BAAL
CROWN
)RSELEIN
a: Mm
J. de Maat
Commentaar
Eerlijk begin van
moeilijke dialoog
RUSLAND EN V.S. BLIJVEN ZOEKEN NAAR ELKAAR
VOORTREFFELIJK
CHRISTENEN EN MARXISTEN: PARTNERS VAN MORGEN?
SïaS
DR. CORN. VERHOEVEN
R SNEPPEN
slgeschenken
TIJDSKLEDING!
ERSPORTKLEDING f
BUT
Paniekvoetbal
Goed initiatief
tsróport gaat 1/
in Schuh)
liddelen
anten
uien
T.V.-ELECTRA
ERA's
ESTELLEN
)JEKTOREN
ARTIKELEN
[Rationele motieven boven rancune en idealen
DE STEM VAN ZATERDAG 14 DECEMBER 1968
23
EN - TELEFOON 3203
en Ski-schoenen
ist
NITUREN
naf
ISCH BUREAU
ON 2028
TERNEUZEN
vv v v v v
HHWHi
t,
X
J - WANTEN - MUTSEN
icht collectie
reeds vanaf f 98,50
rtering
UIDLANDSTRAAT 32
DELFTS BLAlIff
ELEIJNE FLES"
PU 32
reef 25 - Tel. OU»»
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEWNGEN PE'yNGIM.|N^E^ PEILI
llNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PnLNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIUNOt
w PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „.PEILINGEN,PEILINGEN .PEILINGEN P^NGEN PEIÜNGEN Ptiuu^
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENKEILIINVJC
Mi
andaag vergadert het centrale comité van de AR-partij. Het voor-
Vnaamste onderwerp van gesprek is de brief, die de voorzitters van
de KVP, AR en CHU in onderling overleg hebben opgesteld over de
menwerking van de confessionele partijen bij de gemeenteverkiezingen
r die om Provinciale Staten in 1970. Deze brief is „uitgelekt". Er is grote
fining door ontstaan bij de AR-radioafen. „Wij voelen ons verraden", heeft
|een van hun voormannen gezegd.
Anders dan de radicalen die in de KVP zijn gebleven, hebben de radi-
Ijjlen in de AR zich bij voortduring zeer kritisch opgesteld ten aanzien
vm de samenwerking tussen de drie grote confessionele partijen. Er is
Leen over samenwerking te praten hebben zij steeds gezegd, als voor-
Lin overeenstemming is verkregen over een vooruitstrevend program.
AR-leiding heeft dit standpunt overgenomen. Desondanks blijkt zij
Spreid nu al met de KVP en CHU in zee te gaan hoewel over de te volgen
■politieke lijn nog grote onduidelijkheid bestaat. Geschrokken van de felle
I reacties van de radicalen in eigen kring heeft AR-voorzitter Veerman zich
iehaast te verklaren, dat net hier nog slechts om een ontwerp-brief gaat
en dat de samenwerking slechts betrekking heeft op de Provinciale Staten
m de gemeenteraden. Een kind in de politiek kan echter aanvoelen, dat
Isamenwerking op gemeentelijk en provinciaal niveau van verstrekkende
I invloed moet zijn op de kamerverkiezingen van 1971.
Heel deze gang van zaken doet sterk denken 'aan de t.v.-surprice van
llisdieleiders Schmelzer, Biesheuvel en Mellema. Toen werd, terwijl het
Igesprek binnen de KVP met de Bogaers-radicailen nog gaande was, ook
{plotseling de CDU-gedachte tot hoogste ideaal verheven.
Misschien is het dat wel. Het geloof er in zou evenwel gemakkelijker
worden als de politieke voormannen in het christelijke kamp zich wat
minder van slimmigheidjes zouden bedienen.
