Democratie
in het leger?
Nog geen
fluit bereikt
EHBO helpt verzekerings
maatschappijen aan winst
EX-SOLDAAT SCHRIJFT „GEHEIM DAGBOEK":
„U hebt meerderen teveel macht gegeven
DIRECTEUR A. VAN ROON VAN
75-JARIGE VERENIGING:
Europese vrouw in
arbeidsproces
nog tweederangs
Barbara,
als Dick
vanavond komt...
pas dan goed
op je
Noilly Prat!
MY
-&e GehiZc/wacké behoort hecLagrcj
doch aeer- 6es/isè op ée. 6red'en.
wêms sompmi&ismfy
fragmenten uit open brief aan minister van defensie
Douw
Lachertje
NAVO??
Niet lekker
Arbeidsdagen
Kinderschoenen
Verplicht
Verhaal
Loonpeil
Benijdenswaardi g
i
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG Als minister Den Toom maandagmorgen fris
en monter in zijn grijze defensieburcht aan het Haagse Plein de
binnengekomen post doorkijkt, zal hij onherroepelijk ook de open
brief tegenkomen, waarin zijn ex-vazal Henk de Vos alle grieven
tegen de militaire dienst heeft samengebald. Men mag weliswaar
niet aannemen, dat de minister daarop alle verloven intrekt en
de staat van beleg afkondigt, maar wel is de veronderstelling
gewettigd, dat deze lijvige aanklacht van tien dichtbedrukte
pagina's meer aandacht van de excellentie zal krijgen dan de
doorsnee kankerbrieven, die regelmatig vanuit de parate troepen
naar de ministeriële werkkamer worden geschut. De Vos heeft
namelijk resoluut het breekijzer van de openbaarheid in de taaie
militaire hiërarchie gezet en zijn brief niet alleen aan de minister
gestuurd, maar ook naar enkele tientallen kranteredacties. Tevens
heeft hij hem in extenso laten afdrukken in zjjn boek „Geheim
dagboek van een soldaat", dat vanaf vandaag in Nederland te
koop is.
(Uit „Handboek soldaat' van Cork, uitgeverij De Forel, Rotterdam)
In deze volgepropte paperback
van twaalf vijftig (uitgever An-
dries Blitz, de ontdekker van onder
meer John O'Mill) heeft De Vos
zijn doorgaans sombere herinne
ringen aan 21 maanden diensttijd
opgebaard: noem ze maar op, de
kleine pesterijen van beroeps-on
derofficieren, de ongehoorde straf
fen voor miniatuurvergrijpen (zes
dagen licht voor een ontbrekende
uniformknoop of voor een bed, dat
niet model is opgemaakt), het in
trekken van weekend-verlof, om
dat een gegradueerde non-valeur
toevallig op zaterdagmorgen bloed
aan de paal wil zien.
Het zjjn stuk voor stuk overbe
kende verhalen, die elke dienst
plichtige Nederlander in zijn trom
mel heeft, maar De Vos is een van
de weinige ex-militairen die zijn
gram openlijk in een boek heeft
leeggeschud. Hij treedt daarmee in
de roemruchte voetsporen van
Frank van Weezei, die indertijd op
verzoek van zijn geestelijke vader
A. M. de Jong alle heilige militaire
huisjes aan puin trapte.
WILLEKEUR
Wat Hagenaar De Vos heeft be
wogen om zijn „Geheim dagboek"
prijs te geven aan de gemeenschap?
Is hij een geboren querulant, een
minnaar van de gebroken geweer
tjes, een linkse rakker, die volgens
de inlichtingen van de geheime
dienst vergiftigd is met pacifisti
sche, c.q. commuiiistische ideeën?
De Vos zou het niet denken. Hij
komt uit een familie van geheide
oranje-klanten en b met volstrekt
serene bedoelingen in 's lands wa
penrok gedoken.
