li
i'l
li i
1 9
Jjj
1 1
il
I
JÉf
ij i
Mensen
die hun salaris
via een Gezinsrekening
hij de Boerenleenbank
ontvangen,
zijn voorgoed van heel wat
betalings-rompslomp af.
Boerenleenbank
Graan, water en nog iets
KERSTNT
VtoAd
HET PRATENDE GORDIJN
Kerstlicbtjes
Vaders duiven
OP 64
VELDEN
Een meisje werd
secretaresse
Lieve vriendjes
en
vriendinnetjes
De ontvoerde koning
De gloeilamp
*tS
WAAROM
UITGEREKEND
MET FIT OP VAKANTIE?
Mijn vader heeft een duivenkot
Daar zitten zeven doffers op
Ook heeft hij nog zeven duivinnen
En zo wil hij een prijsje zien te winnen
Nu mogen de duiven rusten
Maar
van
de
zomer
zullen ze
ervan lusten
Dan vliegen ze de pannen van 't dak
En dan is mijn vader op z'n gemak.
WÊ
Wm
m*
1000
vestigingen
Vakmanschip
is
meesterschap
Bierkenners
vragen
14
15
DE STEM VAN ZATERDAG 21 DECEMBER 1968
Eens was er een werkster, die Ria heette. Ria was eigenlek maar een
luie werkster. Maar de mevrouw, waarbij ze werkte, merkte daar
niets van. In de kamer van mevrouw hingen mooie gordijnen. Het
waren witte gordijnen met rode strepen. Een gordijn daarvan kon
praten. Je zult het wel niet geloven, maar het was toch zo. En weet
je wat voor dingen het zei? Nee? Dan zal ik je het maar gauw ver
tellen.
Het gordijn zei alsmaar nare din
gen van Ria. Nooit zei het eens lieve
dingen. Nu vandaag, het was half
negen kwam Ria de kamer van me
vrouw afstoffen. Daar had je het al.
„Ria, je hebt je oren niet goed ge
wassen", zei het gordijn. Ria deed
net of ze het niet hoorde. Ze begon
met de stoelen afstoffen.
Toen ze klaar was met de stoelen,
zei het gordijn weer: „Ria, die stoel
onder het raam en die stoel bij de
kast zijn niet goed afgestoft". Ria
stofte de twee stoelen opnieuw af.
ten.
Toen ze daarmee klaar was, zei
het gordijn: „Ria, die ene plint on
der mijn raam is niet goed". Ria
zuchtte en ging de plint afstoffen.
Nu moest ze de vensters en de deu
ren nog doen. Daar ging ze mee aan
de gang. Toen ze klaar was, zei het
gordijn weer: „Ria, de deur hierzo
bij mijn raam heb je niet goed af
gestoft. Ria zuchtte weer en stofte
de deur opnieuw af. Daarna ging ze
naar boven om te boenen. Van dat
nare gordijn was ze tenminste af.
Nu moest ze nog tot 6 uur werken,
een hele middag nog, maar ze vond
het niet zo erg, want ze hoefde niet
meer op de kamer van mevrouw te
ziin.
De volgende dag moest Ria in de
kamer van mevrouw de ramen ze
men. Daar begon het gordijn alweer:
„Ria, je hebt je nu helemaal niet
gewassen". O, het was hopeloos. Ze
zakte snikkend op een stoel. Juist
kwam mevrouw binnen. „Maar Ria,
waarom huil je?" Omdat", snikte ze,
„het gordijn daar kan praten". „Ach,
dat verbeeld je je maar", zei me
vrouw. „Ja hoor, het is toch ech
waar", zei Ria. „O, dan zal het wel",
zei mevrouw en ze ging weg. Ria huil
de niet meer en ze besloot om van
daag eens goed haar best te doen en
niet meer lui te zijn.
De hele verdere dag werkte ze goed
door. En het gordijn zei niets meer.
