Ervaringen rijker, illusie armer Fortuna heerst over Spaiije s kerstfeest «ttrstss: - - Ouders bezoeken emigranten VOOR HALF GELD NAAR AUSTRALIë Aandeel in de winst (Van een onzer redacteuren) ELKE vrijdagmorgen rond zeven uur staan op liet vliegveld van Sydney tientallen Hol landers. Zij wachten op de DC-8 van de KLM. die vrijwel wekelijks een tiental ouders van geëmigreerde kinderen aan boord heeft. In het bloed Weeskinderen CS1M' de Vofe»> DE STEM VAN ZATERDAG 14 DECEMBER 1968 de Romeinen uitmuntten in het or ganiseren van loterijen, stond de go din Fortuna in Spanje nog meer in aanzien dan te Rome. Bij opgravin gen heeft men bewijzen gevonden dat de bewoners van het Iberisch schiereiland al bij het begin van onze jaartelling hartstochtelijke kansspe lers waren. In de middeleeuwen waren de Spanjaarden zozeer aan deze harts tocht verslaafd, dat zelfs geestelijken regelmatig in de speelholen te vin den waren. Koning Alfonso X zag zich ver plicht om een reglement voor speel huizen uit te vaardigen waarbij aan de leden van de kerk dit ongeoor loofde vermaak werd verboden. De Spaanse zedenmeesters hielden preken en kruistochten tegen deze „duivelse gewoonte", maar veel hielp het niet. Het was de Spaanse koning Carlos III die besloot om, aangezien het onmogelijk was de goklust te be teugelen, ze dan maar voor een goed doel aan te wenden. In 1763 liet hij de officiële Spaanse loterij oprichten, waarvan de op brengsten bestemd zouden worden voor liefdadige doeleinden. Zo maakte hij van de gewraakte goklust een soort vrijwillige belas ting en dat was bij de Spanjaarden die aan belasting betalen nog steeds een broertje dood hebben, ongetwij feld een geniale vondst. Maar het was spoedig gedaan met de filantropische strekking van de Staatsloterij toen de regering inzag wat voor een inkomstenbron zij hier had aangeboord. In 1881 ging de regering zelfs nog een stap verder en verbood alle an dere loterijen om zo door een mono poliepositie nog meer vaste inkomsten te verkrijgen. De vette kerstloterij, verreweg de belangrijkste van alle trekkingen van het staatsmonopolie, is een uitvinding van koning Ferdinand VII in de ne gentiende eeuw. Met de loop der ja ren is „el premio gordo" (de vette prijs), steeds vetter geworden tot hij de huidige omvang van 750 miljoen peseta's bereikte. Wanneer men de Spanjaard ver wijt dat hij het belangrijkste feest van het christendom ontwijdt met een heidens kansspel dat door heel wat andere godsdiensten verboden wordt, verweert hij zich als volgt „Zelfs de grootste zondaar kan zijr ziel redden als hij van God genade krijgt. Zo kan ook een arme drom mel uit zijn materiële ellende gerec worden als hij diezelfde genade krijgt die toch ook van God moet komen Als hij geluk heeft in de loterij, dat is dat Gods wil en geen duivels toe val". Heel wat Spanjaarden gaan voot de trekking met hun loterijbriefje naar de kerk en smeken er God en alle heiligen om een beetje geluk en veel peseta's op hun nummer. Het is ook geen uitzondering wanneer zij de een of andere heilige die zij speciaa' vereren een aandeel in de winst voor stellen. En als zij werkelijk geluk hebben, dan voert hun eerste ganf hen naar de kerk om daar een grootst gift achter te laten. De koop van het loterijbriefje vergt een hele ceremonie waarbij het nogal mysterieus toegaat. De Spanjaard die zichzelf respecteert koopt zijn lot van 'n vrouw, want mannen brengen hem geen geluk en vraagt uitdrukkelijk naar een bepaald nummer. Dit num mer is soms een datum, bijvoorbeeld de geboortedatum