Hij zegt achteraf: „Ik heb niks
tegen tucht en discipline en ik be
grijp dondersgoed, dat een leger
zonder die twee elementen niet kan
draaien. Maar wat ik haat is de
volstrekte willekeur, waarmee het
gros van de meerderen de soldaten
behandelt, de afschuwelijke on
macht, waarmee je als mindere el
ke vernedering moet slikken. Het
Nederlandse leger h een staat in
de staat, met zijn eigen wetten en
z'jn eigen systeem, dat de machts
wellust in de hand werkt."
„Vanaf het eerste moment, dat Ik
ffl die maatschappij terecht kwam,
S™ ik me geërgerd aan de onrede-
'Okheid, aan de onzindelijke manier
TUat hiernaast over het „geheim
dagboek van een soldaat"
wordt gezegd, zal dienstplichti
gen en beroepsmilitairen niet
onbewogen laten.
Wij kunnen ons voorstellen,
dat zij behoefte hebben om op
de uitlatingen van Henk de Vos
te reageren. Hun reacties zijn
welkom!
jaar erna. In de burgermaatschap
pij mag alleen de rechter straffen,
maar zodra je een uniform aan
trekt, kun je in de bak worden ge
slingerd door de eerste de beste
officier, die in de normale maat
schappij worst zou verkopen bij de
Hema. Zo'n man weet niets van
rechten af, maar hij is wel tot
straffen bevoegd. Hij kan ze als
wurmen over een excercitieveld la
ten lopen of dwingen om de veters
uit hun schoenen te halen. Dat
zulke mensen de excessen gewoon
forceren is een duidelijke zaak."
„Daarom ben ik blij, dat dit boek
is verschenen. Ik heb er geen en
kele andere pretentie mee dan dat
het misschien zal bijdragen tot een
snellere democratisering van het
Nederlandse leger. Er is op dat
punt nog geen fluit bereikt. Ik heb
dit boek met ervaringen van acht
jaar terug aan tientallen jongens
laten lezen, die nu in dienst zitten.
Zonder uitzondering was hun ant
woord: „Het is nog steeds niet ver
anderd. Het is nog steeds een rot
troep."
DEUR OPEN
„Is het nu duidelijk, waarom ik
me opgelucht voel? Het is natuur
lijk leuk om je eigen boek in een
etalage te zien liggen en er wat
mee te verdienen. Maar het belang
rijkste is, dat ik met dit boek een
deur opentrap, die te lang gesloten
is geweest. Ik dwing de minister
nu om stelling te nemen. Laat hem
maar over de brug komen, zeggen,
dat het niet waar is. Tegenover zijn
stem kan ik een koor van honder
den anderen zetten, dat hem volle
dig overstemt."
„Het werd tijd, dat er eens wat
gedaan wordt voor de soldaat."
van denken en handelen. Toen we
in de kazerne kwamen, kon je nog
drie groepen onderscheiden: de
enthousiaste jongens, die graag sol
daatje speelden, de on willigen en
tenslotte de onverschilligen. Na
twee maanden waren er alleen nog
onwilligen overgebleven. Dat is de
schuld van het systeem, dat de top
in staat stelt om zonder gevaar
voor represaille naar beneden te
trappen. Zo vaak en zo hard als
men zelf wil."
PAPIEREN BOM
De Vos, nu dertig jaar, vader
van drie kinderen, is in 1960 aan
zijn boek begonnen en het resultaat
was een papieren bom van bijna
400 pagina's, die in de loop der ja
ren door drie uitgevers geweigerd
werd. „Misschien waren ze te
bang", veronderstelt De Vos. „Ze
wilden zich niet branden aan het
onderwerp. Achteraf vind ik het
best, dat het zo lang geduurd heeft:
ik ben in februari van dit jaar pas
met eervol ontslag uit de nationale
reserve gestapt. Als het boek eer
der was verschenen, had de mili-
taire politie waarschijnlijk nu al
bij me op de stoep gestaan. Dan
was ik nergens geweest, want ais
soldaat heb je immers geen enkele
rechtspositie."
