RECLASSERINGSMAN Y.
Beeldenstorm op
de rechtspraak
NAVO EN ONBEREKENBARE RUSSEN
POSTMA WIL:
i i>,
I
DE PADEN OP
Parkeerbelasting
Ter navolging
Vondeling is anders
VRAGEN
DOOR DE MAAG
Vergroot
Uitgesloten
Bedoelingen
Geweken
GEFAALD
WEINIG KANS
SPANNING
Dr. Corn. Verhoeven
MIJN vraag is: Waarom moet
die jeugd toch altijd zo ge
ïsoleerd en massaal bijeenge
bracht worden? Waarom worden
daarvoor altijd de demagogische
methodes van een vorige gene
ratie gebruikt b.v. het oubollige
trekken, de massale meetings, de
vurige toespraken, het demonstra
tieve zingen en de opgestoken
handen? Als de jeugd dan zo heel
anders is, waarom laat zij zich
dan zo gewillig manipuleren door
leiders, die al in hun vooroorlog
se studiejaren het dragen van
sandalen, het marcheren en het
drinken van fris als kenmerken
van de nieuwe generatie hebben
leren beschouwen? De vragen
zijn te fundamenteel om ze zo
maar even te beantwoorden,
maar omdat bij zo'n vertoningen
mijn huiver altijd met medelij
den gepaard gaat, zou ik het on
eerlijk van mijzelf vinden, als
ik niet het vermoeden uitsprak,
dat hier niet „de" jeugd de pa
den optrekt, maar de truttigste
middelmaat van de jeugd- Hun
enthousiasme komt niet voort uit
de veelbelovende perspectieven
van de zaak zelf waarover het
gaat, maar uit het bijeen zijn. Dat
is het eerder een effect van de
manipulatie door ouderen; zij la
ten zich inderdaad oppeppen en
het schouwspel van een grote
groep jeugdigen die massaal van
hun enthousiasme getuigen is
vooral aanstekelijk en aandoen
lijk voor ouderen die het nodig
hebben om zelf weer in de zin
van het leven te geloven die
IK heb al eens gezegd dat wij
zo gek doen tegen kleine kin
deren om hun ons eigen verdriet
te besparen en het zo zelf te ver
geten. Het opjutten van jonge
mensen is een verlengstuk en een
vervolg van deze manipulatie.
Maar zodra ze lukt, kan sommi
gen van ons de schrik om het
hart slaan bij het idee, dat ze
echt gaan geloven en zullen door
gaan met zingen en marcheren,
doet er niet toe waarover en
waarheen, als het maar met to
tale inzet mag gebeuren. Het en
thousiasme dient alleen om hen
binnen te lokken in de muizenval
of, op zijn zachtst gezegd, hen
een eind op weg te helpen in de
richting die wij suggereren. En
thousiasme is een overmaat aan
gehoorzaamheid en objectloze be
reidheid. Rebellen kunnen ze dan
voorlopig al niet meer worden
en dat is weer meegenomen. De
enthousiaste jeugd wil misschien
wei wat anders dan hun seniele
manipulators, maar juist hun en
thousiasme maakt dat „andere"
vaag. zodat het moment waarop
het ingevuld zou moeten worden,
eindeloos verschoven wordt en bij
voorkeur totdat de jeugd voor
bij is.
DE STEM VAN ZATERDAG 9 NOVEMBER 1968
iffy f x - -- 'J
^<MrEclKiINGIcf..^Er,L,NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN®NGEN PEIUNGEN
ENGEN .PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN...PEILINGENPflMNGEN PEILINGENI PElllNtotN
!E„yi.iijPrl:KiNGlci..k,PiILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN„PEIL IJGEN.KIUNGEN - WILINGEN PEIUNGEN PEIUNGEN mu o
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN rciLiiNvjcn
Foutief parkeren brengt dit [aar rond 4,5 miljoen extra in de schatkist
Zo'n bedrag telt mee. Toch kunnen we ons moeilijk voorstellen, dat
de regering erg blij is met dit douceurtje.
Een agent, die een parkeerbon uitschrijft, doet (ijverig) zijn plicht.
Maar al is dat zo, als het en dat is het geval in bepaalde gemeenten
werkelijk parkeerbonnen regent, dan wordt daardoor de verhouding tus
sen publiek en politie bepaald niet verbeterd.
