BAAL CROWN )RSELEIN a: Mm J. de Maat Commentaar Eerlijk begin van moeilijke dialoog RUSLAND EN V.S. BLIJVEN ZOEKEN NAAR ELKAAR VOORTREFFELIJK CHRISTENEN EN MARXISTEN: PARTNERS VAN MORGEN? SïaS DR. CORN. VERHOEVEN R SNEPPEN slgeschenken TIJDSKLEDING! ERSPORTKLEDING f BUT Paniekvoetbal Goed initiatief tsróport gaat 1/ in Schuh) liddelen anten uien T.V.-ELECTRA ERA's ESTELLEN )JEKTOREN ARTIKELEN [Rationele motieven boven rancune en idealen DE STEM VAN ZATERDAG 14 DECEMBER 1968 23 EN - TELEFOON 3203 en Ski-schoenen ist NITUREN naf ISCH BUREAU ON 2028 TERNEUZEN vv v v v v HHWHi t, X J - WANTEN - MUTSEN icht collectie reeds vanaf f 98,50 rtering UIDLANDSTRAAT 32 DELFTS BLAlIff ELEIJNE FLES" PU 32 reef 25 - Tel. OU»» PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEWNGEN PE'yNGIM.|N^E^ PEILI llNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PnLNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIUNOt w PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „.PEILINGEN,PEILINGEN .PEILINGEN P^NGEN PEIÜNGEN Ptiuu^ PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENKEILIINVJC Mi andaag vergadert het centrale comité van de AR-partij. Het voor- Vnaamste onderwerp van gesprek is de brief, die de voorzitters van de KVP, AR en CHU in onderling overleg hebben opgesteld over de menwerking van de confessionele partijen bij de gemeenteverkiezingen r die om Provinciale Staten in 1970. Deze brief is „uitgelekt". Er is grote fining door ontstaan bij de AR-radioafen. „Wij voelen ons verraden", heeft |een van hun voormannen gezegd. Anders dan de radicalen die in de KVP zijn gebleven, hebben de radi- Ijjlen in de AR zich bij voortduring zeer kritisch opgesteld ten aanzien vm de samenwerking tussen de drie grote confessionele partijen. Er is Leen over samenwerking te praten hebben zij steeds gezegd, als voor- Lin overeenstemming is verkregen over een vooruitstrevend program. AR-leiding heeft dit standpunt overgenomen. Desondanks blijkt zij Spreid nu al met de KVP en CHU in zee te gaan hoewel over de te volgen ■politieke lijn nog grote onduidelijkheid bestaat. Geschrokken van de felle I reacties van de radicalen in eigen kring heeft AR-voorzitter Veerman zich iehaast te verklaren, dat net hier nog slechts om een ontwerp-brief gaat en dat de samenwerking slechts betrekking heeft op de Provinciale Staten m de gemeenteraden. Een kind in de politiek kan echter aanvoelen, dat Isamenwerking op gemeentelijk en provinciaal niveau van verstrekkende I invloed moet zijn op de kamerverkiezingen van 1971. Heel deze gang van zaken doet sterk denken 'aan de t.v.-surprice van llisdieleiders Schmelzer, Biesheuvel en Mellema. Toen werd, terwijl het Igesprek binnen de KVP met de Bogaers-radicailen nog gaande was, ook {plotseling de CDU-gedachte tot hoogste ideaal verheven. Misschien is het dat wel. Het geloof er in zou evenwel gemakkelijker worden als de politieke voormannen in het christelijke kamp zich wat minder van slimmigheidjes zouden bedienen. $jt> 'h K- an de laatste stunt van de confessionele partijen moeilijk worden aan gemerkt als een positieve bijdrage tot het verschaffen van meer politieke duidelijkheid, de wijze waarop ter linkerzijde de politieke Isamenwerking van de grond komt roept ook allerlei vragen op. Terwijl de leiding van D'6ó toenaderingspogingen van PvdA en PPR Ibeslist afwijst worden toch hier en daar voorbereidingen getroffen voor de Ivorming van een linkse concentratie op gemeentelijk en provinciaal [niveau. Hier geldt hetzelfde als ten aanzien van de confessionele partijen: de basis voor zo'n samenwerking ontbreekt, want ook „links" is het onder- ling nog niet over een program eens geworden. Al deze samenwerkingsactiviteiten worden ongetwijfeld door enthousias me