GEëRGERD
Ter aanvulling: De Vos heeft de
militaire dienst in feite ais serge
ant-administrateur verlaten, wat
volgens hem een waterdicht bewijs
is van zijn loyaliteit tegenover het
leger. „Ik heb me rergens aan ont
trokken, ik heb ook geen lijdelijk
verzet gepleegd. Ik heb me alleen
mateloos geërgerd. Eenentwintig
maanden lang. In die tijd heb ik
meer onrecht gezien dan in die acht
(Uit „Handboek soldaat' van Cork, uitgeverij De Forel, Rotterdam)
j maB toch op zijn minst won-
Mlyk worden genoemd, dat geen
militaire instantie belast is
r? Ile'. toezicht op de opvoeding,
et sociaal welzijn en de sociaal-
pedagogische begeleiding van jon-
s Mannen, die nauwelijks de school
se z'i.n ontgroeid. Wellicht
n milta're maatschappij dat
et nodig. Wellicht gaat men daar
™Ltan de Sedachte „een soldaat
i,voor zichzelf". Maar dat
maakt rm onmogelijk ge-
wnrHi Een d'enstplichtig soldaat
S' vernederd, uitgescholden en
dit v? "em wordt bijgebracht
betpltpLnie*s maar dan ook niets
de k ,vai? nul en generlei waar-
te drnkir! its ?p de knoP behoeft
zezd Hti a s hem dat wordt ge-
schuiJ Is? alti'd en overal de
een t„,! Js er °P hoog niveau
zo lanü nW lgemaakt' wordt er
er erpL beneden gezocht tot
kaait E! dn" S0!d?A de cel in-
onduiói,, "?n z,ch 'n ons leger
burger tnt6 y uatics voor, waar de
totaal geen weet van heeft."
van zelfs maar een beklag niet
meer durven nemen. Vrije me
ningsuiting, waar onze democratie
zo prat op gaat, bestaat in uw
leger niet. Volgens het reglement
op de krijgstucht draait de soldaat
altijd overal voor op.
lachertje sUo a? soldaten een
weren dat 1 16 lem?nd hoort be
vangen Wal 20 ,g wordt opge-
want"is faV? b?gr«Pen bet wel.
een WfA* niet/egt. kr«g ie
wel over' dria vandaaS niet. dan
richt ik me tot1?® en' Daar°m
tienduizenden i!, u' na»ens al die
longens die het risico
„U hebt iedere meerdere te veel
macht gegeven. Je gaat niet in be
klag over een klassecommandant,
die je op elk moment van de dag
een rotkarweitje kan opdragen, die
te pas en te onpas inspectie kan
houden en je vlak voor je verlof
een douw kan bezorgen. Je kijkt
wel uit.
In het begin heb je nog vertrou
wen, maar dat vergaat spoedig, als
je merkt dat iedere meerdere je on
gestraft kan uitschelden en dat je
zelfs de bak kan indraaien, als je
je alleen maar misnoegd toont.
Want dat is immers in strijd met
de militaire waardigheid. Als je een
soldaat nergens meer op kunt pak
ken, dan neem je de militaire waar
digheid maar. Gedraagt een com
mandant zich waardig, als hij la
chend toeziet hoe een jongen op
de stormbaan een smak maakt,
maar zich de drie weken dat de
soldaat in de ziekenzaal doorbracht,
niet laat zien?
Is het waardig, dat je wordt uit
gescholden.?
En is het niet belachelijk, dat je
een rapportje krijgt, omdat er een
knoop van je tuniek los zit? Dat
je dan als een kleine jongen moet
beloven om het nooit meer te doen,
alleen maar in de hoop, dat je geen
douw krijgt?
