Kinderen vanj
Oss komen
meer aan bod
sparen
by
Luykx Bankiers
mm in
Bergen op Zoom
477
477
577
6/7
Luykx Bank
Anton van Duinkerken
is steeds ongerept
seminarist gebleven
KINDEREN LEREN ZICH WAAR MAKEN
Mensen willen zelf hun broek ophalen
Van huis uit weinig intellectuele bagage
POGGENPOHL
KEUKENS
dit naerK
Aan dekens en plaids
Maar waaraan nog meer?
AaBe woongordijnen
AaBe rokken
AaBe Fiberwoven-^otMto;
Vuurgevecht op
Zambiaans
grensgebied
Conservatieven houden
zetel bij Britse
tussentijdse verkiezing
J. Luykx heeft
in samenwerking met
Henning en Smout
te Bergen op Zoom een
spaaragentschap geopend
aan de Stationsstraat 8.
Nu kunt u dus voortaan ook
in uw directe omgeving
terecht om te
profiteren van onze hoge
rente op spaargelden.
HENMNGr
SMOUTI:
LOUWERSE&
DE PRIESTER N.V.
DE STEM VAN ZATERDAG 9 NOVEMBER 1968
13
Eerder in deze serie is her
haaldelijk opgemerkt dat
het onderwijs onze kinde
ren moet voorbereiden op
de vrijetijdsmaatschappij
van de toekomst. Een van
de in dit verband interes
sante experimenten signa
leert onze redacteur K. Bas-
tianen.
Wat kan het onderwijs doen
om de jeugd van vandaag voor
te bereiden op de vrijetijds
maatschappij van morgen?
„Een heleboel," vinden de on
derwijzers en onderwijzeres
sen van vijftien lagere scholen
in de streek rond Oss, het
Brabantse Maasland. Na een
driejarig experiment met het
moedertaal-onderwijs spreken
zij uit ervaring.
Het Maasland is één van die
lang geïsoleerd gebleven plat
telandsgebieden in Nederland, die
sinds de oorlog snel „opengebro
ken" zijn. In Oss, dat overigens
al voor de oorlog een industrieel
centrum was, zijn op uitgestrekte
industrieterreinen veel nieuwe
fabrieken verrezen. De industria
lisatie heeft de oude plattelands
samenleving van weleer grondig
veranderd.
Aan de rand van een der welge
vulde industrieterreinen staat het
bescheiden houten kantoorgebouw
van de Regionale Opbouwstichting
in de fabrieken werken. Jeugdorga
nisaties vragen zich af wat ze er
mee aan moeten.
De industrie in Oss en omgeving
is vanouds afgestemd op ongeschool
de en laag geschoolde arbeidskrach
ten. Als daarin geen verandering
komt, zal ook in 1975 driekwart van f|
de arbeidsplaatsen door ongeschool
den en laag geschoolden bezet wor
den. Dat zou betekenen dat ook de
komende generatie weinig of geen
ontplooiingsmogelijkheden in het
werk heeft vooropgesteld dat er
voldoende ongeschoold werk voor
handen zal zijn (automatisering!).
Het ontwikkelingsniveau van de
arbeidersbevolking in deze streek is
betrekkelijk laag. Het middenkader
in de bedrijven bestaat dan ook gro
tendeels uit „nieuwkomers". Om de
kaderfuncties binnen het bereik van
de streekbevolking te brengen, zal
de belangstelling voor het voortgezet
onderwijs gestimuleerd moeten wor
den.
Het lager onderwijs is „het vlieg
wiel van de vooruitgang", zo rede
neerde drs. v. d. Poel in 1964. In
oktober van dat jaar gaat hij praten
met de schoolhoofden in Oss. Vraag:
wat moeten we doen om meer kin
deren voortgezet onderwijs te laten
volgen? Zijn bedoeling is niet alleen
de jongens en meisjes straks betere
banen te bezorgen, maar hij wil er
ook mensen van „maken" die in hun
(ADVERTENTIE)
Drs. J. v. d. Poel in gesprek met L. Olivier (rechts).
Welvaren, een organisa
tie die door dertien gemeenten in
«et leven geroepen is ten behoeve
van de zesennegentig duizend inwo
ners van de streek. Directeur drs. J.
v. d. Poel en zijn medewerkers
proberen de regionale samenleving
m de pas te brengen met „de nieu
we tijd".
Hij zegt: „In het begin van de ja
ren zestig hadden we eigenlijk nog
Seen benul van de vraagstukken
waar we mee zaten". In 1964 wist
men ongeveer waar men aan toe
was. Enkele flitsen uit de toen ge
publiceerde nota van de ophouw-
stichting over de sociaal-culturele en
j^njnische ontwikkeling van het
ai nnJ -1975 zal het Maasland ruim
si.uuo jongeren tussen 15 en 24 jaar
ellen. De helft van de jongens zal
vrije tijd nog wat anders kunnen en
willen dan naar voetbalwedstrijden
kijken.
