naai
ding
tel heden
gevoerd
Hij maakte er
50,000 van
sluiskil
iwerking
met
I jé et '*'S
It brussel
ers
Centrumstad
„Het is niet genoeg", zegt sche
pen G. van den Daele. En hij zegt
het niet voor het eerst. In septem
ber van dit jaar lanceerde hij het
Gentse plan, dat een aanvulling
moest betekenen op het Antwerpse
Baalhoekplan: een kanaal van Baai-
hoek naar Belgiës eerste havenstad.
„Dat is mooi voor Antwerpen", zo
vond Gent (want binnenlandse con
currentie is er zo goed in België als
in Nederland), „maar wij moeten
óók vooruit kunnen".
Zo ontstond het plan Gent. Een
kanaal ten oosten van het huidige,
beginnend bij Ossenisse en een strak
ke streep naar het zuiden trekkend
tot diep in Vlaanderen, waar het ka
naal zich zou splitsen in twee tak
ken, linksaf naar Antwerpen, rechts
af naar Gent. Voor allebei een vaar
water voor schepen tot honderd- en
zelfs honderdvijfentwintigduizend
ton.
„Gent wil zijn aandeel in het buik-
transport (erts, petroleum) om de
evolutie op scheepvaartgebied te
kunnen volgen", zegt schepen Van
Wn Daele. „Bovendien ontloopt Ant
werpen dan de bocht van Lamswaar-
Gent wil de honderdduizend
(Van een onzer verslaggevers)
GENT Het begon allemaal
bescheiden, althans in onze
twlntigste-eeuwse ogen .Met de
Sasse Vaart, een kanaal tussen
Gent en de nu afgedamde zeearm,
de Braakman. Dat was in de zes
tiende eeuw en Sas van Gent
dankt er zijn bestaan aan. Toen
«erd het in de negentiende eeuw
echt hoog tijd om die verzande
vaart eindelijk eens te vervangen
En in 1828 was het zover. Zelfs
stoomschepen konden nu via
twee sluizen in Terneuzen de
toen 1200 jaar oude Vlaamse stad
bereiken. Gent kon zijn oude po
sitie weer gaan innemen als stad
van de scheepvaart. Maar rond
de eeuwwisseling moest het ka
naal worden verbreed en toen
België en Nederland in 1960 een
verdrag sloten voor nieuwe ka
naalverbreding, was het alweer
hoog tijd. Nu kunnen schepen tot
50.000 ton Belgiës tweede haven
stad bereiken. „Niet genoeg", zegt
Gent.
ankers van 300.000 ton zullen er dan
toch niet doorheen kunnen. „Nee", zo
luidt het antwoord, „maar er zullen
altijd tankers van 50.000 tot 100.000
ton blijven varen. Texaco bijvoor
beeld heeft een ruimere afvoermo-
gelijkheid nodig voor zijn petroche
mische produkten. De aanvoer van
grondstof gebeurt via de pijpleiding
vanaf Zeebrugge, maar hoe zit het
met de afvoer van het eigen pro-
lukt? Vandaar onze eis: een nieuw
:anaal, nieuwe sluiswerken".
En nieuwe havens? „Niet nodig",
uidt het resolute antwoord. „Alles
weerszijden 't kanaal zal haven zijn,
alles is dok. Het is voldoende een
kaai te bouwen la.ngs het kanaal."
En dan enthousiast: „En we maken
veel kans als men het van Ne
derlandse zijde maar goed wil bekij
ken. Want onze kanaalplannen han
gen nauw samen met de in Neder
land gewenste industrialisatie ten
oosten van Temeuzen. Voor Neder
land zit er veel muziek in ons plan,
meer dan in het Baalhoekplan, want
dan moet eerst het Verdronken Land
van Saeftinge weer bewoonbaar ge
maakt worden".
Het oude kanaal (en met het „ou
de" bedoelen we het „nieuwe"!) be
schouwt de heer Van den Daele als
de dubbelganger van „zijn" kanaal.