En douwen worden er in uw le
ger dagelijks bij honderden uitge
deeld. Zo maar even, uit de losse
hand. Iedere dag om kwart voor
vijf, want om vijf uur moet de
commandant naar huis. Zonder
justitieel onderzoek, zonder vorm
van proces. Wel zeker, er is recht
van beklag, maar wat schiet je daar
mee op, als je eerst je straf moet
uitzitten? Eerst opdracht uitvoeren,
dan pas in beklag gaan. Maar wat
heb je er aan als je achteraf te
horen krijgt, dat je Inderdaad die
kots in het officiershotel niet had
hoeven op te dweilen?
„De helft van de Nederlandse
soldaten weet niet wie onze bond
genoten in de NAVO zijn. O ja, we
hebben allemaal een keurig betaal-
boekje, waarop je zelfs in tijd van
oorlog bij onze bondgenoten, als je
daar verzeild rdaakt, geld kunt
krijgen, maar afgezien van het feit,
dat de meeste soldaten onze bond
genoten niet kennen en ze cpk -.jlet
kunnen herkennen, omdat we niet
weten welke uniformen ze dragen,
kan niemand ze verstaan. Zou het
niet verstandig zijn de Nederlandse
soldaat tenminste één vreemde taal
te leren. Op het ogenblik blinken
wü in de NAVO uit door koper
poetsen, onderbroeken vouwen en
angst voor het verlof. Geef uw sol
daten een nuttige opleiding in
plaats van ze peukjes te laten ra
pen."
„Iedereen, die iets vraagt over
het eten van de soldaten krijgt te
horen dat het zo goed is. Dat mag
dan allemaal waar zijn, maar er
mankeert één essentieel ding aan:
het is niet lekker. Zo erg is het
soms, dat soldaten in staking gaan.
En dan zegt een kolonel in Leiden:
onzin, het eten is prima. We heb
ben onlangs nog voor 2000 gulden
aardbeien gekocht. Alsof aardbeien
ongare bloemkool met slakken lek
ker maken.
Waarom denkt u dat het hoofd-
voedsel van de Nederlandse soldaat
uit gevulde koeken bestaat? Waar
om denkt u dat de pata'.kraam hij
een legerplaats juist tijdens etens
tijd zoveel omzet? Wat meer zegt:
uw kader en uw officieren eten niet
mee van die soldatenpot. Als u nu
daar eens op ging bezuinigen. Het
is immers makkelijk om te beweren
dat het soldatenvoer zo goed is als
je zelf uit een andere pot eet. Mis
schien vindt u het geheei w„t cy
nisch. Maar dat word je wel. De
een wordt cynisch, de ander grof,
weer een ander onverschillig en de
rest zit al in Nieuwersluis,"
lenen. En de mogelijkheid is er, want
de EHBO is teruggebracht tot een
aantal eenvoudige belangrijke hand
grepen."
„Het staat vast, dat jaarlijks enke
le honderden verkeersslachtoffers
overlijden wegens het ontbreken of
niet tijdig verlenen van eerste hulp.
Het percentage, dat in leven had
kunnen blijven, schommelt tussen de
10 en 20 procent. Mutatis mutandis
geldt dat ook voor de (zwaar) ge
wonden. Het gaat daarbij absoluut
niet om geringe getallen. Een beetje
rekenen leert, dat tijdige eerste hulp
wellicht bijna een mensenleven per
dag had kunnen behouden."
Dr. Van der Slikke heeft zelf eens
op straat een leven gered, louter
door het slachtoffer van een ver
keersongeval op zijn zij te leggen.