In een aantal gevallen wordt een parkeerbon bovendien niet als een
gerechtvaardigde straf ervaren. Dit speelt met name in gemeenten, waar
de openbare parkeervoorzieningen ontoereikend zijn. Waarom heeft Breda
in 1967 driemaal zoveel parkeerzondaars beboet als Tilburg? Toch telt
Tilburg meer (30.000) inwoners. Heeft Tilburg misschien meer parkeer
ruimte of treedt de politie er soepelei op?
Als van automobilisten een extra belasting (aari parkeerbonnen) wordt
gevraagd, hebben zij recht op een nadere verklaring. En op een nadere
bezinning van de kant van overheid en volksvertegenwoordigers van het
openbaar vervoer. Want het is duidelijk, dat er ook een verband bestaat
tussen de (ontoereikende) mogelijkheden van het openbaar vervoer en
de constante groei van het aantal particuliere auto's.
Gemeentebestuurders klagen dikwijls over het gebrek aan belangstel
ling bij het publiek voor hun werk ten dienste van de gemeen
schap. De bevolking is onverschillig, zegt men dan, het kan de
mensen geen barst schelen; wat er in hun dorp of stad gebeurt.
De B. en W.'s en raadsleden, die zo redeneren, begaan een vergissing. Het
publiek is over het algemeen wel degelijk geïnteresseerd in de gang van
zaken in de eigen gemeente. Aan die belangstelling kan echter zelden uit
drukking worden gegeven: het publiek krijgt namelijk veel te weinig infor
maties. Het wordt niet of nauwelijks actief betrokken bij het gemeentelijk
beleid.
Gelukkig begint men nu hier en daar (maar in een veel te traag tempo)
wat te doen aan deze communicatiestoornis. Een goed voorbeeld in dit
verband is Hilvarenbeek. In dit dorp van 7.300 inwoners heeft het ge
meentebestuur onlangs vier voorlichtingsdagen gehouden. Over belang
stelling had men niet te klagen: rond 1500 inwoners hebben van de ge
legenheid gebruik gemaakt om wat meer te weten te komen over de plan
nen en problemen van hun gemeentebestuur.
Dit soort initiatieven verdienen navolging, ook in de grotere steden.
Daar moet het toch mogelijk zijn vooraf inzage en inspraak te geven
in plannen voor de bouw van nieuwe wijken. Laten we de democratie in
praktijk brengen waar we allemaal de mond zo vol van hebben. Het
woon- en leefklimaat in onze dorpen en steden zou er aanzienlijk door
verbeterd worden. Alleen al omdat een stuk onvrede wordt weggenomen,
dat zijn oorsprong vindt in betutteling en onmondigheid.
Hij gaat niet, hij gaat wel, hij gaat niet. Eindelijk weten we het nu: hij
gaat wel, dr. Tans, de voorzitter van de P.v.d.A. In het begin van
het volgend jaar wordt hij opgevolgd door dr. Vondeling, die na een
zeer ernstig auto-ongeluk aanvankelijk was afgeschreven als actief
politicus maar die er door zijn enorme energie en wilskracht weer aardig
bovenop is gekomen.
Dr. Tans is een erg vriendelijke man. Maar hij is net als een schoolmees
ter, die geen orde in de klas kan houden. De rode rakkers van Nieuw-
Links hebben bij hem vrij spel. Daarom staat nu het hele P.v.d.A.-huis op
stelten.
Vondeling is anders. Hij zal Nieuw-Links niet meteen op straat zetten.
Hij zal praten met zijn heethoofdige jongeren en hun ideeën, voor zover ze
realistisch zijn, proberen over te nemen. Maar dan moet het ook met de
herrie gedaan zijn.
Onder Vondeling kan er een einde komen aan de zig-zag-koers, die de
P.v.d.A. de laatste tijd belet heeft een rol van betekenis spelen in de Ne
derlandse politiek.
