Opnieuw leren wonen
BULLETIN
arswensen
REDA
INSPRAAK
BURGERS
WONING
BOUW
GEWENST
ZIEKTE-CIIEERS „BEWIJZEN":
Aan werken hebben
we "ii broertje dood
Nieuwe Woonvormen aktief
praten!
Jac. Hermans Prijs-slag maakt bekend:
Aan U het antwoord!
Geef Uzelf de kans,
weiger meer te betalen!
We hebben al op U gerekend.
Jac. Hermans Prijs-slag.
4
Vanzelf
sprekend
Voordeel
Daarop
hebt u recht
DE STEM
In januari GEEN PRIJSVERHOGINGEN als gevolg
van de invoering van de B.T.W., met uitzonde
ring van suiker, brood en chocolade-artikelen.
Als onze massa-omzet nog eens met 20% toe
neemt, bent U er zeker van In heel 1969 voor de
zelfde lage Prijs-slag-prijzen te kunnen kopen.
Wij zuilen ongerechtvaardigde prijsverhogingen
van leveranciers niet accepteren
Wij zullen bewijzen dat het ook in 1969 nog moge
lijk fs voor dezelfde lage prijzen te verkopen als
in 1968
Enorme voorraden staan ai voor klaar in alle
supermarkten van
Tien procent
Voorzieningen
Verschillen
Verzuimduur
tste lijnvlucht
KLM-Electra
rt-Kerckhaert
G NIEUWJAAR
Bemiddelen
Normen
DE STEM VAN DONDERDAG 2 JANUARI 1969
7
zoekt m v
voordeel!
Zo bouwde Jan Verhoeven in Hoevelaken nieuwe woonvormen. De be woners zijn enthousiast.
van objectief
en veelzijdig
nieuws
gepaard aan
vakkundige en
wetenswaardige
achtergrond-
informatie.
Dit recht op
voordeel
verwierven zich
reeds meer dan
80.000
abonnees op
AMERSFOORT „Het is niet
waar, dat de mensen onverschillig
zijn geworden; het niet meer zien
en zich verzoend hebben met de
huizen, waarin zij wonen. Huizen,
die de toets der kritiek niet kunnen
'doorstaan. Huizen, die waarachtig
wonen nauwelijks mogelijk maken.
En toch wordt er nog steeds zo ge
bouwd." Ab van Dien heeft andere
ervaringen als adviseur van de
Stichting „Nieuwe Woonvormen".
Op zijn bureau van het kantoor in
Amersfoort stapelen da brieven en
kaarten van sympathisanten zich op.
„Ik haat die woonblokken", schrijft
iemand.
(ADVERTENTIE)
(Van een onzer verslaggevers)
VENLO/DEN HAAG Menigeen heeft in zijn leven wel eens
moeten besluiten om een dag of langer niet te werken, omdat
men zich daartoe niet in staat voelde door verkoudheid, griep
of door welke kwaal of letsel dan ook.
Zo'n verzuim brengt voor de werkgever problemen mee en
kan bij epidemieën tot waarlijke catastrofes leiden. Daarbij kost
het ziekteveriet veel geld.
Het Nederlandse bedrijfsleven
krijgt steeds meer te kampen met
•de problemen rond het ziek zijn
van de werknemers. Gedurende de
algelopen tien jaar stegen de cijfers
van het ziekteverzuim aanzienlijk.
Volgens het Centraal Bureau voor
de Statistiek bedroeg het ziekte
verzuim in 1958 nog 4,7 procent
van de totale arbeidstijd. In 1963
was dit percentage al gestegen tot
6 procent. Het klom in 1965 tot 6,3
procent en bereikte in 1966 een
(voorlopig?) hoogtepunt met 6,5
procent. In 1967 daalde het ziekte
verzuim tot 6,1 procent van de
arbeidstijd.
Genoemde cijfers van het CBS
hebben betrekking op 300.000 tot
350.000 werknemers in 19 catego
rieën van bedrijven.
Het is duidelijk, Nederland ver
ziekt. Tenminste als men gelooft in
de onomstotelijkheid van statistische
getallen.
Men kan achter die harde, on
genuanceerde cijfers naar oorzaken
gaan zoeken om iets meer over het
ziekteverzuim te weten te komen.
Dit heeft dr. A. M. Grousen, thans
geneesheer-directeur van een zie
kenhuis in Venlo gedaan in een
proefschrift, waarop hij begin de
cember promoveerde. Hij belichtte
daarin de aspecten van de afwezig
heid door ziekte.