$jt>
'h
K- an de laatste stunt van de confessionele partijen moeilijk worden aan
gemerkt als een positieve bijdrage tot het verschaffen van meer
politieke duidelijkheid, de wijze waarop ter linkerzijde de politieke
Isamenwerking van de grond komt roept ook allerlei vragen op.
Terwijl de leiding van D'6ó toenaderingspogingen van PvdA en PPR
Ibeslist afwijst worden toch hier en daar voorbereidingen getroffen voor de
Ivorming van een linkse concentratie op gemeentelijk en provinciaal
[niveau. Hier geldt hetzelfde als ten aanzien van de confessionele partijen:
de basis voor zo'n samenwerking ontbreekt, want ook „links" is het onder-
ling nog niet over een program eens geworden.
Al deze samenwerkingsactiviteiten worden ongetwijfeld door enthousias
me voor de (eigen) goede zaak ingegeven. Maar hoe ervaren de kiezers
t alles? Het zou ons niet verwonderen apls die wel eens de indruk zou-
Iden hebben, dat door politici paniekvoetbal wordt gespeeld.
Velen hebben het gevoel, dat zij geen vat meer hebben op wat zich
rond hen afspeelt. Behalve op vele andere terreinen geldt dat vooral
ook ten aanzien van de ontwikkelingen in de katholieke kerk.
[Ook datgene, wat in de onmiddellijke omgeving gebeurt, wordt steeds
als onbegrijpelijk ervaren: priesters treden uit hef ambt en zijn later
I weer werkzaam als godsdienstleraar zonder dat bijvoorbeeld de ouders
van de leerlingen van de betrokken scholen de mogelijkheid hebben in
road daarop uit te oefenen. Dat wekt gevoelens van wrevel. Wrevel, die al
leel gemakkelijk omslaat in tegenwerking of ongeïnteresseerdheid.
Het is daarom verheugend, dat het schoolbestuur van de Roncallicollege
!r Bergen op Zoom heel nadrukkelijk de ouders heeft ingeschakeld bij het
I nemen van een beslissing over het al dan niet aanblijven van de heer Chr.
vin Beek als godsdienstleraar aan deze school. De heer Van Beek, die ook
'"aderafor van de school was, heeft dispensatie gevraagd om van zijn
-ahbaatsgelofte te worden ontheven,
Op deze wijze wordt aan de ouders èn inspraak gegeven èn de mogelijk
om zich concreet te verdiepen in hedendaagse kerkelijke problemen.
e! s te hopen, dat zij van deze kans maximaal gebruik maken.
„Men kan de huidige situatie van de marxisten vergelij
ken met die van de christenen en daarin een merkwaardige,
aangrijpende overeenkomst zien. De christenen weten, dat
het thans om heel wat meer gaat dan om het louter in stand
houden van kerkelijke instellingen, tradities en ordeningen.
Zij beginnen te streven naar vernieuwing van het geloofs
leven, naar een beter begrip voor de mens in zijn tegen
woordige nood. Zij gaan zoeken naar nieuwe wegen voor
hun verantwoordelijkheid en werkzaamheid in de heden
daagse wereld.
Bij de marxisten gebeurt iets analoogs. Na tientallen jaren van
socialistische opbouw zien zij nu duidelijker dat de mens meer is
dan alleen maar een produkt van natuur, geschiedenis en economi
sche situatie. Hij is niet alleen een passief radertje in het mechanisme
van de wereld, maar een werkende, vormgevende, scheppende per
soon, die door zijn werk, zijn denken en zijn verantwoordelijkheid
een stempel drukt op de nieuwe levenssituatie en richting geeft
aan de geschiedenis
Men kan het nauwelijks toevallig
noemen, dat juist een Tsjech (dr.
Josef Hromadka) met deze consta
tering zijn bijdrage leverde aan een
serie uitzendingen van de radio-om-
roep van Zuidwest-Duitsland over de
dialoog tussen christenen en marxis
ten. Zijn woorden kregen de afgelo
pen maanden door zeer dramatische
gebeurtenissen accent.
