RECLASSERINGSMAN Y. Beeldenstorm op de rechtspraak NAVO EN ONBEREKENBARE RUSSEN POSTMA WIL: i i>, I DE PADEN OP Parkeerbelasting Ter navolging Vondeling is anders VRAGEN DOOR DE MAAG Vergroot Uitgesloten Bedoelingen Geweken GEFAALD WEINIG KANS SPANNING Dr. Corn. Verhoeven MIJN vraag is: Waarom moet die jeugd toch altijd zo ge ïsoleerd en massaal bijeenge bracht worden? Waarom worden daarvoor altijd de demagogische methodes van een vorige gene ratie gebruikt b.v. het oubollige trekken, de massale meetings, de vurige toespraken, het demonstra tieve zingen en de opgestoken handen? Als de jeugd dan zo heel anders is, waarom laat zij zich dan zo gewillig manipuleren door leiders, die al in hun vooroorlog se studiejaren het dragen van sandalen, het marcheren en het drinken van fris als kenmerken van de nieuwe generatie hebben leren beschouwen? De vragen zijn te fundamenteel om ze zo maar even te beantwoorden, maar omdat bij zo'n vertoningen mijn huiver altijd met medelij den gepaard gaat, zou ik het on eerlijk van mijzelf vinden, als ik niet het vermoeden uitsprak, dat hier niet „de" jeugd de pa den optrekt, maar de truttigste middelmaat van de jeugd- Hun enthousiasme komt niet voort uit de veelbelovende perspectieven van de zaak zelf waarover het gaat, maar uit het bijeen zijn. Dat is het eerder een effect van de manipulatie door ouderen; zij la ten zich inderdaad oppeppen en het schouwspel van een grote groep jeugdigen die massaal van hun enthousiasme getuigen is vooral aanstekelijk en aandoen lijk voor ouderen die het nodig hebben om zelf weer in de zin van het leven te geloven die IK heb al eens gezegd dat wij zo gek doen tegen kleine kin deren om hun ons eigen verdriet te besparen en het zo zelf te ver geten. Het opjutten van jonge mensen is een verlengstuk en een vervolg van deze manipulatie. Maar zodra ze lukt, kan sommi gen van ons de schrik om het hart slaan bij het idee, dat ze echt gaan geloven en zullen door gaan met zingen en marcheren, doet er niet toe waarover en waarheen, als het maar met to tale inzet mag gebeuren. Het en thousiasme dient alleen om hen binnen te lokken in de muizenval of, op zijn zachtst gezegd, hen een eind op weg te helpen in de richting die wij suggereren. En thousiasme is een overmaat aan gehoorzaamheid en objectloze be reidheid. Rebellen kunnen ze dan voorlopig al niet meer worden en dat is weer meegenomen. De enthousiaste jeugd wil misschien wei wat anders dan hun seniele manipulators, maar juist hun en thousiasme maakt dat „andere" vaag. zodat het moment waarop het ingevuld zou moeten worden, eindeloos verschoven wordt en bij voorkeur totdat de jeugd voor bij is. DE STEM VAN ZATERDAG 9 NOVEMBER 1968 iffy f x - -- 'J ^<MrEclKiINGIcf..^Er,L,NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN®NGEN PEIUNGEN ENGEN .PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN...PEILINGENPflMNGEN PEILINGENI PElllNtotN !E„yi.iijPrl:KiNGlci..k,PiILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN„PEIL IJGEN.KIUNGEN - WILINGEN PEIUNGEN PEIUNGEN mu o PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN rciLiiNvjcn Foutief parkeren brengt dit [aar rond 4,5 miljoen extra in de schatkist Zo'n bedrag telt mee. Toch kunnen we ons moeilijk voorstellen, dat de regering erg blij is met dit douceurtje. Een agent, die een parkeerbon uitschrijft, doet (ijverig) zijn plicht. Maar al is dat zo, als het en dat is het geval in bepaalde gemeenten werkelijk parkeerbonnen regent, dan wordt daardoor de verhouding tus sen publiek en politie bepaald niet verbeterd. In een aantal gevallen