voor de (eigen) goede zaak ingegeven. Maar hoe ervaren de kiezers t alles? Het zou ons niet verwonderen apls die wel eens de indruk zou- Iden hebben, dat door politici paniekvoetbal wordt gespeeld. Velen hebben het gevoel, dat zij geen vat meer hebben op wat zich rond hen afspeelt. Behalve op vele andere terreinen geldt dat vooral ook ten aanzien van de ontwikkelingen in de katholieke kerk. [Ook datgene, wat in de onmiddellijke omgeving gebeurt, wordt steeds als onbegrijpelijk ervaren: priesters treden uit hef ambt en zijn later I weer werkzaam als godsdienstleraar zonder dat bijvoorbeeld de ouders van de leerlingen van de betrokken scholen de mogelijkheid hebben in road daarop uit te oefenen. Dat wekt gevoelens van wrevel. Wrevel, die al leel gemakkelijk omslaat in tegenwerking of ongeïnteresseerdheid. Het is daarom verheugend, dat het schoolbestuur van de Roncallicollege !r Bergen op Zoom heel nadrukkelijk de ouders heeft ingeschakeld bij het I nemen van een beslissing over het al dan niet aanblijven van de heer Chr. vin Beek als godsdienstleraar aan deze school. De heer Van Beek, die ook '"aderafor van de school was, heeft dispensatie gevraagd om van zijn -ahbaatsgelofte te worden ontheven, Op deze wijze wordt aan de ouders èn inspraak gegeven èn de mogelijk om zich concreet te verdiepen in hedendaagse kerkelijke problemen. e! s te hopen, dat zij van deze kans maximaal gebruik maken. „Men kan de huidige situatie van de marxisten vergelij ken met die van de christenen en daarin een merkwaardige, aangrijpende overeenkomst zien. De christenen weten, dat het thans om heel wat meer gaat dan om het louter in stand houden van kerkelijke instellingen, tradities en ordeningen. Zij beginnen te streven naar vernieuwing van het geloofs leven, naar een beter begrip voor de mens in zijn tegen woordige nood. Zij gaan zoeken naar nieuwe wegen voor hun verantwoordelijkheid en werkzaamheid in de heden daagse wereld. Bij de marxisten gebeurt iets analoogs. Na tientallen jaren van socialistische opbouw zien zij nu duidelijker dat de mens meer is dan alleen maar een produkt van natuur, geschiedenis en economi sche situatie. Hij is niet alleen een passief radertje in het mechanisme van de wereld, maar een werkende, vormgevende, scheppende per soon, die door zijn werk, zijn denken en zijn verantwoordelijkheid een stempel drukt op de nieuwe levenssituatie en richting geeft aan de geschiedenis Men kan het nauwelijks toevallig noemen, dat juist een Tsjech (dr. Josef Hromadka) met deze consta tering zijn bijdrage leverde aan een serie uitzendingen van de radio-om- roep van Zuidwest-Duitsland over de dialoog tussen christenen en marxis ten. Zijn woorden kregen de afgelo pen maanden door zeer dramatische gebeurtenissen accent. De anti-dogmatische opstelling van de Tsjechische communisten en hun verzet tegen verharde partij disciplines waren voor het dogmati sche Kremlin aanleiding tot 'n merk waardige strafexpeditie. Maar ook in de kerken gordde angstige be houdzucht zich aan tegen een den ken en handelen, dat achter conven tie en traditie de kern tracht te her vinden van de eigen levensbeschou wing. Het alternatief christendom of marxisme blijkt voor velen niet meer als een absoluut alternatief te worden aanvaard. Vandaar dat nu een discussie mogelijk is geworden, die enkele jaren geleden nog als vol strekt nutteloos en zelfs als hoogst gevaarlijk van de hand werd gewe zen. En het zijn gelukkig niet de ge- ringsten die er aan deelnemen. Het Anthosboekje", waarin de recente ra diogesprekken tussen christenen en marxisten in Nederlandse vertaling gebundeld zijn heeft een voorwoord meegekregen van dr. A. van Leeu wen. die terecht constateert, dat 'n werkelijke dialoog tussen christen dom