De anti-dogmatische opstelling
van de Tsjechische communisten
en hun verzet tegen verharde partij
disciplines waren voor het dogmati
sche Kremlin aanleiding tot 'n merk
waardige strafexpeditie. Maar ook
in de kerken gordde angstige be
houdzucht zich aan tegen een den
ken en handelen, dat achter conven
tie en traditie de kern tracht te her
vinden van de eigen levensbeschou
wing. Het alternatief christendom
of marxisme blijkt voor velen niet
meer als een absoluut alternatief te
worden aanvaard. Vandaar dat nu
een discussie mogelijk is geworden,
die enkele jaren geleden nog als vol
strekt nutteloos en zelfs als hoogst
gevaarlijk van de hand werd gewe
zen. En het zijn gelukkig niet de ge-
ringsten die er aan deelnemen. Het
Anthosboekje", waarin de recente ra
diogesprekken tussen christenen en
marxisten in Nederlandse vertaling
gebundeld zijn heeft een voorwoord
meegekregen van dr. A. van Leeu
wen. die terecht constateert, dat
'n werkelijke dialoog tussen christen
dom en marxisme nog maar nau
welijks is begonnen en dat de ont
moeting nog pril en tastend is. Hoe
zou het ook anders kunnen, zegt
hij, na ruim honderd jaar van mas
sale vervreemding en onverhulde vij
andschap en te midden van de nog al
tijd werkzame, in twee richtingen
gaande stroom van argwaan en ver
dachtmaking?
Degenen, die aan het gesprek heb
ben deelgenomen gaan overigens
niet van de illusie uit, dat met het
wegnemen van die argwaan ook de
wezenlijke tegenstellingen worden
geliquideerd. Ze huldigen wel het
standpunt, dat er ondanks die niet te
negeren controverse 'n gelijkgericht
heid van streven is, die het gesprek
meer dan rechtvaardigt.
De Italiaanse marxist Cesare Lu-
porini zei het als volgt: „Wij actie
ve marxisten, vormen een wezenlijk
deel van de moderne wereld. Als
men niet met ons in discussie treedt
zal de dialoog van de religieuze mens
met de moderne wereld krachteloos
en uiteindelijk illusoir zijn. Natuur
lijk vormen de religieuze mens en
de marxistische mens twee uitersten
minstens gezien vanuit religieus
standpunt. Maar het komt er op aan
te zien hoe wij deze spanning bele
ven: of het mogelijk is de onnodige
harde kanten ervan en de misver
standen, din in 't verleden zijn opge
hoopt, uit de weg te ruimen; of het
mogelijk is die spanning te vermin
deren en op een hoger niveau om
te zetten in een gemeenschappelijk
streven, dat er op gericht is iets po
sitiefs en vruchtbaars uit te halen
met betrekking tot de ernstige pro
blemen waar tegenover de mens zich
op de dag van vandaag gesteld
ziet
Het gesprek tussen christenen en
marxisten mag. zoals een van de deel
nemers het uitdrukte, geen euforie
van goede wil worden, die de tegen
stellingen verdoezelt. Wel een po
ging om valse tegenstellingen te ont
maskeren. De Amerikaan Ernest
Moss laakte in dit verband de op
vatting als zou de marxist alleen
voor aardse en de christen voor bo
venaardse belangen strijden.
Op het eerste gezicht, zei hij, lijkt
deze tegenwerping hout te snijden.
Maar toch: het marxistische ideaal
van de vrije mens, die in een recht
vaardige maatschappelijke orde
leeft, is een algemeen menselijk ide
aal. Van de andere kant is een om
schrijving van het christendom met
uitsluitend bovenaardse doelstellin
gen niet meer onbeperkt te verde
digen in het licht van de moderne
theologische inzichten en de groeien
de opvattingen van de kerk over zich
zelf als kerk. In hun denken over
mens en menselijkheid vinden par
tijen elkaar.