De volgende dag zei het gordijn niet,
„Ria, je hebt dit niet goed gedaan",
of „Ria, je hebt ie oren niet ge
wassen". Nee, het zei alleen maar
.XXXVXXNXXVXVXXNXXXNXXWVXX?
„Oma!" juichte kleine Liesje,
En ze kroop op oma's schoot,
Die bij vreugde, als bij traantjes
Steeds zo'n veilig plekje bood
„Oma, weet U hóéveel lichtjes
Ik wel heb geteld, daarnet?"
En ze wees naar d'and're kamer,
Waar de kerstboom was gezet
„Nou?" zei oma,
„Acht en twintig",
Juichte Lies, „is dat niet veel?
En niet ééntje hoor, vergeten,
Acht en twintig in 't geheel!"
Oma knikte ,,'s Jonge, jonge,
Da's een hele-boel, hè kind?
Maar ik zie er toch twee
meer nog,
Kijk maar eens of jij ze vindt."
Liesje keek langs heel de
kerstboom,
En ze schudde met haar hoofd:
„Nee hoor, oma, acht en twintig,
Tèl ze maar, als U 't niet g'looft!"
„Ja", sprak oma, „aan de
kérstboom,
Dat kan zijn maar wat ik
meen,
Zijn die lichtjes in jouw ogen,
Kijk, jpre cieséw eenen en
Kijk, precies in ieder één.
En die stralen nèt zo prachtig
Als de kaarsjes allebei
„Ja", zei Lies „maar weet U,
oma?
'k Ben ook zo verschrikk'lijk
blij!"
GUUS BETLEM
toen ze 's avonds wegging: „Goed
zo, Ria". Ria glimlachte en zei: „Lief
gordijn". En dat meende ze. Ze was
voortaan ijverig en niet meer lui.
En het gordijn zei nooit meer nare
dingen tegen haar.
Toos Geerts (10 jaar)
Korte Wagenstraat 8
Gilze (N.Br.)
Iedere week ging Karin als klein
meisje met haar vader mee en keek
wat rond op kantoor. Soms mocht
ze wat doen voor de vader en ze
vond het maar wat leuk hoor.
En zo ging het iedere week.
Ze werd groter en groter en op een
keer zei de vader: probeer maar eens
een brief te typen. En ze zei: „ja dat
is goed, vader".
Dus zo gezegd, zo gedaan. En
het ging aardig goed hoor. Na en
kele jaren zei ze opeens tegen de
vader: „Vader, kan ik hier geen baan
krijgen als secretaresse? „Ja", zei
de vader, „dat kan wel". En ze werd
het hoor en een goede ook. En vader
was maar wat trots op zijn dochter.
En zo werd ze als klein meisje toch
maar een flinke secretaresse.
Marian Verliooydonk (10 jaar)
Terneuzen.
Het is bijna kerstmis. Mis
schien hadden jullie ver
wacht dat er deze keer
een mooi kerstverhaal in
de kinderkrant zou staan.
Dat is niet zo, maar als
je nog even geduld hebt zul
je zien dat jullie echt niet
vergeten zijn. Volgende week
dinsdag komt er een heel dik
ke kerst-krant waarin ook
voor de kinderen veel fijne
dingen staan.
Ik kan nu nog niet alles
verklappen, maar er staat bij
voorbeeld een grote plaat in
om te kleuren en een puzzel.
De rest blijft nog even een
verrassing.
De tekening van Fransje,
die vandaag in de Kleine
Stem staat is erg mooi. Hij
heeft alleen een beetje erg
ver vooruit gedacht.
Zien julie die drie koningen?
Die waren er nog niet op 25
december. Maar je kunt wel
goed zien dat iedereen op de
tekening erg blij is dat het
Kindje geboren werd.
Ik wens alle vriendjes en
vriendinnetjes van de Klei
ne Stem een paar heel fijne
dagen toe en veel plezier in
de vakantie.
Groetjes van José.
Fransje van Gils, 6 jaar, Smaragdstraat 35, Breda.