en marxisme nog maar nau welijks is begonnen en dat de ont moeting nog pril en tastend is. Hoe zou het ook anders kunnen, zegt hij, na ruim honderd jaar van mas sale vervreemding en onverhulde vij andschap en te midden van de nog al tijd werkzame, in twee richtingen gaande stroom van argwaan en ver dachtmaking? Degenen, die aan het gesprek heb ben deelgenomen gaan overigens niet van de illusie uit, dat met het wegnemen van die argwaan ook de wezenlijke tegenstellingen worden geliquideerd. Ze huldigen wel het standpunt, dat er ondanks die niet te negeren controverse 'n gelijkgericht heid van streven is, die het gesprek meer dan rechtvaardigt. De Italiaanse marxist Cesare Lu- porini zei het als volgt: „Wij actie ve marxisten, vormen een wezenlijk deel van de moderne wereld. Als men niet met ons in discussie treedt zal de dialoog van de religieuze mens met de moderne wereld krachteloos en uiteindelijk illusoir zijn. Natuur lijk vormen de religieuze mens en de marxistische mens twee uitersten minstens gezien vanuit religieus standpunt. Maar het komt er op aan te zien hoe wij deze spanning bele ven: of het mogelijk is de onnodige harde kanten ervan en de misver standen, din in 't verleden zijn opge hoopt, uit de weg te ruimen; of het mogelijk is die spanning te vermin deren en op een hoger niveau om te zetten in een gemeenschappelijk streven, dat er op gericht is iets po sitiefs en vruchtbaars uit te halen met betrekking tot de ernstige pro blemen waar tegenover de mens zich op de dag van vandaag gesteld ziet Het gesprek tussen christenen en marxisten mag. zoals een van de deel nemers het uitdrukte, geen euforie van goede wil worden, die de tegen stellingen verdoezelt. Wel een po ging om valse tegenstellingen te ont maskeren. De Amerikaan Ernest Moss laakte in dit verband de op vatting als zou de marxist alleen voor aardse en de christen voor bo venaardse belangen strijden. Op het eerste gezicht, zei hij, lijkt deze tegenwerping hout te snijden. Maar toch: het marxistische ideaal van de vrije mens, die in een recht vaardige maatschappelijke orde leeft, is een algemeen menselijk ide aal. Van de andere kant is een om schrijving van het christendom met uitsluitend bovenaardse doelstellin gen niet meer onbeperkt te verde digen in het licht van de moderne theologische inzichten en de groeien de opvattingen van de kerk over zich zelf als kerk. In hun denken over mens en menselijkheid vinden par tijen elkaar. De deelnemers aan het gesprek, onder wie ook de katholieke theoloog dr. Johann Baptist Metz, misken den overigens niet de kloof, die er nog altijd is tussen theorie en prak tijk. Men kan het over de noodza kelijkheid van de dialoog eens zijn en desondanks tot onmacht worden ge doemd. Bijvoorbeeld wanneer een van beide partijen de mogelijke conse quenties ervan als een dodelijk ge vaar ziet voor eigen leerstelligheid en met politieke of administratieve middelen de tegenpartij tracht te bestrijden. De Pool Janusz Manows- ki signaleerde in dit verband de wei gering van kardinaal Alfrink, tij dens het concilie, om een program van politiek anti-communisme te aan vaarden. „De kerk", zei hij, „kan niet an ders dan zich op het terrein van de filosofie en bij de omschrijving van de laatste doelstellingen van het men selijk leven op aarde opstellen tegen het atheïsme, maar deze opstelling mag geen strijd tegen het atheïsme op politiek terrein met zich meebren gen". Omgekeerd zei hij e enevolutie in het marxistisch denken te con stateren, voorzover het kritischer wordt tegenover zichzelf en geen ge noegen meer wil nemen met simplis tische oplossingen. Beide partijen bleken er overigens van overtuigd dat een enkele zwaluw nog geen len te maakt en dat men eikaars opvat tingen en