De deelnemers aan het gesprek,
onder wie ook de katholieke theoloog
dr. Johann Baptist Metz, misken
den overigens niet de kloof, die er
nog altijd is tussen theorie en prak
tijk. Men kan het over de noodza
kelijkheid van de dialoog eens zijn en
desondanks tot onmacht worden ge
doemd. Bijvoorbeeld wanneer een van
beide partijen de mogelijke conse
quenties ervan als een dodelijk ge
vaar ziet voor eigen leerstelligheid
en met politieke of administratieve
middelen de tegenpartij tracht te
bestrijden. De Pool Janusz Manows-
ki signaleerde in dit verband de wei
gering van kardinaal Alfrink, tij
dens het concilie, om een program
van politiek anti-communisme te aan
vaarden.
„De kerk", zei hij, „kan niet an
ders dan zich op het terrein van de
filosofie en bij de omschrijving van
de laatste doelstellingen van het men
selijk leven op aarde opstellen tegen
het atheïsme, maar deze opstelling
mag geen strijd tegen het atheïsme
op politiek terrein met zich meebren
gen". Omgekeerd zei hij e enevolutie
in het marxistisch denken te con
stateren, voorzover het kritischer
wordt tegenover zichzelf en geen ge
noegen meer wil nemen met simplis
tische oplossingen. Beide partijen
bleken er overigens van overtuigd
dat een enkele zwaluw nog geen len
te maakt en dat men eikaars opvat
tingen en intenties nog maar ai te
vaak met de botte bijl te lijf gaat.
Een van de deelnemers sprak, aan
het einde van zijn debat, zijn onbe
hagen hierover uit. „Wanneer wij
de socialistische maatschappijen be
kijken", zei hij, „wordt het christen
dom daar in onze tijd wel geduld,
maar als regel en in de dagelijkse
praktijk wordt het altijd beschouwd
als een grootheid uit het verleden".
Op de vraag hoe, anderzijds, de
verdraagzaamheid tegenover het mar
xisme in 't westen vergroot zou kun
nen worden, antwoordde de West-
duitse' professor in de theologie Hel
mut Gollwitzer, dat beide partijen
een zware ballast uit het verleden
meeslepen. De christenen, zei hij,
voelen zich geschokt door 't aanvan
kelijk totaal onverzoenlijk naar voren
gebrachte „neen" van het marxisme
tegenover de religie en door de ruw
heden van de revolutionaire strijd,
„waarbij wij natuurlijk wel vergeten
dat het geweld ook in de christelijk-
westerse geschiedenis een belangrij
ke rol heeft gespeeld en dat de chris
tenen de oorlog niet afgewezen, maar
als middel gebruikt hebben".
Hij gaf als zijn mening dat men
moet ophouden het wezen van de
gesprekspartner te beoordelen naar
de historische ballast die hij mee
draagt en dat men die partner de
kans moet geven boven de ballast van
zijn eigen geschiedenis uit te groeien.
En daarmee kreeg dit gesprek, dat
in dezelfde beperkte kring zal wor
den voortgezet, zijn voorlopige afron-
Bezorgdheid om de mens en zftn toekomst.
ding. Het zou uiteraard kortzichtig
zijn er op korte termijn solide con
clusies, laat staan harde resultaten,
van te verwachten. Maar het zou
nog veel kortzichtiger zijn de discus
sie af te wijzen ais een weliswaar
boeiend, maar nutteloos academisch
debat. Voor wie hieraan twijfelt is
het wellicht nuttig eens na te denken
over een uitlating van de Fransman
Roger Garaudy. Hij zei: „De toe
komst van de mens zal niet kunnen
worden opgebouwd tegen de gelovi
gen in, zelfs niet zonder hen. En
de toekomst van de mens kan niet
tegen de marxisten in opgebouwd
worden. Zelfs niet zonder hen".