In het kabouterdorp was het on
rustig. Er was iets gebeurd. De ko
ning was ontvoerd door reus Rob-
belbob. Als de kabouters hun koning
terug wilden hebben, moesten ze
honderdduizend gulden betalen. En
dat is heel veel. De kabouters wis
ten dat er zoveel geld nog niet eens
in de schatkist van de koning zat.
Toen hielden de kabouters een ver
gadering.
Ze spraken af dat ze de schatkist
van de koning leeg zouden halen. Als
iedereen dan nog wat geld erbij deed
hadden ze misschien wel genoeg.
Toen ze dat gedaan hadden kwa
men ze nog een gulden te kort. Vlug
gingen ze naar huis. Ze haalden alles
overhoop. Stoelen en tafels, banken,
bedden en kaptafels, banken en kas
ten. Ze vonden allemaal een cent en
toen ze terugkwamen hadden ze sa
men precies een gulden. Ze brachten
het samen naar Robbelbob. En ze
Elise Noojjens Jeroen Boschstraat 2 Etten-Leur
kregen de koning mee. Die dag was
het feest in het kabouterdorp omdat
hun koning terug was.
Anja Benne, Tilburgseweg 78,
Breda. (8 jaar).
Een gloeilamp met een ronde
buik
zei loos in zijn ballon:
„Er kijkt nooit iemand naar mij
om,
Ik hang vuil aan het plafond.
De messen en de lepeltjes
die wast men elke dag,
maar op mijn parelwitte huid
zit stof en spinnerag".
De gloeilamp draaide zich
kwaad om.
Hjj gaf opeens geen licht,
en Mies die net haar pap op at,
riep met benauwd gezicht:
Moeder, de lamp wil niet meer
branden,
Moeder, het licht is uitgegaan,
Moeder, ik kan mijn mond niet
vinden,
Moeder, Jan heeft het weer
gedaan.
Moeder snelde uit de keuken,
gaf Jan maar meteen een tik,
maar de lamp wou niet meer
branden
ook al zei het knopje „klik"
De gloeilamp met zijn ronde
buik
zag moeder op de trap
Hij hoorde hoe ze angstig riep:
„Wat een vieze lampekap".
Toen poetste snel een gele doek
het vuil van zijn gezicht.
De gloeilamp werd vuurrood van
pret
en gaf weer volop licht.
Ingezonden door:
Marion Oomen
Bolberg b Gilze
W. J. MUHRING
In de onderstaande partij ge
speeld op de Olympiade te Lugano
bewijst de talentvolle X7-jarige inter
nationale Braziliaanse schaakmeester
Mecking zijn grote strategische capa
citeiten in een uiterst efficiënt duel
tegen de bekende Westduitse groot
meester Unzicker.
Als eertijds Capablanca werkt
Mecking met eenvoudige middelen
om kleine voordeeltjes te behalen op
het juiste moment in dit geval
af te wikkelen naar een beter staand
eindspel.
In deze fase toont het 17-jarige
schaakwonder een verrassende tech
niek om langzaam maar zeker zijn
tegenstander in te snoeren, een pion
te veroveren en tegenkansen te eli
mineren. Kortom Unzicker duidelijk
te maken, dat het maar beter is op
te geven dan de hopeloze strijd voort
te zetten.
Wit: Mecking 17 jaar (Brazilië)
Zwart: Unzicker (West-Duitsland)
Gespeeld tijdens de Olympiade te
Lugano 1968. Spaans.