intenties nog maar ai te vaak met de botte bijl te lijf gaat. Een van de deelnemers sprak, aan het einde van zijn debat, zijn onbe hagen hierover uit. „Wanneer wij de socialistische maatschappijen be kijken", zei hij, „wordt het christen dom daar in onze tijd wel geduld, maar als regel en in de dagelijkse praktijk wordt het altijd beschouwd als een grootheid uit het verleden". Op de vraag hoe, anderzijds, de verdraagzaamheid tegenover het mar xisme in 't westen vergroot zou kun nen worden, antwoordde de West- duitse' professor in de theologie Hel mut Gollwitzer, dat beide partijen een zware ballast uit het verleden meeslepen. De christenen, zei hij, voelen zich geschokt door 't aanvan kelijk totaal onverzoenlijk naar voren gebrachte „neen" van het marxisme tegenover de religie en door de ruw heden van de revolutionaire strijd, „waarbij wij natuurlijk wel vergeten dat het geweld ook in de christelijk- westerse geschiedenis een belangrij ke rol heeft gespeeld en dat de chris tenen de oorlog niet afgewezen, maar als middel gebruikt hebben". Hij gaf als zijn mening dat men moet ophouden het wezen van de gesprekspartner te beoordelen naar de historische ballast die hij mee draagt en dat men die partner de kans moet geven boven de ballast van zijn eigen geschiedenis uit te groeien. En daarmee kreeg dit gesprek, dat in dezelfde beperkte kring zal wor den voortgezet, zijn voorlopige afron- Bezorgdheid om de mens en zftn toekomst. ding. Het zou uiteraard kortzichtig zijn er op korte termijn solide con clusies, laat staan harde resultaten, van te verwachten. Maar het zou nog veel kortzichtiger zijn de discus sie af te wijzen ais een weliswaar boeiend, maar nutteloos academisch debat. Voor wie hieraan twijfelt is het wellicht nuttig eens na te denken over een uitlating van de Fransman Roger Garaudy. Hij zei: „De toe komst van de mens zal niet kunnen worden opgebouwd tegen de gelovi gen in, zelfs niet zonder hen. En de toekomst van de mens kan niet tegen de marxisten in opgebouwd worden. Zelfs niet zonder hen". J. VERDIESEN. -ft Partners van Morgen. Uitgeve rij In den Toren, Baam siJ W.eer en'ge keweg'ng in de betrekkingen tussen oost en west nulS 'n auSustus na de bezetting van Tsjechoslowakije tot het puk' waren gedaald. Nog maar een goede maand geleden wekte as beradenheid der NAVO-ministers (inclusief de kritische Cana- tteent ,v!nt''nav'brs en zelfs de afzijdige Fransen) bij de goege- len)11 nn'haire en politieke rapport niet heeft kunnen Ie- iJ-, de 'ndruk, dat de situatie heel wat verontrustender was m feite het geval was. nuances Mth 2^n er nogal wat Tal van J^btbaar aan het worden. Moskou J n?n wijzen er op dat het on" k voort te Saan •ver do 8 prek met Washington minderingWapenbeheersing en "ver" lingen zij"^1 Zeer recente ontwikke- Arnehkaanal'entKman'er waarop de ase minister van buiten- ie tCw UUlbtfli- ÏTJe teleriri-" -(namelijk !iin ve a Hebbi Joegosl «lekk4!eÏNdie, dit hadden Taten -- t„i iVUöft vnamenjK NAVo 7;!ü .lsle). ontkende dat de k t ^MeSla"ië - Roemenië- D< ziln verplichtingen min" oi uitgebreid tot Oos- Een rust die nogal afstak bij de op hef die de Westeuropese pers er van maakte. De geleidelijke vermindering van de spanning in de Middellandse Zee door een toevallig lijkende inkrim ping van de Sovjet-vloot. De belofte alle steun te zullen verlenen aan een vreedzame oplos sing in het Midden-Oosten, gepubli ceerd in de Pravda van 3 december in bewoordingen die blijkbaar tevens een waarschuwing inhielden aan het adres van de Arabieren dat zij niet op Sovjet-steun hoeven te rekenen als zij een nieuwe oorlog tegen Israë' '.ouden beginnen De even merkwaardige als hard nekkige geruchten als zou president Johnson nog voor zijn aftreden een onderhoud hebben met