„Goed voor kleinere schepen tot
60.000 ton: het kan blijven bestaan
en volop zijn waarde behouden, zo
goed als de 10.000-tons-sluis voor de
binnenvaart blijft bestaan. Niet voor
niets is er een nieuwe binnenvaart-
sluis naast de nieuwe zeesluis ge
bouwd. Zo houdt ook die nieuwe
oude zeesluis zijn waarde."
blijven profiteren, zij het niet in die
mate als nu het geval is".
De vaste oeververbinding over
de Westerschelde: „We zijn er in ge
ïnteresseerd. maar we gaan er geen
frank voor betalen. Voor de Calais-
tunnel van Frankrijk naar Engeland
'waarvan iedereen kan profiteren)
zal Nederland toch ook geen cent
uitgeven. Zo komt ook die Wester-
scheldeverbinding op uw grondge
bied.
Mijn idee is, dat men het van Ne
derlandse zijde niet zo ver moet drij
ven dat een ander land er aan zou
moeten betalen".
,,Op het einde van de negentiende
euw ontstond er een soort oorlog in
het Belgische parlement," aldus de
heer Van de Walle, „want sommigen
hadden durven beweren dat de Gent.
se universiteit (weer) moest ver
Vlaamsen. In 1934 kregen zij volledig
hun zin. Het betekende echter ook
dat Gent niet langer studenten teld'
uit alle Europese landen. Er stude
ren er op het ogenblik alsnog 700
en wist u dat Molotov zijn studi
hier nog heeft gedaan? In de „Fra'
se" tijd wel te verstaan".
De directeur van de Gentse dien
voor toerisme weet alles van zijn gi
boortestad. Op zo'n bewering gee
hij antwoord in het Gents. Gee
„Hollander" die dat verstaat, maa
het was ongetwijfeld kernachtig.
„Napoleon was hier in 1803. H,
kwam toen nog als de eerste consr
Bonaparte en viel in slaap tijdens dc
rede van de burgemeester. Maa
slaap of geen slaap, de Franse in
vloed in Gent heeft zich vooral sinds
dien geducht doen gelden. Beden!
wei, dat Gent tot aan de Franse tijc
zijn katoen kwijt kon aan Nederland,
maar het daarna van Frankrijk moe
hebben. De Gentse handelaars moes
ten de Franse salons veroveren en z.
kunt u in Gent zien, dat de Vlaams
kwestie een economische is!"
Gent, waarin Karei de vijfde ge
boren werd, zoals iedere Nederlander
weet; in 's Graven Steen, het grauwe,
steile bolwerk midden in de stad, het
kasteel van de graaf, Filips van de
Elzas, die het in 180 liet bouwen op
de resten van de eerste burcht m
deze nederzetting, die in de tiende
eeuw het begin van de eigenlijke
stadsvorming was. 's-Gravensteen, 'n
kopie van de versterkte burchten in
Syrië, werd opgetrokken door de
kruisvaarders.
Gent werd een welvarende stad,
de hoofdstad van Vlaanderen, waar
de laken- en linnenweverijen bloei
den en zich in de negentiende eeuw
de vlasspinnerijen en de metaalnij
verheid vestigden. In de vijftien ja
ren dat het in de vorige eeuw bij
„groot-Nederland" hoorde stichtte
„onze" Willem I er de universiteit.
Het was in 1817 en er waren 200
studenten in dat begin.
IR. L. A. R. SANDBERGEN
planning klopte
(Van een onzer verslaggevers)
BREDA Het is natuurlijk
veel te veel gezegd, dat ir. L. A.
R. Sandbergen het kanaal Gent-
Terneuzen bevaarbaar maakte
voor schepen tot vijftigduizend
ton. Hij is dan wel de directeur-
hoofduitvoerder van de ICUST,
de Internationale Combinatie tot
Uitvoering van Scheepvaartslui
zen in Terneuzen, maar hjj deed
het bepaald niet op z'n eentje.
