ECSTER
Resultaten
van
vrije-tijtó
schilders
Tilburg
KIJKKUNST ZONDER BAARD!
DERDE BRONZEN DEUR VAN MANZU
grafiek in
de nemerlaer
eptioniste
HOE ZEEUWEN EN BRABANDERS SCHILDEREN IN HUN VRIJE TIJD
SIERAAD IN TORENPORTAAL ST.-LAURENS, ROTTERDAM
ÏENHUIS VUGHT
eid worden
DE STEM VAN ZATERDAG 23 NOVEMBER 1968
pontage-afdeling
tage-werkzaam-
rdt doorbetaald.
A.O. In de
tussen 19 en 20
tel. 01640-6264
I beste schikken.
iidor" t»
8-5277/0057
quenten tot 22
:htingen of ruim»
ervaring, tussen
[«gezondheid
te Breda
nste functie
i een afzonderlijk»
nst,
Idusief 6% vakantie-
j een representatief »n
-opleiding.
e dienen steno in ten-
ge moderne talen te
/pen.
Inhoudt;
óók tijdens de op*
s hebben?
J moet voldoen off
en en waar U preci«
>nde opleiding voor
ing-B (psychiatrisch®
Iding
felsewea *8 *e
ie staat versteld. Dat er in
Brabant of Zeeland zo
veel mensen zijn, die
in de hoek van hun kamer,
i zolder of ergens buiten
puur voor hun genoegen
zitten te schilderen, was
een openbaring. Zelfs voor
Talens n.v., de organisator
van een schilderwedstrijd
onder vrijetijdsschilders; en
die weet toch wel iets van
wat er op dit terrein te koop
is, Je zag en voelde het bij
de opening van een ten
toonstelling van „vrije-tijds-
schilderijen": geen opge
prikte sfeer van een sno-
I bistisch publiek, maar alle
maal mensen, die voor hun
plezier een kwast in de
hand pakken. Doodge
woon. De resultaten mogen
gezien worden. Als je dit
ziet, vraag je je af of er nog
I wel een „vrije-tijdspro-
bleem" bestaat. Voor 7 de
cember moet u zeker eens
binnenlopen in het gebouw
van de Brabantse Kunst
Stichting, tegenover het
station in Tilburg. U zult er
lin in krijgen, wanneer u
al die doeken ziet
van „kunstenaars" zonder
baard.
1\Teer dan 300 doeken waren er
'•"^-ingezonden. Dat was het dub
bele van het aantal inzendingen in
die rest van het land. De heer
Westerop, die ook de tentoonstel
lingen elders in het land organi
seert, zei: „En kwalitatief zijn de
doeken uit Brabant en Zeeland
ook nog het beste. Bovendien zijn
ze zonniger van kleur en onder
werp dan elders. Ik stond een
beetje paf van deze collectie".
Hans van Zummeren, die onder
meer in de Bredase „Beeldenaar"
wat begeleiding geeft aan men
sen, die in hun vrije tijd op een
of andere wijze expressief bezig
zijn, vond dat „een gelukkig te
ken". Dat was een prettige uit
spraak, wamt de kunstenaars om
den brode, die dit zeggen, begrij
pen hun functie in deze tijd. „Na
tuurlijk zijn er technische onvol
komenheden bij het schilderen te
zien, maar dit geeft er dikwijls
iets charmants aan. Anderzijds
weten verschillende van de inzen
ders drommels goed wat schilde
ren is; durven veel aan en zetten
hun voorstellingen knap in elkaar",
zegt de voorzitter van de jury G.
J. Slee.
TVTog nooit waren er zoveel men-
sen in het gebouw vam de
BKS gelijktijdig bijeen. En het
plezierige was, dat het bijna alle
maal „kunstenaars" waren, die
het museum maar een noodzake
lijk kwaad vinden. „Gut Piet, daar
hangt jouw schilderij". De zestig
geselecteerden waren toch wel
trots, dat zij uitverkoren waren.