J. VERDIESEN.
-ft Partners van Morgen. Uitgeve
rij In den Toren, Baam
siJ W.eer en'ge keweg'ng in de betrekkingen tussen oost en west
nulS 'n auSustus na de bezetting van Tsjechoslowakije tot het
puk' waren gedaald. Nog maar een goede maand geleden wekte
as beradenheid der NAVO-ministers (inclusief de kritische Cana-
tteent ,v!nt''nav'brs en zelfs de afzijdige Fransen) bij de goege-
len)11 nn'haire en politieke rapport niet heeft kunnen Ie-
iJ-, de 'ndruk, dat de situatie heel wat verontrustender was
m feite het geval was.
nuances Mth 2^n er nogal wat
Tal van J^btbaar aan het worden.
Moskou J n?n wijzen er op dat
het on" k voort te Saan
•ver do 8 prek met Washington
minderingWapenbeheersing en "ver"
lingen zij"^1 Zeer recente ontwikke-
Arnehkaanal'entKman'er waarop de
ase minister van buiten-
ie tCw UUlbtfli-
ÏTJe teleriri-" -(namelijk
!iin ve
a Hebbi
Joegosl
«lekk4!eÏNdie, dit hadden Taten
-- t„i iVUöft vnamenjK
NAVo 7;!ü .lsle). ontkende dat de
k t
^MeSla"ië - Roemenië- D<
ziln verplichtingen min" oi
uitgebreid tot Oos-
Een rust die nogal afstak bij de op
hef die de Westeuropese pers er van
maakte.
De geleidelijke vermindering van
de spanning in de Middellandse Zee
door een toevallig lijkende inkrim
ping van de Sovjet-vloot.
De belofte alle steun te zullen
verlenen aan een vreedzame oplos
sing in het Midden-Oosten, gepubli
ceerd in de Pravda van 3 december
in bewoordingen die blijkbaar tevens
een waarschuwing inhielden aan het
adres van de Arabieren dat zij niet
op Sovjet-steun hoeven te rekenen
als zij een nieuwe oorlog tegen Israë'
'.ouden beginnen
De even merkwaardige als hard
nekkige geruchten als zou president
Johnson nog voor zijn aftreden een
onderhoud hebben met premier Ko-
sygin. (In zijn eerdergenoemde tv-
optreden weigerde Rusk de mogelijk
heid van deze ontmoeting uit te
schakelen, hoewel hij ook zei dat er
,op dit moment geen concrete plan
nen zijn".)
Berichten als zouden de Russen
van hun kant achter de schermen ai
weer aandringen op verdere bespre
kingen over een afremmen van de
o - Dirno„ ï- - bewapeningswedloop.
j:'( "ravda eenma=i i .,varen' naciat De behoedzaamheid (althans naar
ee8 Amerikaans Besteld dat buiten toe) welke het Kremlin aan
e provocatie was. de dag legt ten aanzien van Roeme
en n "«-avjci, laucj
zei wl sk' waren „idioten"
et tiet van l164 nadruk dat men
etondanks SS?*84?8" te kiiken als
Van een toenla sprake zal zijn
West>8 de knn?eijng tussen °°st en
De "mende tijd.
Van ierughoudendihedt
Iens He NAvnr-aCtie-op de vo]
8'8g van de verho
feiten. De verfcl 1J militaire bud
?eiensiebU(w j?.lag van het Sovjet
De6? geraemde. aanmerkeliJk
^6dkaanseWa?™nd|r Moskou twee
Zwarte zep KJ°^edobootjagers de
Prn«,j. blnnen liet VnrAn
nië en Joegoslavië na een reeks dui
delijke en onheilspellende dreige
menten.
