li i'l li i 1 9 Jjj 1 1 il I JÉf ij i Mensen die hun salaris via een Gezinsrekening hij de Boerenleenbank ontvangen, zijn voorgoed van heel wat betalings-rompslomp af. Boerenleenbank Graan, water en nog iets KERSTNT VtoAd HET PRATENDE GORDIJN Kerstlicbtjes Vaders duiven OP 64 VELDEN Een meisje werd secretaresse Lieve vriendjes en vriendinnetjes De ontvoerde koning De gloeilamp *tS WAAROM UITGEREKEND MET FIT OP VAKANTIE? Mijn vader heeft een duivenkot Daar zitten zeven doffers op Ook heeft hij nog zeven duivinnen En zo wil hij een prijsje zien te winnen Nu mogen de duiven rusten Maar van de zomer zullen ze ervan lusten Dan vliegen ze de pannen van 't dak En dan is mijn vader op z'n gemak. WÊ Wm m* 1000 vestigingen Vakmanschip is meesterschap Bierkenners vragen 14 15 DE STEM VAN ZATERDAG 21 DECEMBER 1968 Eens was er een werkster, die Ria heette. Ria was eigenlek maar een luie werkster. Maar de mevrouw, waarbij ze werkte, merkte daar niets van. In de kamer van mevrouw hingen mooie gordijnen. Het waren witte gordijnen met rode strepen. Een gordijn daarvan kon praten. Je zult het wel niet geloven, maar het was toch zo. En weet je wat voor dingen het zei? Nee? Dan zal ik je het maar gauw ver tellen. Het gordijn zei alsmaar nare din gen van Ria. Nooit zei het eens lieve dingen. Nu vandaag, het was half negen kwam Ria de kamer van me vrouw afstoffen. Daar had je het al. „Ria, je hebt je oren niet goed ge wassen", zei het gordijn. Ria deed net of ze het niet hoorde. Ze begon met de stoelen afstoffen. Toen ze klaar was met de stoelen, zei het gordijn weer: „Ria, die stoel onder het raam en die stoel bij de kast zijn niet goed afgestoft". Ria stofte de twee stoelen opnieuw af. ten. Toen ze daarmee klaar was, zei het gordijn: „Ria, die ene plint on der mijn raam is niet goed". Ria zuchtte en ging de plint afstoffen. Nu moest ze de vensters en de deu ren nog doen. Daar ging ze mee aan de gang. Toen ze klaar was, zei het gordijn weer: „Ria, de deur hierzo bij mijn raam heb je niet goed af gestoft. Ria zuchtte weer en stofte de deur opnieuw af. Daarna ging ze naar boven om te boenen. Van dat nare gordijn was ze tenminste af. Nu moest ze nog tot 6 uur werken, een hele middag nog, maar ze vond het niet zo erg, want ze hoefde niet meer op de kamer van mevrouw te ziin. De volgende dag moest Ria in de kamer van mevrouw de ramen ze men. Daar begon het gordijn alweer: „Ria, je hebt je nu helemaal niet gewassen". O, het was hopeloos. Ze zakte snikkend op een stoel. Juist kwam mevrouw binnen. „Maar Ria, waarom huil je?" Omdat", snikte ze, „het gordijn daar kan praten". „Ach, dat verbeeld je je maar", zei me vrouw. „Ja hoor, het is toch ech waar", zei Ria. „O, dan zal het wel", zei mevrouw en ze ging weg. Ria huil de niet meer en ze besloot om van daag eens goed haar best te doen en niet meer lui te zijn. De hele verdere dag werkte ze goed door. En het gordijn zei niets meer. De volgende dag zei het gordijn niet, „Ria, je hebt dit niet goed gedaan", of „Ria, je hebt ie oren niet ge wassen". Nee, het zei alleen maar .XXXVXXNXXVXVXXNXXXNXXWVXX? „Oma!" juichte kleine Liesje, En ze kroop op oma's schoot, Die bij vreugde, als bij traantjes Steeds zo'n veilig plekje bood „Oma, weet U hóéveel lichtjes Ik wel heb geteld, daarnet?" En ze wees naar d'and're kamer, Waar de kerstboom was gezet „Nou?" zei oma, „Acht en twintig", Juichte Lies, „is dat niet veel? En niet ééntje hoor, vergeten, Acht en twintig in 't geheel!" Oma knikte ,,'s Jonge, jonge, Da's een hele-boel, hè kind? Maar ik zie er toch twee meer nog, Kijk maar eens of jij ze vindt." Liesje keek langs heel de kerstboom, En ze schudde met haar hoofd: „Nee hoor, oma, acht en twintig, Tèl ze maar, als U 't niet g'looft!" „Ja", sprak oma, „aan de kérstboom, Dat kan zijn maar wat ik meen, Zijn die lichtjes in jouw ogen, Kijk, jpre cieséw eenen en Kijk, precies in ieder één. En die stralen nèt zo prachtig Als de kaarsjes allebei „Ja", zei Lies „maar weet U, oma? 