De schoolhoofden komen tot de
conclusie dat de kinderen van het
Maasland niet dommer zijn dan an
dere kinderen, maar dat ze hun mi
lieu niet meehebben. Veel ouders
vinden „verder leren" niet zo nodig
en, wat erger is, van huis uit krijgen
de kinderen in het algemeen maar
weinig intellectuele bagage mee.
In besprekingen met drs. De Heij
van het Katholiek Pedagogisch Cen
trum in Den Haag komen de hoofd
onderwijzers tot de slotsom dat de
woordenschat van de kinderen bij
zonder gering is. De taal-armoede,
het gebrek aan „denkmateriaal"
werkt remmend op het onderwijs in
het algemeen en belemmert ook de
deelname aan het voortgezet onder
wijs.
Met het gebruikelijke taalonder
wijs komt men er niet, zeggen de
onderwijzers. Van wat extra lessen
in de moedertaal is ook geen heil te
verwachten. „Kinderen van Katten
burg, die nauwelijks behoorlijk Ne
derlands kunnen spreken, geef je een
ander aanvankelijk taalonderwijs dan
de kinderen van intellectuelen uit
Amsterdam-Zuid." deze uitspraak van
een Amsterdamse schooldirecteur gaat
ook op voor een streek als Let Maas
land.
Nodig zijn hier experimenten,
nieuwe vormen van taalonderwijs.
Besloten wordt het Katholiek Peda
gogisch Centrum (KPC) te hulp te
roepen.
Op 21 april 1965 dient het KPC een
driejarig studieplan in, waarmee in
september gestart wordt. Vijftien la
gere scholen willen meedoen. Er
wordt een studiegroep van onderwij
zers gevormd. De heer B. M. Reijn-
ders (schrijver van „Het moedertaal
onderwijs op de lagere school") zal
de groep theoretisch begeleiden. Een
deskundig praktijkmedewerker wordt
aangesteld om de deelnemende scho
len regelmatig te bezoeken en te
„coachen".
Luk Olivier, medewerker van de
Opbouwstichting, over de resultaten:
„Het experiment is nog te jong om
te kunnen zeggen dat veel meer kin
deren al voortgezet onderwijs vol
gen. Maar het onderwijzend perso
neel is enthousiast en óók veran
derd. Het onderwijs wordt een soort
wisselwerking. De kinderen komen
(ADVERTENTIE)
heel juist!
Aan:
en niet te vergetenaan de
(gemaakt volgens het revolutionaire
gepatenteerde Amerikaanse procédé)
LOESAICA (Rtr.) In de hoofd
stad van Zambia is officieel bekend
gemaakt, dat Zambiaanse troepen in
een treffen op Zambiaans gebied en
in de buurt van de grens met Mo
zambique minstens een Portugese
militair hebben gedood.
Zambiaanse militairen raakten in
een vuurgevecht met Portugese mi
litairen, die zich ingegraven hadden
bij het- dorp Kameta. Twee a vier
andere Portugese militairen werden
bij het treffen hetzij gedood of ge
wond.
LONDEN (AFP) Bij een tus
sentijdse verkiezing in het district
New Forestin in het Engelse graaf
schap Hampshire hebben de conser
vatieven hun zetel behouden.
In vergelijking met de verkiezin
gen in 1966 steeg het stemmental
van de conservatieven een weinig.
De liberalen kwamen nu op de twee
de plaats (in 1966 eindigde zij als
laatste), terwijl Labour ditmaal der
de werd.
1
Spaarboekjes
Gehele tegoed praktisch
direct beschikbaar.
Ook voor kleine bedragen.
Bankboekjes
Belangrijk deel direct
beschikbaar. Voor de
rest 1 maand opzegging.
Termynboekjes
Gedeelte direct
beschikbaar. Voor de rest
6-maanden opzegging.
Beleggingsboekjes
Gedeelte direct beschikbaar.
Voor de rest
12 maanden opzegging.
U kunt ook storten en opnemen per giro of bankrekening of via het postkantoor.
Voor inlichtingen kunt u zich rechtstreeks wenden tot ons spaaragentschap
Bergen op Zoom. Daar ligt ook de folder „Méér rente van uw geld" voor u klaar.
apaaragentsehap Bergen op Zoom
Makelaarskantoor
Stationsstraat 8
Tel. (01640) 3970-3971 - Postgiro 821095
t.n.v. Spaaragentschap J. Luykx Bankiers
Geopend: werkdagen van 8.30-17.30 uur.
bovendien elke zaterdag van 10-13 uur.