In de eerste plaats omdat de
ICUST zeven Nederlandse en Belgi
sche bedrijven in een combinatie ver
enigt, in de tweede plaats omdat dc
Combinatie Havens Terneuzen niet
zo'n klein aandeel heeft geleverd in
het gereed komen van het project
(ook dit is een combinatie van be
drijven) en niet in de laatste plaats
omdat er in de toptijd alleen al bij
de ICUST zo'n 750 man aan de beide
nieuwe sluizen werkten. Want daar
bij komen dan nog de bedrijven, die
in Nederland en België het kanaal
verbreedden, die de kunstwerken
bouwden bij Zelzate, die de bruggen
maakten en plaatsten; enfin, de 39-
'arige Bredanaar Sandbergen deed
Het niet alleen.
Maar deze sinds enkele maandei
n zeer jonge directeur van de IGE
gewapend-beton-instructeurs in dc
;ehele wereld), die zijn hoofdkan-
oor in Breda heeft, is tot dat het
'rote werk werd opgeleverd toch de
tpil waarom het sluizenwerk draait
.Maar," zegt hij, „elk van de part
ners is hoofdelijk aansprakelijk ge
bleven, we vormen als ICUST geer
n.v. En het is waar. dat wij als IGE
bijvoorbeeld best dat werk op ons
eentje hadden kunnen klaren, maar
dan ben je in de eerste plaats gedu
rende idem zoveel (oftewel zes)
jaren je hele potentieel er aan kwijt,
waardoor je nergens anders op de
markt terecht kunt en in de tweede
plaats is bij een dergelijke giganti
sche onderneming het risico voor één
bedrijf veel te groot. Want als zo'n
werk slecht loopt, dan loopt het ook
bijzonder slecht."
Maar het liep erg goed: „De plan
ning klopte eigenlijk doorlopend. Na
tuurlijk waren er onverwachte zaken.
Zo moesten we het programma van
de zeesluis wijzigen vanwege de
Boomse klei. Ja, inderdaad, die is
genoemd naar het Vlaamse plaatsje
Boom, waar ze die klei voor het eerst
aantroffen. Als die klei ontgraven
•.vordt, dan zwelt ie centimeters en
zakt weer (bij ons 17 cm!) als je er
op gaat bouwen. Een heel probleem
natuurlijk. Maar u snapt het al; na
tuurlijk, het is opgelost. De zeesluis
is er, helemaal, en safe. Hetzelfde
hebben ze ervaren bij het graven van
de nieuwe Antwerpse tunnel."
„In de combinatie is het echt ge
weldig gegaan. Onze ervaring bij
deze en andere combinaties (de
ICUST is inmiddels elders alweer
verder gegaan) leert wel, dat je de
mensen die er aan meewerken, moet
laten vergeten dat ze van verschil
lende maatschappijen afkomstig zijn.
En dat is zo goed gelukt, dat er zo
nu en dan door ICUST-mensen werd
opgebokst tegen het eigen bedrijf
vanwege het belang van de combi
natie. Intussen bouwen we als ICUST
de sluis bij Rozenburg."
„In Terneuzen zij we in novem
ber '62 gestart; dat was in die win
ter, die tot maart duurde! De eerste
grote stort van de zeesluis gebeurde
in september '64. De binnenvaart-
sluis moest echter eerder klaar zijn
omdat de deuren van de grote sluis
er door moesten. En nu is het wel
gebéurd, al gaan we officieel nog tot
maart 1969 met zo'n twintig man
loor. Wat mij enorm meegevallen
is: dat al die mensen die bij ons in
middels zijn afgevloeid, allemaal ook
weer leuk terecht gekomen zijn. Ja,
ie kunt zonder meer zeggen, dat we
in hoofdzaak hebben gewerkt met
Vlamingen en Zeeuwsch-Vlamingen.
In het begin kwamen er nogal wat
uit de landbouwsector bij de ICUST.
Via onze opleiding zijn ze weer in de
bouw terecht gekomen."
„Cijfers? In totaal hebben we
iOO.OOO kubieke meter beton gestort.
