is de regeringsverant- ordelijkheid over te nemen van de partijen die deze thans dragen, situatie is levensgevaarlijk voor een parlementaire democratie. Welke groep ook aan het bewind is, er dient altijd een dusdanige oppositie I :e zijn, dat ae parlementaire controle maximaal gegarandeerd is. Een parlementaire democratie zonder reële oppositie ontaardt heel gemakkelijk li een zgn. geleide democratie. Het spanningsveld is weg, dat voor het Irote evenwicht zorgt. De burger wordt nog onmondiger dan hij al is. De partijen, ter linkerzijde, die hun tijd verbeuzelen met onderling ge- Ittie, hebben nog maar weinig tijd om orde op zaken te stellen. Welis waar duurt het nog even voordat er kamerverkiezingen worden gehouden r de datum van de gemeenteraadsverkiezingen en van de verkiezingen lor de Provinciale Staten nadert angstwekkend snel. De huidige chaos in politieke onduidelijkheid zal, als alles blijft zoals het is, van grote Jloed zijn op die verkiezingen. En dat doet het ergste vrezen voor de «stuurbaarheid van de gemeenten en provincies in Nederland. Ja, de PvdA staat vandaag voor een zeer belangrijke beslissing. (Van een onzer redacteuren TILBURG De groep verdringt het individu steeds meer in de samenleving die zich technisch voortdurend ingewik kelder ontplooit. Hoe kan de persoonlijkheid van de mens gehandhaafd worden, als in naam van de vooruitgang wat dat dan ook zijn mag conformisme het motto van een maatschappelijk systeem is geworden? Hoe kan de mens zijn persoonlijke vrijheden bewaren en laten gelden, als de behoeften en eisen van de samenleving steeds meer lijken te vra gen om collectieve in plaats van om individuele acties Hoe hebben wereld-concerns, die op een andere schaal met dezelfde problematiek worstelen, gepoogd die ogenschijnlijk onverzoenlijke tegen stelling tussen massa en individu weg te werken Daarover vertellen de top-mana gers vain dirie van de allergrootste Amerikaanse concerns, IBM, du Pont de Nemours en American Telephone and Telegraph Cy, in een boeiend en in vele opzichten onthullend boek. Drie grondregels heeft Greenewalt, du Ponts president, in de loop van zijn jarenlange leidinggevende erva ring ontdekt. In het kort komen ze hierop neer: 1. alle individuen in een grote on derneming, in elke onderneming, moeten worden aangespoord hun talenten op die best mogelijke wijze te gebruiken; 2. elk bedrijf moet er voortdurend naar streven de mensen die er wer ken tot grote prestaties te brengen; 3. de geldelijke beloning is nog al tijd voor de mensen de beste stimu lans om hun beste prestaties te le veren. ffiitiü In de drie essays komt uiterma te duidelijk naar voren dat 'n maat schappelijk systeem dat de mens be rooft van een te groot gedeelte van de vruchten van zijn werk op den duur, naar de mening van de schrij vers, moet falen. Zodra die mens zich namelijk gaat aifvragen, waarom hij zich zo druk maakt, omdat de resul taten voor hemzelf van de produktie- ve activiteiten die hij ontwikkelt vrijwel nihil zijn, zal die produkti- viteit snel dalen. Een belastingstel sel dat met die stelregel geen reke ning houdt, tast op den duur de wel vaart van een land aan. Het ont neemt de mens de stimulans om ex tra hard te werken, om meer te doen dan van hem wordt verwacht. Hij plukt er immens nauwelijks de vruch ten van. IBM's president Watson, zegt daar over letterlijk: „Wat wij altijd in gedachten moe ten houden is dat naties en systemen er zijn voor de mensen en niet an dersom. Als een bepaald systeem niet of niet meer voldoet aan de verwachtingen van het volk, zal dat volk in beweging komen om het sys teem aan te passen of te veranderen. Om het vertrouwen in ons systeem te behouden en daarbij de belangen van ons land te dienen, is het nood zakelijk dat ons systeem zó werkt, dat iedereen zijn deel krijgt. Wij zullen dat doel nooit bereiken door de mensen hun rechtvaardig aandeel te onthouden, doch slechts door hen te helpen het nagestreefde doel te bereiken". mensen in dienst hebben, een niet gering deel van hun aandacht en or ganisatietalent besteden om een door