(ADVERTENTIE)
(Van een onzer verslaggevers)
BREDA „We moeten naar een soort rechtspraak, die veel
sterker rekening houdt met de denk- en leefwereld van een
verdachte. De rechtspraak van nu is een monoloog, alleen de
de politie, de officier van justitie en de rechter komen aan het
woord. Typerend daarvoor is het feit, dat een verdachte aan
een verhoor wordt „onderworpen". Een reclasseringsman en
een psychiater hebben meestal een zekere beeldinbreng, kun
nen wat van hun inzichten spuien, bij iemands berechting,
maar die is totaal ondergeschikt aan de beeldvorming van een
officier en een rechter".
„We moeten naar een dialoogrechtspraak. Om die te kunnen bereiken,
zullen we in figuurlijke zin een beeldenstorm moeten uitvoeren. Ik betwijfel
of het noodzakelijk is dat naast een president twee andere juristen zitten.
Ik zou geen pleidooi voor een jury willen houden, maar de huidige gang
van zaken is onbevredigend. Waarom kunnen er niet enkele deskundigen
naast de voorzitter-jurist komen. Met name iemand uit de sociaal-psycho
logische wetenschappen?"
Aan het woord is de heer Y. Post-
ma (55) uit Breda, directeur van de
Katholieke Reclasseringsvereniging
afdeling Noord-Brabant. Hij is met
een aantal andere deskundigen uit
het reclasseringswerk een denkbeeld
aan het uitwerken om, zoals hij het
noemt, „Het strafrechtgebeuren dich
ter bij het publiek te brengen, zodat
het weer een samenlevingsgebeuren
wordt".
De heer Postma gaat er van uit
dat de „rechtspraak vrijwel niet is
meegeëvolueerd met de ontwikkelin
gen in de samenleving. De hele recht
spraak is mede door het toedoen
van de .dagbladpers een kijkspul
geworden. Velen hebben er soms ple
zier aan om over andermans ellende
te lezen en zich boven de ander ver
heven te kunnen voelen, totdat ze er
op zekere dag zelf bij betrokken
worden", aldus de heer Postma.
„We zouden een stuk verder zijn
als het eens zou kunnen, dat iemand
alle kans kreeg van een gesprek-in-
twee-richtingen. De hele entourage
van de rechtspraak is daar echter
helemaal tegen. De omstandigheden,
waaronder de rechtspraak plaats
vindt, zijn al een groot nadeel: im
ponerende gebouwen en zalen, wit-
gebefte rechters achter groene ta
fels, die nog weer op een podium zijn
geplaatst, het hekje, waarvoor een
verdachte moet gaan staan, enz."
De heer Postma is er van over
tuigd dat nu de tyd is gekomen om
de bouwstenen aan te gaan dragen,
waarmee dat nieuwe recht gestalte
moet worden gegeven. „Tweehon
derd j,aar geleden werd de pijnbank
afgeschaft; honderd jaar terug con
cludeerde men dat de doodstraf niet
meer in ons cultuurpatroon paste.
Naar mijn idee en ik weet dat vele
deskundigen het met mij eens zijn
past de gevangenisstraf, zoals die nu
wordt gegeven waarbij de gedeti
neerde zelf geen enkele verantwoor
delijkheid kent ook niet meer in
deze maatschappij".
De heer Postma zegt ervan door
drongen te zijn dat hij met zijn denk
beelden een „ontstellend groot aantal
vragen" opwerpt. Op alle vragen
weet hij zelf nog geen antwoord.
„Misschien zijn mijn ideeën een beet
je wild", stelt hij zelf. Maar voor
hem staat vast,dat er bij het, publiek
en bij het Openbaar Ministerie an
dere gedachten zullen moeten gaan
leven t.a.v. de rechtspraak.
Als middel om het geven van de
huidige gevangenisstraffen discutabel
te stellen, ziet hij de materiële con
sequenties van een opgelegde gevan
genisstraf. „Niemand is daar in ge
ïnteresseerd, omdat wij anoniem met
z'n allen het benodigde geld betalen.
Het rijk betaalt, zeggen we dan; dat
is natuurlijk niet zo, wij betalen, al
merken we het niet direct".
„De liefde in Nederland gaat vaak
door de maag. Daarom heb ik geop
perd: Zouden de kosten van de straf
van een delinquent niet betaald kun
nen worden door de gemeenschap,
waarvan de gevangene lid is. Zodat
men elke berechting in de eigen por
temonnee gaat voelen. Juist om die
kostenfactor verwacht ik méér spi
ritualiteit, creativiteit en activiteit
van die gemeenschap", zegt de beer
Postma.