Hls je bedenkt dat een woningwet
woning een inhoud heeft van 300 m3,
!an hebben we zo'n slordige 10.000
woningwetwoningen volgestort! We
gebruikten 27.000 ton wapeningstaai,
lat is (reken maar na) 10.000 km.
Het graniet werd aangevoerd uit Po
len met kleine binnenvaartschepen.
Daarbij moesten we er nadrukkelijk
rekening mee houden, dat in de win
ter die noordelijke havens toegevro-
ren zijn. Enlin, het is geklaard."
„Bij Ossenisse zou dus een slud-
zensysteem moeten komen, dat door
een vierbaans autosnelweg over
brugd kan worden. Maar verder
moet het nieuwe kanaal „ondertun-
neld" worden. Het is een misreke
ning dat het huidige kanaal is „o-
verbrugd". En om het aan onze hon
derdduizend-wens te laten beant
woorden zou half Sluiskil en half
Zelzate opnieuw moeten worden ge
sloopt".
„Door zijn verbinding met zee.
door zijn haven, is Gent veelzijdiger
geworden. Nog altijd is textiel onze
voornaamste nijverheid. Slechts naar
verhouding neemt die in belangrijk
heid af. Vroeger was zestig; procent
van de arbeiders in de textielnijver
heid te werk gesteld; het is nu al
tijd nog veertig procent. Bedenk ook
dat de Belgische katoenmarkt in
Gent gevestigd is. Gent is een van
de oudste industriële centrums van
België".
„We hadden hier ook al vroeg che
mische bedrijven; die nijverheid
breidt zich nog steeds uit. Daarnaast
is er de staalindustrie gekomen en
auto-assemblage en de toeleverings
bedrijven breiden de mogelijkheden
voor de werknemers steeds, meer
uit. Het is alles niet denkbaar zon
der het kanaal".
„Wat Terneuzen betreft het is
niet onze concurrent in zoverre Gent
alle mogelijkheden heeft om Gent te
zijn, maar ais het die mogelijkhe
den niet heeft, niet krijgt, dan is Ter
neuzen inderdaad concurrent. Zoals
dat nu bijvoorbeeld het geval is:
Terneuzen bloeit dank zij de ach
teruitgang van Gent, dat tot 19 de
cember van dit jaar slechts bereik
baar is voor schepen tot 10.000 ton!
Maar aan de ingang van het ka
naal gelegen zal Terneuzen altijd
(Van een onzer verslaggevers)
GENT „In Gent spreken ze het kernachtigste Vlaams". Antoine T.
van de Walle, directeur van de dienst voor toerisme en feestelijkheden
van de stad Gent, laat het niet bij die uitspraak. Hij illustreert die.
„Luister", zegt hij en er volgen weer uitspraken in het Gents, die hij
voor zijn noordelijke bezoeker in correct Nederlands vertaalt. Gent
de heer Van de Walle houdt van zijn stad, de derde in grootte van
België. Een stad met een geweldig verleden en een illuster heden.
Natuurlijk, handel, haven, industrie. „Ach", zegt hij (want hij bedoelt
wat anders) „dat moet u gaan zien, een ontroerende plechtigheid. Het
is er een aards paradijs als de koning en de koningin binnenkomen".
Dat is in het Floraliënpaleis en het gebeurt eens in de vijf jaar. Want
Gent met zijn haven en industrie, met zijn universiteit, zijn eerbied
waardige gebouwen (het oud Belfort, zinbeeld van het verleden) is ook
de stad van de Floraliën. In Gent kun je bloemen plukken.
SCHEPEN G. VAN DEN DAELE
niet genoeg
de en 't gevaarlijke Nauw van Bath
in de Westerschelde; de linker-Schel-
deoever in Antwerpen zou bereik
baar worden voor diepstekende sche
pen en er zou aansluiting komen bij
de Zandvlietsluis".