stroming van bekwaamheid, kennis, werklust en inventiviteit zoveel als maar mogelijk is te waarborgen. Daartoe worden alerlei, soms kost bare en diep ingrijpende, maatrege len genomen. Want „alles wat ertoe bijdraagt het individu te hinderen zijn eigen persoonlijkheid te ont plooien, heeft tot gevolg dat de or ganisatie van een stuk initiatief wordt beroofd". Een bedrijf kan een voudig niet het risico lopen dat de „man met de grote ideeën" een „ont heemde" wordt. Dat immers berooft zulk een bedrijf van zijn groei-moge- lijkheden, van zijn toekomst. En zijn vele methoden uitgedacht om dit te voorkomen, om bij de me dewerkers in die massale bedrijven gevoelens van frustratie te voorko men. Maar er is nog geen enkele weegschaal uitgevonden dit in staat is mensen haarfijn te peilen. „Ik ge loof dan ook dat wij oms hierbij zul len moeten neerleggen, dat er in het leven facetten zijn die niet vatbaar zijn voor een kwantitatieve analyse", zegt Greenewalt. De dynamiek vain een industrie, van elk bedrijf, staat of valt met bet antwoord dat de medewerkers zelf geven op de vraag, of het voor hen zin heeft meer te doen dan ervan ze mag worden verwacht. Als dit antwoord ontkennend gaat worden, moet men oppassen. „Het is mijn overtuiging", zegt Greenewalt als hij wijst op de situ atie in de Verenigde Staten, „dat de grootste bedreiging voor onze indus trie en de werklust van ons volk is gelegen in het sterk progressieve in komstenbelas tingsysteem". En even verder heet het; „Wij bewonderen het succes, maar beboeten de man die het succes be haalde; wij bewonderen begaafdheid, maar beboeten de begaafden; wij bewonderen het initiatief, maar be boeten de initiatiefnemer; wij bewon deren leiderschap, maar beboeten onze leiders. Toejuichingen en ap plaus akkoord; maar geen finan ciële beloning". Zeer zwaar tilt men in de we reld-concerns aan de selectie van het personeel. Het wordt bij het lezen van dit boek duidelijk dat de top managers bij die gecompliceerde be drijven, die vaak honderdduizenden Kwaliteit en service zijn bij IBM tot een soort zesde zintuig gewor den, merkt Watson op. Er is een speciale verhouding geschapen tus sen klant en leverancier. Alles wordt gedaan om verambteljjking van het bedrijf te voorkomen. Bij dit alles heeft men bij IBM in de praktijk geleerd „dat er in elke or ganisatie periodes zijn waarin zij ve le malen meer is gediend met een op de praktijk gericht leiderschap dan met een managec-uit-een-boekje". nonstreren of leren leven met de hoogconjunctuur. Elke leider dient een tegenpool te zijn in zijn organisatie. Hij moet keer op keer die organisatie in haar rem mende factoren voor de menselijke individuele ontplooiing overwinnen. Hij moet werken met een groot res pect voor bet individu. Om die reden ook heeft zijn be drijf in 1968 een einde gemaakt aan het onderscheid dat nog altijd be stond tussen arbeiders en beambten. De uurlonen werden afgeschaft. Ie dereen kreeg een salaris. „Ik geloof dat dit meer voor onze mensen heeft betekend dan welke vernieuwing ook sinds het einde van de tweede we reldoorlog". Behartenswaardig is wat het drie tal auteurs heeft te zeggen over de communicatie in hun bedrijven. Een bedrijf dat constateert dat medewer kers niet meer bereid zijn „hun nek" uit te steken of risico te lopen, ver liest zijn dynamiek. Het verambte- lijkt. De hoogste leiding in een be drijf moet beslist niet meer waarde hechten aan volgzaamheid dan aan een kritische instelling van _de_ me dewerkers. „De geschiedenis heeft aangetoond dat vooruitgang te dan ken is aan hen die bereid zijn risico's te nemen". De technische ontwikkeling dwingt een groot bedrijf steeds bedacht te zijn op veranderingen, aanpassingen, wijzigingen in de produktie-opzet en het proidiuktiedoel. Grote bedragen zijn nodig om het wetenschappelijk onderzoek mogelijk te maken. IBM heeft in bepaalde afdelingen soms een kwart van het personeel in her- scholingscursussen geplaatst Watson erkent de noodzaak dat de overheid ingrijpt in „het vrije spel der economische krachten in het be lang van de individuele