Een tenslotte: een van de meest
frappante ontwikkelingen, namelijk
de hetze tegen Engeland, al enige tijd
bespeurbaar in de Sovjet-pers, en op
4 december culminerend in een grim
mige protestbrief aan het adres van
de Britse regering waarin zij werd
beschuldigd van grove aanvallen op
de Sovjet-Unie en van een militaris
tische politiek in de NAVO. Waarne
mers beschouwen dit volkomen nieu
we verschijnsel in de Sovjet-politiek
als een van de duidelijkste aanwijzin
gen dat Moskou terwijl het de pro
pagandistische teugels gevierd laat
toch de verbindingslijnen met Wash
ington wil open houden en verster
ken. Londen fungeert dan als schijn-
doel, zoals destijds Albanië, toen het
de feitelijk voor Peking bedoelde fi
lippica's van het Kremlin over zich
heen kreeg.
De Verenigde Staten zijn nu een
maal de dominerende factor in de
westerse politiek. Via Engeland kan
de Sovjet-Unie rustig zijn kritiek en
rancune spuien, zonder de belang
rijkste macht in het westen al te zeer
voor de voeten te lopen.
Hoofddoel van het Kremlin schijnt
zoals gezegd te zijn, te kunnen
praten over het afremmen van de be
wapeningswedloop.
Als dit het Russische antwoord is
op de stellingen die de in januari in
functie tredende president Richard
Nixon heeft verkondigd en waarin hij
krachtig gesteund schijnt te worden
door zijn minister van defensie Mei
vin Laird, namelijk dat een kern-
wapen-overwicht voor de V.S. van
overwegend belang is, dan heeft het
Kremlin op een wel zeer handige ma
nier het initiatief in handen geno
men. Nixons stelling is alleen maar
goed voor het opvoeren van de bewa
peningswedloop
Dat de Sovjets overigens het oog al
lang gericht houden op de nieuwe
president mag ook blijken uit de
haast vriendelijke manier waarop zij
over hem spreken. Dat is wel anders
geweest
Dit alles mag meer lijken te zijn
dan de verbijstering van augustus
toestond te hopen; illusies maken
moet men zich niet. Op de eerste
plaats gaat deze vorm van „ontspan
ning"-ten koste van de naar grotere
vrijheid strevende krachten in de
Sovjet-Unie zelf en in de overige
Oosteuropese landen, Tsjecho-Slowa-
kije voorop, zoals deze week maar te
pijnlijk is gebleken. In Oosteuropa en
in Rusland is het weer koud gewor
den en niet alleen omdat het winte
is.
Roemenië voelt zich onbehaaglijk
heeft toegestemd in de Warschau
pactoefeningen op Roemeens grond
gebied (iets wat tot voor kort stel
selmatig werd geweigerd), heefi
voorts beloofd trouw mee te werken
in het Warschau-pact en in de Co
mecon.
Joegoslavië, dat tot voor kort bloo!
stond aan brutale Sovjet-intimidatie
voelt zich ook al niet prettig onder
de vriendelijkheden die Moskou plot
seling uitstort over de jubilerende re
publiek. Tito, helemaal vergeten dat
hij na de overval op Tsjechoslowakije
een van de felste critici van het Rus
sische gedrag was, zegt in zijn rede
voeringen dat het toch maar jammer
en ook ten onrechte is dat van be
paalde zijde de internationale gevol
gen van de invasie in Tsjechoslowa
kije worden „overgedramatiseerd".
De vriendelijkheid van de Russen
en hun gematigde toon belooft be
paald geen rust in de Oosteuropese
situatie. Eerder schijnt het dat het
Kremlin het over een andere boeg
heeft gegooid en zal trachten zoals
voorheen al zo vaak geprobeerd is
de wat onafhankelijker opgestelde
Oosteuropese regimes met politieke
middelen te ondermijnen. Dat kan
grote gevaren met zich meebrengen
want een bevolking van een land
als Joegoslavië zal weinig geneigd
zijn toe te staan dat de klok wordt
teruggezet.