Dr. Grousen verzamelde zijn ge
gevens in de Zuidlimburgse mijn
streek, waar hij van 1956 tot 1964
als controlerend arts werkzaam
was. Een van zijn conclusies is,
dat slechts driekwart van de ver
zuimdagen op duidelijke arbeids
ongeschiktheid berusten. Voor één
kwart was naar zijn mening
de ongeschiktheid van de betrok
kenen op zijn minst twijfelachtig.
Dr. Grousen kent aan zijn onder
zoek geen algemene geldigheid toe,
daar het slechts op een beperkt
deel van Nederland betrekking
heeft.
Niettemin zullen zijn waarnemin
gen velen aan het denken zetten.
De personeelchef van een groot
textielbedrijf zei naar aanleiding
van voornoemde dissertatie; „Het
ziekteverzuim op de bedrijven is
een heet, een heel heet hangijzer.
Er staan enorme economische be
langen op het spel. Eigenlijk ben
je genoodzaakt tien procent meer
mensen in dienst te nemen dan de
bezetting van een onderneming
vereist, uitgaande van de hypotese,
dat nooit iemand door ziekte uit
zou vallen.
Neem je geen extra mensen in
dienst, dan kun je proberen door
het laten maken van overuren een
volledig produktie-resultaat te be
halen. Maar dat kost ook enorm
veel extra geld.
Ik heb sterk de indruk, aldus de
personeelschef, dat veel werknemers
niet meer tegen de mechanisatie
en al de snelle veranderingen in
de maatschappij zi;n opgewassen,
liet aantal gevallen van mensen,
die zich wegens nervositeit ziek
melden, neemt sterk toe. Verder
meen ik te kunnen constateren, dat
de medische begeleiding intensiever
is dan vroeger, maar dat daardoor
de onderzoeken en de behandeling
van de patiënten meer tijd vragen.
Meer coördinatie in de medische
begeleiding zou dunkt mij
tijdbesparend werken.
Zijn de sociale voorzieningen
soms ook een van de oorzaken, die
werknemers eerder doen beslissen
om niet naar hun werk te gaan
indien zij zich enigszins ziek voelen?
In het rapport van de commissie
onderzoek ziekteverzuim van het
G.A.K. staat: Een dikwijls gehoorde
klacht is, dat er tegenwoordig te
v iel en onnodig wordt verzuimd.
Daartegenover staat de mening, dat
er vroeger noodgedwongen te vaak
werd gewerkt bij ziekte.
De aanhangers v,gn de eerste
zienswijze spreken van een na
oorlogse mentaliteitsverandering.
Van een te ver doorgevoerde so
ciale verzorging, die fnuikend zou
zijn voor het individueel verant
woordelijkheidsgevoel. Van een
verlies van interesse in het vak
en van een te gemakkelijk toe-
geven aan lichamelijke en psychi
sche onlustgevoelens.
De aanhangers van de tweede
visie zijn van oordeel, dat de lage
verzuimcijfers van vroeger een ge
volg war^n van sociale misstanden,
waarbij de afwezigheid door ziekte,
op een uit moreel oogpunt ontoe
laatbare wijze, werd gedrukt door
de bedreiging van het bestaan, ont
slag en werkloosheid, met de daar
aan verbonden ernstige consequen
ties voor de werknemers en hun
gezinsleden.
Dé waarheid zal wel ergens in
het midden liggen. Prof. dr. H.
Philipsen, socioloog van het Insti
tuut voor Preventieve Geneeskunde
te Leiden schreef over het ziekte
verzuim een artikelenreeks in het
blad „Mens en Onderneming". „De
ziekmeldingen met een frauduleus
karakter zijn niet precies in aantal
bekend, maar er is geen reden om
aan te nemen, dat zij meer dan vijf
procent van het totaal bedragen.
Het komt voor, dat iemand eens
een extra „snipperdag" neemt, maar
deze gevallen staan in geen ver
houding tot de werkelijke en ge
motiveerde afwezigheid door ziekte.
Prof. Philipsen constateert, dat er
geen grote verschillen bestaan tus
sen de leeftijdsgroepen wat betreft
het aantal ziektemeldingen per man
per jaar. Het aantal ziektemeldin
gen van werknemers onder de 25
jaar en van mensen boven de 45
is iets minder dan bij de groep van
25 tot 44 jarigen.
Grotere verschillen kan men
echter waarnemen in de verzuim
duur. Met het ouder worden blijft
men na een ziektemelding langer
weg, zowel door het toenemen van
de ernst van de ziekte als door de
langduriger arbeidsongeschiktheid
voor het steeds in tempo toene
mende arbeidsproces.