van zijn eerste zoon, of een nummer waar hij van ge droomd heeft, of zelfs een nummer dat hem door zijn speciale bescherm heilige is geopenbaard. Tenzij hij miljonair is (of bijna), zal hij „zijn" nummer niet in zijn ge heel kunnen kopen. De staatsloterij heeft dit jaar 65.000 nummers ge drukt, die elk tienduizend peseta's kosten, maar deze nummers zijn in tien series herhaald. Dat wil zeggen, als men er van overtuigd is dat de „gordo" zal vallen op bijvoorbeeld nummer 20822, dan moet men tien maal 10.000 peseta's neertellen voor de tien exemplaren van dit nummer in alle series, om op de 21 december de dag van de trekking, 750 miljoer iclas ting vrije peseta's rijker te wor- len. Ongelofelijk als het klinkt is he och een feit dat er ieder jaar wee: heel wat rijke Spanjaarden zijn dit de volle 100.000 peseta's (ongeveei 5000 gulden) neertellen voor een gok je. En niet alleen Spanjaarden, wan' vooral uit Zuid-Amerika komen ei ieder jaar weer duizenden aanvra gen van loterijbriefjes voor de „gor do". Bekend is het verhaal van seno lambo, die op de laatste dag voor dt '.rekking uit Zuid-Amerika naar Ma drid kwam, daar een vol numme: kocht en de volgende dag gewek werd met een hoofdprijs die ook toei d enkele tientallen miljoenen pese :a's beliep. De miljoenen Spanjaarden die nie n staat zijn om zoveel geld te beste den maar zich de kerstloterij voo: geen goud zouden laten voorbijgaan, kunnen „decimos", tiende delen van een nummer en zelfs nog kleinere Ouders, die hun kinderen in geen tien, vijftien of misschien zelfs twintig jaar niet gezien hebben. Ouders die alleen weten hoe ze het maken uit brieven en in het gunstigste geval uit een bezoek dat de kinderen zelf aan Nederland gebracht hebben. Ouden en familieleden van emigranten op weg naar Australië De ouders hebben zich een beeld ge vormd van het leven van hun kinde ren en kleinkinderen uit brieven of uit persoonlijke verhalen. Dat dit beeld niet zal kloppen met de werke lijkheid, dat het té vertekend en té mooi overkomt, behoeft geen betoog. Immers de kinderen die het goed ma ken in het nieuwe land zullen bij voorkeur de prettige dingen schrijven en de rot ervaringen verzwijgen om vooral vrienden en familieleden niet ongerust te maken. Niet zelden ook zullen de kinderen een roze beeld schilderen om zichzelf te rechtvaardigen dat ze een verstan dige stap gedaan hebben met hun emigratie. Ten onrechte wordt de stap van emigratie in Nederland nog al eens beschouwd als een sprong in het duis ter en een beslissing om te emigreren wordt ook niet zelden bekritiseerd met de eeuwige dooddoener: „Waar om zou je vlees op je brood willen hebben, als je je hier kaas kunt per mitteren De ouders die nu in groten getale naar Australië en Nieuw-Zeeland gaan dank zij de goedkopere tarieven (zie hiernaast) zijn lang niet de eer sten. In de drie jaren van mijn verblijf in Australië en Nieuw-Zeeland heb ik honderden ouders van emigranten ontmoet. Sommigen kwamen voor en kele maanden (de ideale tijd), ande ren voor een jaar of langer en een klein percentage vestigde zich perma nent om bij hun kinderen en klein kinderen te blijven. Hun ervaringen liepen sterk uiteen. Ik heb ouders van emigranten ont moet, die met een moeizaam bij elk aar gespaard sommetje naar Austra lië kwamen en door hun zoon of dochter zo volledig uitgekleed wer den, dat ze teleurgesteld en berooid naar Nederland terugkeerden. Ik heb er ook tientallen ontmoet, die zo ver wend werden, dat ze in Nederland te rug niets liever wilden dan per eerste gelegenheid naar