1. e2-e4, e7-e5 2. Pgl-f3, Pb8-c6 3,
Lfl-b5, a7-a6 4. Lb5xc6
(De zgn. af ruil variant. Een vertak
king in het Spaans, die in de toer-
nooipraktijk slechts zelden wordt toe
gepast)
4. d7xc6 5. 0-0, f7-f6 6. d2-d4, Lc8-
g4 7. c2-c3, Lf8-d6 8. Lcl-e3, Pg8-e7
9. Pbl-d2, Dd8-c8 10 Pd2-c4, 0-0 11.
d4xe5, Ld6xe5 12. Fc4xe5, f6xe5
(Mecking heeft nu niet alleen het
strategische voordeel van het loper-
paar verworven, maar ook zijn te
genstander opgescheept met een ge
ïsoleerde e-pion)
13. Ddl-b3+, Lg4-e6 14. Db3-b4, Pe7
g6 15. Pf3-g5, a6-a5 16. Db4-a4, h7-h6
17. Pg5xe6, Dc8xe6 18. Da4-b3!
(Terecht neemt wit de gelegenheid
te baat om naar een zeer gunstig
eindspel af te wikkelen)
Stelling na 18. Da4-b3!
(ADVERTENTIE)
'•ÉÉT!
m1
18. De6xb3 19. a2xb3, b7-b6 20.
g2-g3, Kg8-f7 21. Tal-a4, c6-c5 22.
Tfl-al, Ta8-c8 23. b3-b4!
(Deze fijne pionzet brengt zwart snel
in onoverkomelijke moeilijkheden)
23. c5xb4 24. c3xb4, a5xb4 25.
Ta4xb4, Pg6-e7 26. Tb4-c4, Kf7-e6 27.
b2-b4, b6-b5 28. Tc4-c5, c7-c6 29. Tal-
a6, Tc8-a8 30. Ta6-b6, Tf8-d8 31.
Tc5xb5, Ta8-al+ 32. Kgl-g2, g7-g5
33. h2-h3, Td8-dl 34. Tb5-c5, Tal-a2
35. Tc5-c3, Ke6-f7 36. Tb6-b7, Kf7-e6
37. Le3-c5 en zwart gaf zich gewon
nen.
Schaakraadsel
Ondanks het feit, dat de matvoe
ring van de zwarte majesteit niet
minder dan 23 zetten vergt, ben ik
ervan overtuigd dat de ervaren com
binatiespeler de oplossing vanaf de
diagramstelling kan vinden. Zeer fijn
is wel de briljante damemanoeuvre,
waarmee wit zijn doel bereikt.
Wit aan zet en wint
Oplossing schaakraadsel.
Wit wint als volgt: 1. Dcl-f4+,
Kh2-hl 2. Df4-e4+, Khl-h2 3. De4-
e5+, Kh2-hl 4. De5-d5+, Khl-h2 5.
Dd5-d6+ Kh2-h 1 6. Dd6-c6+, Khl-
h2 7. c2-c4!, Kh2-g3 8. Dc6-f3+, Kg3-
h2 9. Df3-f4+, Kh2-hl 10. Df4-e4+,
Khl-h2 11. De4-e5+, Kh2-hl 12. Deö-
d5+, Khl-h2 13. Dd5-d6-f, Kh2-hl
14. Dd6-c6+, Khl-h2 15. e2-e3!, a4-a3
(15. Kg3 16. Dd6+, Kg4 17. Df4+,
Kh5 18. Df5 mat) 16. Dc6-d6+, Kh2-
hl 17. Dd6-d5+, Khl-h2 18. Dd5-e5+,
Kh2-hl 19. De5-e4+, Khl-h2 20. De4-
f4+, Kh2-hl 21. Df4-f3-K Khl-h2 22.
Df3-f2+, Kh2-hl 23. Df2-gl mat (Na-
dareiskwili).
Want waarom uzelf nog langer laten
plagen door allerhande ongemak, dat met
zo'n gemakkelijke Gezinsrekening voor
goed van de baan wordt geveegd? Uw
salaris wordt elke maand op Uw Gezins
rekening overgeschreven en U bent dan
verder feitelijk van alle zorg af. Voor de
rekeningen die U moet betalen schrijft U
een eenvoudige betalingsopdracht voor
de bank. Geregeld terugkerende' beta
lingen kunnen automatisch door de bant
worden voldaan. En voor contante be
talingen gebruikt U de veilige betaal
cheque.