Het „Stilleven" van A. de Wolff
uit Oost-Souburg. De „Chinese
roos" van H. v. d. Steen uit Steen
bergen; „The white bridge" van
B. van Mechelen uit Oud-Gastel;
„De wereld, een gekkenhuis" van
F. Rademaker uit Rijen; „Villa
Garcia" van T. van Elsacker uit
Goes; „Stilleven met rode bus"
van D. de Kok uit Goes; „Rust"
van J. Bors uit Oosterhout; „Win
teravond" -van H. Beens uit Roo
sendaal; „De bullebak" van E. de
Gardeijn uit Goes; „Hedonisme"
van- M. Spruyt uit Roosendaal;
„De rupel" van W. van Wijngaar
den uit Oosterhout; „Compositie"
van Ph. van de Mast uit Fijnaart;
„Meisje in het zwart" van H. Jan-
sink uit Teteringen; „Voorjaar in
de polder" van J. van de Pol uit
Oosterhout; „Bloemstilleven" van
A. van Dissel uit Goes; „Mijn
wiegje was. van J. Verplanke
uit Goes; „Jachthaven" van J.
Timmermans uit Bergen op Zoom;
„Stad" van P. Breukink uit Bre
da; „De wonderlijke wereld" van
A. Sinnighe - ter Gast uit Breda;
„Twee figuren" van G. v. d.
Hamsoort Pulskens uit Breda;
„Carona" van D. van Reyendam
uit Roosendaad; „Stilleven" van H.
de Ruyter uit Raamsdonksveer
(eervolle vermelding); „Human-
being in Biafra" van Theophile uit
Breda
De jury moest kiezen. Dat was
een opgelegde zaak en een
moeilijke taak. Ieder jury-oordeel
is aanvechtbaar. Zo ook deze. Dat
neemt niet weg dat de bekroonde
werken grote kwaliteiten hebben.
„Etalage met ladder" is een knap
geschilderd doek, niet gespeend
van humor. De schilder neemt de
wereldlijke en kerkelijke overheid
zoals dat nog steeds heet op
de hakken. B. Brunklaus uit Den
Met dit schilderij „Etalage met ladder" won B. Brunklaus uit Den
Bosch de eerste prijs-van de vrije-tijdsschilders-wedstryd.
Bosch won daarmee de eerste
prijs. De jury zei het zo: „Wij
werden tijdens de beoordeling ge
troffen door het feit, dat inspira
tie en beeldende vormgeving tot
een harmonisch geheel van grote
zeggingskracht zijn geworden in
een magisch-realistisch genre;
weinig voorkomend bij de inzen
ders. De maker bevindt zich in de
spanningsvelden, geladen met di
verse facetten der actuele levens-
problematiekem".
■Wanneer je deze tentoonstelling
bekijkt dan zie je, dat hier en
diaair de grenzen tussen de „pro
fessionele" kunstenaar en de
„amateur" wel aan het verglijden
zijn. In haar totaliteit is deze ten
toonstelling zelfs een verademing
na vele beroepsmatige exposities.
Maar als je de volzinnen uit een
jury-rapport leest, dan zie je nog
twee werelden tegenover elkaar
staan. Goed. De tweede prijs ging
naar Zeeland. J. Romson wel
met een baard (niets op tegen)
schilderde eigenlijk twee ogen,
waaruit boekdelen spreken. „De
ogen van een kind" werd door de
jury aldus gekwalificeerd:
„Kracht van voordracht;' formaat
en organisatie van' het vlak, ver
rassen bij dit expressieve werk,
dat met sobere middelen tot stand
is gebracht". Ook de derde prijs
ging naar Zeeland. De „Nobel-
poorf' is met een ets-achtige ver-
r i
fijning getekend. Een stukje archi
tectuur, dat met een inzicht in de
techniek van het tekenen is vast
gelegd. Met een monniken-geduld
moet dit tot stand gekomen zijn.
De jury: In contrast met de voor
gaande werken valt in deze schil
dering op de grote nauwgezetheid
in weergave van het optisch waar-
genomene in de lijn van een ver
trouwd Hollandse traditie. De ge
voelige bewerking getuigt van
schilderkundige bewogenheid.