'k Ben ook zo verschrikk'lijk blij!" GUUS BETLEM toen ze 's avonds wegging: „Goed zo, Ria". Ria glimlachte en zei: „Lief gordijn". En dat meende ze. Ze was voortaan ijverig en niet meer lui. En het gordijn zei nooit meer nare dingen tegen haar. Toos Geerts (10 jaar) Korte Wagenstraat 8 Gilze (N.Br.) Iedere week ging Karin als klein meisje met haar vader mee en keek wat rond op kantoor. Soms mocht ze wat doen voor de vader en ze vond het maar wat leuk hoor. En zo ging het iedere week. Ze werd groter en groter en op een keer zei de vader: probeer maar eens een brief te typen. En ze zei: „ja dat is goed, vader". Dus zo gezegd, zo gedaan. En het ging aardig goed hoor. Na en kele jaren zei ze opeens tegen de vader: „Vader, kan ik hier geen baan krijgen als secretaresse? „Ja", zei de vader, „dat kan wel". En ze werd het hoor en een goede ook. En vader was maar wat trots op zijn dochter. En zo werd ze als klein meisje toch maar een flinke secretaresse. Marian Verliooydonk (10 jaar) Terneuzen. Het is bijna kerstmis. Mis schien hadden jullie ver wacht dat er deze keer een mooi kerstverhaal in de kinderkrant zou staan. Dat is niet zo, maar als je nog even geduld hebt zul je zien dat jullie echt niet vergeten zijn. Volgende week dinsdag komt er een heel dik ke kerst-krant waarin ook voor de kinderen veel fijne dingen staan. Ik kan nu nog niet alles verklappen, maar er staat bij voorbeeld een grote plaat in om te kleuren en een puzzel. De rest blijft nog even een verrassing. De tekening van Fransje, die vandaag in de Kleine Stem staat is erg mooi. Hij heeft alleen een beetje erg ver vooruit gedacht. Zien julie die drie koningen? Die waren er nog niet op 25 december. Maar je kunt wel goed zien dat iedereen op de tekening erg blij is dat het Kindje geboren werd. Ik wens alle vriendjes en vriendinnetjes van de Klei ne Stem een paar heel fijne dagen toe en veel plezier in de vakantie. Groetjes van José. Fransje van Gils, 6 jaar, Smaragdstraat 35, Breda. In het kabouterdorp was het on rustig. Er was iets gebeurd. De ko ning was ontvoerd door reus Rob- belbob. Als de kabouters hun koning terug wilden hebben, moesten ze honderdduizend gulden betalen. En dat is heel veel. De kabouters wis ten dat er zoveel geld nog niet eens in de schatkist van de koning zat. Toen hielden de kabouters een ver gadering. Ze spraken af dat ze de schatkist van de koning leeg zouden halen. Als iedereen dan nog wat geld erbij deed hadden ze misschien wel genoeg. Toen ze dat gedaan hadden kwa men ze nog een gulden te kort. Vlug gingen ze naar huis. Ze haalden alles overhoop. Stoelen en tafels, banken, bedden en kaptafels, banken en kas ten. Ze vonden allemaal een cent en toen ze terugkwamen hadden ze sa men precies een gulden. Ze brachten het samen naar Robbelbob. En ze Elise Noojjens Jeroen Boschstraat 2 Etten-Leur kregen de koning mee. Die dag was het feest in het kabouterdorp omdat hun koning terug was. Anja Benne, Tilburgseweg 