Betaalcheques en formulieren zijn kos
teloos; het werk dat de bank voor U doet
eveneens. Tot aan de regelmatige tot
zending van Uw saldo-overzicht toe.
En U verdient er óók nog op, door
3J^% rente over Uw tegoed. En als hou
der van een Gezinsrekening kunt U ook
een Persoonlijke Lening krijgen. Of einde
lijk dat eigen huis" kopen— met een
hypotheek tot liefst 90% van de taxatie
waarde.
B(j de Boerenleenbank, de bask met de
vriendelijke sfeer. Waar U zo prettig
binnenkomt en xo plezierig wordt ge
holpen.
De ideale baak voor iedereen:
de bank voor iedereen
De hoogleraar iin de diergenees
kunde, prof. dr. Van Grembergen van
de universiteit te Gent, schrijft in
„Volksgazet" het volgende: „Ik be
treur dat al jaren lang zoveel duiven-
liefhebbers misleid worden met de
theorie van het laten uitzieken (van
zieke vogels) en van de theorie van
„graan en water". Daartegen heb ik
mij steeds scherp gezet en ik meen
te .mogen- zéggen dat ik Samen met
énkele weinige konfraters (gazetten
schrijvers over de duivensport) iets
bereikt heb. Vele liefhebbers hebben
deze zinloze en nutteloos wrede me
thode laten varen. Op eigen hok heb
ik, naar ik meen, voldoende bewezen
dat mijn methode van voorbehoe
dend optreden tegen zekere kwalen
„de duiven helemaal niet verknoeit"
Vooreerst kan ik behoorlijk mijn prij
zen spelen met af en toe zelfs een
knal-prestatie op provinciaal of natio
naal vlak. Ik heb daarenboven oude
en zeer oude kweekduiven, die nog
vruchtbaar en dus niet voorbarig
versleten zijn."
Prof. Van Grembea-gen geeft de
Nederlandse kronijke-r Van den Hoek
vervolgens een openbare les in dui-
venziekten. Dit is in zekere zin een
spelletje van kat en muis, want Van
den Hoek heeft daar, naar eigen rui
terlijk getuigenis, maar weinig kaas
van gegeten.
Wat blijkbaar de wrevel van prof.
Van Grembergen heeft opgewekt
en dit niet vandaag of gisteren is
de vraag wat Van den Hoek c.s. dan
wel bezielt om er desondanks zulke
geprononceerde, geen tegenspraak
duldende, denkbeelden op na te hou
den, die zij te pas en te onpas te
berde brengen. In dit verband wordt
natuurlijk ook de naam van wijlen
Louis Vermeijen, overleden in 1953,
genoemd. Deze was een integer mens,
die, ondanks zijn lastig karakter, al
gemeen geacht werd. Evenwel heeft
men gepoogd voor hem een voetstuk
op te richten dat allerminst strookt
met zijn werkelijke betekenis. Hjj
was bijvoorbeeld verre de mindere
van Antwerpse grootheden als Vin
cent Marien, Evrard Havenith, Cor-
neel Horemans, Jef Hermans, Huys-
kens-Van Riel enz. Op nationaal vlak
telde hij in 't geheel niet mee.
In de winter van 47 kwam Louis
Vermeijen op bezoek bij de Gebr.
Oomens te Breda. Tweehoog in de
dakkapel hebben wij toen een paar
uur met hem van gedachten gewis
seld. Wij gaven hem ook een stuk of
twintig, dertig duiven in handen. Uit
(ADVERTENTIE)
Omdat Fit deze zomer
elke week maar liefst 36 vluchten
maakt naar veie vakantielanden.
Keus genoeg!
Omdat 60 speciaal opgeleide
Fit-gastvrouwen, overat in
het buitenland, zorgen dat een
onbezorgd© vakantie hebt
Omdat Fit u een onbetaal
bare vakantie biedt voor een
betaalbare prijs.