premier Ko- sygin. (In zijn eerdergenoemde tv- optreden weigerde Rusk de mogelijk heid van deze ontmoeting uit te schakelen, hoewel hij ook zei dat er ,op dit moment geen concrete plan nen zijn".) Berichten als zouden de Russen van hun kant achter de schermen ai weer aandringen op verdere bespre kingen over een afremmen van de o - Dirno„ ï- - bewapeningswedloop. j:'( "ravda eenma=i i .,varen' naciat De behoedzaamheid (althans naar ee8 Amerikaans Besteld dat buiten toe) welke het Kremlin aan e provocatie was. de dag legt ten aanzien van Roeme en n "«-avjci, laucj zei wl sk' waren „idioten" et tiet van l164 nadruk dat men etondanks SS?*84?8" te kiiken als Van een toenla sprake zal zijn West>8 de knn?eijng tussen °°st en De "mende tijd. Van ierughoudendihedt Iens He NAvnr-aCtie-op de vo] 8'8g van de verho feiten. De verfcl 1J militaire bud ?eiensiebU(w j?.lag van het Sovjet De6? geraemde. aanmerkeliJk ^6dkaanseWa?™nd|r Moskou twee Zwarte zep KJ°^edobootjagers de Prn«,j. blnnen liet VnrAn nië en Joegoslavië na een reeks dui delijke en onheilspellende dreige menten. Een tenslotte: een van de meest frappante ontwikkelingen, namelijk de hetze tegen Engeland, al enige tijd bespeurbaar in de Sovjet-pers, en op 4 december culminerend in een grim mige protestbrief aan het adres van de Britse regering waarin zij werd beschuldigd van grove aanvallen op de Sovjet-Unie en van een militaris tische politiek in de NAVO. Waarne mers beschouwen dit volkomen nieu we verschijnsel in de Sovjet-politiek als een van de duidelijkste aanwijzin gen dat Moskou terwijl het de pro pagandistische teugels gevierd laat toch de verbindingslijnen met Wash ington wil open houden en verster ken. Londen fungeert dan als schijn- doel, zoals destijds Albanië, toen het de feitelijk voor Peking bedoelde fi lippica's van het Kremlin over zich heen kreeg. De Verenigde Staten zijn nu een maal de dominerende factor in de westerse politiek. Via Engeland kan de Sovjet-Unie rustig zijn kritiek en rancune spuien, zonder de belang rijkste macht in het westen al te zeer voor de voeten te lopen. Hoofddoel van het Kremlin schijnt zoals gezegd te zijn, te kunnen praten over het afremmen van de be wapeningswedloop. Als dit het Russische antwoord is op de stellingen die de in januari in functie tredende president Richard Nixon heeft verkondigd en waarin hij krachtig gesteund schijnt te worden door zijn minister van defensie Mei vin Laird, namelijk dat een kern- wapen-overwicht voor de V.S. van overwegend belang is, dan heeft het Kremlin op een wel zeer handige ma nier het initiatief in handen geno men. Nixons stelling is alleen maar goed voor het opvoeren van de bewa peningswedloop Dat de Sovjets overigens het oog al lang gericht houden op de nieuwe president mag ook blijken uit de haast vriendelijke manier waarop zij over hem spreken. Dat is wel anders geweest Dit alles mag meer lijken te zijn dan de verbijstering van augustus toestond te hopen; illusies maken moet men zich niet. Op de eerste plaats gaat deze vorm van „ontspan ning"-ten koste van de naar grotere vrijheid strevende krachten in de Sovjet-Unie zelf en in de overige Oosteuropese landen, Tsjecho-Slowa- kije voorop, zoals deze week maar te pijnlijk is gebleken. In Oosteuropa en in Rusland is het weer koud gewor den en niet alleen omdat het winte is. Roemenië voelt zich onbehaaglijk heeft toegestemd in de Warschau pactoefeningen op Roemeens grond gebied (iets wat tot voor kort stel selmatig werd geweigerd), heefi voorts beloofd trouw mee te werken in het Warschau-pact en in de Co mecon. Joegoslavië, dat tot voor kort bloo! stond aan brutale Sovjet-intimidatie voelt zich ook al niet prettig onder de vriendelijkheden die Moskou plot seling uitstort over de