„De man dreigde te stikken in zijn
bloed. Als ik er niet geweest was,
was hij beslist doodgegaan, want
niemand van de omstanders stak een
hand uit." Uit dit voorval alleen al
blijkt dat soms de eerste minuten na
een ongeval kunnen beslissen over
Magnefonband gÜUidsbqfiCl[
stuflio-zuher
(Van een onzer verslaggevers)
AMSTERDAM De oude Romeinen plachten bewusteloze dren
kelingen naar de top van een heuvel te dragen om ze vervolgens naar
beneden te laten rollen. Als resultaat van het schudden en schokken
kwamen de arme slachtoffers dan soms weer bij, waarna ze rustig
konden overlijden aan inwendige kneuzingen of erger. Ietsje minder
drastisch ging men tegen het einde van de achttiende eeuw te werk,
maar het bleef knoeien, getuige deze instructie van de maatschappij
tot redding van drenkelingen uit die dagen: „Rol niet, maar draag
in huis, ontkleed, verwarm en wrijf. Blaas, rook en adem in, laaf,
drenk, verzorg en blijf."
Inmiddels is de ontwikkeling zo
ver voortgeschreden dat krantekop
pen in de trant van „veulen gered
met mond-op-mond beademing" en
„hond gered met levenskus" geen
zeldzaamheid meer zijn, hetgeen de
verwachting wettigt, dat ook de le
venskansen van menselijke drenke
lingen aanzienlijk hoger mogen wor
den geschat dan vroeger het geval
was. Een prettige gedachte, waar
voor dank aan de koninklijke Neder
landse vereniging Eerste Hulp Bij
Ongelukken.
Deze organisatie viert vandaag
zijn 75-jarig bestaan met een feeste
lijke samenkomst in het Amsterdam
se congrescentrum. Gelijktijdig wordt
een boekje op de markt gebracht,
waarin de schrijver Bart van Veen
met medewerking van de arts N.
van Hasselt onder de titel „Niet op
hun achterhoofd gevallen", het werk
van de vereniging belicht. Het is een
serie interviews met mensen, die
quaiitate qua weten, wat eerste hulp
is en moet zijn. Daarbij worden geit
noch kool gespaard.
EHBO-directeur A. van Roon zegt
bijvoorbeeld: „Het is een duidelijke
zaak, dat onze leden dank zij het feit,
dat ze EHBO hebben geleerd, men
sen het leven redden. De afgelopen
twee maanden heb ik daarvan weer
twee duidelijke voorbeelden gezien:
mensen in de kracht van hun leven,
wie een ongeluk overkwam, die on
getwijfeld dood zouden zijn geweest,
als geen EHBO'er hen had gered.
Dat bespaart de gemeenschap veel
geld. Dat bespaart ook de levensver
zekeringsmaatschappijen veel geld.
Toch draagt de gemeenschap weinig
bij. Enkele gemeenten geven een
subsidie, die uiteenloopt van 50 tot
1500 gulden per jaar aan plaatselijke
afdelingen, maar de verzekerings
wereld doet helemaal niets voor de
koninklijke vereniging. Dan spreek
ik alleen maar over gevallen, waar
in wij de dood hebben weten te voor
komen, want dat is een spectaculaire
zaak."
„Maar van belang zijn ook alle ar
beidsdagen en -uren, die niet ver
loren gaan, omdat een EHBO'er met
een afdoende hulp verleent, zodat
een wond, die anders zou gaan zwe
ren, nu een eenvoudige schram blijft.
In de V.S., waar het systeem van
sociale voorzieningen aanmerkelijk
minder geperfectioneerd is dan bij
ons, trekken de verzekeringsmaat
schappijen miljoenen dollars per
jaar uit om leken op te wekken zich
in eerste hulp bij ongelukken te ver
diepen en om beloningen te geven
aan mensen, die goede eerste hulp
hebben verleend. Los daarvan ben
ik ervan overtuigd, dat een vereni
ging als de onze haar inkomsten voor
een 70 tot 80 procent uit donaties en
subsidies moet krijgen. Ook dat lijkt
er in de verste verte niet op. Tja,
als ik het eens laag schat, geven on
ze leden jaarlijks te zamen zeker
meer dan anderhalve ton uit aan
materiaal, dat gebruikt wordt om
als ik het grof mag zeggen de
verzekeringsmaatschappijen hun
winsten te laten maken. En ook het
bedrijfsleven zou wel eens mogen
laten merken, dat ons werk grote
bedragen bespaart."