78, Breda. (8 jaar). Een gloeilamp met een ronde buik zei loos in zijn ballon: „Er kijkt nooit iemand naar mij om, Ik hang vuil aan het plafond. De messen en de lepeltjes die wast men elke dag, maar op mijn parelwitte huid zit stof en spinnerag". De gloeilamp draaide zich kwaad om. Hjj gaf opeens geen licht, en Mies die net haar pap op at, riep met benauwd gezicht: Moeder, de lamp wil niet meer branden, Moeder, het licht is uitgegaan, Moeder, ik kan mijn mond niet vinden, Moeder, Jan heeft het weer gedaan. Moeder snelde uit de keuken, gaf Jan maar meteen een tik, maar de lamp wou niet meer branden ook al zei het knopje „klik" De gloeilamp met zijn ronde buik zag moeder op de trap Hij hoorde hoe ze angstig riep: „Wat een vieze lampekap". Toen poetste snel een gele doek het vuil van zijn gezicht. De gloeilamp werd vuurrood van pret en gaf weer volop licht. Ingezonden door: Marion Oomen Bolberg b Gilze W. J. MUHRING In de onderstaande partij ge speeld op de Olympiade te Lugano bewijst de talentvolle X7-jarige inter nationale Braziliaanse schaakmeester Mecking zijn grote strategische capa citeiten in een uiterst efficiënt duel tegen de bekende Westduitse groot meester Unzicker. Als eertijds Capablanca werkt Mecking met eenvoudige middelen om kleine voordeeltjes te behalen op het juiste moment in dit geval af te wikkelen naar een beter staand eindspel. In deze fase toont het 17-jarige schaakwonder een verrassende tech niek om langzaam maar zeker zijn tegenstander in te snoeren, een pion te veroveren en tegenkansen te eli mineren. Kortom Unzicker duidelijk te maken, dat het maar beter is op te geven dan de hopeloze strijd voort te zetten. Wit: Mecking 17 jaar (Brazilië) Zwart: Unzicker (West-Duitsland) Gespeeld tijdens de Olympiade te Lugano 1968. Spaans. 1. e2-e4, e7-e5 2. Pgl-f3, Pb8-c6 3, Lfl-b5, a7-a6 4. Lb5xc6 (De zgn. af ruil variant. Een vertak king in het Spaans, die in de toer- nooipraktijk slechts zelden wordt toe gepast) 4. d7xc6 5. 0-0, f7-f6 6. d2-d4, Lc8- g4 7. c2-c3, Lf8-d6 8. Lcl-e3, Pg8-e7 9. Pbl-d2, Dd8-c8 10 Pd2-c4, 0-0 11. d4xe5, Ld6xe5 12. Fc4xe5, f6xe5 (Mecking heeft nu niet alleen het strategische voordeel van het loper- paar verworven, maar ook zijn te genstander opgescheept met een ge ïsoleerde e-pion) 13. Ddl-b3+, Lg4-e6 14. Db3-b4, Pe7 g6 15. Pf3-g5, a6-a5 16. Db4-a4, h7-h6 17. Pg5xe6, Dc8xe6 18. Da4-b3! (Terecht neemt wit de gelegenheid te baat om naar een zeer gunstig eindspel af te wikkelen) Stelling na 18. Da4-b3! (ADVERTENTIE) '•ÉÉT! m1 18. De6xb3 19. a2xb3, b7-b6 20. g2-g3, Kg8-f7 21. Tal-a4, c6-c5 22. Tfl-al, Ta8-c8 23. b3-b4! (Deze fijne pionzet brengt zwart snel in onoverkomelijke moeilijkheden) 23. c5xb4 24. c3xb4, a5xb4 25. Ta4xb4, Pg6-e7 26. Tb4-c4, Kf7-e6 27. b2-b4, b6-b5 28. Tc4-c5, c7-c6 29. Tal- a6, Tc8-a8 30. Ta6-b6, Tf8-d8 31. Tc5xb5, Ta8-al+ 32. Kgl-g2, g7-g5 33. h2-h3, Td8-dl 34. Tb5-c5, Tal-a2 35. Tc5-c3, Ke6-f7 36. Tb6-b7, Kf7-e6 37. Le3-c5 en zwart gaf zich gewon nen. Schaakraadsel Ondanks het feit, dat de matvoe ring van de zwarte majesteit niet minder dan 23 zetten vergt, ben ik ervan overtuigd dat de ervaren com binatiespeler de oplossing vanaf de diagramstelling kan vinden. Zeer fijn is wel de briljante damemanoeuvre, waarmee wit zijn doel bereikt. Wit aan zet en wint Oplossing schaakraadsel. Wit wint als volgt: 1. Dcl-f4+, Kh2-hl 2. Df4-e4+, Khl-h2 3. De4- e5+, Kh2-hl 4. De5-d5+, Khl-h2 5. Dd5-d6+ Kh2-h 1 6. Dd6-c6+, Khl- h2 