Elke gedetineerde kost per dag
ruim zestig gulden. Wordt iemand tot
drie jaar gevangenisstraf veroordeeld
in die tijd moet hij weinig opbou-
(Van een onzer redacteuren)
DEN HAAG Volgende week
vergadert in Brussel de minister
raad van de NAVO. Hoofdonderwer- p
pen van gesprek zullen zijn de poli
tieke en militaire gevolgen van de
Russische invasie in Tsjechoslowa-
"'ie. Ook de samentrekking van een
Spvjet-vlootmacht in het oostelijk
deel van de Middellandse Zee staat
op de agenda.
Spectaculaire „tegenmaatregelen"
.e®en de Russische verstoring van
et machtsevenwicht hoeven niet te
worden verwacht.
P?, NAVO-regeringen hebben dui-
ueiijk blijk gegeven van hun voor
omen om toenadering en ontspan-
ng een belangrijke plaats te blijven
6 ven in hun buitenlandse diploma
rif, e,C Politieke inspanningen. De
oezorgdherd over wat in Tsjechoslo-
liinfr6 ls Sebeurd, geldt vooral de
nierdoor vergrote onzekerheid in de
l<nr,i es, n§en en de onbere-
gon van de Sovjet-bedoelin-
ha?l°",zekerbeid en de onbereken
de j worden nog vergroot door
hLft ®?-menten die de Sovi et-Unie
li -8™' tegenover landen als Roe
bliek w de Bondsrepu-
we»r', .®®sf-Perlyn en voorts het
sen m j 'Jskast halen en oppoet-
refdcnm °ude leuzen over het we"
«comrnu e en _>het socialisti_
scne gemenebest".
ervan bewust dat
swfi s Slnd^ de inval in Tsjecho-
Maatrpfffi aanz'onliik zijn vergroot.
ben «onnm" zü, de Russen die heb-
choswfv™ ue1 aanzien van Tsje-
neisine ebben wel eens de
8 ng een eigen leven te gaan lei
den en uit de hand te lopen.
Hoewel de Sovjet-troepen in Tsje-
choslowakije niet bedoeld zijn als
een rechtstreekse bedreiging van het
westen, kan de NAVO ook niet voor
bijgaan aan het feit dat de Russen
er meer divisies hebben dan nodig
is voor het handhaven van de rust en
het „neutraliseren" van het in deze
omstandigheden uiteraard onbe
trouwbare Tsjechische leger.
In sommige rapporten die de
NAVO-instanties sinds de inval in
Tsjechoslowakije hebben bereikt, is
sprake van een aanzienlijke mobili
satie van Russische reservisten.
Kortom: de NAVO wordt gecon
fronteerd raet een grote hoeveelheid
factoren die de Russische bedoelin
gen hoogst onvoorspelbaar maken en
een sfeer van onzekerheid scheppen
waarin een incident gemakkelijk uit
de hand kan lopen.
Naast de preventieve diplomatieke
maatregelen zullen er ook militaire
consequenties uit deze ontwikkelin
gen moeten worden getrokken. Het
ziet er naar uit dat van de partners
maatregelen zullen worden gevraagd
om hun paraatheid op te voeren en
beter tegemoet te komen aan hun
NAVO-verplichtingen. Het moet uit
gesloten worden geacht en daar is
volgens NAVO-insiders ook volstrekt
geen aanleiding toe dat besloten
wordt de totale (nog altijd papieren)
sterkte zoals die bestond in decem
ber 1967 te verhogen.
De NAVO wil met eventuele maat
regelen voorkomen dat er aan beide
zijden van de demarcatielijn (zoals
het IJzeren Gordijn sinds enige tijd
heel wat vriendelijker wordt ge
noemd) een wedloop in divisies,
vliegtuigeskaders en tankbataljons
ontstaat, waardoor de spanning al
leen maar zou worden verhoogd.
De bedoelingen van de NAVO
gaan, volgens ingewijden, niet ver
der dan:
a. De door de onzekerheid ontstane
risico's te neutraliseren en
b. De Sovjet-Unie duidelijk te maken
dat het westen niet onverschillig
kan blijven voor wat in Oost-
Europa en op de Balkan gebeurt.