jubilerende re publiek. Tito, helemaal vergeten dat hij na de overval op Tsjechoslowakije een van de felste critici van het Rus sische gedrag was, zegt in zijn rede voeringen dat het toch maar jammer en ook ten onrechte is dat van be paalde zijde de internationale gevol gen van de invasie in Tsjechoslowa kije worden „overgedramatiseerd". De vriendelijkheid van de Russen en hun gematigde toon belooft be paald geen rust in de Oosteuropese situatie. Eerder schijnt het dat het Kremlin het over een andere boeg heeft gegooid en zal trachten zoals voorheen al zo vaak geprobeerd is de wat onafhankelijker opgestelde Oosteuropese regimes met politieke middelen te ondermijnen. Dat kan grote gevaren met zich meebrengen want een bevolking van een land als Joegoslavië zal weinig geneigd zijn toe te staan dat de klok wordt teruggezet. In Tsjechoslowakije, dat thans voor het Kremlin als proefterrein geldt, neemt het verzet van de arbeiders tegen het opnieuw afschaffen van pas verworven rechten (b.v. Dr. Ota Siks arbeidersraden) hand over hand toe. En het is bekend dat de Sovjets ge makkelijk geïrriteerd raken. Een nieuw Praag blijft mogelijk. Dus van werkelijke ontspanning zal voorlopig wel geen sprake zijn. Het ontbreekt Moskou niet aan po litieke wapens in dit Balkangebied waar geen land te vinden is zonder belangrijke etnische minderheden die hun verwanten hebben in aangren zende staten. Tenslotte', de wens van Moskou om te praten over beperking van de wa penwedloop wordt waarschijnlijk niet ingegeven door pure vredelievend heid of idealisme, maar eerder door het louter rationele motief dat de fi nanciële lasten ervan bijna ondraag lijk zijn, zelfs voor een groot land. Een vermoedelijk alleen om deze re den ook zou Nixons Amerika er eventueel mee willen instemmen. W. KOCK Misschien is er niemand die be grijpt wat ik nu ga opschrijven. Dan sta ik voor aap, maar het gaat gelukkig om een kleinigheid. Er zijn namelijk een paar woor den waar ik niet goed tegen kan en die mij soms kippevel bezor gen. „Bewindsman" is er een van. Ik heb de illusie dat dit zon der verdere uitleg duidelijk is. Maar hoe moet ik overdragen wat er bij het woord „voortref felijk" in mij omgaat? Laat ik maar proberen de effecten op te stapelen. Vooreerst is er de sa menstelling van dit woord die in mij steeds weer een aan huiver grenzende verwondering teweeg brengt. Het heeft kennelijk te ma ken met „treffen" dat zoiets als „raken" betekent. We vinden dat ook in: betreffen, aantreffen, over treffen, samentreffen. Na deze 5- voudige herhaling gaat er al iets in ons schiften, maar dat is bij elk woord zo en bij iedereen die niet hopeloos ongevoelig is voor de willekeur van de taal. „Tref fen" is een raar, enigszins wreed klinkend woord en „voortreffe lijk" is een vrij ondoorzichtige sa menstelling daarvan. Zo als „voor naam" ongeveer betekent „wat vooraan, op de eerste plaats ge nomen wordt" en dus bestaat uit een voorzetsel en werkwoordelij ke afleiding, zo kan „voortreffe lijk" wel vertaald worden als „wat al onmiddellijk, bij de eer ste kennismaking opvalt en treft". Maar met deze poging tot uitleg is het woord niet vanzelfsprekend en heel gewoon geworden. Want woorden worden bepaald door het op school tegenkomen, meer spe ciaal in Griekse en Latijnse leer boeken. Het figureert daar te mid den van voetknechten, winter kwartieren, optrekken, bondge noot, vermetelheid, verschaffen, maaltijd, beminnen en meer van zuike gymnasiumwoordjes. Alleen al hierdoor krijgt het 'n oubollige standing over zich die het zo uiter. mate geschikt maakt voor grappi ge stukjes in het schoolblad en voor toffe conversatie in het ver dere leven. „Het smaakt voortref felijk" of ,,U heeft me daar een voortreffelijk kopje koffie ver