7. c2-c4!, Kh2-g3 8. Dc6-f3+, Kg3- h2 9. Df3-f4+, Kh2-hl 10. Df4-e4+, Khl-h2 11. De4-e5+, Kh2-hl 12. Deö- d5+, Khl-h2 13. Dd5-d6-f, Kh2-hl 14. Dd6-c6+, Khl-h2 15. e2-e3!, a4-a3 (15. Kg3 16. Dd6+, Kg4 17. Df4+, Kh5 18. Df5 mat) 16. Dc6-d6+, Kh2- hl 17. Dd6-d5+, Khl-h2 18. Dd5-e5+, Kh2-hl 19. De5-e4+, Khl-h2 20. De4- f4+, Kh2-hl 21. Df4-f3-K Khl-h2 22. Df3-f2+, Kh2-hl 23. Df2-gl mat (Na- dareiskwili). Want waarom uzelf nog langer laten plagen door allerhande ongemak, dat met zo'n gemakkelijke Gezinsrekening voor goed van de baan wordt geveegd? Uw salaris wordt elke maand op Uw Gezins rekening overgeschreven en U bent dan verder feitelijk van alle zorg af. Voor de rekeningen die U moet betalen schrijft U een eenvoudige betalingsopdracht voor de bank. Geregeld terugkerende' beta lingen kunnen automatisch door de bant worden voldaan. En voor contante be talingen gebruikt U de veilige betaal cheque. Betaalcheques en formulieren zijn kos teloos; het werk dat de bank voor U doet eveneens. Tot aan de regelmatige tot zending van Uw saldo-overzicht toe. En U verdient er óók nog op, door 3J^% rente over Uw tegoed. En als hou der van een Gezinsrekening kunt U ook een Persoonlijke Lening krijgen. Of einde lijk dat eigen huis" kopen— met een hypotheek tot liefst 90% van de taxatie waarde. B(j de Boerenleenbank, de bask met de vriendelijke sfeer. Waar U zo prettig binnenkomt en xo plezierig wordt ge holpen. De ideale baak voor iedereen: de bank voor iedereen De hoogleraar iin de diergenees kunde, prof. dr. Van Grembergen van de universiteit te Gent, schrijft in „Volksgazet" het volgende: „Ik be treur dat al jaren lang zoveel duiven- liefhebbers misleid worden met de theorie van het laten uitzieken (van zieke vogels) en van de theorie van „graan en water". Daartegen heb ik mij steeds scherp gezet en ik meen te .mogen- zéggen dat ik Samen met énkele weinige konfraters (gazetten schrijvers over de duivensport) iets bereikt heb. Vele liefhebbers hebben deze zinloze en nutteloos wrede me thode laten varen. Op eigen hok heb ik, naar ik meen, voldoende bewezen dat mijn methode van voorbehoe dend optreden tegen zekere kwalen „de duiven helemaal niet verknoeit" Vooreerst kan ik behoorlijk mijn prij zen spelen met af en toe zelfs een knal-prestatie op provinciaal of natio naal vlak. Ik heb daarenboven oude en zeer oude kweekduiven, die nog vruchtbaar en dus niet voorbarig versleten zijn." Prof. Van Grembea-gen geeft de Nederlandse kronijke-r Van den Hoek vervolgens een openbare les in dui- venziekten. Dit is in zekere zin een spelletje van kat en muis, want Van den Hoek heeft daar, naar eigen rui terlijk getuigenis, maar weinig kaas van gegeten. Wat blijkbaar de wrevel van prof. Van Grembergen heeft opgewekt en dit niet vandaag of gisteren is de vraag wat Van den Hoek c.s. dan wel bezielt om er desondanks zulke geprononceerde, geen tegenspraak duldende, denkbeelden op na te hou den, die zij te pas en te onpas te berde brengen. In dit verband wordt natuurlijk ook de naam van wijlen Louis Vermeijen, overleden in 1953, genoemd. Deze was een integer mens, die, ondanks zijn lastig karakter, al gemeen geacht werd. Evenwel heeft men gepoogd voor hem een voetstuk op te richten dat allerminst strookt met zijn werkelijke betekenis. Hjj was bijvoorbeeld verre de mindere van Antwerpse grootheden als Vin cent Marien, Evrard Havenith, Cor- neel Horemans, Jef Hermans, Huys- kens-Van Riel enz. Op nationaal vlak telde hij in 