Gent wil de honderdduizend. En
niet als lot uit de loterij. Alsof de
Gentse wens een aardige bijkomstig
heid zou zijn. „Nee", zegt de sche
pen (wethouder) voor haven en in
dustrie. „Zonder dat plan heeft Gent
onvoldoende toekomstmogelijkheden.
De tonnage van de ertsschepen
loopt al op tot 100.000; hoe moet de
Sidmar (liet enorme, nieuwe hoog-
ovenbedrijf bij Zelzate) verder als
de ertsschepen et niet meer kun
nen komen?"
Een nieuw kanaal dus? De grote
Het is een internationale onderne
ming, waarmee in 1815 werd gestart.
i5n omdat het eens in de vijf jaar ge
beurt, zal in 1970 het volgende Flo-
ralia-jaar zijn. Bloemen uit de hele
■vereld overdekken dan de 125.000
ierkante meter paleisruimte, want
Gent houdt van een grootse opzet.
Vatuurlijk zijn er de Gentse speciali
teiten: azalea, orchidee, begonia. De
velden rond de stad, waar rond 630
te heilige Amandus liefst twee ab-
dijen stichtte, staan er vol van. In de
ien dagen die de tentoostelling duurt
tomen tegenwoordig een miljoen he-
•oekers. En altijd zijn er vorsten bij,
i navolging van koningin Victoria
m Engeland.
onze Floraliën is dan ook altijd de
conseil municipal de Paris aanwezig.
,,In hetzelfde paleis wordt jaar
lijks de internationale Jaarbeurs der
Vlaanderen gehouden, die we in het
Frans netjes internationale Jaarbeurs
van Gent noemen, vanwege de moei
lijkheden! Er worden hier trouwens
veie economische beurzen gehouden,
zoals in het voorjaar de Textirama,
want Gent is de oudste textielstad
van België."
„Het idee is ontstaan in een klein
tamineeke" (de heer Van de Walle
s aan het woord), „Frascati heette
iet. Het lag bij een coupure en het
vas er nog open veld met planten en
iloemen. In Frascati staken de kwe-
;ers de koppen bij elkaar: „Waarom
ouden we geen tentoonstelling hou-
ien van onze produkten?" De auton-
-iten werden er voor geïnteresseerd.
)e burgemeester van toen, Charles de
Cerckhove, zelf een groot liefhebber
net een serre vol bloemen, was ei
lirect voor. En in 1913 werd een cita-
,el gebouwd van 10.000 vierkanu
neter. Het paleis werd steeds uitge-
inuwd tot het in 1940 in vlammen op
,ing. Maar na wereldoorlog II werd
iet steeds grootser van opzet en nu
s het werkelijk een internationale
.ebeurtenis, vergelijkbaar met de Pa
use Floraliën, die altijd een jaar
oor de Gentse worden gehouden.
Vant er is een levendig contact door
uitstaan tussen Gent en Parijs. Op
„Van Gent als centrumstad valt
zoveel te vertellen. Bijvoorbeeld dat
Lodewijk XVIII er in 1814 zijn hof
houding hield. In het „Hotel van de
100 dagen". Tot aan de slag van Wa
terloo. Het voormalige paleis aan de
Veldstraat is sinds een paar maan
den hotel; de groene zaal, waarin dat
■itukje geschiedenis zich afspeelde i;
•verigens ongeschonden gebleven".
„Hier werd in 1814 ook het vredes
erdrag ondertekend tussen Engeland
en de Verenigde Staten: de Vrede
van Gent, op de vooravond van de
eerste kerstdag. In het huis van graal
1'Hane-Steenhuyse, dat tegenwoor
dig een van Gents vele musea is"
„De onderhandelingen duurden
'eng, zes maanden. En bij de officië
le plechtigheid op 3 januari 1815
verklaarde de latere zesde president
van de States, de zeer puriteinse
John Adams, te hopen dat er nooit
meer oorlog zou zijn tussen Angelsak
sische volken „en helemaal geen oor
log meer in de eerste honderd jaar".
Honderd jaar later brak de eerste
wereldoorlog uit".