Omdat u met Fit precies weet,
waar u aan toe bent Daarvoor
zorgt het informatieve, kleurrijke -
zomerreis journaal'1969. Vraag het
even aan, bij uw reisbureau of bij
Fit Vliegreizen N,V„
beleefdheid, niet om zijn duivenken
nis op de proef te stellen. Ily was na
melijk begonnen te zeggen dat hij
deze niet bezat, iets wat hij trouwens
vaak genoeg had neergepend in zijn
kolommen.
Wat hij wel bezat was mededogen
met de kleine sjarel, die maar al te
vaak, zoals hij het noemde „op sto
pen getrokken werd" door kwakzal
vers en (belze) apothekers met een
ruim geweten (de goede niet te na
gesproken! - den Br.)
Het was voornamelijk deze geestes
gesteldheid die hem gebracht had tot
zijn theorie van het (wrede) laten
uitzieken. Zijn theorie van „vrij pa
ren" was gewoon stijfhoofdigheid en
gebrek aan kennis van de erfelijk
heid. Zijn zoon Jan en zijn vrienden
J. Aaarts en v. d. Hoek zijn de ver
kondigers van Vermeijens (dwaal)
leer; de argumenten die zij aanhalen
om haar te verdedigen zijn de moei
te van het citeren niet waard. Slechts
bij zeldzame gelegenheden heb ik
er in de loop der jaren op gerea
geerd.
Jan Vermeijen, exponent van de on
verdraagzaamheid en van de terreur-
van-graan-en-water heeft de zaken
ingeleid als volgt: „Gelukkig spreken
niet allen zoals prof. Van Grember
gen en daarom vond ik het prettig
nog pas vernomen te hebben dat een
veearts, juist over de Hollandse grens
die op meerdere duivenhokken ge
roepen werd, omdat daar dus hele
kolonies geplaagd zitten met snot en
reutel (een zeer pijnlijke ziekte -
den Br.) nergens ook maar iets voor
schrijven wou. Zijn enige raad was
de vogels gewoon lucht (sic) voer
te geven en zuiver water en maar te
laten betijen. Zelfs deze die beide
ogen opgezwollen hadden en niet
mager werden, zouden het wel halen.
Slechts deze die mager werden en
waarvan het vlees op de borst ver
dween, moesten verwijderd worden
(Lees: de kop afgehakt - den Br.)
Een applaus voor zo'n veearts is wel
op zijn plaats". („De Duif" Antwer
pen, 11 dec. 1968).
Ook Van den Hoek heeft prof. Van
Grembergen (in „De Duif") van
antwoord gediend. De kop erboven is
onheilspellend: „De honden blaffen
en de karavaan trekt verder!"
Men zou zich nu aan een „hondse"
behandeling verwachten van de
hooggeleerde die het erop waagt het
niet met hem eens te zijn.
Maar Van den Hoek is op zijn
hoede.
Hij Iaat Jan Vermeijen lelijk in
zijn hemd staan en schrijft dit: ,,We
zijn hard noch wreed. Die mij goed
Jeest of kent, weet dat ik van mijn
duiven houd. Die weet ook dat ik
naar de dierenarts ga als mijn hele
kolonie ziek wordt en dat ik ook
nu direct dr. S. raadpleegde. Men
moet dus niet zo maar over wreed
en wat dies meer zij, schrijven. Het
aanvallen van een paar puntjes uit
jarenlange bijdragen, is beneden de
maat."
Van den Hoek geeft vervolgens
een uiteenzetting van wat zijn Graan
en Water-principe inhoudt. Het is
verhelderend daar even kennis van
te memen: a. een goed droog hok met
kleine temperatuurverschillen, b.
een gevarieerd, licht voedermengsel,
c. groen, grond, gebroken kiezel en
oesterschelpen, altijd beschikbaar, d.
geen entingen, tenzij de vereniging
ent tegen pokken-difterie, e. tijdens
de kweek geen extra vitamines en/of
mineralen, f. geen injecties, pillen of
poeders in het vliegseizoen, g. altijd
schoon water zonder kruidenthé's
(geen klandizie voor „Raspoetin"
derhalve - den Br.), h. als het moge
lijk is veel vrijheid (open hok), i.
ruime huisvesting, j. kappen (de kop
af) als een jonge duif te veel moeite
heeft met kinderziekten, k. als de
hele kooi ziek worodt, terwijl we
weten dat onze duiven goed en ge
zond zijn, roepen wij de dierenarts
en volgen zijn raad."