Wat dit laatste betreft speelt Zuid-
slavië een bijzondere rol. Het zou
voor het westen zeker verschil uit
maken of de Sovjets bijvoorbeeld
Roemenië ofwel Zuidslavië zouden
bezetten. Een bezetting van het niet
tot het Warschaupact behorende na-
tionalistisch-communistische land van
maarschalk Tito zou wel eens kun
nen leiden tot een confrontatie tus
sen de beide bondgenootschappen. De
NAVO zal zich met het probleem-
Zuidslavië de komende week zeker
bezighouden.
Waarschijnlijk zal hierover ook
wel iets openbaar worden gemaakt
en in elk geval kan worden aange
nomen dat de NAVO-ministers de
Sovjet-Unie niet in het ongewisse
zullen laten over de gevolgen die een
actie tegen Zuidslavië zou kunnen
hebben.
Wat vermoedelijk uit de bus zal
koenen op het gebied van de militai
re maatregelen zal vrijwel uitslui
tend liggen in het vlak van een gro
tere tegemoetkoming aan de NAVO-
verplichtingen door de partners. Tus
sen wat reëel ter beschikking van de
NAVO is gesteld en wat oorspronke
lijk is toegezegd en wordt verlangd,
ligt voor verreweg de meeste leden
een aanzienlijke marge waar binnen
nog heel wat kan worden gedaan.
Ingewijden verwachten niet dat in
dit verband de nieuwe Amerikaanse
regering straks soepeler zal zijn te
genover Europa dan de huidige, die
de koorden van de beurs de laatste
jaren aanzienlijk aanhaalde. De nieu
we president Richard Nixon is welis
waar voornemens de aandacht van
Washington weer wat meer te r'erleg-
gen naar West-Europa, maar het
staat vast dat hij hiervoor tegenpres
taties zal eisen.
Wat, de Sovjet-vloot in de Middel
landse Zee aangaat, is de grote be
zorgdheid van enkele weken geleden
deels geweken. Op zich is de Sovjet-
vloot voor de Amerikaanse Zesde
Vloot alleen al geen partij. Het we
zenlijke gevaar van de Sovjet-zee
strijdkrachten is gelegen in de moge
lijkheid ze te gebruiken als drukmid
del in een conflict dat niet recht
streeks de NAVO aangaat (bijvoor
beeld Egypte-Israël) maar een
maal op gang gekomen wel tot
een confrontatie kan leiden. Overi
gens tast de NAVO volkomen in het
duister over de werkelijke bedoelin
gen die de Sovjet-Unie heeft (of mo
gelijk gehac! heeft) met deze vloot.
De reactie van NAVO op de schok
kende gebeurtenissen van deze zomer
zal dus waarschijnlijk gematigd zijn.
Maar dat neemt niet weg dat de toe
nadering tussen oost en west voor
lopig stU blijft staan.
VV. K.
De baat die een gestrafte bij dit
alles zou hebben, bestaat eruit dat
volgens de heer Postma, „de vraag
opportuun wordt of de gemeente het
recht heeft mede het beleid van het
Openbaar Ministerie te beïnvloeden,
want we moeten mee betalen. De
mentaliteit van vroeger eenmaal
een dief altijd een dief is wel ver
anderd. Bij het zoeken naar het
waarom van de daad die bestraft
moet worden, is het nu geen kwestie
meer van „verdachte heeft moreel
gefaald, maar van een psychisch
disfunctioneren". De heer Postma il
lustreert deze opmerking met: „Vroe
ger dreigde de kerk met hel en ver
doemenis als de kerkgangers weg
bleven, maar tegenwoordig gaat men
bij zichzelf na wat er niet goed func
tioneert. In de kerk zijn de normen
van het juridisch vlak verlegd naar
de dialoog"
Het principe van de heer Postma:
„Als de gemeente zich bewust wordt
dat men meebetaalt, zal hij zich uit
genodigd voelen er zelf over te gaan
denken en meepraten. Waarmee de
rechtspraak weer binnen het gebeu
ren in de gemeenschap is gehaald".