wordt een parkeerbon bovendien niet als een gerechtvaardigde straf ervaren. Dit speelt met name in gemeenten, waar de openbare parkeervoorzieningen ontoereikend zijn. Waarom heeft Breda in 1967 driemaal zoveel parkeerzondaars beboet als Tilburg? Toch telt Tilburg meer (30.000) inwoners. Heeft Tilburg misschien meer parkeer ruimte of treedt de politie er soepelei op? Als van automobilisten een extra belasting (aari parkeerbonnen) wordt gevraagd, hebben zij recht op een nadere verklaring. En op een nadere bezinning van de kant van overheid en volksvertegenwoordigers van het openbaar vervoer. Want het is duidelijk, dat er ook een verband bestaat tussen de (ontoereikende) mogelijkheden van het openbaar vervoer en de constante groei van het aantal particuliere auto's. Gemeentebestuurders klagen dikwijls over het gebrek aan belangstel ling bij het publiek voor hun werk ten dienste van de gemeen schap. De bevolking is onverschillig, zegt men dan, het kan de mensen geen barst schelen; wat er in hun dorp of stad gebeurt. De B. en W.'s en raadsleden, die zo redeneren, begaan een vergissing. Het publiek is over het algemeen wel degelijk geïnteresseerd in de gang van zaken in de eigen gemeente. Aan die belangstelling kan echter zelden uit drukking worden gegeven: het publiek krijgt namelijk veel te weinig infor maties. Het wordt niet of nauwelijks actief betrokken bij het gemeentelijk beleid. Gelukkig begint men nu hier en daar (maar in een veel te traag tempo) wat te doen aan deze communicatiestoornis. Een goed voorbeeld in dit verband is Hilvarenbeek. In dit dorp van 7.300 inwoners heeft het ge meentebestuur onlangs vier voorlichtingsdagen gehouden. Over belang stelling had men niet te klagen: rond 1500 inwoners hebben van de ge legenheid gebruik gemaakt om wat meer te weten te komen over de plan nen en problemen van hun gemeentebestuur. Dit soort initiatieven verdienen navolging, ook in de grotere steden. Daar moet het toch mogelijk zijn vooraf inzage en inspraak te geven in plannen voor de bouw van nieuwe wijken. Laten we de democratie in praktijk brengen waar we allemaal de mond zo vol van hebben. Het woon- en leefklimaat in onze dorpen en steden zou er aanzienlijk door verbeterd worden. Alleen al omdat een stuk onvrede wordt weggenomen, dat zijn oorsprong vindt in betutteling en onmondigheid. Hij gaat niet, hij gaat wel, hij gaat niet. Eindelijk weten we het nu: hij gaat wel, dr. Tans, de voorzitter van de P.v.d.A. In het begin van het volgend jaar wordt hij opgevolgd door dr. Vondeling, die na een zeer ernstig auto-ongeluk aanvankelijk was afgeschreven als actief politicus maar die er door zijn enorme energie en wilskracht weer aardig bovenop is gekomen. Dr. Tans is een erg vriendelijke man. Maar hij is net als een schoolmees ter, die geen orde in de klas kan houden. De rode rakkers van Nieuw- Links hebben bij hem vrij spel. Daarom staat nu het hele P.v.d.A.-huis op stelten. Vondeling is anders. Hij zal Nieuw-Links niet meteen op straat zetten. Hij zal praten met zijn heethoofdige jongeren en hun ideeën, voor zover ze realistisch zijn, proberen over te nemen. Maar dan moet het ook met de herrie gedaan zijn. Onder Vondeling kan er een einde komen aan de zig-zag-koers, die de P.v.d.A. de laatste tijd belet heeft een rol van betekenis spelen in de Ne derlandse politiek. (ADVERTENTIE) (Van een onzer verslaggevers) BREDA „We moeten naar een soort rechtspraak, die veel sterker rekening houdt met de denk- en leefwereld van een verdachte. De rechtspraak van nu is een monoloog, alleen de de politie, de