■Wanneer kan ik mijn schilderij
en weer op komen halen?",
vraagt een wat oudere man die
met zijr vrouw de „verre reis"
naar Tilburg ondernomen heeft
Hij snapt het allemaal niet goed
met al die sherry-drinkende men
sen. „Nee, het kan me niet sche
len. Als ik ze maar weer terug
krijg". Mevrouw Janssen - van
Kemenade uit Tilburg is er niet
verlegen mee. Ze heeft een „Em
bryo van een kangeroejong" ge
schilderd; een opvallend en in
drukwekkend doek. Daarbij is
nauwelijks nog sprake van een
„amateur" (of het lieve woord
„vrij'e-tij'dsschilder"). En dan val
len je ogen weer plotseling op on
vervalste schilderijtjes van echte
zondagsschilders of op een Cha-
gal-achtige fantasie van de Breda
se mevrouw Sinnighe - ter Gast
die ook „zo maar begonnen is".
En fijn.
Wie dit allemaal ziet begrijpt
van welk groot belang het is,
dat met name op onze scholen de
kinderen van jongs af leren met
schilder- en tekenmaterialen om
te gaan. Dat het belangrijk is, dat
vele kunstenaars die nu mis
schien in de contraprestatie lo
pen; een netter woord voor steun
uitkering ingeschakeld worden
om ook ouderen voor te lichten en
te helpen temidden van de over
stelpende hoeveelheid materiaal
en mogelijkheden op dit terrein.
Opvallend is ook het aantal ge
pensioneerden, die juist in teke
nen en schilderen datgene vinden
wat mogelijkheden biedt om opge
spaarde energie in voorgaande tij
den prettig kwijt te raken. En dan
is hét helemaal niet belangrijk of
daar wel of niet tentoonstellingen
van komen. Deze kunnen wèl in
spirerend werken en doen denken
„wat anderen kunnen kan ik
ook". Er hoeven geen zwaarwich
tige beoordelingen en analyses aan
te pas te komen. Als één ding
maar duidelijk wordt, dat name
lijk jong en oud, vaders, moeders
en kinderen een enorm stuk le
vensvervulling kunnen vinden in
het creatief bezig zijn; in het ont
dekken van zichzelf met kwast,
verf en tekenstift. Je kunt daar
mee niet alleen je eigen huis op
sieren, maar ook je eigen leven.
Henk Egbers
De Italiaanse beeldhouwer
Giacomo Manzü heeft met
zijn scheppingskracht Rot
terdam een monumentale bron
zen deur geschonken. Vanaf gis
teren is deze te zien in het toren-
portaal van de St.-Laurenskerk.
Bijna dertig jaar na de verwoes
ting van deze kerk door oorlogs
geweld, wordt nu de laatste hand
gelegd aan het herstel. Deze deur
behoort tot de pronkstukken, die
de restauratie waardig afsluiten.
fn het werk van Manzü nemen de
deuren in brons, vervaardigd
voor kerken, een bijzondere plaats
in. Het is een geheel ander aspect
van zijn kunnen dan zijn uitdagen
de jonge vrouwen en voorname
vrouwenportretten. Of het iets te
maken heeft met zijn geboortestad
Bergamo, waar zijn vader koster
en schoenmaker was en Johannes
XXIII geboren werd, vertelt de
historie niet. Tijdens deze paus
maakte hij de befaamde „Poort des
Doods" voor de St.-Pieter. Tevens
is hy ontwerper en uitvoerder van
,,De deur van de Liefde" voor het
oortaai van de dom van Salzburg.
Deze laatste deur is doorslagge
vend geweest om de opdracht voor
een bronzen deur in de Sint-Lau-
rens te Rotterdam aan Manzü te
lenen. Na enige aarzeling heeft hü
deze opdracht aanvaard. Kwam
naar Rotterdam om met zijn Ro
meinse geest de entourage van een
noordelijke gothiek in zich op te
nemen. Hij heeft zijn aard niet ver
loochend. Toch past deze „zuidelij
ke" deur harmonisch dankzij ook
enkele andere ornamenten in de
naaste omgeving in het symme
trische lijnenspel van de gothiek.