De volgens de heer Postma nood
zakelijke veranderingen, zijn mede
ingegeven door de wijze van optre
den van de meeste officieren van jus
titie. („De rechters zijn zo'n probleem
niet, die staan er niet op dat iemand
gevangenisstraf krijgt. Het O.M.
wél")
„Wie, zoals ik, vrijwel dagelijks
met officieren van justitie in aanra
king komt, zal nogal eens moeite
hebben om in hen „de vertegenwoor
digers van de gemeenschap" wat
elke officier behoort te zijn te her
kennen. Ik weet dat het O.M. binnen
het huidige rechtskader trouwens
weinig kansen tot meer eigentijds
ontplooien heeft. Toch zullen we een
kader moeten scheppen dat maakt
dat het O.M. meer en juister de ge
meenschap gaat vertegenwoordigen.
Met mijn oplossing zie ik daar mo
gelijkheden toe", aldus de heer Post
ma.
Hij stelt nadrukkelijk dat hy de
vrijheidsstraf niet wil afschaffen.
„Maar de straf moet opvoedend zijn;
niet zo maar zonder meer „mannetje
in hokje stoppen" en na vijf jaar er
weer uit. Het hoeft ook weer niet zo
te zijn dat iedere verdachte zijn
gehuld moet worden „kwijt gerede
neerd". Maar is het nu normaal dat
iemand die een moord pleegt, die
door duizend-en-één omstandigheden
is ingegeven, zonder meer twintig
jaar moet worden opgeborgen, terwijl
iemand die dronken achter het stuur
een kind doodrijdt er met een jaar
afkomt?"
De heer Postma wil juist de geval
len met een psychische achtergrond
meer en andere aandacht schenken
dan louter een juridische. „Daarvoor
zullen ook in eigen boezem verande
ringen moeten komen. Persoonlijk
zou ik de hele reclassering (overi
gens een rotwoord) willen laten op
gaan in instituten voor geestelijke
volksgezondheid en maatschappelijk
werk, zodat we met ons werk meer
in de maatschappij zelf staan", aldus
de heer Postma.
Hy noemt de reclassering twee
slachtig: „Een verlengstuk van justi
tie, maar ook een adres waar mensen,
die nu net niet meer met juistitie in
aanraking willen komen, óók terecht
moeten kunnen Ik zou graag minder
sterk aan justitie gebonden zijn. Ons
werk verschuift steeds verder van
het juridisch gebied naar het sociaal-
psychologisch terrein. Dat heeft in
middels grote spanning gegeven. De
justitie is naar mijn gevoel nog steeds
veel te sterk gebonden aan de juri
dische kant van elke zaak", zegt de
heer Postma. „Niet iedereen zal het
met me eens zijn, maar we le
ven in een wat onduidelijke tijd, om
dat er iets nieuws geboren staat te
worden".
Hij wil van de belaste naam „re
classering" af, net als van vele an
dere stigma's die het werk van de
hoofdzaak afleiden. „Het strafrecht
en alles daaromheen is niet overeen
komstig de evolutienormen van nu.
Als men ergens met weinig flexibili
teit en verstarde normen werkt, is
het bij de rechtspraak", aldus de heer
Postma.
PIM GAANDERSE
wend werk doen als knijpers maken
en tuintjes wieden kan kost dat
„het rijk" een kleine 70.000 gulden.
De heer Postma verwacht dat een
gemeenschap (gemeente) dusdanig
aan het denken wordt gezet, dat de
gestrafte er baat bij zal hebben. „Ik
ben op de gedachte gekomen door de
ervaringen die ik heb gekregen met
de afdeling sociale zaken van diverse
gemeenten. Men is er als de kippen
bij allerlei inhoudingen te doen als
iemand in de gevangenis terechtkomt.
Men probeert zich zoveel mogelijk te
distantiëren van een delinquent. De
gemeentebesturen zouden wel anders
piepen als de gemeenten zelf voor
alle kosten van gevangenhouding
moesten opdraaien".