officier van justitie en de rechter komen aan het woord. Typerend daarvoor is het feit, dat een verdachte aan een verhoor wordt „onderworpen". Een reclasseringsman en een psychiater hebben meestal een zekere beeldinbreng, kun nen wat van hun inzichten spuien, bij iemands berechting, maar die is totaal ondergeschikt aan de beeldvorming van een officier en een rechter". „We moeten naar een dialoogrechtspraak. Om die te kunnen bereiken, zullen we in figuurlijke zin een beeldenstorm moeten uitvoeren. Ik betwijfel of het noodzakelijk is dat naast een president twee andere juristen zitten. Ik zou geen pleidooi voor een jury willen houden, maar de huidige gang van zaken is onbevredigend. Waarom kunnen er niet enkele deskundigen naast de voorzitter-jurist komen. Met name iemand uit de sociaal-psycho logische wetenschappen?" Aan het woord is de heer Y. Post- ma (55) uit Breda, directeur van de Katholieke Reclasseringsvereniging afdeling Noord-Brabant. Hij is met een aantal andere deskundigen uit het reclasseringswerk een denkbeeld aan het uitwerken om, zoals hij het noemt, „Het strafrechtgebeuren dich ter bij het publiek te brengen, zodat het weer een samenlevingsgebeuren wordt". De heer Postma gaat er van uit dat de „rechtspraak vrijwel niet is meegeëvolueerd met de ontwikkelin gen in de samenleving. De hele recht spraak is mede door het toedoen van de .dagbladpers een kijkspul geworden. Velen hebben er soms ple zier aan om over andermans ellende te lezen en zich boven de ander ver heven te kunnen voelen, totdat ze er op zekere dag zelf bij betrokken worden", aldus de heer Postma. „We zouden een stuk verder zijn als het eens zou kunnen, dat iemand alle kans kreeg van een gesprek-in- twee-richtingen. De hele entourage van de rechtspraak is daar echter helemaal tegen. De omstandigheden, waaronder de rechtspraak plaats vindt, zijn al een groot nadeel: im ponerende gebouwen en zalen, wit- gebefte rechters achter groene ta fels, die nog weer op een podium zijn geplaatst, het hekje, waarvoor een verdachte moet gaan staan, enz." De heer Postma is er van over tuigd dat nu de tyd is gekomen om de bouwstenen aan te gaan dragen, waarmee dat nieuwe recht gestalte moet worden gegeven. „Tweehon derd j,aar geleden werd de pijnbank afgeschaft; honderd jaar terug con cludeerde men dat de doodstraf niet meer in ons cultuurpatroon paste. Naar mijn idee en ik weet dat vele deskundigen het met mij eens zijn past de gevangenisstraf, zoals die nu wordt gegeven waarbij de gedeti neerde zelf geen enkele verantwoor delijkheid kent ook niet meer in deze maatschappij". De heer Postma zegt ervan door drongen te zijn dat hij met zijn denk beelden een „ontstellend groot aantal vragen" opwerpt. Op alle vragen weet hij zelf nog geen antwoord. „Misschien zijn mijn ideeën een beet je wild", stelt hij zelf. Maar voor hem staat vast,dat er bij het, publiek en bij het Openbaar Ministerie an dere gedachten zullen moeten gaan leven t.a.v. de rechtspraak. Als middel om het geven van de huidige gevangenisstraffen discutabel te stellen, ziet hij de materiële con sequenties van een opgelegde gevan genisstraf. „Niemand is daar in ge ïnteresseerd, omdat wij anoniem met z'n allen het benodigde geld betalen. Het rijk betaalt, zeggen we dan; dat is natuurlijk niet zo, wij betalen, al merken we het niet direct". „De liefde in Nederland gaat vaak door de maag. Daarom heb ik geop perd: Zouden de kosten van de straf van een delinquent niet betaald kun nen worden door de gemeenschap, waarvan de gevangene lid is. Zodat men elke berechting in de eigen por