't geheel niet mee. In de winter van 47 kwam Louis Vermeijen op bezoek bij de Gebr. Oomens te Breda. Tweehoog in de dakkapel hebben wij toen een paar uur met hem van gedachten gewis seld. Wij gaven hem ook een stuk of twintig, dertig duiven in handen. Uit (ADVERTENTIE) Omdat Fit deze zomer elke week maar liefst 36 vluchten maakt naar veie vakantielanden. Keus genoeg! Omdat 60 speciaal opgeleide Fit-gastvrouwen, overat in het buitenland, zorgen dat een onbezorgd© vakantie hebt Omdat Fit u een onbetaal bare vakantie biedt voor een betaalbare prijs. Omdat u met Fit precies weet, waar u aan toe bent Daarvoor zorgt het informatieve, kleurrijke - zomerreis journaal'1969. Vraag het even aan, bij uw reisbureau of bij Fit Vliegreizen N,V„ beleefdheid, niet om zijn duivenken nis op de proef te stellen. Ily was na melijk begonnen te zeggen dat hij deze niet bezat, iets wat hij trouwens vaak genoeg had neergepend in zijn kolommen. Wat hij wel bezat was mededogen met de kleine sjarel, die maar al te vaak, zoals hij het noemde „op sto pen getrokken werd" door kwakzal vers en (belze) apothekers met een ruim geweten (de goede niet te na gesproken! - den Br.) Het was voornamelijk deze geestes gesteldheid die hem gebracht had tot zijn theorie van het (wrede) laten uitzieken. Zijn theorie van „vrij pa ren" was gewoon stijfhoofdigheid en gebrek aan kennis van de erfelijk heid. Zijn zoon Jan en zijn vrienden J. Aaarts en v. d. Hoek zijn de ver kondigers van Vermeijens (dwaal) leer; de argumenten die zij aanhalen om haar te verdedigen zijn de moei te van het citeren niet waard. Slechts bij zeldzame gelegenheden heb ik er in de loop der jaren op gerea geerd. Jan Vermeijen, exponent van de on verdraagzaamheid en van de terreur- van-graan-en-water heeft de zaken ingeleid als volgt: „Gelukkig spreken niet allen zoals prof. Van Grember gen en daarom vond ik het prettig nog pas vernomen te hebben dat een veearts, juist over de Hollandse grens die op meerdere duivenhokken ge roepen werd, omdat daar dus hele kolonies geplaagd zitten met snot en reutel (een zeer pijnlijke ziekte - den Br.) nergens ook maar iets voor schrijven wou. Zijn enige raad was de vogels gewoon lucht (sic) voer te geven en zuiver water en maar te laten betijen. Zelfs deze die beide ogen opgezwollen hadden en niet mager werden, zouden het wel halen. Slechts deze die mager werden en waarvan het vlees op de borst ver dween, moesten verwijderd worden (Lees: de kop afgehakt - den Br.) Een applaus voor zo'n veearts is wel op zijn plaats". („De Duif" Antwer pen, 11 dec. 1968). Ook Van den Hoek heeft prof. Van Grembergen (in „De Duif") van antwoord gediend. De kop erboven is onheilspellend: „De honden blaffen en de karavaan trekt verder!" Men zou zich nu aan een „hondse" behandeling verwachten van de hooggeleerde die het erop waagt het niet met hem eens te zijn. Maar Van den Hoek is op zijn hoede. Hij Iaat Jan Vermeijen lelijk in zijn hemd staan en schrijft dit: ,,We zijn hard noch wreed. Die mij goed Jeest of kent, weet dat ik van mijn duiven houd. Die weet ook dat ik naar de dierenarts ga als mijn hele kolonie ziek wordt en dat ik ook nu direct dr. S. raadpleegde. Men moet dus niet zo maar over wreed en wat dies meer zij, schrijven. Het aanvallen van een paar puntjes uit jarenlange bijdragen, is beneden de maat." Van den Hoek geeft vervolgens een uiteenzetting van wat zijn Graan en Water-principe inhoudt. Het is verhelderend daar even kennis van