Punt k. is een beetje vreemd gm-1
digeerd .Van den Hoek bedoelt ech-1
ter: terwijl wij weten dat onze d
ven van nature doorgaans goed el
gezond zijn. Het zou inderdaad ben-1
den de maat zijn hem op zo'n puntje
aan te vallen.
Het is zelfs begrijpelijk dat lijj één I
duif naar de Gezondheidsdienst I
stuurde, die daar naar hij toegeeft
drie weken in zijn eentje be'
werdterwijl de andere je-1
zond waren.
Dit is gewoon een uitzondering op
de regel.
Prof. Van Grembergen is er de ntz|
niet naar om slakjes zout te 1
endit allerminst in een dispuut »t|
een volslagen leek op het temsl
dat zijn ('s professors) specialiteit is
Het gaat hem om niest minderda|
om het algemeen principe.
Volgens de formule Van ta|
Hoek (a./k.) wordt er ondertussa|
izoveel water bij de wijn gedaar
déze drank ook vele van zijn h
strevers begint te smaken. Het is
geworden: Graan water ®f|
iets.
De naam Graan Watet t
court is niet alleen misleidend,® I
ook de voornaamste oorzaak W»
het jarenlange misbaar en de».
waarmee deze theorie, die i -";l
stap vooruit, in welke vanaWr
definitie voorgoed onmogelijk r
te maken, ihaerent is.
Wij besluiten met een
het Betoog van ,Van- alsiel
wij, gematigd als wij zijn, i
zoveelste slip of the pen w1
schouwen: „Ik ben ervan
aldus Van d enHoekd
en goed gedoceerde (bedoeld
doseerde - den Br.) vrta® I
duif prijs en kop kunnen
nen. Pas echter op me
Kweek er niet uit. zedeugt®
In de sfeer van Ke™"®
pijnlijk te ervaren dat van
die in vele opzichten een
lijk mens is, zo.wesug
sing toont, dat hij zulke dfflÊ I
kan schrijven.
DEN bei®®
BERGEN OP ZOOM
HAAG Als de best*
van geld ter sprake I
worden Nederlanders
eens voor krentenweger
gemaakt. Ieder jaar opn
wil men alle goede
nemens ten spijt kenr
even dat etiket kwijt.
in het eerste half uur vai
nieuwe jaar laten we
miljoenen guldens de
invliegen.
Wanneer het enige e
ervan slechts het „verdri
van de boze geesten"
zijn, zou men de vuurv
afstekers die lol kunnei
ten. Maar dat is nu juis:
kritieke punt. Elke keer
begint, vooral voor kindt
het nieuwe jaar uiterst
gelukkig. In een soms w<
ongecontroleerde uitc
tenheid brengen vuurw
afstekers anderen bijzor
zwaar letsel toe.
„Het verhaal wordt langzal
hand eentonig, maar het is non!
lemaal niet zo ver, dat we
waarschuwingen achterwege ku
laten. We moeten absoluut door!
met de voorlichting over de
ren van het vuurwerk".
Mevrouw dr. J. Schappert -
mijser uit Den Haag, secreta
van; de Algemene Nederlandse A
juging ter Voorkoming van B
heid, wijst aü jaren achtereen
vee] elan op het alom aanwl
gevaar van „dat vuile vuurwer|
De gegevens van oogartsen btj
Ir f
re<.iïf *!e.' Dri,kkersweekblad
"terbinnenplaats van het