Roosendaal - Molenstraat 8
Tel. (01650) 34994 - Postgiro 1065831
meer aan bod, leren zich waarma
ken, en daar hadden ze hier moeite
mee. Op demonstratie-middagen is
gebleken dat ze veel vrijer geworden
zijn, zich beter kunnen en durven
uiten."
„Geen revolutie", zegt drs. V.d.
Poel, „maar versnelling van de evo
lutie." Op de lagere scholen in het
Maasland wordt naar zijn mening de
basis gelegd voor een samenleving
waarin de mensen niet meer aan het
handje van allerlei sociaal-culturele
werkers en leiders behoeven te lopen.
De mensen leren zichzelf te ont
plooien, creatief te zijn.
Het gaat erom mensen te „maken"
die in de vrijetijdsmaatschappij van
morgen in volle vrijheid weten te
kiezen. De overheid zal niets anders
hoeven te doen dan een zo ruim mo
gelijk patroon van voorzieningen tot
stand te brengen. Tot nog toe is er
veel te veel „begeleid" en „betutteld"
meent drs. V.d. Poel. „Dat lusten de
mensen niet. Ze kunnen en willen
zelf hun broek ophalen. Daar moet je
niet als een betweter bij gaan staan."
De meeste mensen kunnen meer,
heeft prof. Pen gezegd. Op de lagere
scholen in het Maasland wordt na
drukkelijk geprobeerd de kinderen
de hulpmiddelen bij te brengen
waarmee ze hun vaak sluimerende
capaciteiten kunnen waarmaken. Men
leert er minder voor de school, maar
meer voor het leven.
In RAAM betreurt mgr. dr. H.
Ruygers dat Anton van Duinkerken
nooit Gregorium of Sylvester gekre
gen heeft, waarschijnlijk omdat hij
destijds hoe lang is dat ai gele
den? het niet met alle instituten
in de Nederlandse Kerkprovincie eens
was. Als officieel persoon van de
kerk, vervult Ruygers dat met bit
terheid en met smart.
Professor L. Rogier in het liber
amicorum, dat dit nummer van Raam
is, wijst er op hoe Anton van Duin
kerken, de auteur en de hoogleraar
Willem Asselbergs tot een harmonie
samengroeiden en hoe dit de schuil
naamdrager in staat stelde een uit
zonderlijk goed hoogleraar te wor
den zoals bleek uit zijn geschiedenis
van de Nederlandse letteren sinds
1885 en zoals het bijvoorbeeld, zoals
we onlangs opmerkten, ook blijkt uit
zijn Nijmeegse colleges. Hetgeen vol
gens Rogier niet wegnam, dat Van
Duinkerken er soms eigenzinnige
meningen op na bleef houden. An
ton van Duinkerken had een lezing
gehouden over de Brabander en zijn
religie. „Daarin had hij uiteengezet,
dat het volk van Brabant krachtens
zijn aard immuun was geweest voor
de hervorming.
Toen ik daartegen inbracht, dat
zijn bloedeigen Brabant eens een
van de felst brandende calvinisten
haarden geweest was, waaruit von
ken naar Holland waren overge
waaid, schudde hij het hoofd en be
kende: „Ik weet dat allemaal wel,
want ik heb dat bij jou en bij „die
jongen Van Geyl" gelezen en ik ge
loof jullie best, maar het past niet
in het beeld, ik kan er niks mee aan
vangen. Liever een mythe die iets
verrukkelijks heeft, dan een waar
heid die mij koud laat."
Anton van Duinkerken, zo blijkt
uit deze herinneringen van zijn vrien
den moet het laatste half jaar voor
zijn dood op 27 juli 1968 zeer veel
geleden hebben. Hij had kanker en
hij had een afkeer van verdovings
middelen, zodat hij herhaaldelijk
pijnaanvallen en hoestbuien kreeg
tijdens een bezoek, die, zoals Jan
Engelman vertelt „hem deden brul
len als een gewond dier. Ik wilde tel
kens weglopen om een dokter of
verpleegster te waarschuwen, maar
hij belette dat en gaf me teverstaan
dat hij uit wilde spreken." Als de
pijn bedaard was zouden wij verder
zien. Het grondmotief van zijn me
dedelingen was aldus samen te vat
ten: „Van God weten wij niets, het
geloof is een gave van God, toch is
er reden om te geloven."
Merkwaardig is wat Gerard Wal
schap, hem herdenkende, opschreef.
„Hij was een christen sui generis,
niet zonderling, niet uitzonderlijk,
maar ook niet te vergelijken met ge
ijkte modellen. Op gevaar af ver
keerd te worden verstaan, moet ik
zeggen dat deze grote katholieke
voorvechter van tussen de twee we
reldoorlogen weinig opviel als chris
ten en veel meer imponeerde als
mens, hetgeen ik hem aanreken als
een eeral heb ik hem het meest
in Vlaanderen op de kermis gezien,
ik weet zeker dat hij diep in zich
zelf geen Pallieter was. Zijn uitbun
digheid was eer de evasie van de
explosie van een levenskrachtig en
brooddronken man, die vermaakte
en verbaasde met zijn belezenheid,
geheugen, geestigheid, bespraaktheid,
improvisatietalent, maar gevoelig
was, attent, bang iemand te kwetsen,
een man die hard werkte, veel zor
gen had en door weemoed werd ver
gezeld.