De jarige vereniging heeft momen
teel 600 afdelingen met 37.50C wer
kende leden, waarvan er 32.000 het
geldige eenheidsdiploma bezitten. In
1967 werden er 11.868 cursisten in
geschreven. In hetzelfde jaar regis
treerde men 75.909 ongevallen, waar
bij een lid hulp verleende een
cijfer, dat ongetwijfeld veel te laag
is, omdat lang niet alle gevallen door
de betrokkenen worden doorgege
ven.
Desondanks zegt directeur Van
Roon enkele bladzijden verder: „Ik
ben van mening, dat de EHBO or
ganisatorisch nog in de kinderschoe
nen staat. We hebben nu drie tele
visie-uitzendingen van Socutera ge
had. Bij elkaar een kwartiertje.
Daarop kwam zo'n stroom aanmel
dingen, dat menige afdeling met de
handen in het haar zat, omdat er te
weinig instructeurs waren. Het aan
trekken van arts-doeenten wordt een
steeds groter probleem. Vooral ook
veel jonge mensen meldden zich als
lid en die zou ik zo graag in de be
sturen hebben. Maar tal van oude
ren meent men nog niet te kunnen
missen, terwijl anderzijds jonge men
sen het niet zo prettig vinden met
al te oude mensen in een bestuur te
zitten. En zij hebben gelijk. Het is
eenmaal een harde waarheid, dat er
in menig bestuur veel te veel tijd
verloren gaat, doordat er zo ont
stellend in-efficiënt gewerkt wordt".
De aanwezigheid van een EHBO'er
kan het behoud van een of meer
mensenlevens betekenen. De over
heid ziet dit momenteel in. De re
gering overweegt al, de kennis van
bepaalde EHBO-handgrepen ver
plicht te stellen voor deelnemers
aan het (snel)verkeer. Dr. W. van
der Slikke, chirurg-traumatoloog
van het academisch ziekenhuis Dijk-
zigt in Rotterdam zegt daarover
„Iedere Nederlander zou eerste hulp
bij ongelukken moeten kunnen ver
leven of dood en dat in veruit da
meeste gevallen een eenvoudige
handgreep voldoende is. Maar die
handgrepen moeten dan ook in een
zo wijd mogelijke kring bekend zijn
en er vooral op gericht zijn, dat
er niets verergert.
Hoe waar de opvatting van dr.
Van der Slikke is, illustreert Bart
van Veen met een verhaal, opgete
kend uit de mond van de heer Wes-
sel Draaijer, oud-secretaris van de
afdeling Amsterdam van de EHBO.
Hij kwam op een dag toevallig langs,
toen een vrouw ander de tram was
gekomen. „Er stonden wel veertig
mensen omheen, maar niemand deed
iets. Het slachtoffer bloedde hevig.
Twintig meter verderop lag haar
linkerbeen. Dat was er boven de
knie afgereden. In zo'n geval moet
je een aantal dingen doen. Ik kniel
bij het slachtoffer neer en druk de
slagader af in de lies. De bloeding
komt daardoor tot stilstand. Vervol
gens zeg ik tegen een van de om
standers, dat hij de GGD moet bel
len. Die kerel stond te trillen op
zijn benen en daarom heb ik hem
precies voorgepraat, wat hij im de
telefoon moest zeggen en ik waar
schuwde hem, dat hij de boodschap
moest laten herhalen. Anders wacht
je eindeloos op een ambulance, om
dat zo'n telefoneerdec misschien nog
wel het goede nummer draait, maar
dan van de zenuwen alleen zegt l
„Wilt u meteen komen, er is een on
geluk gebeurd" en vervolgens pats
de hoorn op de haak legt zodat de
GGD niet eens weet in welke straat
het slachtoffer zich bevindt, laat
staan voor welk perceel."