temonnee gaat voelen. Juist om die kostenfactor verwacht ik méér spi ritualiteit, creativiteit en activiteit van die gemeenschap", zegt de beer Postma. Elke gedetineerde kost per dag ruim zestig gulden. Wordt iemand tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld in die tijd moet hij weinig opbou- (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG Volgende week vergadert in Brussel de minister raad van de NAVO. Hoofdonderwer- p pen van gesprek zullen zijn de poli tieke en militaire gevolgen van de Russische invasie in Tsjechoslowa- "'ie. Ook de samentrekking van een Spvjet-vlootmacht in het oostelijk deel van de Middellandse Zee staat op de agenda. Spectaculaire „tegenmaatregelen" .e®en de Russische verstoring van et machtsevenwicht hoeven niet te worden verwacht. P?, NAVO-regeringen hebben dui- ueiijk blijk gegeven van hun voor omen om toenadering en ontspan- ng een belangrijke plaats te blijven 6 ven in hun buitenlandse diploma rif, e,C Politieke inspanningen. De oezorgdherd over wat in Tsjechoslo- liinfr6 ls Sebeurd, geldt vooral de nierdoor vergrote onzekerheid in de l<nr,i es, n§en en de onbere- gon van de Sovjet-bedoelin- ha?l°",zekerbeid en de onbereken de j worden nog vergroot door hLft ®?-menten die de Sovi et-Unie li -8™' tegenover landen als Roe bliek w de Bondsrepu- we»r', .®®sf-Perlyn en voorts het sen m j 'Jskast halen en oppoet- refdcnm °ude leuzen over het we" «comrnu e en _>het socialisti_ scne gemenebest". ervan bewust dat swfi s Slnd^ de inval in Tsjecho- Maatrpfffi aanz'onliik zijn vergroot. ben «onnm" zü, de Russen die heb- choswfv™ ue1 aanzien van Tsje- neisine ebben wel eens de 8 ng een eigen leven te gaan lei den en uit de hand te lopen. Hoewel de Sovjet-troepen in Tsje- choslowakije niet bedoeld zijn als een rechtstreekse bedreiging van het westen, kan de NAVO ook niet voor bijgaan aan het feit dat de Russen er meer divisies hebben dan nodig is voor het handhaven van de rust en het „neutraliseren" van het in deze omstandigheden uiteraard onbe trouwbare Tsjechische leger. In sommige rapporten die de NAVO-instanties sinds de inval in Tsjechoslowakije hebben bereikt, is sprake van een aanzienlijke mobili satie van Russische reservisten. Kortom: de NAVO wordt gecon fronteerd raet een grote hoeveelheid factoren die de Russische bedoelin gen hoogst onvoorspelbaar maken en een sfeer van onzekerheid scheppen waarin een incident gemakkelijk uit de hand kan lopen. Naast de preventieve diplomatieke maatregelen zullen er ook militaire consequenties uit deze ontwikkelin gen moeten worden getrokken. Het ziet er naar uit dat van de partners maatregelen zullen worden gevraagd om hun paraatheid op te voeren en beter tegemoet te komen aan hun NAVO-verplichtingen. Het moet uit gesloten worden geacht en daar is volgens NAVO-insiders ook volstrekt geen aanleiding toe dat besloten wordt de totale (nog altijd papieren) sterkte zoals die bestond in decem ber 1967 te verhogen. De NAVO wil met eventuele maat regelen voorkomen dat er aan beide zijden van de demarcatielijn (zoals het IJzeren Gordijn sinds enige tijd heel wat vriendelijker wordt ge noemd) een wedloop in divisies, vliegtuigeskaders en tankbataljons ontstaat, waardoor de spanning al leen maar zou worden verhoogd. De bedoelingen van de NAVO gaan, volgens ingewijden, niet ver der dan: a. De door de onzekerheid ontstane risico's te neutraliseren en b. De Sovjet-Unie duidelijk te maken dat het westen niet onverschillig kan blijven voor wat in Oost- Europa en op de Balkan gebeurt. Wat dit laatste betreft speelt Zuid- slavië