Behalve tot evasie diende zijn uit
bundigheid om iets zeer moois te
verbergen. Hij was, onbesmet door
zijn eruditie, een eenvoudige eerlijke
jongen van Bergen op Zoom, een
ongerepte seminarist gebleven en hij
gaf zich met een pint en een kwink
slag een werelds voorkomen. Wie
dat wist keek strak de stijverikken
aan, die meesmuilden om zijn nacht
braken".
In de oud-katholieke kerk werd in
1922 de celibaatsverplichting voor
priesters opgeheven. „Het kan voor
de huidige rooms-katholieke kerk
van belang zijn te weten hoe een en
ander zich destijds voltrok en welke
gevolgen, beter resultaten, deze ver
andering teweeg bracht in het ker
kelijke leven." Pastoor dr. J. Visser
(37) te Amersfoort vader van
twee kinderen geeft in TE ELF
DER URE een uitvoerig verslag hoe
deze ontwikkeling heeft plaatsgevon.
den in de oud-katholieke kerk.
Van 2-8 november organiseert de
Unie van Studenten te Nijmegen een
Latijns-Amerikaweek Marcel Kam-
pe en Frits Alsemgeest geven als in
leiding in dit nummer een analyse
van de plattelandsbevolking in de
Latijns-Amerikaanse economie. „Een
revolutie, die de bevolking de hoop
biedt op een betere toekomst, blijkt
onverwachte grote produktieve en
inventieve krachten bij de bevolking
los te slaan en ook de bevolking de
kracht te geven om offers te bren
gen voor een nieuwe toekomst.
Nog meer over revolutie in KEN
TERING. „In onze cultuur wordt een
woord als revolutie in één woord uit
gesproken met „onbehagen". Zoals
zijn positieve(?) pendant 'welbeha
gen' danig te lijden heeft onder een
soort kerstsentimenten, zo is ook 'on
behagen' vaak verbonden met een
gevoelssfeer waarin men hoogst vrij
blijvend Guevara, Torres en muur
kranten kan roepen om tenslotte bij
de wens naar kortere rokken in Bo
nanza te belanden".
Alfred Mozer zegt naar aanleiding
van een dreigende bevolkingsexplo
sie: „Er zijn in de wereld misschien
een half dozijn Jan Tinbergens, die
een leven lang met kennis van za
ken (en niet geëtaleerde) bewogen
heid de lijst van voorwaarden en
middelen en methoden van uitvoe
ring kunnen dromen. Geef hun arm
slag." J. Rosier schrijft zeer indrin
gend over „het aanbreken van een
nieuwe dageraad voor Latijns-Ame-
rika". Hij meent: „De kwaal van La-
tijns-Amerika lijkt me niet te be
staan in het feit dat het grondbezit
in handen van weinigen is maar veel
eer in de omstandigheid dat deze
weinigen hun grond slecht gebrui
ken, hun produktie slecht plannen,
de moderne techniek niet toepassen
etcPersoonlijk ben ik van me
ning, dat deze negatieve aspecten
hoofdzakelijk betrekking hebben op
de onaangepastheid van oriëntatie,
administratie en wat dies meer zij".
Jan Boelen over „De revolte der
studenten, een requiem voor de uni
versiteit": „De academische wereld
heeft oogkleppen op en ziet daardoor
niet dat er onweersbuien hangen in
de samenleving. Maar de voornaam
ste oorzaak is gebrek aan interdisci
plinaire dienstbaarheid. En dit is
weer terug te voeren tot een duide
lijke mentaliteits-crisis, die zeer
moeilijk te veranderen zal zijn". Ne
gen auteurs geven vervolgens hun
mening over „revolutie" en de mo
gelijke taak van auteurs daarbij. Hee-
resma: „Ben ervoor, omdat ze de
nieuwsberichten zo verlevendigen".
Van het Reve: „Afkeer en walging".
Theun de Vries: „Ik sta onvoorwaar
delijk achter elke werkelijke revo
lutionaire beweging". Vinkenoog:
„Revolutie is permanentis waar
heid, werkelijkheid." Verder onder
anderen twee pagina's literatuur over
studentenrevolutie en -revolte.
bezoekt onze showroom -
BredaCrogtdijk 58, Te!.(01600)- 23744
Middelburg: Vlissingse Singel 16-18,
Telefoon (011 80) - 50 55