Australië of Nieuw- Zeeland terugkeren. Tussen deze uitersten ligt een scala van andere ervaringen, die alle toch wel iets gemeen hebben. In bijna alle gevallen is er de teleurstelling dat de kleinkinderen geen of nauwelijks Ne derlands spreken of verstaan en het komt niet zelden voor dat de klein kinderen opa en oma volslagen nege ren en hen beschouwen als vreemde indringers uit een andere wereld. Dit is natuurlijk herhaaldelijk een punt van wrijving. Conflicten blijven niet uit zij het vaak verzwegen om de lieve vrede te bewaren over de verschillende wijze van leven en vooral over de waardering van mate riële zaken. De Nederlander is geneigd veel waarde te hechten aan luxe spulle tjes, een mooi bankstel, goed keuken gerei, een mooie vaas etc. De Nederlander spaart hiervoor desnoods een hap eten uit zijn mond Hij draait het dubbeltje twee keer om voordat hij het uitgeeft, hij eet twee dagen van hetzelfde vlees en gebruikt vier dagen de jus daarvan, om toch maar met net zo'n mooie ra dio en pick-up te kunnen pronken als zijn buur, zus of nicht. Voor de Australiër is dit allemaal „flauwekul" en de meeste emigranten zijn al snel zoals de Australiërs: zij kopen de appels per kist zodat ieder een zijn gang kan gaan. Of zijn t.v., zijn vloerkleed of bankstel even mooi zijn als die van zijn buren kan hem geen snars schelen. De Australiër is wars van alle sno bisme en opschepperij. Opschepperij en duurdoen een geliefde eigen- schap van de Nederlander is ir Australië een doodzonde. De heer M. Reckman, die „Wij ko men" op poten zette en via deze stichting al 25.000 emigrantenouders naar Australië, Canada en Nieuw- Zeeland liet reizen, vertelde me nog deze week, dat een moeder van 60 slaande ruzie kreeg met haar doch ter in Australië omdat ze de kleer kast niet mocht opruimen. ,,Niet no dig", zeggen ze in Australië. „Opge ruimd is pas netjes", zeggen ze in Holland. Het is niet gemakkelijk alle bron nen van conflicten tussen ouders en hun geëmigreerde kinderen aan te wijzen. Conflicten voortkomend uit commentaar en opmerkingen over de opvoeding van de kinderen en over de regeling van het huishouden zijn niet inherent aan het bezoek van emigrantenouders: zij komen overal voor. Maar in Australië komen zulke dingen harder aan, omdat de Neder lander (in Australische ogen en dus ook in de ogen van emigranten) ui termate bemoeiallerig is. De emigrant is de bemoeizucht ontwend en dus ergert zij hem. Men kan de conflicten tussen ou ders en hun geëmigreerde kinderen ook in een breder perspectief plaat sen. Een emigrant heeft meestal een goede reden gehad zijn land te ver laten en naar Australië of elders te gaan, ofschoon die reden vaak niet te achterhalen valt. Vele Hollanders zijn geëmigreerd omdat zij met „iets" in hun eigen land niet tevreden waren. Zij gingen weg omdat zij te slecht betaald werden, te veel werkloos wa ren, moesten trouwen (en daarmee de „schande" van de familie waren) enz. Zij lieten een maatschappij met een sociaal patroon achter, dat hen frustreerde. Veel emigranten zweren bij hun /ertrek uit Holland, dat zij het „Hol- andse patroon" nergens op de wereld neer zullen accepteren. Als de emigrant pas in Australië is, lijkt hem dat patroon bekend van üuropa, maar hoe langer hij er is, hoe meer hij ontdekt dat de nieuwe maatschappij en het Australische ka rakter weinig of niets met Europa te makken hebben, maar alleen maar typisch Australisch zijn. Je verwon dert je er steeds weer over, dat Aus tralië, waar uiterlijk tot in alle uit hoeken de Europese invloeden