In Tsjechoslowakije, dat thans voor
het Kremlin als proefterrein geldt,
neemt het verzet van de arbeiders
tegen het opnieuw afschaffen van pas
verworven rechten (b.v. Dr. Ota Siks
arbeidersraden) hand over hand toe.
En het is bekend dat de Sovjets ge
makkelijk geïrriteerd raken. Een
nieuw Praag blijft mogelijk. Dus van
werkelijke ontspanning zal voorlopig
wel geen sprake zijn.
Het ontbreekt Moskou niet aan po
litieke wapens in dit Balkangebied
waar geen land te vinden is zonder
belangrijke etnische minderheden die
hun verwanten hebben in aangren
zende staten.
Tenslotte', de wens van Moskou om
te praten over beperking van de wa
penwedloop wordt waarschijnlijk niet
ingegeven door pure vredelievend
heid of idealisme, maar eerder door
het louter rationele motief dat de fi
nanciële lasten ervan bijna ondraag
lijk zijn, zelfs voor een groot land.
Een vermoedelijk alleen om deze re
den ook zou Nixons Amerika er
eventueel mee willen instemmen.
W. KOCK
Misschien is er niemand die be
grijpt wat ik nu ga opschrijven.
Dan sta ik voor aap, maar het
gaat gelukkig om een kleinigheid.
Er zijn namelijk een paar woor
den waar ik niet goed tegen kan
en die mij soms kippevel bezor
gen. „Bewindsman" is er een
van. Ik heb de illusie dat dit zon
der verdere uitleg duidelijk is.
Maar hoe moet ik overdragen
wat er bij het woord „voortref
felijk" in mij omgaat? Laat ik
maar proberen de effecten op te
stapelen. Vooreerst is er de sa
menstelling van dit woord die in
mij steeds weer een aan huiver
grenzende verwondering teweeg
brengt. Het heeft kennelijk te ma
ken met „treffen" dat zoiets als
„raken" betekent. We vinden dat
ook in: betreffen, aantreffen, over
treffen, samentreffen. Na deze 5-
voudige herhaling gaat er al iets
in ons schiften, maar dat is bij
elk woord zo en bij iedereen die
niet hopeloos ongevoelig is voor
de willekeur van de taal. „Tref
fen" is een raar, enigszins wreed
klinkend woord en „voortreffe
lijk" is een vrij ondoorzichtige sa
menstelling daarvan. Zo als „voor
naam" ongeveer betekent „wat
vooraan, op de eerste plaats ge
nomen wordt" en dus bestaat uit
een voorzetsel en werkwoordelij
ke afleiding, zo kan „voortreffe
lijk" wel vertaald worden als
„wat al onmiddellijk, bij de eer
ste kennismaking opvalt en treft".
Maar met deze poging tot uitleg
is het woord niet vanzelfsprekend
en heel gewoon geworden. Want
woorden worden bepaald door het
op school tegenkomen, meer spe
ciaal in Griekse en Latijnse leer
boeken. Het figureert daar te mid
den van voetknechten, winter
kwartieren, optrekken, bondge
noot, vermetelheid, verschaffen,
maaltijd, beminnen en meer van
zuike gymnasiumwoordjes. Alleen
al hierdoor krijgt het 'n oubollige
standing over zich die het zo uiter.
mate geschikt maakt voor grappi
ge stukjes in het schoolblad en
voor toffe conversatie in het ver
dere leven. „Het smaakt voortref
felijk" of ,,U heeft me daar een
voortreffelijk kopje koffie ver
schaft" zeggen we niet als we
helemaal in onze gewone doen
zijn, maar alleen als we menen
eens extra te moeten uitpakken:
zielig kneuteren op de rand van
de in-groep, daar bij willen horen
en er toch niet al te trots op wil
len zijn. zoiets is het.