burgers". Maar waar moeten de grenzen van die bemoeienis liggen? Waar begint dit ingrijpen zo zwaar te wegen dat het de economische groei gaat ver tragen Waar begint die invloed van de sociale wetgeving het particulier initiatief en de eigen verantwoor delijkheid aan te tasten In een vrije samenleving, zo zegt Watson, moeten overheid en publieke opinie dit soort vraagstukken oplossen. Daarbij dient dan in het oog te worden gehouden dat de welvaart voor een niet gering deel berust op een produktiviteit die ook voor elk individu vruchten moet blijven afwerpen. Anders treedt stag natie op. Kappel, de president van de Ame rican Telephone, stelt de vitaliteit van een onderneming in zijn essay cen traal. De bedrijfsleiding die zich uit sluitend bezighoudt met de heden daagse problemen onderkent haar verantwoordelijkheid niet ten voüe. De mensen maken een onderneming vitaal. Mensen zijn creatief, verme tel, ethisch verantwoordelijk, willen mits er een stimulans tegenover staat meer doen dan wat van hen wordt gevraagd. Kappel staat uitvoerig stil bij de wijze waarop zijn maatschappij pro beert vitaal te blijven. Hij geeft er talloze voorbeelden van. Ook van de risico's die daarvoor genoemd moe ten worden. Want, zegt hij, de Amerikaanse za kenwereld doet meer dan winst ma ken. „Zij helpt mee een politiek en sociaal systeem op te bouwen dat in vele belangrijke opzichten verschilt van enig ander systeem dat de we reld ooit gekend heeft. De landen van de wereld slaan onze vorderingen gade". En verder: „Onze gehele wes terse samenleving is gewikkeld in een beslissende strijd met de macht van een ons vreemde filosofie welke vij andig is aan allies was wij van waar- (Van onze financieel-economische medewerker) -■BURG Nederland moet weer leren leven met de hoogcon- ictuur. Na enkele jaren terugslag in de economische ontwikke len kunnen we weer een opgang tegemoet zien. De pressiegroepen P de overheid overtreffen momenteel elkaar in het zaaien van jjek. Men spreekt zelfs van een psychose: een ongunstige ont- teling die tot een chaos kan leiden. De belangengroepen werk en werknemers en de overheid maken dezelfde fouten als iet verleden. Witteveen, de minister van KStc'?P is een van de weinigen die Kkn ir 't0e' houdt. Hij is een grote jeeiwij^ i tor, ,'Ee °P het gebied van de (eerst de u3ri """urpolitiek. Nu lopen de me. e" ?yer het te voeren conjunc- leid n°gal uiteen; zij worden oepaald door politieke stelling- 3 7 werd oost hierna in de *"v el de speelwijze tafel (eerst <•- is de troe" te spe had deze niet ïst hoeven leiden et had gedekt. Zu'4 nogmaals O snij**' van het sa^et/^,et ant. in verband n O- ZuiddfUwS e manier de len als aan tare' it het Zou id essentieel ts. placing Zeven e!eo door het naspel lefslag veilig steile >f Witteveen is voorstander van heiri m-^fk-cycliseh beleid. De over- Pulsen m van recessie im- Pmr!!njde, economische activi- R als do moet de Pas inhou- K hAf, C0l?.1unctuiw aantrekt. Met izinc Zljn vakbonden het eens. Zij vrezen dat de werknemer uiteindelijk het gelag zal moeten betalen. Daarom eisen de vakbonden hoge loonsverhogingen. De prijspsychose stimuleert de in flatie en heeft een opwaartse druk in de lonen. Indien deze sneller stijgen dan de toename van de arbeidspro- duktiviteit volgt opnieuw inflatie met uiteindelijk een conjuncturele neer gang. Alle betrokkenen weten dit; zij kennen de oorzaak en de gevol gen van de winst-, kosten- en prij- zeninflatie. Eigenbelang verhindert echter, dat de noodzakelijke maatre gelen worden genomen. Terwijl het psychologisch klimaat als verstoren de factor optreedt. In de recessie sloegen de vakbonden alarm dat het de verkeerde kant uit ging met de werkgelegenheid. Nu deze zich herstelt vrezen zij te kort te worden gedaan bij het verdelen van het aanzwellende nationaal in komen. De werkgevers zetten de re gering onder druk om een einde te maken aan de loonrace. De regering kan dit om dezelfde psychologische en politieke redenen niet doen. Zij grijpt terecht niet dn de vrije loon politiek in en spaart daarmede de vakbeweging. De