te memen: a. een goed droog hok met kleine temperatuurverschillen, b. een gevarieerd, licht voedermengsel, c. groen, grond, gebroken kiezel en oesterschelpen, altijd beschikbaar, d. geen entingen, tenzij de vereniging ent tegen pokken-difterie, e. tijdens de kweek geen extra vitamines en/of mineralen, f. geen injecties, pillen of poeders in het vliegseizoen, g. altijd schoon water zonder kruidenthé's (geen klandizie voor „Raspoetin" derhalve - den Br.), h. als het moge lijk is veel vrijheid (open hok), i. ruime huisvesting, j. kappen (de kop af) als een jonge duif te veel moeite heeft met kinderziekten, k. als de hele kooi ziek worodt, terwijl we weten dat onze duiven goed en ge zond zijn, roepen wij de dierenarts en volgen zijn raad." Punt k. is een beetje vreemd gm-1 digeerd .Van den Hoek bedoelt ech-1 ter: terwijl wij weten dat onze d ven van nature doorgaans goed el gezond zijn. Het zou inderdaad ben-1 den de maat zijn hem op zo'n puntje aan te vallen. Het is zelfs begrijpelijk dat lijj één I duif naar de Gezondheidsdienst I stuurde, die daar naar hij toegeeft drie weken in zijn eentje be' werdterwijl de andere je-1 zond waren. Dit is gewoon een uitzondering op de regel. Prof. Van Grembergen is er de ntz| niet naar om slakjes zout te 1 endit allerminst in een dispuut »t| een volslagen leek op het temsl dat zijn ('s professors) specialiteit is Het gaat hem om niest minderda| om het algemeen principe. Volgens de formule Van ta| Hoek (a./k.) wordt er ondertussa| izoveel water bij de wijn gedaar déze drank ook vele van zijn h strevers begint te smaken. Het is geworden: Graan water ®f| iets. De naam Graan Watet t court is niet alleen misleidend,® I ook de voornaamste oorzaak W» het jarenlange misbaar en de». waarmee deze theorie, die i -";l stap vooruit, in welke vanaWr definitie voorgoed onmogelijk r te maken, ihaerent is. Wij besluiten met een het Betoog van ,Van- alsiel wij, gematigd als wij zijn, i zoveelste slip of the pen w1 schouwen: „Ik ben ervan aldus Van d enHoekd en goed gedoceerde (bedoeld doseerde - den Br.) vrta® I duif prijs en kop kunnen nen. Pas echter op me Kweek er niet uit. zedeugt® In de sfeer van Ke™"® pijnlijk te ervaren dat van die in vele opzichten een lijk mens is, zo.wesug sing toont, dat hij zulke dfflÊ I kan schrijven. DEN bei®® BERGEN OP ZOOM HAAG Als de best* van geld ter sprake I worden Nederlanders eens voor krentenweger gemaakt. Ieder jaar opn wil men alle goede nemens ten spijt kenr even dat etiket kwijt. in het eerste half uur vai nieuwe jaar laten we miljoenen guldens de invliegen. Wanneer het enige e ervan slechts het „verdri van de boze geesten" zijn, zou men de vuurv afstekers die lol kunnei ten. Maar dat is nu juis: kritieke punt. Elke keer begint, vooral voor kindt het nieuwe jaar uiterst gelukkig. In een soms w< ongecontroleerde uitc tenheid brengen vuurw afstekers anderen bijzor zwaar letsel toe. „Het verhaal wordt langzal hand eentonig, maar het is non! lemaal niet zo ver, dat we waarschuwingen achterwege ku laten. We moeten absoluut door! met de voorlichting over de ren van het vuurwerk". Mevrouw dr. J. Schappert - mijser uit Den Haag, secreta van; de Algemene Nederlandse A juging ter Voorkoming van B heid, wijst aü jaren achtereen vee] elan op het alom aanwl gevaar van „dat vuile vuurwer| De gegevens van oogartsen btj Ir f re<.iïf *!e.' Dri,kkersweekblad "terbinnenplaats van het

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 14