Er ligt een kleine humor over
dit woord die wij thuis voor eigen
gebruik altijd „kantoor-humor"
noemen. Al klinkt die naam een
beetje pijnlijk, ik weet zo gauw
geen betere. Het mag ook „school-
humor" zijn, want meisjes die
„ajuus" tegen elkaar zeggen doen
er ook aan. Deze humor is kern-
merkend voor mensen met een
bepaalde ontwikkeling die te groot
is om ze ongeschoold en te klein
om ze intellectueel te noemen.
Sommigen worden in die midden
positie heel gek en tof. Zij maken
een in-groepje onder mekaar
waarin zeer speciale kwinksla
gen circuleren in 'n soort geheim
taal. „De groenten" zeggen ze in
plaats van „de groeten" en „ofci-
gebruik; wie op de afkomst gaat
letten, kan altijd wel iets raars
vinden en zijn zogenaamde ver
wondering krijgt dan iets kunst
matigs en goedikoops.
Ik heb tegen deze bekoring ge
vochten, maar het hielp niets.
„Voortreffelijk" blijft een vreemd
woord, ook afgezien van zijn af
leiding. Zelfs de buitengewoon
moeilijke plaatsing van de her
haalde letter r in dit woord, waar
door het aanspraak maakt op een
bijzonder nadrukkelijke en bijna
plechtige uitspraak, verklaart niet
voldoende. Maar ik geloof wel dat
zij van belang is. Niet alleen im
mers door zijn herkomst valt het
woord op, maar ook door zijn uit
spraak. Daardoor wordt het een
nadrukkelijk woord dat op zich
zelf al een overtreffende trap is.
Een simpel woord als „goed" kan
dit nooit bereiken. Het is er veel
te gewoon voor en te gemakkelijk
uitspreekbaar. Om in de boven
laag van de taal terecht te ko
men is ai gauw een minimum van
drie lettergrepen en een combina
tie van een paar niet te gemakke
lijke medeklinkers vereist. Het is
iets als een dubbele naam. De
nadruk in betekenis wordt mede
veroorzaakt door een inspanning
bij de articulatie.
Ik maak nu een kleine sprong
en zeg dat de nadrukkelijkheid
van dit woord ook te maken heeft
met status en scholing. Het is
van adel omdat het een beetje
moeilijk is. „Voortreffelijk" is
een echt boekenwoord of, nauw
keuriger gezegd, een woord dat
we bij voorkeur in woordenlijsten
do" in plaats van „okee". Ik zou
daar graag eens 'n lijstje van aanr
leggen. Van alle groeperingen is
deze het die het vurigst hengelt
naar de nieuwste stopwoorden en
buitenlandse termen. Als gretige
taai-consumenten klasseren zij
zich daarmee in een laag die zij
als maatschappelijk hoger en meer
creatief beschouwen, zetten zij
zich als groep af tegen de in hun
ogen minder ontwikkelde arbei
ders en cultiveren de illusie van
onderlinge saamhorigheid die im
mers in 'n groepstaal zo voortref
felijk tot uitdrukking komt. Hier
in past ook dit fraaie woord, het
woord „fraai" trouwens niet min
der. Het schept dank zij z'n een
voudige geleerdheid 'n distantie
waarin zelfs 'n overtreffende trap
nog afgezwakt wordt. Want 't is
de chic van de consument 'n ver
wende consument te zijn. „We
hebben ons voortreffelijk geamu
seerd" betekent dan: we hebben
genoegen genomen met wat er
was, al was het voor ons niveau
natuurlijk wel een beetje te min.
„Voortreffelijk" is een woord
voor kenners die niet vervelend
willen doen tegen mensen die het
niet kunnen heipen dat ZÜ geen
kenners zijn. Als ik b.v. ober was
zou ik het niet onverdeeld pret
tig vinden, wanneer mijn klan
ten het bier of de biefstuk „voor
treffelijk" zouden noemen. Toch
kan niemand beweren dat het
niet vriendelijk genoeg klinkt.
Meer dan een overtreffende trap
kan niemand verlangen. Maar
dat is nu juist zo moeilijk uit te
leggen.