zicht baar zijn, zo'n sterk eigen karakter heeft. Het is zelfs zo sterk, dat de voortdurende golven van Europese emigranten nauwelijks in staat zijn dit te veranderen. Integendeel, de emigrant wordt meedogenloos ge past in het Australische karakter. Het leert zich onmiddellijk kennen in zijn soldaten en dichters, in zijn cricketspelers en politici: eerder ruw dan hard, vriendelijk maar niet ver draagzaam, een mild, sceptisch en een beetje simplistisch karakter. Een Australiër voelt zich snel beledigd, maar hij is nooit te laat een ander te beledigen. Hij staat altijd klaar om op de vuist te gaan, maar wie ook, altijd zijn medemens in nood helpen. De grootste deugden van de Austra liër: zijn moed en bijna kinderlijke openhartigheid. Zijn slechtste karak tereigenschap is zijn agressiviteit, die zich uit in woord en daad. Het Au»» tralische karakter lijkt op dat van John Buil zoals wij hem gezien heb ben in onze schoolboeken. In de emigrant zal men veel van het Australische karakter herkennen: hij is Aussie met de Aussies, hij heeft de Australische maatschappij geac cepteerd en is gelukkig. Bezoekende ouders, zeker als zij lang blijven, zul len de emigrant aan dat oude maat schappelijke patroon met (voor Aus tralische begrippen) al zijn burger lijkheid herinneren, dat de emigrant pijnloos heeft afgezworen. Daar zijn twee werelden, een gemakkelijk» bodem voor conflicten. Dit zijn schaduwzijden van een ouderbezoek. Maar de zonzijde is e* ook. M. Reckman: „Als de ouders de taal een beetje spreken, komen zij meestal voldaan uit Australië terug. Zij kunnen hun ervaringen vaak niet direct onder woorden brengen, maar na een jaar komen zij vaak weer bij mij met de mededeling, dat zij voor een tweede keer willen gaan. De zon zijde van zo'n ouderbezoek is het bij eïkaar zijn, het ophalen van oude herinneringen en het uitwisselen van ideeën en ervaringen." Er is meer: het gezamenlijk ge nieten van het heerlijke weer, het gezamenlijk op vakantie, op tochten, picknicks en naar de „outback" gaan. Het gezamenlijk genieten van de wel gesteldheid waarin de kinderen meestal verkeren, van het contact met vrienden die zij gemaakt heb ben, van het contact met een ander» omgeving, een ander beschavingspa troon, een ander levenspatroon. Dat is de zonzijde voor de ouders, als zij zich willen openstellen voor dat heerlijke land en niet met het vooringenomen idee komen, dat „bei uns alles besser" is. Wie kroketten wil eten uit automa ten, zuurkool met worst of wie sneeuw wil zien met de kerst, moet niet naar Australië gaan. Maar als hij vriendelijk is, gemakkelijk in de omgang en zijn kritiek uit zijn ba gage laat, zal na een bezoek aan „Down Under" niet alleen ervarin gen, maar ook een illusie rijker zijn. A.T. M. RECKMAN voor tweede keer (Van een onzer redacteuren) Het Kerstfeest, de viering van de geboorte van het Kin- deke Jezus, leidt in Spanje tot een ontploffing van volks vreugde. De Spanjaard viert de Eerste Kerstdag wel met een meestal overdadig eten in de familiekring, maar verder deelt hij zijn vreugde met vrienden en kennissen en brengt hij lange uren door op le versierde straten. Het Spaanse karakter komt alleen n een ingetogen stemming in het langezicht van de dood, en van de •hristelijke hoogtijdagen wordt alleen 3asen met droeve plechtigheid ge gierd. De „Navidad" daarentegen is ■en ogenblik van vrolijkheid en ge- uk. Iedere Spanjaard hoopt ook dat de eerst hem „goed geluk" zal brengen, vant in het oer-katholieke Spanje is ■én van de traditionele onderdelen /an de „fiestas