een bijzondere rol. Het zou voor het westen zeker verschil uit maken of de Sovjets bijvoorbeeld Roemenië ofwel Zuidslavië zouden bezetten. Een bezetting van het niet tot het Warschaupact behorende na- tionalistisch-communistische land van maarschalk Tito zou wel eens kun nen leiden tot een confrontatie tus sen de beide bondgenootschappen. De NAVO zal zich met het probleem- Zuidslavië de komende week zeker bezighouden. Waarschijnlijk zal hierover ook wel iets openbaar worden gemaakt en in elk geval kan worden aange nomen dat de NAVO-ministers de Sovjet-Unie niet in het ongewisse zullen laten over de gevolgen die een actie tegen Zuidslavië zou kunnen hebben. Wat vermoedelijk uit de bus zal koenen op het gebied van de militai re maatregelen zal vrijwel uitslui tend liggen in het vlak van een gro tere tegemoetkoming aan de NAVO- verplichtingen door de partners. Tus sen wat reëel ter beschikking van de NAVO is gesteld en wat oorspronke lijk is toegezegd en wordt verlangd, ligt voor verreweg de meeste leden een aanzienlijke marge waar binnen nog heel wat kan worden gedaan. Ingewijden verwachten niet dat in dit verband de nieuwe Amerikaanse regering straks soepeler zal zijn te genover Europa dan de huidige, die de koorden van de beurs de laatste jaren aanzienlijk aanhaalde. De nieu we president Richard Nixon is welis waar voornemens de aandacht van Washington weer wat meer te r'erleg- gen naar West-Europa, maar het staat vast dat hij hiervoor tegenpres taties zal eisen. Wat, de Sovjet-vloot in de Middel landse Zee aangaat, is de grote be zorgdheid van enkele weken geleden deels geweken. Op zich is de Sovjet- vloot voor de Amerikaanse Zesde Vloot alleen al geen partij. Het we zenlijke gevaar van de Sovjet-zee strijdkrachten is gelegen in de moge lijkheid ze te gebruiken als drukmid del in een conflict dat niet recht streeks de NAVO aangaat (bijvoor beeld Egypte-Israël) maar een maal op gang gekomen wel tot een confrontatie kan leiden. Overi gens tast de NAVO volkomen in het duister over de werkelijke bedoelin gen die de Sovjet-Unie heeft (of mo gelijk gehac! heeft) met deze vloot. De reactie van NAVO op de schok kende gebeurtenissen van deze zomer zal dus waarschijnlijk gematigd zijn. Maar dat neemt niet weg dat de toe nadering tussen oost en west voor lopig stU blijft staan. VV. K. De baat die een gestrafte bij dit alles zou hebben, bestaat eruit dat volgens de heer Postma, „de vraag opportuun wordt of de gemeente het recht heeft mede het beleid van het Openbaar Ministerie te beïnvloeden, want we moeten mee betalen. De mentaliteit van vroeger eenmaal een dief altijd een dief is wel ver anderd. Bij het zoeken naar het waarom van de daad die bestraft moet worden, is het nu geen kwestie meer van „verdachte heeft moreel gefaald, maar van een psychisch disfunctioneren". De heer Postma il lustreert deze opmerking met: „Vroe ger dreigde de kerk met hel en ver doemenis als de kerkgangers weg bleven, maar tegenwoordig gaat men bij zichzelf na wat er niet goed func tioneert. In de kerk zijn de normen van het juridisch vlak verlegd naar de dialoog" Het principe van de heer Postma: „Als de gemeente zich bewust wordt dat men meebetaalt, zal hij zich uit genodigd voelen er zelf over te gaan denken en meepraten. Waarmee de rechtspraak weer binnen het gebeu ren in de gemeenschap is gehaald". De volgens de heer Postma nood zakelijke veranderingen, zijn mede ingegeven door de wijze van optre den van de meeste officieren van jus titie. („De rechters zijn zo'n probleem niet, die staan er niet op dat iemand gevangenisstraf