vakbonden zullen de werkgevers onder druk zetten om hogere lonen te verkrijgen, mede om de prijsstijgingen ten gevolge van de nieuwe omzetbelasting te kunnen compenseren. De regering grijpt in het economische mechanisme nu op andere wijze in. Zij laat het loon- en prijsmechanisme voorlopig onge moeid. Loonbeleid zonder prijsbeleid heeft ook geen enkele zin. De ondernemers willen geen prijsbeleid en de werk nemers geen loonbeleid. Daarom grijpt de regering naar bestedingsbe- perkende maatregelen om zodoende de hausse enigszins te kunnen afrem men. Daarmede treft zij ook de over heidsinvestering. Deze zullen te za- men met de particuliere bestedingen moeten worden getemperd. Dit kan tot gevolg hebben dat de regering haar programma niet geheel zal kunnen uitvoeren. Dit zal onge twijfeld politieke consequenties heb ben. De oppositiepartijen zullen zich laten horen in september 1969 als de nieuwe begroting wordt gepresen teerd. Het tekort op deze begroting werpt zijn schaduw reeds nu vooruit. De instanties, die zich met de econo mische prognose en planning bezig houden kunnen het niet meer volgen. De internationale conjunctuur is sneller verbeterd dan zij hadden dur ven hopen. Wie treft de blaam? De schuldvraag lost hier niets op. Ieder een is immers debet aan de economi sche ontwikkelingen in een maat schappij die gebaseerd is op de vrije markteconomie en het particulier ini tiatief als uitgangspunt heeft. We ma ken vandaag de fouten van morgen. Na de opgang volgt er weer een re cessie. Deze zal met meer structu rele moeilijkheden gepaard gaan dan de vorige. De opportunisten laten zich gemak kelijk door het klatergoud van de hoogconjunctuur verleiden; in de achtergebleven bedrijfstakken zullen er velen zijn die de noodzaak van herstructurering op dit moment niet meer inzien. De vraag is of zij de vol gende ronde nog zullen meemaken. Er is alle reden, en de gang van za ken na de tweede wereldoorlog il lustreert dit, om op dit punt pessi mistisch te zijn. Een van de oorza ken van de problemen is het uit blijven van een Europese conjunc tuurpolitiek. Waarom is deze er niet? Om de zelfde reden die oorzaak zijn van de binnenlandse moeilijkheden, n.l. eigenbelang. Noch ten aanzien van de conjunctuur, noch met betrek king tot monetaire vraagstukken ;s er een hechte samenwerking die aan de problemen een einde zou kunnen maken. Zo lang het economische beleid van de regeringen van de EEG-Ianden niet beter op elkaar is afgestemd zal van een zinvolle economische plan ning die de conjunctuurgolven kan egaliseren geen sprake kunnen zijn. Jezelf blijven in een nieuwe wereld. de achten. Wij woocfan uitgedaagd te bewijzen dat het initiatief van vrije mensen in staat is een toekomst te bouwen die krachtig genoeg is om de vrijheid te waarborgen". Een lezenswaardig boek, ondanks de hier en daar wat irriterende Ame rikaans optimistische toon. Omdat het de ondier woorden gebrachte veelzijdige ervaringen weergeeft van drie mannen die wereM-oonceirns hebben geleid en daardoor in staat zijn geweest een aantal wezenlijke drijfveren van het menselijk han delen en streven waar te nemen en te beoordelen. VISIE, VITALITEIT EN MENSE LIJKE FACTOR. Uaitg. J. H. de Bussy Jacques Levij Mensen indelen in pessimisten en optimisten is op zich zelf al zoiets als het onderscheiden van twee soorten ademhalers: inade- mers en uitademers. De indeling heeft alleen zin als momentopna me; een seconde na de opname liggen de verhoudingen waar schijnlijk omgekeerd en is de hele moeite van het onderscheid tever geefs. Slaat dan ook nergens op. Daar komt nog iets bij. De schijnbaar zo glasheldere overtui ging dat iedereen denkt zoals hij is, dus b.v. optimistisch of pessi mistisch, kar onmogelijk waar ge maakt worden zonder een gron dige overweging van het tegen deel, namelijk dat iedereen tegen zich zelf in denkt. Het denken, zouden we kunnen zeggen, is het andere ten opzichte van het spon tane leven en het is zelfs nog te simpel om te zeggen dat het er een aanvulling van is. Het denken is meer dan een dialoog met zich zelf op