^ls onderwerp heeft de kunste
naar zelf gekozen het thema
„Oorlog en Vrede". Een gegeven dat
in dit door oorlogsgeweld verrezen
vredes-monument sterk aanspreekt.
Een reeks tekeningen en schetsen
in brons, ontstaan in de periode
van december 1964 tot februari
1968, tonen met welke intensiteit
Manzü aan de opdracht gewerkt
heeft. Van deze schetsen is tot 19
januari in museum Boymans-Van
Beuningen een tentoonstelling in
gericht. De directeur van het mu
seum drs. J. C. Ebbing Wubben zegt
ervan: „Vergelijkt men de drie
deuren, en vooral de deur van de
St.-Pieter met de deur te Rotter
dam, dan vormt in deze trits Ro
me, Salzburg, Rotterdam de deur
van de St.-Laurens de bekronen
de afsluiting. De oorsprong van het
thema „Oorlog en Vrede" moet al
vroeg in het werk van Manzü ge
zocht worden, en wel in de reeks
passietaferelen uit de jaren 1938/
1939. De strijd tussen machten van
de geest en van de antigeest, die
deze vroege reliëfs, ontstaan in de
dreigende jaren vlak voor de 2e
wereldoorlog vervult, keert terug
in de voorstellingen van de dood
door mensenhand in de „Deur van
de Dood", om in de Rotterdamse
deur tot een hoogste potentie opge
voerd te worden".
■yerwijl de deuren in Salzburg en
Rome nog ingedeeld zijn in van
elkaar onafhankelijke reliefvelden
is deze deur als een doorlopende
dramatische compositie opgevat.
Dit gaat wel ten koste van het
„deur-zijn"; er is meer sprake van
één groot paneel, dat een boog af
sluit, opvult. De boogvormige tym-
paan bevat een uitbeelding van de
vrede: onbekommerde levensvreug
de; met name in het gezin. Een
neerhangende draperie legt de
(treurende) verbinding met het on
derste tafereel: de oorlog. Oudere
motleven uit het werk van Manzü,
zoals de Doodslag van Kaïn en Abel,
de Dood van een Partisaan, hebben
in dit laatste tafereel een nieuwe
expressiviteit en grootsere vorm ge
vonden. De kunstenaar heeft in zijn
vormgeving, sterker dan b(j zijn
vroegere deuren, een grote ruimte
lijke diepte bereikt door de over
gang van reliëfgedeelten, die haast
geheel in het vlak zijn teruggedron
gen tot partijen die bijna vrij in de
ruimte zijn gemodelleerd
Aan de binnenzijde van de deur
heeft hij op het vrije vlak, centraal
twee oud-christelijke symboblen
aangebracht: de pelikaan en de
duif. Ook hier is tussen het boven-
en ondergedeelte een draperie als
trait-union aangebracht. Maar in
tegenstelling tot de voorkant heeft
de vorm hiervan een sterk opstij
gende, hoopvolle kracht.
J_Jet plaatsen van de deur is met
zeer grote precisie uitgevoerd.
Er is veel hakwerk verricht in het
natuursteenwerk van het torenpor
taal. Toen het daarvoor speciaal uit
Rome aangevoerde hijstoestel de
stukken in de vereiste stand bracht
bleken de maten precies te kloppen.
De draaipunten zijn met groot over
leg aangebracht, zodat bij ope
nen en sluiten van de deuren de
werking optimaal blijft. Er wordt
nog aan gedacht een aangepaste
verlichting in het buitenportaal aan
te brengen. De deur zit aan die
kant van de kerk, waai' alleen nog
ruimtelijke werking mogelijk is. De
kerk is praktisch dichtgebouwd
door lelijke moderne archi
tectuur. Alleen vóór de toren is
een pleintje uitgespaard. Door de
aanleg hiervan hoopt men te be
reiken, dat hier een soort „retraite-
plaats" in het hart van de stad ont
staat. De bronzen Erasmus staat er
in gepeins verzonken. Wat zou hjj
van de deur van Manzü denken?