krijgt. Het O.M. wél") „Wie, zoals ik, vrijwel dagelijks met officieren van justitie in aanra king komt, zal nogal eens moeite hebben om in hen „de vertegenwoor digers van de gemeenschap" wat elke officier behoort te zijn te her kennen. Ik weet dat het O.M. binnen het huidige rechtskader trouwens weinig kansen tot meer eigentijds ontplooien heeft. Toch zullen we een kader moeten scheppen dat maakt dat het O.M. meer en juister de ge meenschap gaat vertegenwoordigen. Met mijn oplossing zie ik daar mo gelijkheden toe", aldus de heer Post ma. Hij stelt nadrukkelijk dat hy de vrijheidsstraf niet wil afschaffen. „Maar de straf moet opvoedend zijn; niet zo maar zonder meer „mannetje in hokje stoppen" en na vijf jaar er weer uit. Het hoeft ook weer niet zo te zijn dat iedere verdachte zijn gehuld moet worden „kwijt gerede neerd". Maar is het nu normaal dat iemand die een moord pleegt, die door duizend-en-één omstandigheden is ingegeven, zonder meer twintig jaar moet worden opgeborgen, terwijl iemand die dronken achter het stuur een kind doodrijdt er met een jaar afkomt?" De heer Postma wil juist de geval len met een psychische achtergrond meer en andere aandacht schenken dan louter een juridische. „Daarvoor zullen ook in eigen boezem verande ringen moeten komen. Persoonlijk zou ik de hele reclassering (overi gens een rotwoord) willen laten op gaan in instituten voor geestelijke volksgezondheid en maatschappelijk werk, zodat we met ons werk meer in de maatschappij zelf staan", aldus de heer Postma. Hy noemt de reclassering twee slachtig: „Een verlengstuk van justi tie, maar ook een adres waar mensen, die nu net niet meer met juistitie in aanraking willen komen, óók terecht moeten kunnen Ik zou graag minder sterk aan justitie gebonden zijn. Ons werk verschuift steeds verder van het juridisch gebied naar het sociaal- psychologisch terrein. Dat heeft in middels grote spanning gegeven. De justitie is naar mijn gevoel nog steeds veel te sterk gebonden aan de juri dische kant van elke zaak", zegt de heer Postma. „Niet iedereen zal het met me eens zijn, maar we le ven in een wat onduidelijke tijd, om dat er iets nieuws geboren staat te worden". Hij wil van de belaste naam „re classering" af, net als van vele an dere stigma's die het werk van de hoofdzaak afleiden. „Het strafrecht en alles daaromheen is niet overeen komstig de evolutienormen van nu. Als men ergens met weinig flexibili teit en verstarde normen werkt, is het bij de rechtspraak", aldus de heer Postma. PIM GAANDERSE wend werk doen als knijpers maken en tuintjes wieden kan kost dat „het rijk" een kleine 70.000 gulden. De heer Postma verwacht dat een gemeenschap (gemeente) dusdanig aan het denken wordt gezet, dat de gestrafte er baat bij zal hebben. „Ik ben op de gedachte gekomen door de ervaringen die ik heb gekregen met de afdeling sociale zaken van diverse gemeenten. Men is er als de kippen bij allerlei inhoudingen te doen als iemand in de gevangenis terechtkomt. Men probeert zich zoveel mogelijk te distantiëren van een delinquent. De gemeentebesturen zouden wel anders piepen als de gemeenten zelf voor alle kosten van gevangenhouding moesten opdraaien". De directeur van de Katholieke Reclasseringsvereniging afdeling Noord-Brabant, de heer Y. Postma (55), is een selfmade man. Hij heeft naast zijn vakopleiding en latere studies op het gebied van de psychologie, maatschappelijk werk en leidinggevend werk, alleen lagere school. Sedert 1952 is hij werkzaam bij de reclassering. Aan vankelijk in Amsterdam en sinds '61 in Breda. In 1938 is hij bij de