Jongeren onder de 25 jaar blij
ven gemiddeld' nog geen negen da
gen per ziektemelding weg, man
nen boven 45 jaar gemiddeld 23
dagen, aldus prof. Philipsen.
Vooral in de industrie gaat het
ziektverzuim van oudere werkne
mers sterk spreken aangezien In
acht jaar tijds het aantal werkne
mers van 45 jaar en ouder is toe
genomen van 28 tot 36 procent.
De vergrijzing van de fabrieks
bevolking gaat sneller dan die van
de bevolking in zijn totaliteit. Dit
verschijnsel demonstreert zich met
name in de traditionele industrieën.
PHOL (ANP) Als laatste
Lockheed Electra's die de af-
9 jaar op het lijnennet van
1 hebben gevlogen, heeft de
„Neptunus", op oudejaars-
laatste lijnvlucht in KLM-
[emaakt.
'iermotorige, met schroeftur-
Ltgeruste vliegtuig, het laat-
M-vliegtuig met propellers
voor een retourvlucht naar
■t vanaf Schiphol,
januari zal de „Neptunus"
ragen worden aan de Ame-
chartermaatschappij - Uni-
Airlines. die ook de overige
tra's van de KLM kocht en
;oestellen laat ombouwen tot
liegtuig bij Lockheed in Cali-
Electra uit de vloot verdwe-
beschikt de KLM thans over
ot die uitsluitend uit straal-
;en bestaat, t.w. 5 verlengde
)C-8-, 16 standaard-DC-8- en
)-toestellen.
IELTBEDRIJF
rat 8, Terhole
rienden, begunstigers
werkomgeving?
(oorwaarden
geveer 35 jaar?
montage-afdeling van
iparafen.
ur 's middags tot 7 uur
i 5 uur bij onze Perso-
vangen wanneer u ons
es, geboortedatum en
slefoon (01600) 25655
Door het gehele land worden mo
menteel discussiebijeenkomsten ge
houden, waarop iedere geïnteres
seerde het zijne kan zeggen. Op vrij-
110 januari is in hotel Cocagne te
Eindhoven om 19.30 uur een bijeen
komst voor Brabant, Zeeland en
Limburg. Het zijn niet de minsten
onder onze bouwkundigen die ach
ter dit streven staan. Ook minister
Schut staat sympathiek tegenover de
stichting, die de bewoners van ons
land prettiger en bewuster wil laten
wonen.
De woningbouw in ons land zit
klem tussen een bijna niet meer te
hanteren hoeveelheid normen en in
stituten, maatschappijen en dergelij-
ken, die het veel meer om economi
sche dan om leefbare bouwprojecten
gaat. Bovendien is ook, met name de
woningbouw, bijna geheel in handen
gevallen van technici, terwijl bou
wen (en het daaruit voortvloeiende
wonen) méér is dan het nuttig in
elkaar knutselen van constructies.
Bekend is, dat een aantal architecten
(om het parlementair te zeggen) ge
woonweg geweigerd hebben aan de
ze situatie mee te werken. Daardoor
is er een belangrijk potentieel aan
vormgevend vermogen in ons land
braak blijven liggen. Ten dele is
deze situatie te verklaren uit de na
oorlogse periode, die de woningnood
had op te-lossen. Wat men daarbij
niet begrepen heeft is, dat kwantita
tief bouwen wèl samen kan gaan
met kwalitatief bouwen en dat eco
nomisch rendement visie op het wo
nen, als belangrijkste levensvorm,
niet hoeft uit te sluiten. Lewis Mum-
ford schreef echter in de New Yor
ker, dat de nieuwe wijken van Am
sterdam zijn lezers wel niet zouden
interesseren. Hij tekent daarmee ei
genlijk de situatie van het gehele
land.
„In deze stichting", vertelt Ab van
Dien, „hebben zich, min of meer toe
vallig, een aantal mensen samen ge
vonden, die met bouwen en wonen
te maken hebben. Een formatie, geen
oprichting, van gelijk gezindten. Men
sen, die menen dafde tijd rijp is om
met nieuwe woonvormen te experi
menteren en bovendien de Neder
landers meer bewust te leren den
ken over het wonen. Het is geen clan
van architecten; de stichting staat
voor ieder gelijkgezinde vakman
open. Bovendien willen we de Ne
derlandse burgers erin betrekken;
vanaf de planning reeds."