De directeur van de Katholieke Reclasseringsvereniging afdeling
Noord-Brabant, de heer Y. Postma (55), is een selfmade man. Hij
heeft naast zijn vakopleiding en latere studies op het gebied van
de psychologie, maatschappelijk werk en leidinggevend werk, alleen
lagere school. Sedert 1952 is hij werkzaam bij de reclassering. Aan
vankelijk in Amsterdam en sinds '61 in Breda. In 1938 is hij bij de
gementepolitie in dienst getreden. Na de oorlog was hij hoofd van
de polititieke recherche in Delft. Als brigadier verliet hij de Zaan-
damse gemeentepolitie om over te stappen naar het reclasserings-
70ALS gebruikelijk is, werd
ook dit jaar de voettocht van
de Pax-Cristibeweging, speciaal
voor de studerende jeugd georga
niseerd, weer besloten met een
eucharistieviering in de Bossche
Brabanthallen. De KRO heeft de
ze dienst zojuist uitgezonden en
ik heb de uitzending helemaal
gevolgd. Zo komt het dat ik nu
erg moe ben. Want al ontbraken
deze keer de juichende reporta
ges en bleef de begeleidende ly
riek in de pers ook zo goed als
helemaal achterwege een te
ken van tanende belangstelling?
toch is het vermoeiend. Te
gelijk ben ik een beetje in de
war gebracht door een soort van
enthousiasme, dat ik nooit hele
maal vertrouwd heb, terwijl ik
toch niet in staat ben dit wan
trouwen in redelijke termen uit
te spreken. Angst maakt er ze
ker een deel van uit. Een en
thousiaste en eensgezind zingen
de menigte doet mij altijd aan
oorlog denken, ook als ik weet
dat zij, zoals nu, bijeen is om
over de vrede te discussiëren.
Als er dan over „totale inzet"
gesproken wordt, schrik ik toch-
Maar ik zal proberen mijn ge
dachten ordelijk onder woorden te
brengen. Dan moet ik vooreerst
leggen dat mijn huiver bij deze
en dergelijke uitzendingen niet
voortkomt uit het gevoel dat hier
een heilige liturgie tot een poli
tieke kermis of een soort van
happening gemaakt wordt. Ande
ren mogen zich daarover druk
maken en zullen dat ook wel
doen, al weet ik niet zeker of
ze dat ook publiekelijk willen of
durven uiten. Voor mij is het
geen kwestie van religie, zelfs
spraakgebruik, de bezwerende
fraseologie rond feest en enthou
siasme.
niet van stijl. Het was wel geen
stijl; maar daar zie ik nu van af.
Schreeuwen en applaudiseren in
liturgisch verband is niets an
ders dan gewoon schreeuwen en
applaudiseren. De enige liturgie-
technische vraag, die ik zou wil
len stellen is deze: zou het wer
kelijk waar zijn, dat het voor
velen onbegrijpelijke Latijn al
leen maar is afgeschaft om plaats
te maken voor Engels, Frans en
Hebreeuws? (Duits heb ik niet
gehoord, maar het leent zich uit
stekend voor zo'n doel). Ik kan
me dat, niet voorstellen. Wat ik
mij wel kan voorstellen is, dat
de studerende jeugd zich hiermee
wil onderscheiden van de arbei
dende jeugd, die niet zoveel talen
leert, en dan vind ik het merk
waardig dat men een eucharistie
viering aangrijpt om zijn talen
kennis te spuien en zijn status
duidelijk te maken. Het is geen
vriendelijke gedachte, maar ik
zit ermee.
Als het bijeen zijn van men
sen zo benadrukt wordt, komt
er een punt dat het alleen om
dat bijeenzijn gaat, niet over een
thema. Op dat punt verandert het
bijeenzijn in een carnaval. Het
viel mij dan ook op, dat de cele
brant op het einde van de plech
tigheid iets zei in de geest van:
„Denk nu straks niet, dat je
drie dagen lang je hebt laten op
peppen en een masker gedragen
hebt. Dat masker draag je alle
andere dagen". Precies diezelfde,
met luid applaus beloonde slim
migheid, wordt steevast aange
voerd met carnaval. Het is dus
niet mijn boosaardigheid, die mij
de vergelijking ingeeft, maar het
als pyromanen een brand moe
ten veroorzaken om er fijn naar
te kunnen kijken.
We moeten ons kwetsbaar ma
ken, zei de predikant. Niemand
zal kunnen zeggen dat ik dat in
het voorafgaande niet gedaan
heb. Toch heb ik niet het gevoel
nu ook bij die geestdriftige me
nigte te horen. De afstand is al
leen maar groter geworden.