en Navidad" de lote- -ij, die ongetwijfeld van heidense af- vomst is. „El gordo de Navidad", de trote kersttrekking, houdt weken •óór en na Kerstmis miljoenen Span aarden bezig. Geen wonder, als men bedenkt dat le „gordo", de hoofdprijs, het lieve iedrag beloopt van 750 miljoen pe eta's (ongeveer 37 miljoen gulden). Het gokspel zit de Spanjaarden in het bloed en reeds in de oudheid, toen aandelen in een lot kopen. Zo biedt het syndicaat van nachtwakers in alle Spaanse steden „participaciones", aandelen, voor 5 en zelfs voor één peseta aan. Menige arme Spanjaard, die eigen lijk geen geld voor kansspelen heeft, kan de laatste avond voor de trek king de verleiding niet meer weer staan en koopt bij de nachtwaker die hem de huisdeur opent nog snel een participacion" van enkele peseta's. Op de 21e december wordt er ner- jens in Spanje gewerkt. Vanaf het voor Spanje onmenselijk vroege uur van 's morgens negen zit iedereen om het radio- of televisietoestel ge kluisterd en luistert nerveus naar de rillende stemmetjes van een paar veeskinderen in Madrid. Want in Spanje, het land der tegen- tellingen, eist de gewoonte dat juist legenen die verstoken zijn van het hoogste goed, een eigen gezin, op deze koude decemberdag met gulle hand 1niljoenen peseta's verdelen. Het zijn ie weesjes van het San Ildofonso te huis in Madrid die voor de microfoons mn de staatsradio en -televisie de >ummers uitzingen waarop de prij- en vallen. Heel Spanje is dan in hoogspan- ting tot het moment waarop over- laande kinderstemmetjes aankondi- len: „Nummer zus-en-zovijfen- eventig miljoen pesetas". Dan breekt er in vele gezinnen een vilde vreugde los, die het grootste leluk en de meest uitbundige vrolijk heid voorspelt waarmee een Span jaard ooit de komst van het kerst kind heeft gevierd. JN' twee DC-8 machines van de KLM en Martin Air Holland zijn vorige week voor iets meer ten de helft van het normale tarief, een kleine driehonderd ouders en andere familieleden van emigranten van Schiphol naar Australië vertrokken. Met deze chartervluchten slippen le reizigers door een strak ge spannen net van luchtvaart-res tricties, dat tot doel heeft het prijspeil te beschermen. Charter vluchten mogen voor 50 tot 60 procent van het normale lijn- tarief worden georganiseerd als Ben aan de volgende drie voor warden, gesteld door de I.A.T.A. 'de internationale organisatie dor luchtvaartmaatschappijen) voldoet de reizigers moeten minstens een half jaar lid zijn van de vereniging, die de reis organiseert; de vereniging mag het or ganiseren van reizen niet tot doel hebben; de vereniging mag niet meer dan 20.000 leden tellen. "et is al lange tijd een merk waardige zaak geweest met die chartervluchten naar Australië, o regering in Canberra heeft #t 1968 nooit grotere kortingen "egestaan dan tot dertig pro- "en' van hot normale viiegtarief. p ragering in Canberra kreeg Ioveel klachten over haar harde °™"ig ten aanzien van lucht- arieven, dat zij tenslotte zwieht- ,1 T00r de wensen van de emi- 'rauten. Jfld normale tarief voor een re- r"tacht naar Sydney bedraagt gulden. De Vereniging „In- °*op Kontakt", die vorige reis voor de emigran- organiseerde, bracht A39 passagiers per persoon "•'den in rekening als het waren van emigranten en guiden voor andere fami- Aflet kwam vrijwel over- het 'artef van „Vredes- met Alle Landen", de "lglnS van Reckman, die de vereniginsen orga- na,. .^dkope „vluchten" ÜUe v, katholieke vereni- vij, ""ders en familieleden Remigreerden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 29