De werkgroep van architecten kent
namen als Die Apon, Aldo van Eyck
(„Er is veel gedaan voor de bevol
king, weinig voor de mens"), Pieter
Blom, Willem Brinkman, Herman
Hertzberger, Leo Heijdenrijk, Henk
Klunder, Max Risselda, Wiek Röling,
Joop van Stigt, Jan Verhoeven, Ca-
rel Weeber, Nico Witstok, Gerrit
Boon e.a. Er is bovendien een Raad
van Advies, waarin zoveel mogelijk
disciplines (sociologische, culturele,
economische, psychologische, religi
euze etc.) vertegenwoordigd zijn. Na
men'; Hedy d'Ancona, Ph. Fiedeldij
Hier is het goed wonen. Interieur van een woning te Hoevelaken, waarvoor de stichting Nieuwe Woonvormen
garant staat.
Dop, N. Frijda, L. Wijers e.a. Tevens
omvat de stichting een contactgroep,
die open staat voor iedereen, die in
bouwen en wonen is geïnteresseerd.
Men vindt daarin de huisvrouw naast
de ingenieur, de arts, maatschappe
lijk werker, bejaarde, kortom al die
genen die deskundig zijn in die mate
waarin zij zelf bij een- of andere
woonvorm betrokken zijn.
„De stichting neemt geen initiatie
ven tot bepaalde plannen, maar
treedt slechts op als bemiddelaar",
zegt Ab van Dien met nadruk. „We
willen niet schoppen (al zal dit soms
nodig zijn), maar ons concentreren
op het wonen van morgen. Niet per
maquette of dissertatie. We preten
deren niet dat wij dé oplossing bie
den, maar geven wel mogelijke op
lossingen." Het eerste resultaat is
het inmiddels reeds befaamde wo
ningen-project in Hoevelaken.
Het gemeentebestuur heeft daar 5
jaar zitten halmessen met 26 kavel-
tjes. Jain Verhoeven bouwde er op
hetzelfde stuk grond 35 woningen
met een geheel eigen en nieuw kli
maat. De bewoners lieten minister
Schut onlangs komen om hem te ver
tellen hoe geweldig zij het vinden
daar op déze wijze te kunnen wonen.
De architect heeft een surplus aan
ruimten weten te scheppen, die de
leefbaarheid daar optimaal maakt.
Hij heeft niet in exploitatienormen
gedacht, maar in woonnormen. „Toe
vallig" zijn de woningen ook nog
exploitabel (36 stuks in plaats van
de geplande 26!).
Zo bemiddelt de stichting momen
teel voor een 100-tal woningen (huur
110,per maand) voor een bouw
vereniging in Hoogeveen. „We heb
ben een operationele wijze van wer
ken", zegt Van Dien. De werkgroep
ligt niet statutair vast, dat is een
voordeel. Vanuit de situatie wordt
een plan rijp gepraat met de op
drachtgevers, met bewoners, met die
aannemer (ook die hoort er vanaf
het begin bij), met mensen uit alle
mogelijke disciplines. En dan maken
wij een voordracht van een architect
in de geest van: „Die lijkt ons ge
schikt om deze gedachten uit te wer
ken. Voor Hoogeveen is dat Henk
Klunder geworden. Maar het kan ook
een ander zijn; mits hij met dezelfde
gedachten rond de woningbouw be
zield is.
Er komen veel bijvalsbetuigingen
uit het gehele land naar de Stichting.
Ook gemeentebesturen reageren en
gaan openstaan voor de mogelijk
heid van alternatieven. Dat is een
prettige gewaarwording. Nog onlangs
publiceerde een architect in De Stem
een alternatieve oplossing voor de
toekomstige leefbaarheid van Bra
bant. Prompt kreeg de man een brief
van de Bond vain Nederlandse Archi
tecten (BNA), dat hij bij het op
nieuw stellen van alternatieven uit
gesloten zou worden! Over dictatuur
gesproken. De Stichting Nieuwe
Woonvormen is van mèning dat bij
bundeling van krachten uit het ge
hele gebied van wonen en bouwen
alternatieven gevonden kunnen wor
den voor de visie-loze wijze waarop
ons land wordt volgebouwd. En zie
eindelijk wordt voorzichtig deze
mogelijkheid niet meer uitgesloten;
althans bij sommigen.