In de zakelijke sfeer van deze
werkstad; in de reformatorische
witkalk van een kerk is een deur
aangebracht van barokke schoon
heid, getuigend van een groot
meesterschap.
IN galerie Nemerlaer, in het kas-
teel te Haaren, is een tentoon
stelling grafiek te zien, waar-
op een tachtigtal werken van
elf top-grafici aanwezig is. De
expositie is tot stand gekomen in
samenwerking met galerie De Man-
gelgang uit Groningen en galerie
T uit Haarlem. Het is een rijke
verscheidenheid in stijl, techniek,
en ook prijs, die opvalt in het werk
van Co Delhaas, Huismans, Moonen,
Montljn, Otte, Postma, Segui, Sper-
mon, Van Steensel, Tissing en Oos-
terkerk.
Van de exposanten kunnen in het
kort de volgende belangrijke gege
vens vermeld worden.
Antonio Segui, die in Cordola
werd geboren en die in Argentinië,
Spanje en Frankrijk studeerde, be
haalde o.m. de Grand Prix Inter
national in Havana in 1956 en de
Grand Prix Biennale International
de Grafique in 1968.
Hannes Postma die in 1933 in
Haarlem werd geboren, heeft o.m.
de Prix de la Critique 1965, de
Schwarze prijs 1966, de Grand Prix
International de Grafique 1966 en
de le prijs van de internationale
trienale voor kleurgrafiek in Zwit
serland op zijn naam staan.
Spermon is Rotterdammer van ge
boorte (1941). H;j exposeerde reeds
o.m. in het Stedelijk Museum te
Amsterdam en in Parijs. Op de
Biennale Internationale van grafiek
in 1968 behaalde hij de tweede prijs.
Leo van Steensel werd in 1942 in
Tilburg geboren, maar woont en
werkt nu in Amsterdam. Van deze
kunstenaar is nog zeer weinig ge-
exposeerd. Galerie Nemelaer intro
duceert hem op deze tentoonstel
ling.
Co Oosterkerk, in 1928 geboren in
Velzen, kreeg in 1955 en 1958 de
koninklijke subsidie, in 1963 een
studiebeurs van de Franse regering
en won in hetzelfde jaar de cultu
rele prijs van de provincie Gelder
land voor grafiek. Hij exposeerde
o.m. in het gemeentemuseum van
Arnhem, in het Stedelijk Van Ab-
bemuseum en sinds 1964 in de Sa
lon de Mai te Parijs.
Rob Otte, in 1936 geboren, heeft
reeds aan vele exposities en gra-
fiek-biennales deelgenomen, o.m.
in Krakow, Polen. West-Duitsland,
Noorwegen, Mexico, Engeland,
Amerika en Zwitserland. Hij is ook
bekend als decor- en kostuumont-
weroer voor Theater, Studio en de
Nederlandse Cömedie.
Martin Tissing geboren in 1936
in Groningen, kwam na de expo
sitie Start naar voren op de Bien
nale in Parijs in 1959. Hij expo
seerde regelmatig in verschillende
Nederlandse musea en galeries.
Jan MnntHn. (autodidact) die in
1924 te Oudewater werd geboren,
woont en werkt in Amsterdam en
in Salernes. Frankrijk. Hij heeft
eveneens herhaaldelijk geëxposeerd
in binnen- en buitenland, evenals
Co Delhaas. die vooral bekend is om
ziin pentekeningen.
Werner Moonen uit Tilburg
brengt ziin nieuwe werk od deze
tentoonstelling. Sinds de vorige ex
positie is hii sterk naar voren geko
men o.m. on de grafiek-tentoonstel
ling in Berliin. Moonen wordt mo
menteel mede tot de beste grafici
van ons land gerekend.
Deze interessante tentoonstelling
ral lonen tot maandag 9 december.
Drrroliiks geonend van 13 fin tot.
19 no uur P-uuuvuijfv^ donderdags
van 20.00 tot 22.00 uur.