schaft" zeggen we niet als we helemaal in onze gewone doen zijn, maar alleen als we menen eens extra te moeten uitpakken: zielig kneuteren op de rand van de in-groep, daar bij willen horen en er toch niet al te trots op wil len zijn. zoiets is het. Er ligt een kleine humor over dit woord die wij thuis voor eigen gebruik altijd „kantoor-humor" noemen. Al klinkt die naam een beetje pijnlijk, ik weet zo gauw geen betere. Het mag ook „school- humor" zijn, want meisjes die „ajuus" tegen elkaar zeggen doen er ook aan. Deze humor is kern- merkend voor mensen met een bepaalde ontwikkeling die te groot is om ze ongeschoold en te klein om ze intellectueel te noemen. Sommigen worden in die midden positie heel gek en tof. Zij maken een in-groepje onder mekaar waarin zeer speciale kwinksla gen circuleren in 'n soort geheim taal. „De groenten" zeggen ze in plaats van „de groeten" en „ofci- gebruik; wie op de afkomst gaat letten, kan altijd wel iets raars vinden en zijn zogenaamde ver wondering krijgt dan iets kunst matigs en goedikoops. Ik heb tegen deze bekoring ge vochten, maar het hielp niets. „Voortreffelijk" blijft een vreemd woord, ook afgezien van zijn af leiding. Zelfs de buitengewoon moeilijke plaatsing van de her haalde letter r in dit woord, waar door het aanspraak maakt op een bijzonder nadrukkelijke en bijna plechtige uitspraak, verklaart niet voldoende. Maar ik geloof wel dat zij van belang is. Niet alleen im mers door zijn herkomst valt het woord op, maar ook door zijn uit spraak. Daardoor wordt het een nadrukkelijk woord dat op zich zelf al een overtreffende trap is. Een simpel woord als „goed" kan dit nooit bereiken. Het is er veel te gewoon voor en te gemakkelijk uitspreekbaar. Om in de boven laag van de taal terecht te ko men is ai gauw een minimum van drie lettergrepen en een combina tie van een paar niet te gemakke lijke medeklinkers vereist. Het is iets als een dubbele naam. De nadruk in betekenis wordt mede veroorzaakt door een inspanning bij de articulatie. Ik maak nu een kleine sprong en zeg dat de nadrukkelijkheid van dit woord ook te maken heeft met status en scholing. Het is van adel omdat het een beetje moeilijk is. „Voortreffelijk" is een echt boekenwoord of, nauw keuriger gezegd, een woord dat we bij voorkeur in woordenlijsten do" in plaats van „okee". Ik zou daar graag eens 'n lijstje van aanr leggen. Van alle groeperingen is deze het die het vurigst hengelt naar de nieuwste stopwoorden en buitenlandse termen. Als gretige taai-consumenten klasseren zij zich daarmee in een laag die zij als maatschappelijk hoger en meer creatief beschouwen, zetten zij zich als groep af tegen de in hun ogen minder ontwikkelde arbei ders en cultiveren de illusie van onderlinge saamhorigheid die im mers in 'n groepstaal zo voortref felijk tot uitdrukking komt. Hier in past ook dit fraaie woord, het woord „fraai" trouwens niet min der. Het schept dank zij z'n een voudige geleerdheid 'n distantie waarin zelfs 'n overtreffende trap nog afgezwakt wordt. Want 't is de chic van de consument 'n ver wende consument te zijn. „We hebben ons voortreffelijk geamu seerd" betekent dan: we hebben genoegen genomen met wat er was, al was het voor ons niveau natuurlijk wel een beetje te min. „Voortreffelijk" is een woord voor kenners die niet vervelend willen doen tegen mensen die het niet kunnen heipen dat ZÜ geen kenners zijn. Als ik b.v. ober was zou ik het niet onverdeeld pret tig vinden, wanneer mijn klan ten het bier of de biefstuk „voor treffelijk" zouden noemen. Toch kan niemand beweren dat het niet vriendelijk genoeg klinkt. Meer dan een overtreffende trap kan niemand verlangen. Maar dat is nu juist zo moeilijk uit te leggen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 19