Momenteel wordt gewerkt aan het
recruteren van sympathisanten uit
het gehele land. Bijeenkomsten wer
den reeds gehouden in Utrecht en
Zwolle. „En met succes", vertelt Ab
van Dien. „Gezamenlijk wilde men
trachten tot meer informatie te ko
men inzake bebouwing van uitbrei
dingsplannen en daarin inspraak te
verkrijgen en/of pressie uit te oefe
nen indien nodig. Wij van onze kant
benadrukten nog eens, dat we gaarne
de duizenden woonverontrusten in
Nederland in onze rijen zullen op
nemen, maar ons door de nu ver
kregen respons gestimuleerd weten
voor het gevecht om een aantal ge
bouwde voorbeelden van wijk, dorp
en stad (waarin zoveel mogelijk ont
werpers, zoveel mogelijk oplossingen
voor zoveel mogelijk individuen moe
ten kunnen realiseren) gebouwd te
krijgen", aldus Van Dien. Ook de
bijeenkomst in Eindhoven wil con
tactadressen voor de provincies Bra
bant, Zeeland en Limburg instellen,
zodat de Stichting op de hoogte ge
steld wordt „waar iets aan de hand
is". Bij de adviesraad kan iedereen
in Nederland zijn ideeën kwijt. Het»
gaat om samen denken over ideeën.
Wel wordt gesteld dat, mocht het
plan worden uitgevoerd, een na-on-
derzoek plaatsvindt. De raad wil we
ten of het desbetreffende advies een
gebouw, woning, speeltuin of wijk
heeft opgeleverd, waar de mensen
graag wonen. Op deze wijze kan ook
minister Schut aam de weet komen,
wat de mensen in ons land onder
„wonen" wensen te verstaan. De
werkgroep is bereid ieder plan door
te spreken. En gezien de bundeling
van geïnspireerde krachten daarin
zou het wenselijk zijn, dat veel bou
wers (gemeentebesturen, provincie
organen, woningbouwverenigingen,
firma's e.d.) hun plannen en ideeën
aan deze objectieve derde gaan voor
leggen. Het is een mentale kwestie;
een ombuigen van gedachten rond
een bouwprobleem naar een leefpro
bleem.
„We proberen binnen het wette
lijke raam van „normen" te werken",
zegt Van Dien. „Maar dat betekent
niet, dat we ons niet zullen verzet
ten tegen niet-essentiële wenken en
voorschriften. En die zijn er legio.
Ook de economische wetten blijken
vaak niet zo wetmatig als ze worden
voorgesteld." En met Ab van Dien
weten de meesten van ons wei, dat
met name de woningbouw bijna ge
heel in handen is gevallen van de
groot-industrie en kapitaalkrachtige
instellingen (verzekeringsmaatschap
pijen en andere grote beleggers). Di
rect en indirect is dit van invloed
geweest op de „schatkist aan nor
men", die wij „rijk" zijn. Normen,
die meer betrekking hebben op het
economische rendement van de wo
ningen dan op de leefbaarheid.
Nu er gelukkig wat meer
adem komt op de woningmarkt is de
Nederlandse burger in staat deze mo
nopolie te doorbreken. „Psycholo
gisch het juiste moment", beaamt
Van Dien. „Onze stichting wil daar
bij helpen door aan te tonen hoe we
uit deze situatie kunnen komen. Niet
morgen: maar nu. Naam en ontwerp-
kracht van de architecten in de stich
ting staan daar borg voor. Elk land
heeft maar een kleine groep vorm
gevers pur-sang. En duizenden tech
nici. Deze Iaatsten hebben tot nu te
gengewerkt op technische gronden.
Daardoor is het concept van wonen,
het inzicht in wat leefbaar is, schro
melijk verwaarloosd. Het woord „am
bachtelijk" mag je bijvoorbeeld al
niet eens meer laten vallen bij dit
onderwerp"
Er is een kentering. Minister Schut
steunt dit streven. Misschien dat zijn
positieve houding op den duur van
invloed kan zijn op alle mogelijke
gemeentelijke bouw-instellingen, nor
men, voorschriften etcetera. Want
daar zit, ons inziens, een groot knel
punt: of andersom gezegd de grote
stimulator van het visie-loze bouwen
in ons lieve vaderland. Ja, het spook
van de inspraak wordt weer wakker:
Nu (weer!) inspraak van de bewo
ners van dit land, deze gemeenten
bij het bouwen. Het is de hoogste
tijd. Ons land is rijkelijk voorzien
van compensaties buitenshuis, omdat
er in de huizen nauwelijks meer te
wonen is. Althans niet zo, als de
stichting Nieuwe Woonvormen dit
(terecht) wenselijk acht. Niet zo als
bijna ieder burger het wenselijk zóu
moeten achten. Men weet vaak (nog)
niet wat men mist.
HENK EGBERS