„Slot van het verhaal: Die me
vrouw kreeg een prothese natuurlijk,
maar je ziet er weinig van als je
het niet weet. Af en toe komt ze een
kopje thee drinken en ze vertelde
me, dat ze zelfs weer met haar man
uit dansen gaat
(Van een onzer verslaggeefsters)
DEN HAAG Discriminatie
ten nadele van de vrouw in het
vrije beroep en elders in het ar
beidsproces is nog algemeen ver
breid, ondanks wettelijke waar
borgen. Dit is de conclusie van
een dit jaar uitgebracht rapport
van het Europese Parlement. Het
rapport stelt vast dat de werk
gevers nog steeds druk blijven
uitoefenen op de vrouw om bij
haar huwelijk ontslag te nemen.
De gelijke toegang tot een be
trekking is in eerste instantie een
zaak die de Internationale Ar
beidsorganisatie aangaat. De EEG-
Commissie is niet bevoegd de uit
voering ervan af te dwingen.
Hoewel er in de Gemeenschap
zes miljoen meer vrouwen dan
mannen zijn is het aantal vrou
welijke werkgevers naar verhou
ding aanzienlijk lager dan dat van
mannelijke werkgevers (0,5 pet.
tegenover 4,5 pet.).
Volgens een recent Brits over
zicht blijkt dat de vrouw over het
algemeen gemiddeld minder dan
vijf shilling per uur verdient.
Aangezien de vrouw in de Ge
meenschap in de meeste gevallen
soortgelijk werk doet voor soort
gelijk loon als in Engeland, kan
gezegd worden dat zij in het al
gemeen ook op hetzelfde matige
loonpeil staat. Al met al verspilt
deze welvaartsmaatschappij veel
vrouwelijk talent. Ook wat de op
leiding betreft hebben vrouwen
minder kansen dan mannen. Dit
vormt een scherpe tegenstelling
met de Sovjet-Unie waar de ge
schoolde vrouw een goede baan
en ruime kansen op promotie
heeft.
De meeste werkende vrouwen
in de Europese Gemeenschap be
horen tot de leeftijdsklasse van 14
tot 24 jaar. Evenals elders wordt
in de Gemeenschap van de wer
kende vrouw meer kwaliteit ge
vergd dan van de man.
Leidt dit alles, economisch of
sociaal, tot een tweederangs posi
tie voor de vrouw? Deze vraag
werd door mannen veelal negatief
beantwoord. Zij vinden de vrouw
in veel opzichten in een benij
denswaardige positie verkeren.
Voor een bepaalde groep vrou
wen, die genoegen genomen heb
ben met hun door de traditie be
paalde positie is dit misschien
juist. Voor een andere categorie
vrouwen is dit bepaaldelijk niet
het geval en zij verkeren dan wel
in een tweederangspositie. In de
Gemeenschap vindt men het groot
ste percentage werkende vrouwen
in Frankrijk en Duitsland.
Een paar willekeurig gekozen
vrouwen uit de Gemeenschap wa
ren unaniem van mening dat hu
welijk en moederschap met een
beroepsloopbaan combineren moei
lijker is dan nodig zou moeten
zijn. De vrouwen vinden dan ook
dat er meer zou kunnen worden
gedaan om wijziging te brengen
in het huidige industriële patroon.
(ADVERTENTIE)
Hij drinkt geen vermouth. Zégt hij.
Maar als je vermouth Noilly Prat is moet je wel
opletten. Want als hij die één keer geproefd heeft,
is je fles tweemaal zo gauw leeg. Haai er nog één,
BarbaraHij kómt terug!
NOILLY PRAT. VERMOUTH VAN GROTE KLASSE.
Frans Vertnmt Co. N.V. Tilburg Importen?