gementepolitie in dienst getreden. Na de oorlog was hij hoofd van de polititieke recherche in Delft. Als brigadier verliet hij de Zaan- damse gemeentepolitie om over te stappen naar het reclasserings- 70ALS gebruikelijk is, werd ook dit jaar de voettocht van de Pax-Cristibeweging, speciaal voor de studerende jeugd georga niseerd, weer besloten met een eucharistieviering in de Bossche Brabanthallen. De KRO heeft de ze dienst zojuist uitgezonden en ik heb de uitzending helemaal gevolgd. Zo komt het dat ik nu erg moe ben. Want al ontbraken deze keer de juichende reporta ges en bleef de begeleidende ly riek in de pers ook zo goed als helemaal achterwege een te ken van tanende belangstelling? toch is het vermoeiend. Te gelijk ben ik een beetje in de war gebracht door een soort van enthousiasme, dat ik nooit hele maal vertrouwd heb, terwijl ik toch niet in staat ben dit wan trouwen in redelijke termen uit te spreken. Angst maakt er ze ker een deel van uit. Een en thousiaste en eensgezind zingen de menigte doet mij altijd aan oorlog denken, ook als ik weet dat zij, zoals nu, bijeen is om over de vrede te discussiëren. Als er dan over „totale inzet" gesproken wordt, schrik ik toch- Maar ik zal proberen mijn ge dachten ordelijk onder woorden te brengen. Dan moet ik vooreerst leggen dat mijn huiver bij deze en dergelijke uitzendingen niet voortkomt uit het gevoel dat hier een heilige liturgie tot een poli tieke kermis of een soort van happening gemaakt wordt. Ande ren mogen zich daarover druk maken en zullen dat ook wel doen, al weet ik niet zeker of ze dat ook publiekelijk willen of durven uiten. Voor mij is het geen kwestie van religie, zelfs spraakgebruik, de bezwerende fraseologie rond feest en enthou siasme. niet van stijl. Het was wel geen stijl; maar daar zie ik nu van af. Schreeuwen en applaudiseren in liturgisch verband is niets an ders dan gewoon schreeuwen en applaudiseren. De enige liturgie- technische vraag, die ik zou wil len stellen is deze: zou het wer kelijk waar zijn, dat het voor velen onbegrijpelijke Latijn al leen maar is afgeschaft om plaats te maken voor Engels, Frans en Hebreeuws? (Duits heb ik niet gehoord, maar het leent zich uit stekend voor zo'n doel). Ik kan me dat, niet voorstellen. Wat ik mij wel kan voorstellen is, dat de studerende jeugd zich hiermee wil onderscheiden van de arbei dende jeugd, die niet zoveel talen leert, en dan vind ik het merk waardig dat men een eucharistie viering aangrijpt om zijn talen kennis te spuien en zijn status duidelijk te maken. Het is geen vriendelijke gedachte, maar ik zit ermee. Als het bijeen zijn van men sen zo benadrukt wordt, komt er een punt dat het alleen om dat bijeenzijn gaat, niet over een thema. Op dat punt verandert het bijeenzijn in een carnaval. Het viel mij dan ook op, dat de cele brant op het einde van de plech tigheid iets zei in de geest van: „Denk nu straks niet, dat je drie dagen lang je hebt laten op peppen en een masker gedragen hebt. Dat masker draag je alle andere dagen". Precies diezelfde, met luid applaus beloonde slim migheid, wordt steevast aange voerd met carnaval. Het is dus niet mijn boosaardigheid, die mij de vergelijking ingeeft, maar het als pyromanen een brand moe ten veroorzaken om er fijn naar te kunnen kijken. We moeten ons kwetsbaar ma ken, zei de predikant. Niemand zal kunnen zeggen dat ik dat in het voorafgaande niet gedaan heb. Toch heb ik niet het gevoel nu ook bij die geestdriftige me nigte te horen. De afstand is al leen maar groter geworden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 19