zoek naar een centrum waar evenwicht gevonden wordt, nog vaker is het de lastige en be langeloze ontkenning van elk cen trum en elk evenwicht. Alleen als er zeer populair ge dacht wordt met duidelijke tegen stellingen zoals zwart en wit kan het denken deze esthetisch zo fraaie dialoog enigszins verwezen- genegenheid zich uiten in scheld woorden en bedreigingen. Waar schijnlijk is de kleur van het con tragewicht meer bepalend voor wat de denker niet is dan voor wat hij wel is. Het is onjuist op grond van Schopenhauers ge schriften te concluderen dat hij een ongelukkig leven heeft ge leid of een zwartgallige figuur was. Met evenveel recht kunnen we vermoeden dat hij dol was van geluk en dat hij van zijn sober heid genoot als van een perma nente overwinning op een zo groot mogelijke uitdaging. Een moeder die haar baby „boefje" noemt en zegt dat ze hem zal doodknijpen of opvreten, geeft daardoor blijk van een genegen heid die de zwaarste proef kan doorstaan. Evenmin kunnen we bij het be kijken van de gruwelijke fanta sieën van Jeroen Bosch met enige zekerheid zeggen of hij al dan niet gelukkig was. De biografie moet hier onze vermoedens be vestigen; Schopenhauer was in derdaad niet van de gelukkigsten en Bosch was tamelijk gelukkig. Maar dan weten we nog niet ge noeg. Want het kan heel goed zijn dat Schopenhauer minder onge lukkig' geworden is door de per fecte formulering van zijn pessi- lijken. En alleen als er helemaal niet gedacht wordt, geldt de frase, dat de mens denkt zoals hij is. Dat denken is dan niet meer dan het vasthouden van een ideologische kramp rond het eigen belang. Maar binnen de populaire tegen stellingen en dat is het nut daarvan vertoont zich een be gin van denken, namelijk het den ken tegen zich zelf in op zoek naar een evenwicht. Het is dus hele maal niet waar dat een z.g. op timist een gelukkig mens zou zijn en een pessimist een ongelukkige stakker. De waarheid zou kunnen zijn dat de optimist het geluk no dig heeft en dat de pessimist zich een stukje ongeluk kan permitte ren. Dit laatste veronderstelt de aanwezigheid van een onver vreemdbaar geluk. We gedragen ons optimistisch om onze ongeluk kigheid te verbergen en we zijn pessimistisch om ons geluk op zijn stevigheid te beproeven. We wan delen in de mist om er zeker van te zijn dat we daar niet somber van worden. De pessimist is dege ne die de kracht van zijn geluk beproeft door middel van het ex periment van de somberste ver wachting en die zelfs het veld van zijn verwachtingen bezaait met denkbeeldige mijnen om maar gevaren te kunnen trotse ren. En hoe groter geluk is, des te groter is het contragewicht dat hij nodig heeft om in evenwicht te blijven. Zo ongeveer kan grote misme en dat Bosch nog gelukki ger werd door het uitbeelden van zijn visioenen. Als creatieve visie kan het pessimisme bijdragen tot het geluk van de mensen. Het is de zekerheid dat het geluk geen zaak var. naïeve vanzelfsprekend heid is. Het is niet gewoon of voor de hand liggend gelukkig te zijn. Het is eerder een uiterst smalle kans, een geweldige onwaarschijn lijkheid. De kansberekening moet dus perfect en compleet zijn en overal rekening mee houden. Het pessimisme als sombere profetie is in feite een krachtige „ethische impuls" tot het benutten van alle denkbare kansen op geluk. Het is een luifel die niet zo maar de zo^ tegenhoudt, maar ook haar aan wezigheid en haar kracht bewijst. En dat is dan natuurlijk nog maar één kant van de ingewikkel de zaak. Want wie weet hoeveel lust in de mens wordt opgewekt door de ellende zelf die hij overal om zich heen ziet. Zelfs de nabij heid van de dood schijnt de le venslust en de humor te prikke len. Kijk maar naar Jeroen Bosch, naar de stemming bij sommige be grafenissen en naar de opgewekte sfeer in de ziekenhuizen. Het een schijnt het ander in de hand te werke.., de slinger moet op en neer blijven bewegen door de uitersten heen. Zonder de uiter sten is hij wel mooi in het midden, volkomen verantwoord en even» wichtig, maar ook dood-stil.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 19